← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 75/2014 du 8 mai 2014 Numéro du rôle : 5601 En cause : la question
préjudicielle relative à l'article 4, § 1 er , alinéa 2, de la loi du 15 juin 1935
concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, p La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et A. Alen,
des juges E. De Groo(...)"
Extrait de l'arrêt n° 75/2014 du 8 mai 2014 Numéro du rôle : 5601 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 4, § 1 er , alinéa 2, de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, p La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, des juges E. De Groo(...) | Uittreksel uit arrest nr. 75/2014 van 8 mei 2014 Rolnummer : 5601 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4, § 1, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, gesteld door de Rechtbank va Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters E. (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 75/2014 du 8 mai 2014 | Uittreksel uit arrest nr. 75/2014 van 8 mei 2014 |
Numéro du rôle : 5601 | Rolnummer : 5601 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 4, § 1er, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4, § 1, tweede |
alinéa 2, de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en | lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in |
matière judiciaire, posée par le Tribunal de première instance de Bruxelles. | gerechtszaken, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters |
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût et T. Giet, et, conformément à | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, en, overeenkomstig |
l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
constitutionnelle, du président émérite M. Bossuyt, assistée du | Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter M. Bossuyt, bijgestaan door de |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels, | griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 14 février 2013 en cause de Dietmar Duchâteau contre | Bij vonnis van 14 februari 2013 in zake Dietmar Duchâteau tegen |
Olivier Domb et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | Olivier Domb en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof |
Cour le 1er mars 2013, le Tribunal de première instance de Bruxelles a | is ingekomen op 1 maart 2013, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
posé la question préjudicielle suivante : | Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 4, § 1er, alinéa 2, de la loi du 15 juin 1935 concernant | « Schendt artikel 4, § 1, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935 op |
l'emploi des langues en matière judiciaire viole-t-il les articles 10 | |
et 11 de la Constitution, lus isolément ou en combinaison avec | het gebruik der talen in gerechtszaken de artikelen 10 en 11 van de |
l'article 6 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de | Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het |
l'homme et des libertés fondamentales, s'il est interprété comme | Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de |
imposant à un justiciable, partie à une procédure d'arbitrage tenue à | fundamentele vrijheden, in die zin geïnterpreteerd dat het een |
Bruxelles, en langue française, qui ne maîtrise pas la langue | rechtzoekende, partij bij een arbitrageprocedure in Brussel, in het |
néerlandaise et à l'égard de qui l'arbitre, dont le domicile est | Frans, die het Nederlands niet beheerst en ten aanzien van wie de |
établi en région de langue néerlandaise, mais qui dépend d'une chambre | arbiter, wiens woonplaats in het Nederlandse taalgebied is gelegen, |
d'arbitrage dont le siège est à Bruxelles et où il tient ses audiences | maar die afhangt van een arbitragekamer waarvan de zetel zich in |
et est tenu d'user de la langue française pour tous les actes de | Brussel bevindt en waar hij zijn hoorzittingen houdt, op grond van |
procédure et pour tous les débats, en vertu de l'article 4, § 1er, | artikel 4, § 1, derde lid, van de wet van 15 juni 1935 ertoe gehouden |
alinéa 3, de la loi du 15 juin 1935, d'introduire et de poursuivre en | is voor alle procedurehandelingen en voor alle debatten het Frans te |
langue néerlandaise, la procédure judiciaire en récusation, qui n'est | gebruiken, ertoe verplicht de tegen die arbiter ingestelde |
qu'un incident de la procédure judiciaire d'arbitrage en cours, | gerechtelijke procedure tot wraking, die slechts incidenteel is in de |
organisé par l'article 1691 du Code judiciaire, qu'il intente contre | lopende arbitrageprocedure en is geregeld bij artikel 1691 van het |
cet arbitre, sans pouvoir demander de changement de langue, | Gerechtelijk Wetboek, in het Nederlands in te stellen en voort te |
alors que les justiciables défendeurs dans le cadre de la procédure | zetten, zonder te kunnen verzoeken om de taal te wijzigen, |
judiciaire ont, à l'inverse des demandeurs, le droit de solliciter que | terwijl de verwerende rechtzoekenden in het kader van de gerechtelijke |
la procédure soit poursuivie dans une autre langue, | procedure, in tegenstelling tot de eisers, het recht hebben om te |
et alors que, en étant forcé de poursuivre la procédure en récusation | verzoeken dat de procedure in een andere taal wordt voorgezet, |
en langue néerlandaise qu'il ne maîtrise pas, le justiciable voit ses | en terwijl de rechten van verweer van de rechtzoekende, doordat die |
droits de la défense violés, | laatste ertoe wordt gedwongen de procedure tot wraking voort te zetten |
in het Nederlands, dat hij niet beheerst, worden geschonden, | |
et alors que, en voulant poursuivre en langue néerlandaise la | en terwijl de arbiter, door de procedure op tussengeschil die de |
procédure sur incident que constitue la récusation, l'arbitre viole le | wraking vormt, te willen voortzetten in het Nederlands, de |
prescrit de l'alinéa 3 de l'article 4 de la loi du 15 juin 1935, les | voorschriften schendt van het derde lid van artikel 4 van de wet van |
débats étant menés et les actes étant rédigés dans une langue | 15 juni 1935, daar de debatten worden gevoerd en de akten opgesteld in |
différente de celle de l'acte introductif de l'arbitrage ? ». | een andere taal dan die van de akte tot inleiding van de arbitrage ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 4, § 1er, de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi | B.1. Artikel 4, § 1, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der |
des langues en matière judiciaire, avant sa modification par l'article | talen in gerechtszaken, vóór het werd gewijzigd bij artikel 47, 1°, |
47, 1°, de la loi du 19 juillet 2012 portant réforme de | van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het |
l'arrondissement judiciaire de Bruxelles, disposait dans la version | gerechtelijk arrondissement Brussel, bepaalde in de versie die van |
applicable au litige soumis au juge a quo : | toepassing is op het bodemgeschil : |
« Sauf dans les cas prévus à l'article 3, l'emploi des langues pour la | « Behoudens de gevallen van artikel 3 wordt het gebruik der talen voor |
procédure en matière contentieuse devant les juridictions de première | geheel de rechtspleging in betwiste zaken voor de gerechten van eerste |
instance dont le siège est établi dans l'arrondissement de Bruxelles | aanleg waarvan de zetel in het arrondissement Brussel is gevestigd, |
et, si la demande excède le montant fixé à l'article 590 du Code | en, wanneer de vordering het bedrag vastgesteld in artikel 590 van het |
judiciaire, devant le tribunal de police de Bruxelles siégeant dans les matières visées à l'article 601bis du même Code est réglé comme suit : L'acte introductif d'instance est rédigé en français si le défendeur est domicilié dans la région de langue française; en néerlandais, si le défendeur est domicilié dans la région de langue néerlandaise; en français ou en néerlandais, au choix du demandeur, si le défendeur est domicilié dans une commune de l'agglomération bruxelloise ou n'a aucun domicile connu en Belgique. La procédure est poursuivie dans la langue employée pour la rédaction de l'acte introductif d'instance, à moins que le défendeur, avant toute défense et toute exception même d'incompétence, ne demande que | Gerechtelijk wetboek overschrijdt, voor de politierechtbank van Brussel die zitting houdt in de aangelegenheden bedoeld in artikel 601bis van hetzelfde Wetboek geregeld als volgt : De akte tot inleiding van het geding wordt in het Fransch gesteld, indien de verweerder woonachtig is in het Frans taalgebied; in het Nederlandsch, indien de verweerder woonachtig is in het Nederlands taalgebied; in het Fransch of in het Nederlandsch, ter keuze van den eischer, indien de verweerder woonachtig is in eene gemeente van de Brusselsche agglomeratie of geen gekende woonplaats in België heeft. De rechtspleging wordt voortgezet in de taal der akte tot inleiding van het geding, tenzij de verweerder, voor alle verweer en alle exceptie, zelfs van onbevoegdheid, vraagt dat de rechtspleging in de |
la procédure soit poursuivie dans l'autre langue ». | andere taal wordt voortgezet ». |
B.2. Il ressort des faits qui sont à l'origine de la décision de | B.2. Uit de feiten die aan de oorsprong van de verwijzingsbeslissing |
renvoi, de la motivation de cette décision et du libellé de la | liggen, uit de motivering van die beslissing en uit de bewoordingen |
question préjudicielle que la Cour est interrogée sur la | van de prejudiciële vraag blijkt dat aan het Hof een vraag wordt |
compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution lus en | gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees | |
combinaison avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits | Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 4, § 1, tweede lid, |
de l'homme, de l'article 4, § 1er, alinéa 2, de la loi du 15 juin | van de wet van 15 juni 1935, in die zin geïnterpreteerd dat het een |
1935, interprété comme obligeant une partie à un arbitrage qui, en | |
application de l'article 1691 du Code judiciaire (tel qu'il était | partij bij een arbitrage die, met toepassing van artikel 1691 van het |
Gerechtelijk Wetboek (zoals opgesteld vóór de opheffing ervan bij | |
rédigé avant son abrogation par l'article 2 de la loi du 24 juin 2013 | artikel 2 van de wet van 24 juni 2013 « tot wijziging van het zesde |
« modifiant la sixième partie du Code judiciaire relative à | |
l'arbitrage »), demande au Tribunal de première instance de Bruxelles | deel van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de arbitrage »), voor de |
de faire admettre la récusation de l'arbitre, à rédiger sa citation en | Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de aanvaarding van de wraking |
néerlandais parce que l'arbitre est domicilié dans la région de langue | van de arbiter vordert, ertoe verplicht haar dagvaarding in het |
néerlandaise, alors que tant le contrat contenant la clause | Nederlands op te stellen omdat de arbiter is gedomicilieerd in het |
d'arbitrage que la notification de la demande d'arbitrage, | Nederlandse taalgebied, terwijl zowel de overeenkomst die het |
l'acceptation, par l'arbitre, de sa mission, la notification de la | arbitragebeding bevat als de kennisgeving van de vordering tot |
récusation ainsi que la notification par l'arbitre de son refus de se | arbitrage, de aanvaarding, door de arbiter, van diens opdracht, de |
déporter ont été rédigés en français, que la langue de l'arbitrage est | kennisgeving van de wraking, alsook de kennisgeving, door de arbiter, |
van zijn weigering om zich te onthouden, in het Frans zijn opgesteld, | |
le français, que le lieu de l'arbitrage et celui du domicile des | terwijl de taal van de arbitrage het Frans is, terwijl de plaats van |
autres parties à l'arbitrage se situent dans la région bilingue de | de arbitrage en de woonplaats van de andere partijen bij de arbitrage |
zich situeren in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, en terwijl | |
Bruxelles-Capitale, et que l'arbitre a, dans cette même région, fait | de arbiter in datzelfde taalgebied keuze van woonplaats doet in de zin |
élection de domicile au sens de l'article 39 du Code judiciaire. | van artikel 39 van het Gerechtelijk Wetboek. |
Quant à l'utilité de la question préjudicielle | Ten aanzien van het nut van de prejudiciële vraag |
B.3. L'arbitre récusé dans l'instance soumise au juge a quo soutient | B.3. De in het bodemgeschil gewraakte arbiter betoogt dat de |
que la question préjudicielle ne nécessite aucune réponse puisqu'elle | prejudiciële vraag geen antwoord behoeft, aangezien zij zou zijn |
aurait été inspirée par l'existence de l'arrêt n° 98/2010 du 16 | ingegeven door het bestaan van het arrest nr. 98/2010 van 16 september |
septembre 2010 de la Cour alors que l'affaire y ayant donné lieu | 2010 van het Hof, terwijl de zaak die tot dat arrest heeft geleid, |
diffère fortement du litige que doit trancher le juge du fond. | sterk verschilt van het bodemgeschil. |
B.4.1. C'est en règle à la juridiction qui interroge la Cour qu'il | B.4.1. In de regel komt het het rechtscollege dat het Hof een vraag |
appartient d'apprécier si la réponse à la question préjudicielle est | stelt, toe na te gaan of het antwoord op een prejudiciële vraag nuttig |
utile à la solution du litige qu'elle doit trancher. | is om het aan het rechtscollege voorgelegde geschil te beslechten. |
C'est uniquement lorsque ce n'est manifestement pas le cas que la Cour | Alleen wanneer dat klaarblijkelijk niet het geval is, vermag het Hof |
peut décider que la question n'appelle pas de réponse. | te beslissen dat de vraag geen antwoord behoeft. |
B.4.2. La circonstance que la décision de poser une question | B.4.2. Het gegeven dat de beslissing om aan het Hof een prejudiciële |
préjudicielle à la Cour serait motivée, de manière non pertinente, par | vraag te stellen, op niet relevante wijze zou zijn gemotiveerd door |
l'existence d'un arrêt antérieur de la Cour ne suffit pas, en soi, | het bestaan van een vroeger arrest van het Hof volstaat op zich niet |
pour considérer que la réponse à cette question préjudicielle n'est | om aan te nemen dat het antwoord op die prejudiciële vraag |
manifestement pas utile à la solution du litige pendant devant la | klaarblijkelijk niet nuttig is om het geschil te beslechten dat |
juridiction qui interroge la Cour. | hangende is voor het rechtscollege dat de vraag aan het Hof stelt. |
B.5. Le Conseil des ministres affirme que la question préjudicielle | B.5. De Ministerraad betoogt dat de prejudiciële vraag geen antwoord |
n'appelle pas de réponse, puisque, dans l'instance soumise au juge a | behoeft, aangezien in het bodemgeschil niet artikel 4, § 1, van de wet |
quo, ce n'est pas l'article 4, § 1er, de la loi du 15 juin 1935, mais | van 15 juni 1935, maar artikel 37, tweede lid, van die wet van |
bien l'article 37, alinéa 2, de cette loi qui s'appliquerait. | toepassing zou zijn. |
B.6.1. L'article 37, alinéa 2, de la loi du 15 juin 1935 dispose : | B.6.1. Artikel 37, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935 bepaalt : |
« Les demandes incidentes et les appels incidents sont poursuivis et | « De tusschenvorderingen en tegenberoepen worden vervolgd en gevonnist |
jugés dans la langue employée pour la procédure de l'affaire | in de taal gebruikt voor de rechtspleging der hoofdzaak ». |
principale ». B.6.2. Une demande incidente au sens de l'article 37 précité est une | B.6.2. Een tussenvordering in de zin van het voormelde artikel 37 is |
demande formée au cours du procès et qui a pour objet, soit de | een vordering die in de loop van het rechtsgeding wordt ingesteld en |
modifier la demande originaire ou d'introduire des demandes nouvelles | ertoe strekt, hetzij de oorspronkelijke vordering te wijzigen of |
entre les parties, soit de faire entrer dans la cause des personnes | nieuwe vorderingen tussen de partijen in te stellen, hetzij personen |
qui n'y avaient point été appelées (article 13 du Code judiciaire). | die nog niet in het geding zijn geroepen, erin te betrekken (artikel 13 van het Gerechtelijk Wetboek). |
B.6.3. Formée au cours d'une procédure arbitrale au sens de la sixième | B.6.3. De rechtsvordering bedoeld in artikel 1691.2, van het |
Gerechtelijk Wetboek, die is ingesteld in de loop van een | |
partie du Code judiciaire (« L'arbitrage »), la demande en justice | arbitrageprocedure in de zin van het zesde deel van het Gerechtelijk |
visée par l'article 1691.2 du Code judiciaire n'est pas une demande | Wetboek (« Arbitrage »), is geen tussenvordering zoals bedoeld in |
incidente au sens de l'article 37, alinéa 2, de la loi du 15 juin | artikel 37, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935. |
1935. Cette demande en justice est une demande introductive d'instance au | Die rechtsvordering is een vordering tot inleiding van het geding in |
sens de l'article 12 du Code judiciaire, qui se formule dans un « acte | de zin van artikel 12 van het Gerechtelijk Wetboek geformuleerd in een |
introductif d'instance » au sens de l'article 4, alinéa 2, de la loi | « akte tot inleiding van het geding » in de zin van artikel 4, tweede |
du 15 juin 1935. | lid, van de wet van 15 juni 1935. |
B.6.4. De ce qui précède, il apparaît que la réponse à la question | B.6.4. Uit wat voorafgaat blijkt dat het antwoord op de prejudiciële |
préjudicielle n'est pas manifestement inutile à la solution du litige | vraag niet klaarblijkelijk nutteloos is voor de beslechting van het |
pendant devant la juridiction qui interroge la Cour. | bodemgeschil. |
Quant au fond | Ten gronde |
B.7. L'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme | B.7. Artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
dispose : | bepaalt : |
« Toute personne a droit à ce que sa cause soit entendue équitablement | « Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen |
[...] par un tribunal [...] qui décidera [...] des contestations sur | [...] heeft eenieder recht op een eerlijke [...] behandeling van zijn |
ses droits et obligations de caractère civil. [...]. » | zaak [...] door een [...] rechterlijke instantie [...] ». |
Le droit d'accès à un juge, aspect particulier du droit à un juge | Het recht van toegang tot een rechter, bijzonder aspect van het door |
reconnu par cette disposition, n'est pas absolu. Les limitations | die bepaling erkende recht op een rechter, is niet absoluut. De |
apportées à ce droit, relatives par exemple aux conditions de | beperkingen van dat recht, bijvoorbeeld met betrekking tot de |
recevabilité d'un recours, ne peuvent cependant porter atteinte à la | voorwaarden inzake de ontvankelijkheid van een rechtsmiddel, mogen |
substance de ce droit. Elles doivent, en outre, être raisonnablement | evenwel geen afbreuk doen aan de inhoud van dat recht. Zij moeten |
proportionnées au but légitime qu'elles poursuivent (CEDH, Stagno c. | bovendien redelijk evenredig zijn met het gewettigde doel dat zij |
Belgique, 7 juillet 2009, § 25; grande chambre, Stanev c. Bulgarie, 17 | nastreven (EHRM, Stagno t. België, 7 juli 2009, § 25; grote kamer, |
janvier 2012, §§ 229-230). La réglementation du droit d'accès à un | Stanev t. Bulgarije, 17 januari 2012, §§ 229-230). De reglementering |
juge ne peut cesser de servir les buts de la sécurité juridique et de | inzake het recht van toegang tot een rechter moet steeds de |
la bonne administration de la justice et constituer une sorte de | rechtszekerheid en de goede rechtsbedeling nastreven en mag geen soort |
barrière qui empêche le justiciable de voir la substance de son litige | van belemmering vormen die de rechtzoekende belet dat de inhoud van |
tranchée par la juridiction compétente (CEDH, Stagno c. Belgique, 7 | zijn geschil wordt beslecht door het bevoegde rechtscollege (EHRM, |
juillet 2009, § 25; RTBF c. Belgique, 29 mars 2011, § 69). | Stagno t. België, 7 juli 2009, § 25; RTBF t. België, 29 maart 2011, § |
69). De verenigbaarheid van die beperkingen met het recht van toegang tot | |
La compatibilité de ces limitations avec le droit d'accès à un juge | een rechter wordt beoordeeld rekening houdend met de bijzonderheden |
s'apprécie en tenant compte des particularités de la procédure en | van de in het geding zijnde procedure en van het hele proces (EHRM, |
cause et de l'ensemble du procès (CEDH, RTBF c. Belgique, 29 mars | RTBF t. België, 29 maart 2011, § 70). |
2011, § 70). B.8.1. Lorsqu'il règle l'emploi des langues en matière judiciaire, le | B.8.1. Bij de regeling van het taalgebruik in gerechtszaken dient de |
législateur doit concilier la liberté individuelle qu'a le justiciable | |
d'utiliser la langue de son choix et le bon fonctionnement de | wetgever de individuele vrijheid van de rechtsonderhorige om zich van |
l'administration de la justice. Ce faisant, le législateur doit en | de taal van zijn keuze te bedienen te verzoenen met de goede werking |
outre tenir compte de la diversité linguistique consacrée par | van de rechtsbedeling. Bovendien dient de wetgever daarbij rekening te |
l'article 4 de la Constitution, qui établit quatre régions | houden met de taalverscheidenheid die verankerd is in artikel 4 van de |
linguistiques, dont une est bilingue. Il peut dès lors subordonner la | Grondwet, dat vier taalgebieden vastlegt, waarvan er één tweetalig is. |
liberté individuelle du justiciable au bon fonctionnement de | Hij vermag dan ook de individuele vrijheid van de rechtsonderhorige |
l'administration de la justice. | ondergeschikt te maken aan de goede werking van de rechtsbedeling. |
B.8.2. Il reste que, lorsqu'il règle l'emploi des langues pour les | B.8.2. Dat neemt niet weg dat, wanneer de wetgever, ter uitvoering van |
affaires judiciaires, en exécution de l'article 30 de la Constitution, | artikel 30 van de Grondwet, het gebruik van de talen regelt voor |
le législateur doit respecter le principe d'égalité et de | |
non-discrimination, garanti par les articles 10 et 11 de la | gerechtszaken, hij hierbij het in de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet gewaarborgde beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie | |
Constitution. | dient te eerbiedigen. |
B.9. Il ressort des travaux préparatoires de la disposition en cause | B.9. Uit de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde |
que la règle selon laquelle seul le défendeur peut, en vertu de | bepaling blijkt dat de regel volgens welke enkel de verweerder, |
l'article 4, § 1er, alinéa 3, de la loi en cause, solliciter un | krachtens artikel 4, § 1, derde lid, van de in het geding zijnde wet, |
changement de langue de la procédure devant une juridiction de | kan vragen om de taal te veranderen van de rechtspleging voor een |
première instance dont le siège est établi dans l'arrondissement de | gerecht van eerste aanleg waarvan de zetel in het arrondissement |
Bruxelles s'inscrit dans le prolongement de l'article 4, § 1er, alinéa | Brussel is gevestigd, in het verlengde ligt van artikel 4, § 1, tweede |
2, de la même loi en vertu duquel l'acte introductif d'instance devant | lid, van dezelfde wet krachtens hetwelk de akte tot inleiding van het |
une telle juridiction est rédigé en français si le défendeur est | geding voor een dergelijk rechtscollege in het Frans wordt gesteld |
domicilié dans la région de langue française et en néerlandais si le | indien de verweerder in het Franse taalgebied woont en in het |
défendeur est domicilié en région de langue néerlandaise. Le | Nederlands indien de verweerder in het Nederlandse taalgebied woont. |
législateur accorde ainsi « la prédominance à la langue du défendeur. | Aldus geeft de wetgever « voorrang aan de taal van den verweerder. |
Il faut avant tout que celui-ci sache ce que l'on lui réclame » (Doc. | Deze moet dus vóór alles weten wat men van hem vergt » (Parl. St., |
parl., Sénat, 1934-1935, n° 86, p. 14; Ann., Sénat, 11 avril 1935, p. | Senaat, 1934-1935, nr. 86, p. 14; Hand., Senaat, 11 april 1935, p. |
516). | 516). |
B.10.1. Par son arrêt n° 98/2010 du 16 septembre 2010, la Cour a jugé | B.10.1. Bij zijn arrest nr. 98/2010 van 16 september 2010 heeft het |
que la disposition en cause viole les articles 10 et 11 de la | Hof geoordeeld dat de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en |
Constitution si elle est interprétée en ce sens qu'elle ne permet pas | 11 van de Grondwet schendt indien zij in die zin wordt geïnterpreteerd |
à un travailleur dont les prestations sont liées à un siège | dat zij het een werknemer wiens prestaties zijn verbonden aan een |
d'exploitation situé sur le territoire de la région bilingue de | exploitatiezetel gelegen op het grondgebied van het tweetalige gebied |
Bruxelles-Capitale d'introduire et de poursuivre son action contre son | Brussel-Hoofdstad, niet mogelijk maakt zijn vordering tegen zijn |
employeur dans la langue dans laquelle ce dernier doit s'adresser à | werkgever in te stellen en voort te zetten in de taal waarin deze |
lui en vertu de l'article 52, § 1er, des lois coordonnées du 18 | laatste zich krachtens artikel 52, § 1, van de gecoördineerde wetten |
juillet 1966 sur l'emploi des langues en matière administrative. La | van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken tot hem |
Cour a jugé : | dient te richten. Het Hof overwoog : |
« B.7.1. En application de l'article 52, § 1er, précité, des lois sur | « B.7.1. Met toepassing van het voormelde artikel 52, § 1, van de |
wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken gebruiken de | |
l'emploi des langues en matière administrative, pour les actes et | werkgevers, voor de akten en bescheiden die bij de wet en de |
documents imposés par la loi et les règlements et pour ceux qui sont | reglementen zijn voorgeschreven en voor die welke bestemd zijn voor |
destinés à leur personnel, les employeurs font usage de la langue de | hun personeel, de taal van het gebied waar ' hun exploitatiezetel of |
la région où est ou sont établis ' leur siège ou leurs différents | onderscheiden exploitatiezetels ' gevestigd zijn, waarbij die |
sièges d'exploitation ', ces documents étant rédigés, dans la région | bescheiden, in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, in het Frans |
bilingue de Bruxelles-Capitale, en français ou en néerlandais selon | of in het Nederlands worden gesteld naargelang het personeel voor wie |
que le personnel auquel ils sont destinés est d'expression française | zij bestemd zijn, Frans of Nederlands spreekt. |
ou néerlandaise. B.7.2. En outre, l'article 627, 9°, du Code judiciaire dispose que, | B.7.2. Bovendien bepaalt artikel 627, 9°, van het Gerechtelijk Wetboek |
pour les contestations relatives aux contrats de louage de travail, | dat, voor de geschillen inzake arbeidsovereenkomsten, enkel ' de |
est seul compétent pour connaître de la demande ' le juge de la | rechter van de plaats waar de mijn, de fabriek, de werkplaats, het |
situation de la mine, de l'usine, de l'atelier, du magasin, du bureau | magazijn, het kantoor gelegen is en in het algemeen, van de plaats die |
et, en général, de l'endroit affecté à l'exploitation de l'entreprise, | bestemd is voor de exploitatie van de onderneming, de uitoefening van |
à l'exercice de la profession ou à l'activité de la société ', et | het beroep of de werkzaamheid van de vennootschap ' bevoegd is om |
c'est en ces mêmes lieux que l'employeur peut être cité ou convoqué | kennis te nemen van de vordering, en het is op diezelfde plaatsen dat |
de werkgever kan worden gedagvaard of opgeroepen bij verzoekschrift op | |
par requête contradictoire (article 704, § 3, du Code judiciaire). | tegenspraak (artikel 704, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek). |
B.8. Si l'article 4, § 1er, alinéa 2, de la loi du 15 juin 1935 | B.8. Indien artikel 4, § 1, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935 op |
concernant l'emploi des langues en matière judiciaire doit | het gebruik der talen in gerechtszaken in die zin moet worden |
s'interpréter en ce sens que, lorsque le défendeur est une personne | geïnterpreteerd dat, wanneer de verweerder een rechtspersoon is, de |
morale, la langue de l'exploit introductif d'instance est déterminée | taal van het gedinginleidende exploot wordt bepaald op grond van zijn |
en fonction de son siège social, même dans les litiges relatifs au | maatschappelijke zetel, zelfs in de geschillen met betrekking tot het |
droit du travail, alors que les parties n'y ont en rien noué des ' | arbeidsrecht, terwijl de partijen er op geen enkele wijze ' sociale |
relations sociales ', il crée, au détriment des travailleurs qui | betrekkingen ' hebben aangeknoopt, brengt het, ten nadele van de |
accomplissent leurs prestations dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale, une différence de traitement qui n'est pas raisonnablement justifiée. En effet, rien ne justifie que le procès qui oppose un travailleur et un employeur qui ont utilisé le français ou le néerlandais dans leurs relations sociales, conformément à leurs obligations légales, y compris dans la phase contentieuse de ces relations, doive se dérouler dans l'autre langue, en prenant pour critère de localisation le siège social de la société qui emploie le travailleur, alors qu'ils n'y ont pas noué de relations sociales. Cette obligation de mener cette procédure dans une langue autre que celle des relations de travail n'est conforme ni aux droits de défense du travailleur, qui devra s'expliquer dans une langue qui n'est pas la sienne, ni au bon fonctionnement de la justice puisque les juges devront traiter l'affaire dans une autre langue que celle des pièces qui leur sont soumises, et elle risque d'entraîner des frais et des lenteurs inutiles puisqu'elle peut nécessiter le recours à des traducteurs et à | werknemers die hun prestaties in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad verrichten, een verschil in behandeling teweeg dat niet redelijk is verantwoord. Niets verantwoordt immers dat het proces waarin een werknemer en een werkgever tegenover elkaar staan die, overeenkomstig hun wettelijke verplichtingen, het Frans of het Nederlands hebben gebruikt in hun sociale betrekkingen - ook in de geschillenfase van die betrekkingen -, in de andere taal dient plaats te vinden, waarbij de maatschappelijke zetel van de vennootschap die de werknemer tewerkstelt als lokalisatiecriterium wordt genomen, terwijl zij er geen sociale betrekkingen hebben aangeknoopt. Die verplichting om die rechtspleging in een andere taal te voeren dan die van de arbeidsverhoudingen is niet in overeenstemming met de rechten van de verdediging van de werknemer, die zich zal moeten verantwoorden in een taal die niet de zijne is, noch met de goede werking van het gerecht, aangezien de rechters de zaak in een andere taal zullen moeten behandelen dan die van de stukken die hun worden voorgelegd, en zij riskeert kosten en onnodige traagheid met zich mee te brengen, aangezien zij het noodzakelijk kan maken dat een beroep wordt gedaan |
des interprètes jurés, ainsi que le prévoient les articles 8 et 30 de | op beëdigde vertalers en tolken, zoals de artikelen 8 en 30 van de in |
la loi en cause. | het geding zijnde wet bepalen. |
La mesure est d'autant moins justifiée que l'employeur, personne | De maatregel is des te minder verantwoord daar de werkgever, |
morale, a, par hypothèse, démontré son aptitude à comprendre et à | rechtspersoon, per definitie heeft aangetoond dat hij in staat is om |
pratiquer la langue du travailleur en s'adressant à lui dans cette | de taal van de werknemer te begrijpen en te gebruiken door zich in die |
langue comme l'exige l'article 52 des lois coordonnées du 18 juillet | taal tot hem te richten, zoals bij artikel 52 van de voormelde |
1966 précitées. » | gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 wordt vereist. » |
B.10.2. La Cour a également jugé que la disposition en cause viole les | B.10.2. Het Hof oordeelde eveneens dat de in het geding zijnde |
articles 10, 11 et 30 de la Constitution en ce qu'elle ne permet pas à | bepaling de artikelen 10, 11 en 30 van de Grondwet schendt doordat die |
un travailleur, dont les prestations sont liées à un siège | bepaling het een werknemer wiens prestaties zijn verbonden aan een |
d'exploitation situé sur le territoire de la région bilingue de | exploitatiezetel gelegen op het grondgebied van het tweetalige gebied |
Bruxelles-Capitale, victime d'un accident du travail, d'introduire et | Brussel-Hoofdstad en die het slachtoffer van een arbeidsongeval is, |
de poursuivre son action contre l'assureur-loi choisi par son | niet mogelijk maakt zijn vordering tegen de door zijn werkgever |
employeur dans la langue dans laquelle cet assureur-loi doit | gekozen wetsverzekeraar in te stellen en voort te zetten in de taal |
s'adresser à lui en vertu des articles 41, § 1er, 42 et 46, § 1er, des | waarin die wetsverzekeraar zich krachtens de artikelen 41, § 1, 42 en |
lois coordonnées du 18 juillet 1966 sur l'emploi des langues en | 46, § 1, van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik |
matière administrative (arrêt n° 11/2014 du 23 janvier 2014). | van de talen in bestuurszaken tot hem dient te richten (arrest nr. 11/2014 van 23 januari 2014). |
B.10.3. Il résulte de ce qui précède que la Cour a déjà jugé qu'il | B.10.3. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat het Hof reeds heeft |
n'était pas compatible avec les articles 10, 11 ou 30 de la | |
Constitution d'interpréter l'article 4, § 1er, alinéa 2, de la loi du | geoordeeld dat de interpretatie van artikel 4, § 1, tweede lid, van de |
15 juin 1935 sans tenir compte de certaines dispositions des lois | wet van 15 juni 1935 zonder rekening te houden met sommige bepalingen |
coordonnées le 18 juillet 1966 « sur l'emploi des langues en matière | van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten « op het gebruik van de |
administrative » prescrivant l'emploi d'une langue dans les relations | talen in de bestuurszaken » die het gebruik van een taal voorschrijven |
sociales ainsi que de certaines dispositions du Code judiciaire | in de sociale betrekkingen, alsook met sommige bepalingen van het |
réglant la compétence territoriale du tribunal et le mode | Gerechtelijk Wetboek inzake de regeling van de territoriale |
d'introduction d'une demande en justice devant ce tribunal. | bevoegdheid van de rechtbank en de wijze waarop een rechtsvordering |
B.11. Contrairement aux relations sociales entre les employeurs et | voor die rechtbank wordt ingediend, niet bestaanbaar was met de |
artikelen 10, 11 of 30 van de Grondwet. | |
leur personnel, la notification de la demande d'arbitrage, | B.11. In tegenstelling tot de sociale betrekkingen tussen de |
l'acceptation, par l'arbitre, de sa mission, la notification de la | werkgevers en hun personeel maken de kennisgeving van de vordering tot |
récusation, ainsi que la notification, par l'arbitre, de son refus de | arbitrage, de aanvaarding door de arbiter van diens opdracht, de |
se déporter ne font pas l'objet de dispositions légales spéciales en | kennisgeving van de wraking, alsook de kennisgeving door de arbiter |
ce qui concerne l'emploi des langues. | van zijn weigering om zich te onthouden, niet het voorwerp uit van |
bijzondere wettelijke bepalingen wat het gebruik der talen betreft. | |
B.12. Eu égard à ce qui précède, il est raisonnablement justifié | B.12. Gelet op het voorgaande is het redelijk verantwoord dat een |
qu'une partie à un arbitrage qui demande devant le Tribunal de | partij bij een arbitrage die voor de Rechtbank van eerste aanleg te |
première instance de Bruxelles l'admission de la récusation de l'arbitre soit obligée d'introduire cette demande en établissant sa citation en néerlandais lorsque l'arbitre est domicilié dans la région de langue néerlandaise. Toute autre appréciation aurait pour effet que la langue de l'acte introductif d'instance ne soit pas déterminée par le domicile du défendeur, mais par le choix des parties à la procédure d'arbitrage. B.13. Le fait que l'arbitre récusé ait dans la pratique une connaissance suffisante d'une autre langue que celle de la région linguistique où il est domicilié, sans obligation légale d'utiliser cette langue, n'y change rien. En effet, le législateur a pu raisonnablement considérer que la langue du défendeur correspond en règle à la langue de la région linguistique où il est domicilié. Il est ainsi évité qu'au cas où la partie demanderesse établirait l'acte introductif d'instance dans une autre langue que la langue de la région linguistique où est domicilié le défendeur, il appartienne au défendeur de démontrer qu'il ne maîtrise pas suffisamment cette autre langue pour s'opposer à l'emploi de celle-ci. | Brussel de aanvaarding van de wraking van de arbiter vordert, ertoe wordt verplicht die vordering in te stellen door haar dagvaarding in het Nederlands op te stellen wanneer de arbiter woonachtig is in het Nederlandse taalgebied. Er anders over oordelen zou tot gevolg hebben dat de taal van de gedinginleidende akte niet door de woonplaats van de verweerder, maar door de keuze van de partijen bij de arbitrageprocedure zou worden bepaald. B.13. Het feit dat de gewraakte arbiter in de praktijk voldoende kennis zou hebben van een andere taal dan die van het taalgebied waarin hij woonachtig is, zonder wettelijke verplichting om die taal te gebruiken, doet hieraan geen afbreuk. De wetgever vermocht immers redelijkerwijs aan te nemen dat de taal van de verweerder in de regel overeenstemt met de taal van het taalgebied waarin hij woonachtig is. Aldus wordt vermeden dat, wanneer de eisende partij de gedinginleidende akte in een andere taal zou stellen dan de taal van het taalgebied waarin de verweerder woonachtig is, het aan de verweerder zou toekomen aan te tonen dat hij die andere taal onvoldoende machtig is om zich tegen het gebruik daarvan te verzetten. |
B.14. Le fait que l'arbitre fait élection de domicile au sens de | B.14. Ook het feit dat de arbiter keuze van woonplaats doet in het |
l'article 39 du Code judiciaire dans la région bilingue de | tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad in de zin van artikel 39 van het |
Bruxelles-Capitale n'est pas non plus pertinent, étant donné que le | Gerechtelijk Wetboek, is niet relevant aangezien de woonplaats waarvan |
domicile dont il est question à l'article 4, § 1er, alinéa 2, de la | sprake is in artikel 4, § 1, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935 |
loi du 15 juin 1935 est le domicile au sens de l'article 36 du Code | de woonplaats is in de zin van artikel 36 van het Gerechtelijk |
judiciaire, c'est-à-dire le « lieu où la personne [concernée] est | Wetboek, namelijk « de plaats waar de persoon op de |
inscrite à titre principal sur les registres de la population » | bevolkingsregisters is ingeschreven als hebbende aldaar zijn |
(Cass., 29 janvier 2009, Pas., 2009, n° 76). La présomption mentionnée | hoofdverblijf » (Cass., 29 januari 2009, Arr. Cass., 2009, nr. 76). |
en B.13 selon laquelle la langue du défendeur correspond à la langue | Het in B.13 vermelde vermoeden dat de taal van de verweerder |
de la région linguistique où il est domicilié n'est pas annihilée par | overeenstemt met de taal van het taalgebied waarin hij woonachtig is, |
le fait que l'intéressé a élu domicile auprès d'un mandataire. Par | wordt niet ongedaan gemaakt door het feit dat de betrokkene bij een |
ailleurs, les parties ne peuvent, par l'élection de domicile, porter | lasthebber woonplaats heeft gekozen. Bovendien vermogen de partijen |
atteinte à une réglementation de l'emploi des langues en matière | niet door middel van een woonstkeuze afbreuk doen aan een regeling van |
judiciaire, qui est d'ordre public. | het gebruik van talen in gerechtszaken die van openbare orde is. |
B.15. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.15. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 4, § 1er, alinéa 2, de la loi du 15 juin 1935 concernant | Artikel 4, § 1, tweede lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik |
l'emploi des langues en matière judiciaire ne viole pas les articles | |
10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6.1 de | der talen in gerechtszaken schendt de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees | |
la Convention européenne des droits de l'homme. | Verdrag voor de rechten van de mens, niet. |
Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
la Cour constitutionnelle, le 8 mai 2014. | op 8 mei 2014. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
J. Spreutels | J. Spreutels |