← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 75/2013 du 30 mai 2013 Numéro du rôle : 5423 En cause : la question
préjudicielle concernant l'article 204 de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises
publiques économiques et l'article 14 de la lo La Cour constitutionnelle, composée
des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...)"
Extrait de l'arrêt n° 75/2013 du 30 mai 2013 Numéro du rôle : 5423 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 204 de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques et l'article 14 de la lo La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...) | Uittreksel uit arrest nr. 75/2013 van 30 mei 2013 Rolnummer : 5423 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 204 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en artikel 14 van de wet van Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 75/2013 du 30 mai 2013 | Uittreksel uit arrest nr. 75/2013 van 30 mei 2013 |
Numéro du rôle : 5423 | Rolnummer : 5423 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 204 de la | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 204 van de wet van 21 |
loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques | maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische |
économiques et l'article 14 de la loi du 23 juillet 1926 relative à la | overheidsbedrijven en artikel 14 van de wet van 23 juli 1926 |
S.N.C.B. Holding et à ses sociétés liées, posée par le Tribunal de | betreffende N.M.B.S. Holding en haar verbonden vennootschappen, |
première instance de Gand. | gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Gent. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de |
Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. |
J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du | Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, | Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 29 mai 2012 en cause de la SA de droit public « | Bij vonnis van 29 mei 2012 in zake de nv van publiek recht « Nationale |
Société nationale des Chemins de fer belges » contre la province de | Maatschappij der Belgische Spoorwegen » tegen de provincie |
Flandre orientale, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Oost-Vlaanderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
le 15 juin 2012, le Tribunal de première instance de Gand a posé la | ingekomen op 15 juni 2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
question préjudicielle suivante : | Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 204 de la loi du 21 mars 1991 (inséré par l'article 5 de | « Schendt artikel 204 van de wet van 21 maart 1991 (ingevoegd bij art. |
l'arrêté royal du 14 juin 2004) et l'article 14 de la loi du 23 | 5 van het K.B. 14 juni 2004) en artikel 14 van de wet van 23 juli 1926 |
juillet 1926 (tel qu'il a été modifié par l'arrêté royal du 10 octobre | (zoals gewijzigd door het K.B. van 10 oktober 2004) al dan niet |
2004), combinés ou non avec le Règlement-taxe de la province de | gelezen in samenhang met het Belastingreglement van de provincie |
Flandre orientale, établi par arrêté du Conseil provincial du 3 | Oost-Vlaanderen, vastgesteld bij provincieraadsbesluit van 3 december |
décembre 2008, violent-ils le principe constitutionnel d'égalité et de | 2008, het grondwettelijke gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel |
non-discrimination inscrit aux articles 10, 11 et 172 de la | vervat in de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat de |
Constitution en ce que les articles en cause exemptent la S.N.C.B. | bestreden artikelen de NMBS Holding en Infrabel vrijstellen van alle |
Holding et Infrabel de tous impôts, taxes et droits au profit des | belastingen, heffingen en rechten ten voordele van de provincies, de |
provinces, communes et agglomérations de communes, alors que la SNCB | gemeenten en de agglomeraties van gemeenten, terwijl de NMBS niet |
n'est pas exemptée de ces impôts, taxes et droits ? ». | wordt vrijgesteld van deze belastingen, heffingen en rechten ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. La première disposition en cause, l'article 204 de la loi du 21 | B.1.1. De eerste in het geding zijnde bepaling, namelijk artikel 204 |
mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques | van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige |
économiques (ci-après : la loi du 21 mars 1991), inséré par l'arrêté | economische overheidsbedrijven (hierna : de wet van 21 maart 1991), |
royal du 14 juin 2004 portant réforme des structures de gestion de | ingevoegd bij koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van |
l'infrastructure ferroviaire, confirmé par l'article 312 de la | de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, bekrachtigd bij |
loi-programme du 27 décembre 2004 (ci-après : l'arrêté royal du 14 | artikel 312 van de programmawet van 27 december 2004 (hierna : het |
juin 2004), énonce : | koninklijk besluit van 14 juni 2004) luidt : |
« A l'article 180 du Code des impôts sur les revenus 1992, il est | « In artikel 180 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 |
ajouté un 12°, rédigé comme suit : | wordt een 12° toegevoegd, luidende : |
' 12° la société anonyme de droit public Infrabel '. | ' 12° de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel '. |
Infrabel est exempte de tous impôts, taxes et droits au profit des | Infrabel is vrijgesteld van alle belastingen, heffingen en rechten ten |
provinces, communes et agglomérations et fédérations de communes ». | voordele van de provincies, de gemeenten en de agglomeraties van gemeenten ». |
B.1.2. La deuxième disposition en cause, l'article 14 de la loi du 23 | B.1.2. De tweede in het geding zijnde bepaling, te weten artikel 14 |
juillet 1926 relative à la S.N.C.B. Holding et à ses sociétés liées | van de wet van 23 juli 1926 betreffende N.M.B.S. Holding en haar |
(ci-après : la loi du 23 juillet 1926), modifié par l'article 8, § 7, | verbonden vennootschappen (hierna : de wet van 23 juli 1926), |
1°, de l'arrêté royal du 18 octobre 2004 portant certaines mesures de | gewijzigd bij artikel 8, § 7, 1°, van het koninklijk besluit van 18 |
réorganisation de la Société nationale des chemins de fer belges | oktober 2004 houdende sommige maatregelen voor de reorganisatie van de |
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (hierna : het | |
(ci-après : l'arrêté royal du 18 octobre 2004), confirmé par l'article | koninklijk besluit van 18 oktober 2004), bekrachtigd bij artikel 313 |
313 de la loi-programme du 27 décembre 2004, énonce : | van de programmawet van 27 december 2004, luidt : |
« Sans préjudice des dispositions des Codes des droits | |
d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, des droits de succession, | « Onverminderd de bepalingen van de Wetboeken der registratie-, |
des droits de timbre et des taxes assimilées au timbre, la S.N.C.B. | hypotheek- en griffierechten, der successierechten, der zegelrechten |
Holding est assimilée à l'Etat pour l'application des lois sur les | en der met het zegel gelijkgestelde taxen, wordt N.M.B.S. Holding met |
impôts directs ou indirects. Elle est exempte de tous impôts et taxes | de Staat gelijkgesteld voor de toepassing der wetten inzake directe of |
quelconques au profit des provinces et des communes, à l'exception | indirecte belastingen. Zij is vrijgesteld van alle belastingen en |
toutefois des impositions en vue de rémunérer des services rendus à sa | taxen ten bate van provinciën en gemeenten, met uitzondering echter |
van heffingen ter vergoeding van op haar verzoek verstrekte diensten | |
demande ». | ». |
La modification de cette disposition par l'article 8, § 7, 1°, de | De wijziging van die bepaling bij artikel 8, § 7, 1°, van het |
l'arrêté royal du 18 octobre 2004 consistait à remplacer les mots « | koninklijk besluit van 18 oktober 2004 bestond erin dat de woorden « |
Société nationale des chemins de fer belges » par les mots « S.N.C.B. | de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen » werden vervangen |
Holding ». | door « N.M.B.S. Holding ». |
B.2. La question préjudicielle porte sur la compatibilité des | B.2. De prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van de in het |
dispositions en cause avec les articles 10, 11 et 172 de la | geding zijnde bepalingen met de artikelen 10, 11 en 172 van de |
Constitution en ce qu'elles « exemptent la S.N.C.B. Holding et | Grondwet, doordat die bepalingen « de N.M.B.S. Holding en Infrabel |
vrijstellen van alle belastingen, heffingen en rechten ten voordele | |
Infrabel de tous impôts, taxes et droits au profit des provinces, | van de provincies, de gemeenten en de agglomeraties van gemeenten, |
communes et agglomérations de communes, alors que la SNCB n'est pas | terwijl de N.M.B.S. niet wordt vrijgesteld van deze belastingen, |
exemptée de ces impôts, taxes et droits ». | heffingen en rechten ». |
B.3. Le Conseil des ministres conteste la pertinence de la question préjudicielle, postulant que les sites de la Société nationale des chemins de fer belges (ci-après : SNCB) doivent être exemptés de la taxe provinciale en vertu du principe général, reconnu par la Cour de cassation, selon lequel les biens affectés au service public doivent être exemptés d'impôt. En principe, il appartient au juge a quo d'examiner si la réponse à la question préjudicielle est utile pour trancher le litige qui lui est soumis. Ce n'est que lorsque tel n'est manifestement pas le cas que la Cour peut décider que la question n'appelle pas de réponse. Dans son jugement de renvoi, le juge a quo a jugé : « qu'un principe général d'exonération d'impôt du domaine public n'existe pas. A supposer qu'il existe, il convient de constater que, selon la jurisprudence récente, ce principe ne s'applique que si l'instance concernée est expressément assimilée à l'Etat en matière d'impôt. La [SNCB] n'est, en matière d'impôt, pas assimilée à l'Etat belge et il n'est pas davantage prévu une exonération expresse des impôts provinciaux ». Etant donné qu'il n'apparaît pas que le juge a quo se fonde sur une prémisse manifestement erronée, compte tenu notamment de la transformation, en 2004, de la SNCB en une entreprise publique autonome ayant la forme d'une société anonyme de droit public, l'exception n'est pas fondée. | B.3. De Ministerraad betwist de pertinentie van de prejudiciële vraag, ervan uitgaande dat de vestigingen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (hierna : N.M.B.S.) moeten worden vrijgesteld van de provinciebelasting op basis van het door het Hof van Cassatie erkende algemene beginsel dat de goederen die worden aangewend voor de openbare dienst, dienen te worden vrijgesteld van belastingen. In beginsel komt het de verwijzende rechter toe na te gaan of het antwoord op de prejudiciële vraag nuttig is om het hem voorgelegde geschil te beslechten. Slechts wanneer dat klaarblijkelijk niet het geval is, vermag het Hof te beslissen dat de vraag geen antwoord behoeft. In zijn verwijzingsvonnis heeft de verwijzende rechter geoordeeld « dat een algemeen principe van belastingvrijdom van het openbaar domein niet bestaat. Voor zover het al zou bestaan, moet vastgesteld worden dat volgens de recente rechtspraak dit principe maar geldt voor zover de betrokken instantie inzake belastingen uitdrukkelijk gelijkgesteld is met de Staat. De [N.M.B.S.] is op het gebied van belastingen niet gelijkgesteld met de Belgische Staat en er is evenmin een uitdrukkelijke vrijstelling voorzien van provinciale belastingen ». Aangezien, onder meer rekening houdend met de omvorming van de N.M.B.S., in 2004, tot een autonoom overheidsbedrijf met de rechtsvorm van een naamloze vennootschap van publiek recht, niet blijkt dat de verwijzende rechter uitgaat van een kennelijk verkeerd uitgangspunt, is de exceptie niet gegrond. |
B.4. Le juge a quo, qui doit statuer sur l'action, intentée par la | B.4. De verwijzende rechter, die uitspraak dient te doen over de |
SNCB, en annulation d'une série de cotisations établies par la | vordering van de N.M.B.S. tot vernietiging van een reeks aanslagen die |
province de Flandre orientale pour l'exercice d'imposition 2009 | de provincie Oost-Vlaanderen voor het aanslagjaar 2009 heeft gevestigd |
afférentes à la gestion de ses gares situées en Flandre orientale, | |
demande de contrôler les dispositions en cause au regard des articles | op het beheer van haar treinstations in Oost-Vlaanderen, vraagt de in |
10, 11 et 172 de la Constitution « combinés ou non avec le | het geding zijnde bepalingen te toetsen aan de artikelen 10, 11 en 172 |
van de Grondwet, « al dan niet gelezen in samenhang met het | |
règlement-taxe de la province de Flandre orientale, établi par arrêté | Belastingreglement van de provincie Oost-Vlaanderen, vastgesteld bij |
du conseil provincial du 3 décembre 2008 ». | provincieraadsbesluit van 3 december 2008 ». |
La Cour ne peut toutefois exercer un tel contrôle au regard d'un | Het Hof kan evenwel een belastingreglement niet in zijn toetsing |
règlement-taxe. | betrekken. |
B.5. Les articles 10 et 11 de la Constitution garantissent le principe | B.5. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet waarborgen het beginsel van |
d'égalité et de non-discrimination. L'article 172 de la Constitution | gelijkheid en niet-discriminatie. Artikel 172 van de Grondwet is een |
bijzondere toepassing van dat beginsel in fiscale aangelegenheden. | |
constitue une application particulière de ce principe en matière | B.6. Bij de reorganisatie van de N.M.B.S. tot een groep met een |
fiscale. B.6. Lors de la restructuration de la SNCB en un groupe comprenant la | N.M.B.S. Holding en twee dochtervennootschappen, de N.M.B.S. en |
S.N.C.B. Holding et deux filiales, la SNCB et Infrabel, le législateur | Infrabel, heeft de wetgever, enerzijds, de principiële |
a, d'une part, attribué à la S.N.C.B. Holding l'exonération fiscale de | belastingvrijstelling ten aanzien van lokale belastingen die de |
principe concernant les impôts locaux, dont bénéficiait l'ancienne | vroegere N.M.B.S. genoot krachtens artikel 14 van de wet van 23 juli |
SNCB en vertu de l'article 14 de la loi du 23 juillet 1926 « créant la | 1926 « tot oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische |
Société nationale des chemins de fer belges », en remplaçant, dans cet | Spoorwegen » toegekend aan de N.M.B.S. Holding door in dat artikel de |
article, les mots « Société nationale des chemins de fer belges » par | vermelding « de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen » te |
les mots « S.N.C.B. Holding » (article 8, § 7, 1°, de l'arrêté royal | vervangen door « N.M.B.S. Holding » (artikel 8, § 7, 1°, van het |
du 18 octobre 2004) et a, d'autre part, établi une exonération | koninklijk besluit van 18 oktober 2004), en, anderzijds, een |
comparable en faveur d'Infrabel (article 5 de l'arrêté royal du 14 juin 2004). Dès lors que ces exonérations contenues dans les dispositions en cause sont dictées par la volonté d'éviter que des impôts locaux grèvent la gestion des biens qui sont nécessaires pour l'exécution du service public pour ce qui est du transport des personnes et des marchandises par train, il n'est pas raisonnablement justifié de ne pas accorder une exonération à la SNCB alors qu'elle est accordée tant à la S.N.C.B. Holding qu'à Infrabel et que les trois entités du groupe SNCB se trouvent dans une situation comparable, en particulier en ce qui concerne l'exécution des obligations de service public en question. | vergelijkbare vrijstelling ingevoerd ten aanzien van Infrabel (artikel 5 van het koninklijk besluit van 14 juni 2004). Nu die vrijstellingen, vervat in de in het geding zijnde bepalingen, zijn ingegeven door de wil om het beheer van de goederen die nodig zijn voor de uitvoering van de openbare dienst op het gebied van personen- en goederenverkeer per trein niet te laten bezwaren door lokale belastingen, is er geen redelijke verantwoording om geen vrijstelling te verlenen aan de N.M.B.S. terwijl die wel is verleend aan zowel de N.M.B.S. Holding als aan Infrabel en alle drie entiteiten van de N.M.B.S.-groep zich, inzonderheid wat het uitvoeren van de betrokken openbare dienstverplichtingen betreft, in een vergelijkbare situatie bevinden. |
B.7. Etant donné que l'article 172, alinéa 2, de la Constitution | B.7. Aangezien artikel 172, tweede lid, van de Grondwet bepaalt dat |
dispose que nulle exemption ou modération d'impôt ne peut être établie | geen vrijstelling of vermindering van belasting kan worden ingevoerd |
que par une loi, seul le législateur compétent peut mettre fin à la | dan door een wet, kan enkel de wetgever een einde maken aan de |
discrimination constatée, dans le respect du droit de l'Union | vastgestelde discriminatie, met inachtneming van het recht van de |
européenne. | Europese Unie. |
B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- L'article 204 de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines | - Artikel 204 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming |
entreprises publiques économiques et l'article 14 de la loi du 23 | van sommige economische overheidsbedrijven en artikel 14 van de wet |
juillet 1926 relative à la S.N.C.B. Holding et à ses sociétés liées ne | van 23 juli 1926 betreffende N.M.B.S. Holding en haar verbonden |
violent pas les articles 10, 11 et 172 de la Constitution. | vennootschappen schenden de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet |
- L'absence d'une disposition législative qui traite la Société | niet. - De ontstentenis van een wetsbepaling die de Nationale Maatschappij |
nationale des chemins de fer belges de la même manière que la S.N.C.B. | der Belgische Spoorwegen op dezelfde wijze behandelt als de N.M.B.S. |
Holding et Infrabel en matière d'impôts locaux qui grèvent les biens | Holding en Infrabel inzake lokale belastingen op de goederen die nodig |
qui sont nécessaires pour l'exécution du service public viole les | zijn voor de uitvoering van de openbare dienst, schendt de artikelen |
articles 10, 11 et 172 de la Constitution. | 10, 11 en 172 van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 30 mai 2013. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 30 mei 2013. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt | M. Bossuyt |