Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 50/2013 du 28 mars 2013 Numéro du rôle : 5421 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 62, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, tel qu'il a été inséré par l'article 3 de la loi du 13 août 2011, po La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De(...)"
Extrait de l'arrêt n° 50/2013 du 28 mars 2013 Numéro du rôle : 5421 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 62, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, tel qu'il a été inséré par l'article 3 de la loi du 13 août 2011, po La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De(...) Uittreksel uit arrest nr. 50/2013 van 28 maart 2013 Rolnummer : 5421 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 62, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 3 van de wet van 13 augustus 2011, gestel Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 50/2013 du 28 mars 2013 Uittreksel uit arrest nr. 50/2013 van 28 maart 2013
Numéro du rôle : 5421 Rolnummer : 5421
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 62, alinéa In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 62, tweede lid,
2, du Code d'instruction criminelle, tel qu'il a été inséré par van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 3 van
l'article 3 de la loi du 13 août 2011, posée par le Tribunal de wet van 13 augustus 2011, gesteld door de Correctionele Rechtbank
correctionnel de Liège. te Luik.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul en F.
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président R. Henneuse, Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 22 mai 2012 en cause du ministère public contre L.M., Bij vonnis van 22 mei 2012 in zake het openbaar ministerie tegen L.M.,
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 15 juin 2012, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 juni
le Tribunal correctionnel de Liège a posé la question préjudicielle 2012, heeft de Correctionele Rechtbank te Luik de volgende
suivante : prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 62, alinéa 1er [lire : alinéa 2], du Code d'instruction « Schendt artikel 62, eerste [lees : tweede] lid, van het Wetboek van
strafvordering, in die zin geïnterpreteerd dat het onmiddellijk van
criminelle, interprété comme s'appliquant immédiatement au litige en toepassing is op het hangende rechtsgeding en in die zin dat er geen
cours et comme n'étant pas susceptible de sanction en cas de sanctie kan worden opgelegd in geval van niet-naleving van de inhoud
non-respect de son contenu, viole-t-il les articles 10, 11, 12, alinéa ervan, de artikelen 10, 11, 12, tweede lid, en 13 van de Grondwet, in
2, et 13 de la Constitution, combinés avec les articles 6 et 7 de la samenhang gelezen met de artikelen 6 en 7 van het Europees Verdrag
Convention européenne des droits de l'homme et l'article 15 du Pacte voor de rechten van de mens en artikel 15 van het Internationaal
international relatif aux droits civils et politiques ? ». Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 62, alinéa 2, du B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 62, tweede lid,
Code d'instruction criminelle, inséré par l'article 3 de la loi du 13 van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij artikel 3 van de wet
août 2011 « modifiant le Code d'instruction criminelle et la loi du 20 van 13 augustus 2011 « tot wijziging van het Wetboek van
juillet 1990 relative à la détention préventive, afin de conférer des strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de
droits, dont celui de consulter un avocat et d'être assistée par lui, voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen
wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht
à toute personne auditionnée et à toute personne privée de liberté ». om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan ».
L'article 62 du Code d'instruction criminelle (ci-après : C.I.Cr.) dispose : Artikel 62 van het Wetboek van strafvordering (hierna : Sv.) bepaalt :
« Lorsque le juge d'instruction se transportera sur les lieux, il sera « Wanneer de onderzoeksrechter zich ter plaatse begeeft, wordt hij
toujours accompagné du procureur du Roi et du greffier du tribunal. altijd vergezeld door de procureur des Konings en door de griffier van de rechtbank.
Lorsque la descente sur les lieux est organisée en vue de la Wanneer het plaatsbezoek georganiseerd wordt met het oog op de
reconstitution des faits, le juge d'instruction se fait également reconstructie van de feiten, laat de onderzoeksrechter zich eveneens
accompagner par le suspect, la partie civile et leurs avocats. Sans vergezellen door de verdachte, de burgerlijke partij en hun advocaten.
préjudice des droits de la défense, l'avocat est tenu de garder Onverminderd de rechten van verdediging, is de advocaat verplicht tot
secrètes les informations dont il acquiert la connaissance en geheimhouding van de informatie waarvan hij kennis krijgt door het
assistant à la descente sur les lieux organisée en vue de la bijwonen van het plaatsbezoek met het oog op de reconstructie van de
reconstitution des faits. Celui qui viole ce secret est puni des feiten. Hij die de geheimhoudingsplicht schendt, wordt gestraft met de
peines prévues à l'article 458 du Code pénal ». bij artikel 458 van het Strafwetboek bepaalde straffen ».
B.2.1. Le juge a quo invite la Cour à examiner la compatibilité de B.2.1. De verwijzende rechter verzoekt het Hof de bestaanbaarheid van
cette disposition avec les articles 10, 11, 12, alinéa 2, et 13 de la die bepaling te onderzoeken, met de artikelen 10, 11, 12, tweede lid,
Constitution, lus en combinaison avec les articles 6 et 7 de la en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 7
Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 15 du van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 15
Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en ce que van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke
le non-respect du droit à l'assistance d'un avocat lors d'une descente rechten, in zoverre er geen sanctie zou kunnen worden opgelegd in
sur les lieux en vue de la reconstitution des faits ne serait pas geval van niet-naleving van het recht op bijstand van een advocaat
susceptible de faire l'objet d'une sanction, alors que le non-respect tijdens een plaatsbezoek met het oog op een reconstructie van de
du droit à l'assistance d'un avocat préalablement aux auditions ou feiten, terwijl een niet-naleving van het recht op bijstand van een
lors de celles-ci, prévu par l'article 47bis, §§ 2, 3 et 5, du advocaat vóór of tijdens de verhoren, waarin artikel 47bis, §§ 2, 3 en
C.I.Cr., est sanctionné par le paragraphe 6 de cette disposition. 5, Sv. voorziet, wordt bestraft bij paragraaf 6 van die bepaling.
B.2.2. L'article 47bis, § 6, du C.I.Cr., tel qu'il avait été inséré B.2.2. Artikel 47bis, § 6, Sv. zoals het was ingevoegd bij artikel 2,
par l'article 2, 2°, de la loi du 13 août 2011, disposait : 2°, van de wet van 13 augustus 2011, bepaalde :
« Aucune condamnation ne peut être prononcée contre une personne sur « Tegen een persoon kan geen veroordeling worden uitgesproken die
le seul fondement de déclarations qu'elle a faites en violation des §§ enkel gegrond is op verklaringen die hij heeft afgelegd in strijd met
2, 3 et 5 à l'exclusion du § 4, en ce qui concerne la concertation de §§ 2, 3 en 5 met uitsluiting van § 4, wat betreft het
confidentielle préalable ou l'assistance d'un avocat au cours de voorafgaandelijk vertrouwelijk overleg of de bijstand door een
l'audition ». advocaat tijdens het verhoor ».
Par l'arrêt n° 7/2013 du 14 février 2013, la Cour a annulé dans cette Bij het arrest nr. 7/2013 van 14 februari 2013 heeft het Hof in die
disposition le mot « seul ». bepaling het woord « enkel » vernietigd.
B.2.3. La sanction ainsi établie vise : B.2.3. De aldus vastgestelde sanctie beoogt dus :
- la violation du droit du suspect non arrêté à une concertation - de schending van het recht van de niet-aangehouden verdachte op een
confidentielle avec un avocat avant la première audition (article vertrouwelijk overleg met een advocaat vóór het eerste verhoor
47bis, § 2); (artikel 47bis, § 2);
- la violation du droit du suspect privé de liberté à une concertation - de schending van het recht van de verdachte wiens vrijheid is
confidentielle avec un avocat avant la première audition et de son benomen op een vertrouwelijk overleg met een advocaat vóór het eerste
droit d'être assisté par un avocat lors des auditions jusqu'à la verhoor en van zijn recht om te worden bijgestaan door een advocaat
délivrance éventuelle d'un mandat d'arrêt par le juge d'instruction tijdens de verhoren totdat eventueel een bevel tot aanhouding wordt
(article 47bis, § 3); verleend door de onderzoeksrechter (artikel 47bis, § 3);
- la violation du droit du suspect privé de liberté, qui fait l'objet - de schending van het recht van de verdachte wiens vrijheid is
d'une décision de prolongation de la privation de liberté en benomen en die het voorwerp uitmaakt van een beslissing tot verlenging
application de l'article 15bis de la loi relative à la détention van de vrijheidsbeneming met toepassing van artikel 15bis van de wet
préventive, à une concertation confidentielle préalable avec un avocat betreffende de voorlopige hechtenis, op een voorafgaand vertrouwelijk
et de son droit d'être assisté par un avocat lors des auditions durant overleg met een advocaat en van zijn recht om te worden bijgestaan
la nouvelle période de vingt-quatre heures de privation de liberté door een advocaat tijdens de verhoren gedurende de nieuwe periode van
(article 47bis, § 3); vierentwintig uur van vrijheidsbeneming (artikel 47bis, § 3);
- la violation du droit de la personne qui n'était pas considérée - de schending van het recht van de persoon die aanvankelijk niet als
initialement comme un suspect et qui acquiert cette qualité en cours verdachte werd beschouwd en die die hoedanigheid verkrijgt in de loop
d'audition de bénéficier d'une concertation confidentielle préalable van het verhoor, op een voorafgaand vertrouwelijk overleg met een
avec un avocat et, si elle est privée de liberté, de bénéficier de advocaat en, wanneer hij van zijn vrijheid is beroofd, op de bijstand
l'assistance d'un avocat au cours de l'audition (article 47bis, § 5). En revanche, le non-respect du droit à l'assistance d'un avocat lors de la reconstitution des faits, garanti par la disposition en cause, n'est explicitement sanctionné par aucune disposition spécifique. B.3. Par son arrêt n° 7/2013 précité, la Cour a examiné plusieurs moyens dénonçant l'absence de toute sanction relative à la violation du droit pour le suspect d'être assisté par son avocat lors d'une descente sur les lieux en vue d'une reconstitution des faits. Les requérants estimaient que cette lacune violait notamment les dispositions citées par la question préjudicielle. La Cour a rejeté ces moyens pour les motifs suivants : « L'absence de sanction, dans la loi attaquée, de la violation du droit du suspect d'être assisté de son avocat lors d'une reconstitution des faits ne porte pas atteinte au fait qu'il revient au juge du fond d'examiner la régularité des preuves sur lesquelles est fondée l'action publique et de garantir le droit du prévenu au van een advocaat tijdens het verhoor (artikel 47bis, § 5). De niet-naleving van het recht op bijstand van een advocaat tijdens de reconstructie van de feiten, dat wordt gewaarborgd bij de in het geding zijnde bepaling, wordt daarentegen niet uitdrukkelijk door enige specifieke bepaling bestraft. B.3. Bij zijn voormelde arrest nr. 7/2013 heeft het Hof verschillende middelen onderzocht waarin werd aangeklaagd dat niet was voorzien in enige sanctie voor schending van het recht van een verdachte om te worden bijgestaan door zijn advocaat tijdens een plaatsbezoek met het oog op een reconstructie van de feiten. De verzoekers waren van mening dat die lacune onder meer de in de prejudiciële vraag vermelde bepalingen schond. Het Hof heeft die middelen verworpen om de volgende redenen : « De afwezigheid van een sanctie, in de bestreden wet, voor de schending van het recht van de verdachte om te worden bijgestaan door zijn advocaat tijdens een reconstructie van de feiten doet geen afbreuk aan het feit dat het aan de feitenrechter toekomt de regelmatigheid van de bewijzen waarop de strafvordering is gegrond, te onderzoeken en het recht van de beklaagde op een eerlijk proces te
procès équitable. Il lui appartient dans ce cadre, s'il constate que waarborgen. Het komt hem in dat kader toe, wanneer hij vaststelt dat
la prise en considération des éléments de preuve recueillis lors d'une de inaanmerkingneming van de bewijselementen verzameld tijdens een
reconstitution des faits menée en violation du droit du suspect à être reconstructie van de feiten die is gevoerd met schending van het recht
assisté par son avocat porte atteinte au droit du prévenu à un procès van de verdachte om te worden bijgestaan door zijn advocaat, afbreuk
équitable, de ne pas les retenir pour fonder une éventuelle doet aan het recht van de beklaagde op een eerlijk proces, die niet in
condamnation ». aanmerking te nemen om een eventuele veroordeling te gronden ».
B.4. Sans qu'il soit nécessaire d'examiner les exceptions B.4. Zonder dat het nodig is de excepties van onontvankelijkheid te
d'irrecevabilité soulevées par le Conseil des ministres et par le onderzoeken die zijn opgeworpen door de Ministerraad en door de
procureur du Roi près le Tribunal de première instance de Liège, il y procureur des Konings bij de Rechtbank van eerste aanleg te Luik,
a lieu de répondre pour les mêmes motifs par la négative à la question dient de prejudiciële vraag om dezelfde redenen ontkennend te worden
préjudicielle. beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 62, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle ne viole pas Artikel 62, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering schendt de
les articles 10, 11, 12, alinéa 2, et 13 de la Constitution, lus en artikelen 10, 11, 12, tweede lid, en 13 van de Grondwet, in samenhang
combinaison avec les articles 6 et 7 de la Convention européenne des gelezen met de artikelen 6 en 7 van het Europees Verdrag voor de
droits de l'homme et avec l'article 15 du Pacte international relatif rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal Verdrag
aux droits civils et politiques. inzake burgerrechten en politieke rechten, niet.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 28 mars 2013. Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 28 maart 2013.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
Le président, De voorzitter,
R. Henneuse R. Henneuse
^