← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 72/2012 du 12 juin 2012 Numéro du rôle : 5169 En cause : les
questions préjudicielles concernant les articles 23 et 25 du décret de la Communauté flamande du 30 avril
2004 relatif à l'aide financière aux études et aux se La Cour constitutionnelle, composée
des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges A. Al(...)"
Extrait de l'arrêt n° 72/2012 du 12 juin 2012 Numéro du rôle : 5169 En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 23 et 25 du décret de la Communauté flamande du 30 avril 2004 relatif à l'aide financière aux études et aux se La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges A. Al(...) | Uittreksel uit arrest nr. 72/2012 van 12 juni 2012 Rolnummer 5169 In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 23 en 25 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30 april 2004 betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieni Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 72/2012 du 12 juin 2012 | Uittreksel uit arrest nr. 72/2012 van 12 juni 2012 |
Numéro du rôle : 5169 | Rolnummer 5169 |
En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 23 et | In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 23 en 25 van het |
25 du décret de la Communauté flamande du 30 avril 2004 relatif à | decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30 april 2004 betreffende de |
l'aide financière aux études et aux services aux étudiants dans | studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs |
l'enseignement supérieur de la Communauté flamande, posées par le | van de Vlaamse Gemeenschap, gesteld door de Raad van State. |
Conseil d'Etat. | |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges A. | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de |
Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, | rechters A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, J. Spreutels en T. |
assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président M. | Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder |
Bossuyt, | voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par arrêt n° 213.845 du 15 juin 2011 en cause de Reinhart Appels | Bij arrest nr. 213.845 van 15 juni 2011 in zake Reinhart Appels tegen |
contre la Communauté flamande, dont l'expédition est parvenue au | de Vlaamse Gemeenschap, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof |
greffe de la Cour le 30 juin 2011, le Conseil d'Etat a posé les | is ingekomen op 30 juni 2011, heeft de Raad van State de volgende |
questions préjudicielles suivantes : | prejudiciële vragen gesteld : |
« L'article 23, § 3, du décret du 30 avril 2004 relatif à l'aide | « Schendt artikel 23, § 3, van het decreet van 30 april 2004 |
financière aux études et aux services aux étudiants dans | |
l'enseignement supérieur de la Communauté flamande viole-t-il | betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het |
l'article 24, § 5, de la Constitution en ce qu'il habilite le | hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap het artikel 24, § 5, van de |
Gouvernement à préciser la notion d'' unités de vie ', à tout le moins | Grondwet, doordat het de regering machtigt om de ' leefeenheden ', ten |
celle 'd'étudiant autonome', en vue de l'aide financière aux études | minste die van ' zelfstandig student ', nader te omschrijven met het |
dans l'enseignement supérieur ? | oog op de studiefinanciering in het hoger onderwijs ? |
Les articles 23 et 25 du même décret, combinés l'un avec l'autre, | Schenden de artikelen 23 en 25 van hetzelfde decreet, gelezen in hun |
violent-ils les articles 10, 11 et 24, § 4, de la Constitution, en ce | onderlinge samenhang, de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet, |
que les étudiants qui, pour la durée de leurs études, sont | doordat studenten die voor de duur van hun studies zelfredzaam zijn |
financièrement indépendants grâce à leurs propres économies, ne sont | door eigen spaargelden, niet als zelfstandig student beschouwd worden |
pas considérés comme ' étudiants autonomes ' parce qu'ils ne | |
bénéficient pas d'un revenu professionnel ou ne sont pas disponibles | omdat zij geen beroepsinkomen genieten of niet voor de arbeidsmarkt |
pour le marché du travail ? ». | beschikbaar zijn ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant aux dispositions en cause et à leur contexte | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen en de situering |
B.1.1. Les questions préjudicielles portent sur les articles 23 et 25 | ervan B.1.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de artikelen 23 en |
du décret de la Communauté flamande du 30 avril 2004 relatif à l'aide | 25 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30 april 2004 |
financière aux études et aux services aux étudiants dans | betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het |
l'enseignement supérieur de la Communauté flamande (ci-après : le | hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (hierna : decreet van 30 |
décret du 30 avril 2004), avant leur abrogation par le décret du 8 | april 2004), vóór de opheffing ervan bij het decreet van 8 juni 2007 |
juin 2007 relatif à l'aide financière aux études de la Communauté | betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap. |
flamande. B.1.2. L'article 23 du décret du 30 avril 2004 dispose : | B.1.2. Artikel 23 van het decreet van 30 april 2004 bepaalt : |
« § 1er. Il est tenu compte des catégories suivantes d'unités de vie : | « § 1. Er wordt rekening gehouden met de volgende categorieën van leefeenheden : |
1° l'unité de vie au sein de laquelle l'étudiant a sa résidence | 1° de leefeenheid waar de student zijn hoofdverblijfplaats heeft bij |
principale, c.-à-d. chez un des deux ou les deux parents dont la filiation est établie; 2° l'unité de vie au sein de laquelle l'étudiant, par suite à un arrêt judiciaire [lire : par suite d'une décision de justice] ou [d']une intervention d'un comité d'aide spéciale à la jeunesse ou d'une autre autorité ou institution de droit public, est fiscalement à charge d'une personne physique autre que les parents dont la filiation est établie, ou l'unité de vie dans laquelle l'étudiant a sa résidence principale pendant au moins trois ans ou est fiscalement à charge d'une personne naturelle [lire : personne physique] autre qu'un des deux ou les deux parents dont la filiation est établie; | één of beide ouders van wie zijn afstamming vaststaat; 2° de leefeenheid waar de student ingevolge een gerechtelijke uitspraak, een tussenkomst van een comité voor bijzondere jeugdzorg of van een andere publiekrechtelijke overheid of instelling fiscaal ten laste is van een andere natuurlijke persoon dan de ouders van wie zijn afstamming vaststaat, of de leefeenheid waar de student minstens drie jaar hoofdverblijfplaats heeft bij of fiscaal ten laste is van een andere natuurlijke persoon dan één of beide ouders van wie zijn afstamming vaststaat; |
3° les étudiants mariés; | 3° gehuwde studenten; |
4° les étudiants autonomes; | 4° zelfstandige studenten; |
5° les étudiants isolés. | 5° alleenstaande studenten. |
§ 2. Si un étudiant est considéré comme appartenant à une certaine | § 2. Indien een student bij de berekening van zijn studiefinanciering |
unité de vie lors du calcul de son aide financière aux études, il ne | wordt beschouwd als behorende tot een bepaalde leefeenheid, kan hij |
peut être considéré comme appartenant à une autre unité de vie pour le | bij de berekening van de studiefinanciering van een andere student |
calcul de l'aide financière aux études d'un autre étudiant. | niet worden beschouwd als behorende tot een andere leefeenheid. |
§ 3. Le Gouvernement flamand peut élaborer une description | § 3. De Vlaamse regering kan een nadere begripsomschrijving uitwerken |
conceptuelle ultérieure [lire : donner une définition détaillée] des | |
différentes catégories d'unités de vie, sur la base desquelles l'aide | van de verschillende categorieën van leefeenheden, op basis waarvan de |
financière aux études sera calculée ». | studiefinanciering van de student wordt berekend ». |
Par « unité de vie », il faut entendre : « une ou plusieurs personnes | Onder « leefeenheid » wordt verstaan : « één of meerdere |
majeures, quel que soit le sexe, et éventuellement une ou plusieurs | meerderjarigen, ongeacht het geslacht, met eventueel één of meerdere |
personnes mineures qui ont leur résidence principale à la même adresse | minderjarigen die hun hoofdverblijfplaats hebben op hetzelfde adres » |
» (article 6, 14°, du décret du 30 avril 2004). | (artikel 6, 14°, van het decreet van 30 april 2004). |
L'arrêté du Gouvernement flamand du 28 mai 2004 relatif à l'aide | Bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de |
financière aux études et aux services aux étudiants dans | studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs |
l'enseignement supérieur de la Communauté flamande précise les | van de Vlaamse Gemeenschap worden ter uitvoering van, onder meer, |
catégories d'unités de vie, en exécution, notamment, de l'article 23, § 3, du décret du 30 avril 2004. | artikel 23, § 3, van het decreet van 30 april 2004, de categorieën van leefeenheden nader omschreven. |
En ce qui concerne la notion d'« étudiant autonome », l'article 6, § 1er, | Wat de « zelfstandige student » betreft, bepaalt artikel 6, § 1, |
alinéa 1er, de cet arrêté dispose : | eerste lid, van dat besluit : |
« § 1er. Est réputé être un étudiant autonome qui forme sa propre | « Wordt beschouwd als zelfstandig student die een eigen leefeenheid |
unité de vie, l'étudiant qui n'appartient pas aux catégories décrites | vormt, de student die niet behoort tot de categorieën omschreven in |
aux articles 3 et 5 et qui pendant douze mois a acquis des moyens | artikel 3 en artikel 5 en die gedurende twaalf maanden maandelijks |
financiers dont le total correspond au revenu d'intégration sociale | financiële middelen heeft verworven waarvan het totaal overeenkomt met |
qui, au 31 décembre de l'année calendaire précédant l'année académique | het leefloon dat op 31 december van het kalenderjaar voorafgaand aan |
concernée et ce conformément à l'article 14, § 1er, 1°, et l'article | het betrokken academiejaar overeenkomstig het artikel 14, § 1, 1°, en |
15 de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration | het artikel 15 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op |
sociale, est attribué annuellement à la personne qui cohabite avec une | maatschappelijke integratie jaarlijks wordt uitgekeerd aan de persoon |
ou plusieurs personnes ». | die met één of meerdere personen samenwoont ». |
B.1.3. L'article 25 du décret du 30 avril 2004 est libellé comme suit | B.1.3. Artikel 25 van het decreet van 30 april 2004 bepaalt : |
: « Le revenu de référence se compose : | « Het referentie-inkomen bestaat uit : |
1° des revenus imposables globalement; | 1° het gezamenlijk belastbare inkomen; |
2° les revenus imposables distinctement; | 2° het afzonderlijk belastbare inkomen; |
3° quatre-vingts pour cent des pensions alimentaires payées à la | 3° 80 procent van de aan de persoon of personen van wie het |
personne ou aux personnes desquelles le revenu de référence est pris | referentie-inkomen voor de berekening van de studiefinanciering wordt |
en compte dans le calcul de l'aide financière aux études et aux | genomen en aan de ten laste zijnde kinderen uitbetaalde |
enfants à charge, pour autant que celles-ci ne soient pas encore | onderhoudsgelden, voor zover deze nog niet begrepen zijn in het |
comprises dans les revenus imposables globalement; | gezamenlijk belastbaar inkomen; |
4° deux fois le revenu cadastral indexé des immeubles affectés à | 4° tweemaal het geïndexeerd kadastraal inkomen vreemd gebruik en |
d'autres usages et une fois le revenu cadastral indexé affecté à | éénmaal het geïndexeerd kadastraal inkomen dat voor eigen |
l'exercice d'une propre activité professionnelle; | beroepsdoeleinden wordt aangewend; |
5° l'allocation de remplacement de revenus, attribuée en vertu de la | 5° de inkomensvervangende tegemoetkoming toegekend in het raam van de |
loi du 27 février 1987 relative aux allocations aux handicapés; | wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan |
6° le revenu d'intégration sociale attribué en vertu de la loi du 26 | gehandicapten; 6° het leefloon toegekend in het raam van de wet van 26 mei 2002 |
mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale; | betreffende het recht op maatschappelijke integratie; |
7° le minimum de moyens d'existence attribué en vertu de la loi du 7 | 7° het bestaansminimum toegekend in het raam van de wet van 7 augustus |
août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence; | 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum; |
8° la bourse non imposable telle que énumérée à l'article 53 de | 8° de niet belastbare beurs zoals opgesomd in artikel 53 van het |
l'arrêté royal du 27 août 1993 d'exécution de l'article 90, 2°, | koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van artikel 90, |
deuxième alinéa, du Code des impôts sur les revenus 1992, pour autant | 2°, tweede lid, van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, voor |
qu'elle soit soumise à la sécurité sociale. | zover onderworpen aan de sociale zekerheid. |
Lorsque le revenu de référence visé au premier alinéa est composé pour | Wanneer het in het eerste lid bedoelde referentie-inkomen voor |
soixante-dix pour cent de revenus de remplacement, ces revenus de | minstens 70 procent bestaat uit vervangingsinkomsten, worden deze |
remplacement sont réduits d'un montant égal à la déduction forfaitaire | vervangingsinkomsten verminderd met een bedrag gelijk aan de |
pour frais professionnels qui est fiscalement appliquée aux | forfaitaire aftrek voor beroepskosten die op fiscaal vlak wordt |
rémunérations et profits ». | toegepast op bezoldigingen en baten ». |
B.2. Selon les travaux préparatoires relatifs au décret du 30 avril | B.2. Volgens de parlementaire voorbereiding van het decreet van 30 |
2004, le but de l'aide financière aux études est de créer un maximum | april 2004 bestaat het doel van de studiefinanciering erin maximale |
de chances de qualification et de possibilités d'épanouissement dans | kwalificatiekansen en ontplooiingsmogelijkheden in het onderwijs te |
l'enseignement. Pour atteindre ce but, il convient d'éliminer des | creëren. Om dat doel te bereiken dienen voor bepaalde studenten |
obstacles financiers pour certains étudiants (Doc. parl., Parlement | financiële drempels te worden weggewerkt (Parl. St., Vlaams Parlement, |
flamand, 2003-2004, n° 2208/1, p. 3). L'aide financière aux études | 2003-2004, nr. 2208/1, p. 3). Studiefinanciering dient een instrument |
doit rester un instrument permettant de réduire de manière sélective | te blijven om de financiële drempels naar het hoger onderwijs op |
les obstacles financiers à l'enseignement supérieur, sur la base de | selectieve wijze te verlagen, op basis van niet-discretionaire |
critères non discrétionnaires, en faveur des personnes disposant de | criteria, bedoeld voor personen met weinig bestaansmiddelen of |
peu de moyens d'existence ou de chances d'épanouissement (ibid., p. 6). | ontplooiingskansen (ibid., p. 6). |
L'octroi de l'aide financière aux études est fondé sur la capacité | Het uitgangpunt voor het toekennen van studiefinanciering is de |
financière, exprimée par des seuils minimum et maximum de revenus. | financiële draagkracht die aan de hand van minimum- en |
Pour déterminer la capacité financière, tous les revenus de l'unité de | maximuminkomensgrenzen wordt uitgedrukt. Om de financiële draagkracht |
vie de l'étudiant sont pris en considération. Peuvent être pris en | te bepalen, worden alle inkomsten van de leefeenheid van de student in |
considération, à cet égard, les revenus, d'une part, du (des) | aanmerking genomen. Daarbij kan worden uitgegaan van de inkomsten, |
parent(s) ou d'une autre personne physique ayant l'étudiant à charge | enerzijds, van de ouder(s) of van een andere natuurlijke persoon van |
et, d'autre part, de l'étudiant, en couple ou non, avec ou sans | wie de student ten laste is en, anderzijds, van de student, al dan |
enfants (ibid., pp. 20-21). | niet met partner, al dan niet met kinderen (ibid., pp. 20-21). |
En ce qui concerne le principe de légalité en matière d'enseignement | Wat het wettigheidsbeginsel in onderwijszaken betreft |
B.3. Dans la première question préjudicielle, la Cour est interrogée | B.3. In de eerste prejudiciële vraag wordt het Hof ondervraagd over de |
sur la compatibilité de l'article 23, § 3, du décret du 30 avril 2004 | bestaanbaarheid met artikel 24, § 5, van de Grondwet, van artikel 23, |
avec l'article 24, § 5, de la Constitution, en ce que cet article | § 3, van het decreet van 30 april 2004, in zoverre het de Vlaamse |
habilite le Gouvernement flamand à préciser la notion d'« unités de | Regering machtigt om de « leefeenheden », ten minste die van « |
vie », et tout au moins celle d'« étudiant autonome », en vue de | zelfstandig student », nader te omschrijven met het oog op de |
l'aide financière aux études dans l'enseignement supérieur. | studiefinanciering in het hoger onderwijs. |
B.4. L'article 24, § 5, de la Constitution dispose : | B.4. Artikel 24, § 5, van de Grondwet bepaalt : |
« L'organisation, la reconnaissance ou le subventionnement de | « De inrichting, erkenning of subsidiëring van het onderwijs door de |
l'enseignement par la communauté sont réglés par la loi ou le décret | gemeenschap wordt geregeld door de wet of het decreet ». |
». Cette disposition traduit la volonté du Constituant de réserver au | Die bepaling vertaalt de wil van de Grondwetgever om aan de bevoegde |
législateur compétent le soin de régler les éléments essentiels de | wetgever de zorg voor te behouden om de essentiële elementen van het |
l'enseignement en ce qui concerne son organisation, sa reconnaissance | onderwijs te regelen wat betreft de inrichting, de erkenning en de |
et son subventionnement. L'article 24, § 5, de la Constitution exige | subsidiëring ervan. Artikel 24, § 5, van de Grondwet vereist dat de |
que les compétences déléguées ne portent que sur la mise en oeuvre des | gedelegeerde bevoegdheden enkel betrekking hebben op de nadere |
principes que le législateur décrétal a lui-même adoptés. A travers | uitwerking van de principes die de decreetgever zelf heeft aangenomen. |
elles, le Gouvernement de communauté ne saurait remédier à | Via die bevoegdheden kan de Gemeenschapsregering niet de |
l'imprécision de ces principes ou affiner des options insuffisamment | onnauwkeurigheid van die principes verhelpen of onvoldoende |
détaillées. | gedetailleerde opties verfijnen. |
B.5.1. L'aide financière aux études qui, comme il est dit en B.2, a | B.5.1. De studiefinanciering die, zoals in B.2 vermeld, tot doel heeft |
pour but de réduire de manière sélective les obstacles financiers à | de financiële drempels naar het hoger onderwijs op selectieve wijze te |
l'accès à l'enseignement supérieur doit être considérée comme un | verlagen, dient als een essentieel element van de inrichting en de |
élément essentiel de l'organisation et du subventionnement de | subsidiëring van het onderwijs te worden beschouwd. Het bepalen van de |
l'enseignement. Il appartient donc au législateur décrétal de fixer | beginselen op grond waarvan het bedrag van de studietoelage dient te |
les principes sur la base desquels le montant de l'allocation d'étude | worden vastgesteld, is bijgevolg een zaak van de decreetgever. |
doit être calculé. | |
B.5.2. Dans son avis relatif à l'avant-projet de décret, la section de | B.5.2. In haar advies bij het voorontwerp van decreet achtte de |
législation du Conseil d'Etat a considéré que l'habilitation conférée | afdeling wetgeving van de Raad van State de machtiging die aan de |
au Gouvernement flamand pour déterminer les différentes catégories | Vlaamse Regering werd gegeven om de verschillende categorieën van |
d'unités de vie et la composition du revenu de référence - les notions | leefeenheden en de samenstelling van het referentie-inkomen te bepalen |
d'« unités de vie » et de « revenu de reférence » sont essentielles | - « leefeenheid » en « referentie-inkomen » zijn essentiële begrippen |
dans le nouveau système de l'aide financière aux études - était trop | in het nieuwe systeem van de studiefinanciering - te ruim om met |
étendue pour être compatible avec l'article 24, § 5, de la | artikel 24, § 5, van de Grondwet bestaanbaar te zijn (Parl. St., |
Constitution (Doc. parl., Parlement flamand, 2003-2004, n° 2208/1, pp. 76-78). | Vlaams Parlement, 2003-2004, nr. 2208/1, pp. 76-78). |
Donnant suite à ces observations, le législateur décrétal a fixé | Gevolg gevend aan die opmerkingen heeft de decreetgever zelf, in |
lui-même, à l'article 23, § 1er, du décret du 30 avril 2004, les cinq | artikel 23, § 1, van het decreet van 30 april 2004, de vijf |
catégories d'unités de vie dont il est tenu compte pour calculer | categorieën van leefeenheden vastgesteld op basis waarvan de |
l'aide financière accordée à l'étudiant. Le soin de définir plus | studiefinanciering van de student wordt berekend. Het uitwerken van |
précisément ces catégories est laissé au Gouvernement flamand (article | een nadere begripsomschrijving van die categorieën wordt aan de |
23, § 3). Les éléments constitutifs du revenu de référence de l'unité | Vlaamse Regering overgelaten (artikel 23, § 3). De elementen waaruit |
de vie de l'étudiant sont fixés, sans autre délégation, à l'article | het referentie-inkomen van de leefeenheid van de student bestaat, |
25. | wordt zonder verdere delegatie in artikel 25 vastgesteld. |
B.5.3. Etant donné que le législateur décrétal a établi lui-même les | B.5.3. Nu de decreetgever zelf de vijf categorieën van leefeenheden |
cinq catégories d'unités de vie et, partant, réglé un élément | heeft vastgesteld en aldus zelf een essentieel element van de |
essentiel de l'organisation et du subventionnement de l'enseignement, | inrichting en de subsidiëring van het onderwijs, namelijk de |
à savoir l'aide financière aux études, il pouvait habiliter le | studiefinanciering, heeft geregeld, kon hij de Vlaamse Regering |
Gouvernement flamand à préciser en quoi consistaient les catégories | machtigen een nadere begripsomschrijving van die categorieën uit te |
dont il est tenu compte pour calculer l'aide financière aux études de | werken op basis waarvan de studiefinanciering van de student wordt |
l'étudiant. | berekend. |
Puisque la délégation concerne l'exécution de mesures dont les | Vermits de delegatie betrekking heeft op de tenuitvoerlegging van |
éléments essentiels ont été fixés au préalable par le législateur | maatregelen waarvan de essentiële elementen voorafgaandelijk door de |
décrétal, l'article 23, § 3, en cause, n'est pas incompatible avec | decreetgever zijn vastgesteld, is het in het geding zijnde artikel 23, |
l'article 24, § 5, de la Constitution. | § 3, niet onbestaanbaar met artikel 24, § 5, van de Grondwet. |
B.6. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.6. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden |
En ce qui concerne le principe d'égalité en matière d'enseignement | beantwoord. Wat het gelijkheidsbeginsel in onderwijszaken betreft |
B.7.1. Dans la seconde question préjudicielle, la Cour est interrogée | B.7.1. In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof ondervraagd over |
sur la compatibilité des articles 23 et 25 du décret du 30 avril 2004, | |
lus conjointement, avec les articles 10, 11 et 24, § 4, de la | de bestaanbaarheid met de artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de |
Constitution, en ce que les étudiants qui, pour la durée de leurs | Grondwet, van de artikelen 23 en 25 van het decreet van 30 april 2004, |
études, sont financièrement indépendants grâce à leurs propres | in hun onderlinge samenhang gelezen, doordat studenten die voor de |
économies, ne sont pas considérés comme « étudiants autonomes » parce | duur van hun studie zelfredzaam zijn door eigen spaargelden, niet als |
qu'ils ne bénéficient pas d'un revenu professionnel ou ne sont pas | zelfstandig student worden beschouwd omdat zij geen beroepsinkomen |
disponibles pour le marché du travail. | genieten of niet voor de arbeidsmarkt beschikbaar zijn. |
B.7.2. L'article 24, § 4, de la Constitution réaffirme, en matière | B.7.2. Artikel 24, § 4, van de Grondwet herbevestigt voor |
d'enseignement, le principe d'égalité et de non-discrimination. Selon | onderwijszaken het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. |
cette disposition, tous les étudiants sont égaux devant la loi ou le | Volgens die bepaling zijn alle studenten gelijk voor de wet of het |
décret. | decreet. |
B.7.3. Il découle des normes de référence précitées qu'un étudiant | B.7.3. Uit de voormelde referentienormen volgt dat een student die |
qui, pour la durée de ses études, est financièrement indépendant grâce | voor de duur van zijn studie zelfredzaam is door eigen spaargelden |
à ses propres économies peut être traité autrement, en ce qui concerne | anders mag worden behandeld, wat de studiefinanciering betreft, dan |
l'aide financière aux études, qu'un « étudiant autonome », à condition que cette différence de traitement soit raisonnablement justifiée eu égard au but poursuivi par le législateur décrétal. B.8. La Cour ne saurait conclure à la violation du principe d'égalité et de non-discrimination pour le seul motif que la justification raisonnable de la différence de traitement en cause ne ressort pas des travaux préparatoires. Le constat qu'une telle justification n'est pas mentionnée dans les travaux préparatoires n'exclut pas qu'une mesure ait pour fondement un objectif légitime pouvant raisonnablement justifier la différence de traitement qui en découle. B.9.1. Il appartient au législateur décrétal de déterminer les catégories d'étudiants admissibles à l'aide financière aux études et de fixer les conditions financières auxquelles ces étudiants doivent satisfaire. Il dispose en la matière d'une marge d'appréciation étendue. Lorsque le législateur décrétal adopte des mesures telles que celles | een « zelfstandig student », mits dat verschil in behandeling redelijk is verantwoord in het licht van het door de decreetgever nagestreefde doel. B.8. Het Hof zou niet tot de schending van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie kunnen besluiten om de enkele reden dat uit de parlementaire voorbereiding niet de redelijke verantwoording van dat verschil in behandeling blijkt. De vaststelling dat een dergelijke verantwoording niet in de parlementaire voorbereiding is vermeld, sluit niet uit dat aan een maatregel een legitieme doelstelling ten grondslag ligt die het eruit voortvloeiende verschil in behandeling in redelijkheid kan verantwoorden. B.9.1. Het komt de decreetgever toe de categorieën van studenten vast te stellen die voor een studiefinanciering in aanmerking komen en de financiële voorwaarden te bepalen waaraan die studenten dienen te voldoen. Hij beschikt ter zake over een ruime beoordelingsbevoegdheid. Wanneer de decreetgever maatregelen vaststelt, zoals die waarin de in |
que prévoient les articles 23 et 25, en cause, il doit pouvoir faire | het geding zijnde artikelen 23 en 25 voorzien, moet hij gebruik kunnen |
usage de catégories qui, nécessairement, n'appréhendent la diversité | maken van categorieën die, noodzakelijkerwijs, de verscheidenheid van |
des situations qu'avec un certain degré d'approximation. Le recours à | toestanden slechts met een zekere graad van benadering opvangen. Het |
ce procédé n'est pas déraisonnable en soi; il convient néanmoins | beroep op dat procedé is niet onredelijk op zich; niettemin moet |
d'examiner s'il en va de même pour la manière dont le procédé a été | worden onderzocht of hetzelfde geldt voor de wijze waarop het werd |
utilisé. | aangewend. |
Les choix sociaux qui doivent être réalisés lors de l'affectation des | De maatschappelijke keuzen die bij het inzetten van middelen moeten |
moyens relèvent de la liberté d'appréciation du législateur décrétal. | worden gemaakt, behoren tot de beoordelingsvrijheid van de |
La Cour ne peut sanctionner de tels choix politiques et les motifs qui | decreetgever. Het Hof vermag dergelijke beleidskeuzen, alsook de |
motieven die daaraan ten grondslag liggen, slechts af te keuren indien | |
les fondent que s'ils reposent sur une erreur manifeste ou s'ils sont | zij op een manifeste vergissing zouden berusten of indien zij |
manifestement déraisonnables. | kennelijk onredelijk zouden zijn. |
B.9.2. En vertu de l'article 24 du décret du 30 avril 2004, pour | B.9.2. Volgens artikel 24 van het decreet van 30 april 2004 wordt, om |
établir si un étudiant est admissible ou non à l'aide financière aux | te bepalen of een student voor studiefinanciering in aanmerking komt, |
études, il est tenu compte de « l'unité de vie » de l'étudiant et du « | uitgegaan van de « leefeenheid » van de student en van het « |
revenu de référence » de cette unité de vie. | referentie-inkomen » van die leefeenheid. |
L'article 23 fixe les cinq catégories d'unités de vie et l'article 25 | Artikel 23 stelt de vijf categorieën van leefeenheden vast en artikel |
énumère les éléments constitutifs du revenu de référence. Comme le | 25 somt de bestanddelen van het referentie-inkomen op. Zoals de |
fait remarquer le Gouvernement flamand, les conditions financières | Vlaamse Regering opmerkt, houden de in het decreet vastgestelde |
fixées dans le décret tiennent uniquement compte des revenus | financiële voorwaarden uitsluitend rekening met periodieke inkomsten. |
périodiques. Les économies ne sont pas prises en considération pour | Spaargelden worden niet in aanmerking genomen om te bepalen of een |
déterminer si un étudiant est peu aisé ou s'il peut être considéré | student minvermogend is of als een « zelfstandig student » kan worden |
comme un « étudiant autonome ». Les différentes catégories d'unités de | beschouwd. Overigens worden de verschillende categorieën van |
vie ne sont par ailleurs pas traitées différemment, en ce qui concerne | leefeenheden niet verschillend behandeld, wat de wijze betreft waarop |
le mode de calcul du revenu de référence de l'unité de vie, de sorte | het referentie-inkomen van de leefeenheid wordt vastgesteld, zodat de |
que l'unité de vie des étudiants autonomes est traitée de la même | leefeenheid van de zelfstandige studenten op dezelfde wijze als de |
manière que les autres unités de vie. | overige leefeenheden wordt behandeld. |
B.9.3. Le législateur décrétal peut estimer que la meilleure façon | B.9.3. De decreetgever kan ervan uitgaan dat het doel van de |
d'atteindre l'objectif de l'aide financière aux études, tel qu'il est | studiefinanciering, zoals in B.2 weergegeven, het best kan worden |
énoncé en B.2, est d'utiliser une réglementation simple à contrôler, | bereikt aan de hand van een eenvoudig te controleren regeling, waarbij |
qui permet de déterminer, avec un degré de certitude élevé, les | de inkomsten van de betrokken student met een grote mate van zekerheid |
revenus de l'étudiant concerné. En outre, il n'est pas manifestement | kunnen worden vastgesteld. Bovendien is het niet kennelijk onredelijk |
déraisonnable de prévoir que, pour être considéré comme un « étudiant | dat, om als « zelfstandig student » te worden beschouwd, de betrokken |
autonome », l'étudiant en question acquière un minimum de revenus périodiques personnels, au cours d'une période de référence déterminée, à savoir l'année précédant l'année académique concernée. B.9.4. L'on ne saurait reprocher au législateur décrétal, eu égard notamment à la grande diversité des situations qui peuvent se rencontrer dans la pratique, de ne pas avoir prévu une catégorie spécifique - admissible à l'aide financière aux études - pour les étudiants qui, comme la partie requérante devant la juridiction a quo, après avoir travaillé comme salariés pendant plusieurs années, suspendent leur contrat de travail pour accomplir des études, disposent d'économies suffisantes et ont leur résidence principale chez un de leurs parents. B.10. La seconde question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : | student een minimum aan eigen, periodieke inkomsten heeft verworven in een bepaalde referentieperiode, namelijk het jaar voorafgaand aan het betreffende academiejaar. B.9.4. De decreetgever kan niet worden verweten, mede gelet op de grote verscheidenheid van situaties die zich in de praktijk kunnen voordoen, dat hij - om voor een studiefinanciering in aanmerking te komen - niet in een specifieke categorie van studenten heeft voorzien, namelijk studenten die, zoals de verzoekende partij in het bodemgeschil, na een aantal jaren in loondienst te hebben gewerkt, hun arbeidsovereenkomst om studieredenen schorsen, over voldoende spaargelden beschikken en hun hoofdverblijfplaats bij één van hun ouders hebben. B.10. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : |
- L'article 23, § 3, du décret de la Communauté flamande du 30 avril | - Artikel 23, § 3, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30 |
2004 relatif à l'aide financière aux études et aux services aux | april 2004 betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen |
étudiants dans l'enseignement supérieur de la Communauté flamande ne | in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap schendt artikel 24, |
viole pas l'article 24, § 5, de la Constitution. | § 5, van de Grondwet niet. |
- Les articles 23 et 25 du même décret ne violent pas les articles 10, | - De artikelen 23 en 25 van hetzelfde decreet schenden de artikelen |
11 et 24, § 4, de la Constitution. | 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 12 juin 2012. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 12 juni 2012. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt | M. Bossuyt |