← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 53/2014 du 27 mars 2014 Numéro du rôle : 5643 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 12 de la section 2bis du livre III, titre VIII, chapitre II, du (...) La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et
J. Spreutels, et des juges E. De G(...)"
Extrait de l'arrêt n° 53/2014 du 27 mars 2014 Numéro du rôle : 5643 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 12 de la section 2bis du livre III, titre VIII, chapitre II, du (...) La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De G(...) | Uittreksel uit arrest nr. 53/2014 van 27 maart 2014 Rolnummer : 5643 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 12 van afdeling 2bis van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Bu(...) Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 53/2014 du 27 mars 2014 | Uittreksel uit arrest nr. 53/2014 van 27 maart 2014 |
Numéro du rôle : 5643 | Rolnummer : 5643 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 12 de la | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 12 van afdeling 2bis (« |
section 2bis (« Des règles particulières aux baux commerciaux ») du | Regels betreffende de handelshuur in het bijzonder ») van boek III, |
livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil, posée par le | titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de |
Tribunal de première instance de Malines. | Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de |
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke et P. Nihoul, assistée | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke en P. |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, | Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 28 mai 2013 en cause de la SA « Europabank » contre | Bij vonnis van 28 mei 2013 in zake de nv « Europabank » tegen de vzw « |
l'ASBL « Sylva », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Sylva », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op |
le 4 juin 2013, le Tribunal de première instance de Malines a posé la | 4 juni 2013, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen de |
question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 12 de la loi sur les baux commerciaux viole-t-il les | « Schendt artikel 12 van de handelshuurwet de artikelen 10 en 11 van |
articles 10 et 11 de la Constitution, interprété en ce sens que | de Grondwet geïnterpreteerd in die zin dat een huurder door de |
l'acquéreur de l'immeuble qui est une personne physique peut expulser le preneur du bien loué pour l'occuper personnellement ou le faire occuper de telle manière par ses descendants, enfants adoptifs ou ascendants, par son conjoint ou par les descendants, ascendants ou enfants adoptifs de celui-ci, ou pour le faire occuper par une société de personnes dont les associés actifs ou les associés possédant au moins les trois quarts du capital ont avec le bailleur ou son conjoint les mêmes relations de parenté, d'alliance ou d'adoption, alors que l'acquéreur personne morale ne pourrait pas se prévaloir de cet article en vue de faire occuper le bien par une personne morale autre que la société de personnes précitée ou par une association de fait | natuurlijke persoon-verkrijger van het onroerend goed uit het gehuurde goed kan worden gezet om het persoonlijk in gebruik te nemen, of het op die wijze te doen in gebruik nemen door zijn afstammelingen, aangenomen kinderen of bloedverwanten in de opgaande lijn, door zijn echtgenoot, of diens afstammelingen, bloedverwanten in de opgaande lijn of aangenomen kinderen, of het te doen in gebruik nemen door een personenvennootschap waarvan de werkende vennoten of de vennoten die ten minste drie vierden van het kapitaal bezitten, in dezelfde betrekking van bloedverwantschap, aanverwantschap of aanneming staan tot de verhuurder of tot zijn echtgenoot, daar waar de rechtspersoon-verkrijger zich niet op dit artikel zou kunnen beroepen om het goed in gebruik te laten nemen door een andere rechtspersoon dan de hiervoor genoemde personenvennootschap of door een feitelijke |
avec lesquelles l'acquéreur a des liens étroits ? ». | vereniging waarmee hij nauwe banden heeft ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La question préjudicielle concerne l'article 12 de la section | B.1.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 12 van afdeling 2bis (« |
2bis (« Des règles particulières aux baux commerciaux ») du livre III, | Regels betreffende de handelshuur in het bijzonder ») van boek III, |
titre VIII, chapitre II, du Code civil (ci-après : la loi sur les baux | titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek (hierna : de |
commerciaux), qui dispose : | Handelshuurwet), dat bepaalt : |
« Lors même que le bail réserverait la faculté d'expulsion en cas | « Zelfs wanneer het huurcontract het recht voorbehoudt om de huurder |
uit het goed te zetten in geval van vervreemding, mag hij die het | |
d'aliénation, l'acquéreur à titre gratuit ou onéreux du bien loué ne | verhuurde goed om niet of onder bezwarende titel verkrijgt, de huurder |
peut expulser le preneur que dans les cas énoncés aux 1°, 2°, 3° et 4° | slechts eruit zetten in de gevallen vermeld onder 1°, 2°, 3° en 4° van |
de l'article 16, moyennant un préavis d'un an donné dans les trois | artikel 16, en mits hij de huur opzegt, één jaar vooraf, en binnen |
mois de l'acquisition et énonçant clairement le motif justifiant le | drie maanden na de verkrijging, met duidelijke opgave van de reden |
congé, le tout à peine de déchéance. | waarop de opzegging gegrond is, alles op straffe van verval. |
Il en va de même lorsque le bail n'a pas date certaine antérieure à | Hetzelfde geldt wanneer de huur geen vaste dagtekening heeft verkregen |
l'aliénation, si le preneur occupe le bien loué depuis six mois au | vóór de vervreemding, ingeval de huurder het verhuurde goed sinds ten |
moins ». | minste zes maanden in gebruik heeft ». |
B.1.2. L'article 16 de la loi sur les baux commerciaux auquel la | B.1.2. Artikel 16 van de Handelshuurwet, waarnaar de in het geding |
disposition en cause fait référence dispose notamment : | zijnde bepaling verwijst, bepaalt onder meer : |
« I. Le bailleur peut se refuser au renouvellement du bail pour l'un | « I. De verhuurder kan de hernieuwing van de huur weigeren om een van |
des motifs suivants : | de volgende redenen : |
1° Sa volonté d'occuper le bien loué personnellement et effectivement | 1° Zijn wil om persoonlijk en werkelijk het verhuurde goed in gebruik |
te nemen, of het op die wijze te doen in gebruik nemen door zijn | |
ou de le faire occuper de telle manière par ses descendants, ses | afstammelingen, zijn aangenomen kinderen of zijn bloedverwanten in de |
enfants adoptifs ou ses ascendants, par son conjoint, par les | opgaande lijn, door zijn echtgenoot, door diens afstammelingen, |
descendants, ascendants ou enfants adoptifs de celui-ci, ou de le | bloedverwanten in de opgaande lijn of aangenomen kinderen, of het te |
faire occuper par une société de personnes dont les associés actifs ou | doen in gebruik nemen door een personenvennootschap waarvan de |
les associés possédant au moins les trois quarts du capital ont avec | werkende vennoten of de vennoten die ten minste drie vierden van het |
kapitaal bezitten, in dezelfde betrekking van bloedverwantschap, | |
le bailleur ou son conjoint les mêmes relations de parenté, d'alliance | aanverwantschap of aanneming staan tot de verhuurder of tot zijn |
ou l'adoption. | echtgenoot. |
[...] ». | [...] ». |
B.2. Il est demandé à la Cour si l'article 12 de la loi sur les baux | B.2. Het Hof wordt gevraagd of artikel 12 van de Handelshuurwet |
commerciaux est compatible avec les articles 10 et 11 de la | bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de |
Constitution, dans l'interprétation selon laquelle une personne | interpretatie dat een natuurlijke persoon die een onroerend goed |
physique qui acquiert un immeuble peut en expulser le preneur pour | verkrijgt, de handelshuurder uit dat goed kan zetten om het in gebruik |
faire occuper le bien par une des personnes énumérées à l'article 16, | te laten nemen door één van de in artikel 16, I, 1°, van de |
I, 1°, de la loi sur les baux commerciaux, alors qu'une personne | Handelshuurwet opgesomde personen, terwijl een rechtspersoon die een |
morale qui acquiert un immeuble ne peut pas en expulser le preneur | onroerend goed verkrijgt de handelshuurder niet uit dat goed kan |
pour faire occuper le bien par une autre personne morale - qui n'est | zetten om het in gebruik te laten nemen door een andere rechtspersoon |
pas une société de personnes - ou par une association de fait avec | - die geen personenvennootschap is - of een feitelijke vereniging |
laquelle la personne morale acquéresse a des « liens étroits ». | waarmee de verkrijgende rechtspersoon « nauwe banden » heeft. |
B.3.1. Ainsi que l'observe le Conseil des ministres, la réponse à la question préjudicielle posée n'est manifestement utile pour la solution du litige que la juridiction a quo doit trancher que dans la mesure où cette question concerne la situation d'une personne morale qui souhaite expulser le preneur, afin de laisser occuper l'immeuble qu'elle a acquis par une association de fait avec laquelle cette personne morale a des « liens étroits ». En effet, l'affaire pendante devant la juridiction a quo concerne l'expulsion à laquelle une personne morale a procédé au profit d'une association de fait et non une expulsion à laquelle il aurait été procédé en faveur d'une autre personne morale. | B.3.1. Zoals de Ministerraad opmerkt, is het antwoord op de gestelde prejudiciële vraag voor het oplossen van het geschil dat het verwijzende rechtscollege moet beslechten, klaarblijkelijk slechts nuttig in zoverre die vraag betrekking heeft op de situatie van een rechtspersoon die de handelshuurder uit een onroerend goed wenst te zetten om het in gebruik te laten nemen door een feitelijke vereniging waarmee die rechtspersoon « nauwe banden » heeft. De zaak die hangende is voor het verwijzende rechtscollege betreft immers een uitzetting door een rechtspersoon ten voordele van een feitelijke vereniging en dus niet ten voordele van een andere rechtspersoon. |
B.3.2. Il ressort de la décision de renvoi que la juridiction a quo | B.3.2. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat het verwijzende |
déduit l'existence de « liens étroits » entre la personne morale et | rechtscollege het bestaan van « nauwe banden » tussen de rechtspersoon |
l'association de fait en question de la circonstance que la première a | en de desbetreffende feitelijke vereniging afleidt uit het feit dat de |
été constituée par la seconde, l'association de fait répondant aussi | rechtspersoon is opgericht door de feitelijke vereniging, die eveneens |
du financement de la personne morale, que le seul objet social de la | instaat voor de financiering van de rechtspersoon, het feit dat het |
personne morale consiste à soutenir l'association de fait, que | enige maatschappelijk doel van de rechtspersoon bestaat in het steunen |
l'affiliation à la personne morale requiert l'affiliation à | van de feitelijke vereniging, het feit dat het lidmaatschap van de |
l'association de fait, que les deux entités sont administrées par les | rechtspersoon het lidmaatschap van de feitelijke vereniging vereist, |
mêmes personnes et constituent une même unité TVA, que le patrimoine | het feit dat beide entiteiten door dezelfde personen worden bestuurd |
en dezelfde btw-eenheid vormen, het feit dat het vermogen van de | |
de la personne morale passera à l'association de fait en cas de | rechtspersoon bij ontbinding overgaat op de feitelijke vereniging en |
liquidation et que les deux entités ont le même siège social et le | het feit dat beide entiteiten dezelfde maatschappelijke zetel en |
même logo. | hetzelfde logo hebben. |
B.3.3. La Cour limite par conséquent son examen de la question | B.3.3. Het Hof beperkt zijn onderzoek van de prejudiciële vraag |
préjudicielle à la situation d'une personne morale qui, dans le cadre | bijgevolg tot de situatie van een rechtspersoon die de handelshuurder |
d'un bail commercial, souhaite expulser le preneur au profit d'une | uit een onroerend goed wenst te zetten ten voordele van een feitelijke |
association de fait avec laquelle elle a des « liens étroits », comme | vereniging met wie de rechtspersoon « nauwe banden » heeft zoals |
mentionnés en B.3.2. | vermeld in B.3.2. |
B.4. Contrairement à ce que prétend le Conseil des ministres, les | B.4. In tegenstelling tot wat de Ministerraad beweert, zijn de in de |
catégories de personnes mentionnées dans la question préjudicielle | prejudiciële vraag vermelde categorieën van personen ten aanzien van |
sont suffisamment comparables au regard de la disposition en cause, | de in het geding zijnde bepaling voldoende vergelijkbaar, vermits het |
puisqu'il s'agit, dans les deux cas, de personnes qui souhaitent | in beide gevallen gaat om personen die de lopende |
résilier le bail commercial en cours au profit d'une personne ou d'une | handelshuurovereenkomst wensen op te zeggen ten voordele van een |
association avec laquelle elles entretiennent des liens susceptibles | persoon of een vereniging met wie of waarmee zij banden hebben die als |
d'être définis comme étroits. | nauw zouden kunnen worden omschreven. |
B.5.1. En vertu de la disposition en cause, combinée avec l'article | B.5.1. Krachtens de in het geding zijnde bepaling, in samenhang |
16, I, 1°, de la loi sur les baux commerciaux, l'acquéreur à titre | gelezen met artikel 16, I, 1°, van de Handelshuurwet, mag hij die het |
gratuit ou onéreux du bien loué peut en expulser le preneur pour | verhuurde goed om niet of onder bezwarende titel verkrijgt, de huurder |
l'occuper personnellement ou pour « le faire occuper par ses | uit dat goed zetten om het persoonlijk in gebruik te nemen of om het « |
descendants, ses enfants adoptifs ou ses ascendants, par son conjoint, | te doen in gebruik nemen door zijn afstammelingen, zijn aangenomen |
par les descendants, ascendants ou enfants adoptifs de celui-ci, ou | kinderen of zijn bloedverwanten in de opgaande lijn, door zijn |
[...] le faire occuper par une société de personnes dont les associés | echtgenoot, door diens afstammelingen, bloedverwanten in de opgaande |
actifs ou les associés possédant au moins les trois quarts du capital | lijn of aangenomen kinderen, of het te doen in gebruik nemen door een |
ont avec le bailleur ou son conjoint les mêmes relations de parenté, | personenvennootschap waarvan de werkende vennoten of de vennoten die |
ten minste drie vierden van het kapitaal bezitten, in dezelfde | |
betrekking van bloedverwantschap, aanverwantschap of aanneming staan | |
d'alliance ou d'adoption ». | tot de verhuurder of tot zijn echtgenoot ». |
B.5.2. Il peut être déduit de l'énumération précitée que le | B.5.2. Uit de voormelde opsomming kan worden afgeleid dat de wetgever |
législateur a entendu permettre la résiliation du bail commercial | de opzegging van de handelshuur mogelijk heeft willen maken wanneer er |
lorsqu'il est question d'un lien de parenté entre l'acquéreur de | sprake is van een familiale verwantschap tussen de persoon die het |
l'immeuble ou son conjoint et la personne au profit de laquelle le | onroerend goed verkrijgt of zijn echtgenoot en de persoon ten voordele |
bail est résilié. Un lien de parenté est également déterminant | van wie de huur wordt opgezegd. Ook wanneer het gaat om een opzegging |
lorsqu'il s'agit d'une résiliation de bail commercial en faveur d'une | van de handelshuur ten voordele van een personenvennootschap, is een |
société de personnes, la parenté étant, dans ce cas, appréciée | familiale band van verwantschap bepalend, zij het dat in dat geval de |
vis-à-vis des associés actifs ou des associés possédant au moins les | verwantschap wordt beoordeeld ten aanzien van de werkende vennoten of |
trois quart du capital. | de vennoten die ten minste drie vierden van het kapitaal bezitten. |
B.6. La disposition en cause ne permet toutefois pas à une personne | B.6. De in het geding zijnde bepaling laat een rechtspersoon die een |
morale qui acquiert un immeuble de résilier le bail commercial au | onroerend goed verkrijgt evenwel niet toe de handelshuur op te zeggen |
profit d'une association de fait avec laquelle ladite personne morale | ten voordele van een feitelijke vereniging waarmee die rechtspersoon |
a des liens étroits tels que ceux mentionnés en B.3.2. | nauwe banden heeft zoals vermeld in B.3.2. |
B.7. La différence de traitement en cause repose sur un critère | B.7. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op een |
objectif, à savoir l'existence ou non d'un lien de parenté, au sens | objectief criterium, meer bepaald het al dan niet bestaan van een band |
que ce terme revêt en droit de la famille, entre, d'une part, | van verwantschap in de familierechtelijke betekenis van het woord |
l'acquéreur de l'immeuble ou son conjoint et, d'autre part, la | tussen, enerzijds, de persoon die het onroerend goed verkrijgt of zijn |
personne physique ou les associés de la société de personnes en faveur de qui le bail commercial est résilié. En outre, il existe une différence objective entre, d'une part, les personnes physiques et les sociétés, et, d'autre part, les associations de fait, qui ne disposent pas de la personnalité juridique. B.8.1. Il ressort des travaux préparatoires de la loi sur les baux commerciaux que le législateur entendait à la fois assurer une certaine stabilité au preneur d'un fonds de commerce et trouver un point d'équilibre entre les intérêts du preneur et ceux du bailleur. Il a été exposé que l'objectif de la loi répondait « au souci de garantir les intérêts économiques et sociaux légitimes des Classes moyennes, contre l'instabilité et les sources d'abus que comporte le | echtgenoot en, anderzijds, de natuurlijke persoon of de vennoten van de personenvennootschap ten voordele van wie of waarvan de handelshuur wordt opgezegd. Bovendien bestaat er een objectief verschil tussen, enerzijds, natuurlijke personen en vennootschappen, en, anderzijds, feitelijke verenigingen, die niet beschikken over rechtspersoonlijkheid. B.8.1. Uit de parlementaire voorbereiding van de Handelshuurwet blijkt dat de wetgever de huurder van een handelszaak een zekere stabiliteit wilde verzekeren en tegelijkertijd een evenwicht wilde vinden tussen de belangen van de huurder en die van de verhuurder. Er werd uiteengezet dat de opzet van de wet beantwoordde « aan het streven om de gewettigde economische en sociale belangen van de Middenstand te vrijwaren tegen de onvastheid en de aanleidingen tot misbruiken die gepaard gaan met het stelsel van de volledige vrijheid |
régime de la liberté absolue des conventions de bail » et que « [le] | van de huurovereenkomsten » en dat het « [doel] drievoudig [was] : 1° |
but [était] triple : 1° donner au preneur commerçant des garanties de | aan de handeldrijvende huurder waarborgen van duur en initiatief te |
durée et d'initiative; 2° lui assurer le renouvellement du bail quand | verschaffen; 2° hem de hernieuwing van de huurovereenkomst te |
verzekeren wanneer de eigenaar geen gegronde redenen heeft om anders | |
le propriétaire n'a pas de raisons fondées de disposer autrement des | over de plaatsen te beschikken en, bij gelijk aanbod, de voorkeur ten |
lieux et, à offre égale, la préférence à tout tiers enchérisseur; 3° | opzichte van elk opbiedend[e] derde; 3° te zijnen bate verschillende |
établir à son profit diverses indemnités sanctionnant soit la fraude à | vergoedingen in te voeren als waarborg hetzij tegen ontduiking van de |
la loi, soit la concurrence illicite ou l'appropriation de la | wet, hetzij tegen ongeoorloofde mededinging of toeëigening van |
cliëntele bij gelegenheid van het verstrijken van een | |
clientèle à l'occasion d'une fin de bail, soit enfin l'enrichissement | huurovereenkomst, hetzij, ten slotte, tegen verrijking zonder oorzaak |
sans cause » (Doc. parl., Chambre, 1947-1948, n° 20, pp. 2, 4 et 5). | » (Parl. St., Kamer, 1947-1948, nr. 20, pp. 2, 4 en 5). |
Il a été souligné qu'un « point d'équilibre [était] à trouver entre la | Er werd onderstreept dat « een evenwicht gevonden [moest] worden |
protection du fonds de commerce, au sens large, et le respect des | tussen de bescherming van de handelszaak, in de ruime zin genomen, en |
intérêts légitimes des propriétaires d'immeubles » et qu'il convenait | de eerbiediging van de wettige belangen van de eigenaars » en dat het |
« de concilier les intérêts en présence » (Doc. parl., Sénat, | betaamde « de tegenover elkaar staande belangen te verzoenen » (Parl. |
1948-1949, n° 384, pp. 2 et 3). | St., Senaat, 1948-1949, nr. 384, pp. 2 en 3). |
B.8.2. La possibilité pour l'acquéreur du bien loué d'expulser le | B.8.2. De mogelijkheid voor de persoon die het verhuurde goed |
preneur en vue d'occuper le bien personnellement ou de le faire | verkrijgt om de huurder uit dat goed te zetten met de bedoeling het |
persoonlijk in gebruik te nemen of het in gebruik te laten nemen door | |
occuper par un de ses proches parents ou par une société de personnes | één van zijn verwanten of door een personenvennootschap waarvan de |
dont les associés actifs ou les associés possédant au moins les trois | werkende vennoten of de vennoten die ten minste drie vierden van het |
quart du capital ont des liens avec ledit acquéreur a été définie, | kapitaal bezitten verwant met hem zijn, werd tijdens de parlementaire |
lors des travaux préparatoires, comme un « postulat du droit de | voorbereiding omschreven als een « uitvloeisel van het eigendomsrecht |
propriété » (Doc. parl., Chambre, 1947-1948, n° 20, p. 31). | » (Parl. St., Kamer, 1947-1948, nr. 20, p. 31). |
B.8.3. Les travaux préparatoires laissent apparaître de manière | B.8.3. De parlementaire voorbereiding doet in het algemeen ervan |
générale que le législateur, en recherchant un équilibre entre, d'une | blijken dat de wetgever, bij het zoeken naar een evenwicht tussen, |
part, la protection du fonds de commerce et, d'autre part, les | enerzijds, de bescherming van de handelszaak en, anderzijds, de |
intérêts légitimes du propriétaire, a considéré que ce dernier, en | wettige belangen van de eigenaar, ervan is uitgegaan dat die laatste |
vanwege zijn eigendomsrecht in bepaalde omstandigheden de mogelijkheid | |
moet hebben om de handelshuur op te zeggen, maar eveneens dat die | |
raison de son droit de propriété, devait avoir la possibilité de | opzeggingsmogelijkheid, in het belang van de bescherming van de |
résilier le bail commercial dans certaines circonstances, mais aussi | handelszaak, strikt dient te worden begrensd. Hij is daarbij |
que, dans l'intérêt de la protection du fonds de commerce, cette | uiteindelijk van oordeel geweest dat van de bescherming van de |
possibilité de résiliation devait être strictement limitée. Il a | handelszaak kan worden afgeweken wanneer de verkrijger het onroerend |
finalement estimé à cet égard qu'il peut être dérogé à la protection | goed zelf in gebruik wenst te nemen of dat goed in gebruik wenst te |
du fonds de commerce lorsque l'acquéreur souhaite occuper lui-même | laten nemen door personen die - op de in artikel 16, I, 1°, van de |
l'immeuble ou le faire occuper par des personnes qui - de la manière | Handelshuurwet omschreven wijze - met hem of met zijn echtgenoot |
définie à l'article 16, I, 1°, de la loi sur les baux commerciaux - | verwant zijn in de familierechtelijke betekenis van het woord. |
lui sont apparentées, au sens de ce terme en droit de la famille, ou | B.9.1. Ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde |
qui sont apparentées à son conjoint. | doelstellingen, en rekening houdend met de ruime |
B.9.1. Il n'est pas sans justification raisonnable, au regard des | beoordelingsbevoegdheid waarover hij beschikt bij het tegen elkaar |
objectifs poursuivis par le législateur et compte tenu du pouvoir | afwegen van de te dezen in het geding zijnde belangen, is het niet |
d'appréciation étendu dont il dispose dans l'équilibre à ménager entre | zonder redelijke verantwoording dat de verkrijger van een goed de |
les intérêts concernés en l'espèce, que l'acquéreur d'un bien ne | lopende handelshuur met het oog op een ingebruikname door een andere |
puisse résilier le bail commercial en cours, en vue d'une occupation | persoon dan de huurder slechts kan opzeggen wanneer hij het goed zelf |
par une autre personne que le preneur, que lorsqu'il souhaite occuper | in gebruik wenst te nemen of wanneer hij het in gebruik wenst te laten |
lui-même le bien ou lorsqu'il souhaite le faire occuper par des | nemen door personen met wie hij een bepaalde verwantschapsband in de |
personnes avec lesquelles il a un lien de parenté déterminé, au sens | familierechtelijke betekenis van het woord heeft. Het hanteren van het |
de ce terme en droit de la famille. L'utilisation du critère du lien | criterium van de familierechtelijke verwantschapsband laat overigens |
de parenté, au sens du droit de la famille, permet du reste de | toe de personen ten voordele van wie de handelshuur kan worden |
circonscrire d'une manière claire et limitative les personnes en | opgezegd op een duidelijke en een beperkende wijze te omschrijven, wat |
faveur desquelles le bail commercial peut être résilié, ce qui | bijdraagt tot het bereiken van de doelstelling betreffende de |
contribue à atteindre l'objectif relatif à la protection du fonds de | bescherming van de handelszaak. |
commerce. B.9.2. Le législateur pouvait raisonnablement considérer qu'une | B.9.2. De wetgever vermocht redelijkerwijze ervan uit te gaan dat een |
opzeggingsmogelijkheid ten voordele van feitelijke verenigingen | |
possibilité de résiliation en faveur d'associations de fait avec | waarmee de verkrijger op één of andere manier een « nauwe band » zou |
lesquelles l'acquéreur aurait d'une manière ou d'une autre un « lien | hebben, aanleiding zou kunnen geven tot misbruiken - een feitelijke |
étroit » pourrait donner lieu à des abus - en effet, une association | vereniging heeft immers geen rechtspersoonlijkheid en kan te allen |
de fait n'a pas la personnalité juridique et peut en tout temps être | tijde op een informele wijze worden opgericht - en afbreuk zou kunnen |
constituée de manière informelle - et porter atteinte à l'objectif | doen aan de door hem nagestreefde doelstelling betreffende de |
poursuivi quant à la protection du fonds de commerce. | bescherming van de handelszaak. |
B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 12 de la section 2bis (« Des règles particulières aux baux | Artikel 12 van afdeling 2bis (« Regels betreffende de handelshuur in |
commerciaux ») du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil ne | het bijzonder ») van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het |
viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 27 mars 2014. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 27 maart 2014. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
A. Alen | A. Alen |