← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 35/2012 du 8 mars 2012 Numéro du rôle : 5127 En cause : la question
préjudicielle concernant l'article 29bis de la loi du 21 novembre 1989 relative à l'assurance obligatoire
de la responsabilité en matière de véhicules a La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt
et R. Henneuse, et des juges E. De(...)"
Extrait de l'arrêt n° 35/2012 du 8 mars 2012 Numéro du rôle : 5127 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 29bis de la loi du 21 novembre 1989 relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules a La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...) | Uittreksel uit arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 Rolnummer 5127 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, zoals dat arti Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 35/2012 du 8 mars 2012 | Uittreksel uit arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 |
Numéro du rôle : 5127 | Rolnummer 5127 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 29bis de la | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis van de wet van 21 |
loi du 21 novembre 1989 relative à l'assurance obligatoire de la | november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering |
responsabilité en matière de véhicules automoteurs, tel que cet | inzake motorrijtuigen, zoals dat artikel werd gewijzigd bij artikel 2 |
article a été modifié par l'article 2 de la loi du 19 janvier 2001 | van de wet van 19 januari 2001 tot wijziging van diverse bepalingen |
modifiant diverses dispositions relatives au régime de l'indemnisation | betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, |
automatique des usagers de la route les plus vulnérables et des | geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen, |
passagers de véhicules, posée par la Cour d'appel d'Anvers. | gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de |
Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. |
J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du | Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, | Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 8 mars 2011 en cause de la SA de droit public « Société | Bij arrest van 8 maart 2011 in zake de nv van publiek recht « |
nationale des chemins de fer belges » (SNCB) contre « Mensura Caisse | Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen » (NMBS) tegen « |
Commune d'Assurances », dont l'expédition est parvenue au greffe de la | Mensura Gemeenschappelijke Verzekeringskas », waarvan de expeditie ter |
Cour le 16 mars 2011, la Cour d'appel d'Anvers a posé une question | griffie van het Hof is ingekomen op 16 maart 2011, heeft het Hof van |
préjudicielle qui, par ordonnance de la Cour du 6 avril 2011, a été | Beroep te Antwerpen een prejudiciële vraag gesteld die bij beschikking |
reformulée comme suit : | van het Hof van 6 april 2011 als volgt werd geherformuleerd : |
« L'article 29bis de la loi RC-automobile viole-t-il les articles 10 | « Is artikel 29bis WAM wet strijdig met artikel 10 en 11 van de |
et 11 de la Constitution s'il est interprété en ce sens que les | Grondwet in die zin geïnterpreteerd dat de verzekeraars bedoeld in |
assureurs visés au paragraphe 1er, alinéa 1er, peuvent seulement être | paragraaf 1, lid 1 slechts kunnen worden aangesproken voor de schade |
appelés à réparer le dommage résultant d'un accident de la circulation | ten gevolge van een verkeersongeval op de plaatsen bedoeld in artikel |
aux endroits visés à l'article 2, § 1er, alors que les propriétaires | 2, § 1, terwijl de eigenaars van een motorrijtuig dat aan spoorstaven |
d'un véhicule automoteur lié à une voie ferrée, visés au paragraphe 1er, | is gebonden bedoeld in paragraaf 1, lid 2 kunnen worden aangesproken |
alinéa 2, peuvent être appelés à réparer le dommage résultant d'un | voor schade ten gevolge van een verkeersongeval ongeacht de plaats |
accident de la circulation quel que soit le lieu de l'accident ? ». | waar het ongeval zich voordoet ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 29bis, § 1er, de la loi du 21 novembre 1989 relative à | B.1. Artikel 29bis, § 1, van de wet van 21 november 1989 betreffende |
l'assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules | de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, |
automoteurs, tel qu'il a été modifié par la loi du 19 janvier 2001, | zoals gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001, bepaalt : |
dispose : « En cas d'accident de la circulation impliquant un ou plusieurs | « Bij een verkeersongeval waarbij een of meer motorrijtuigen betrokken |
véhicules automoteurs, aux endroits visés à l'article 2, § 1er, et à l'exception des dégâts matériels et des dommages subis par le conducteur de chaque véhicule automoteur impliqué, tous les dommages subis par les victimes et leurs ayants droit et résultant de lésions corporelles ou du décès, y compris les dégâts aux vêtements, sont réparés solidairement par les assureurs qui, conformément à la présente loi, couvrent la responsabilité du propriétaire, du conducteur ou du détenteur des véhicules automoteurs. La présente disposition s'applique également si les dommages ont été causés volontairement par le conducteur. En cas d'accident de la circulation impliquant un véhicule automoteur | zijn, op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, wordt, met uitzondering van de stoffelijke schade en de schade geleden door de bestuurder van elk van de betrokken motorrijtuigen, alle schade geleden door de slachtoffers en hun rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, met inbegrip van de kledijschade, hoofdelijk vergoed door de verzekeraars die de aansprakelijkheid van de eigenaar, de bestuurder of de houder van de motorrijtuigen overeenkomstig deze wet dekken. Deze bepaling is ook van toepassing indien de schade opzettelijk werd veroorzaakt door de bestuurder. Bij een verkeersongeval waarbij een motorrijtuig is betrokken dat aan |
lié à une voie ferrée, l'obligation de réparer les dommages prévue à | spoorstaven is gebonden, rust de verplichting tot schadevergoeding die |
l'alinéa précédent incombe au propriétaire de ce véhicule. | in het voorgaande lid is bepaald, op de eigenaar van het motorrijtuig. |
[...] ». | [...] ». |
B.2. Dans l'arrêt n° 93/2006 du 7 juin 2006, la Cour a constaté que, | B.2. In het arrest nr. 93/2006 van 7 juni 2006 heeft het Hof |
contrairement à l'article 29bis, § 1er, alinéa 1er, l'alinéa 2 de | vastgesteld dat, in tegenstelling tot artikel 29bis, § 1, eerste lid, |
het tweede lid van die bepaling de erbij ingevoerde | |
cette disposition ne limitait pas le régime d'indemnisation qu'il | schadevergoedingsregeling niet beperkt tot de plaatsen bedoeld in |
prévoit aux endroits visés à l'article 2, § 1er, à savoir la voie | artikel 2, § 1, zijnde de openbare weg, de terreinen die toegankelijk |
publique, les terrains ouverts au public et les terrains qui ne sont | zijn voor het publiek en de terreinen die slechts toegankelijk zijn |
ouverts qu'à un certain nombre de personnes ayant le droit de les | voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen. |
fréquenter. Selon l'arrêt du 11 janvier 2010, C.09.0165.F, de la Cour de | Volgens het arrest van 11 januari 2010, C.09.0165.F, van het Hof van |
cassation, « il ressort des travaux préparatoires de la loi du 19 | Cassatie « [blijkt] uit de parlementaire voorbereiding van de wet van |
janvier 2001 [...] que le législateur a entendu viser tout accident | 19 januari 2001 [...] dat de wetgever doelt op elk ongeval waarbij een |
impliquant un véhicule automoteur lié à une voie ferrée, dont un | aan spoorstaven gebonden motorrijtuig betrokken is en waarvan een |
usager vulnérable serait victime, quel que soit le lieu de la | zwakke weggebruiker het slachtoffer was, ongeacht de plaats waar een |
survenance d'un tel accident » et pas seulement aux « accidents se | dergelijk ongeval zich voordoet » en niet enkel op « de ongevallen die |
produisant à un endroit où le véhicule lié à une voie ferrée emprunte | zich voordoen op een plaats waar het aan spoorstaven gebonden voertuig |
ou traverse la voie publique ». | de openbare weg volgt of dwarst ». |
B.3.1. Le mécanisme d'indemnisation automatique des victimes | B.3.1. Het mechanisme van automatische vergoeding van de slachtoffers |
d'accidents de la circulation prévu par l'article 29bis a dès lors un | van verkeersongevallen waarin artikel 29bis voorziet, heeft derhalve |
champ d'application ratione loci plus large lorsqu'un véhicule sur | een ruimer toepassingsgebied ratione loci wanneer bij het |
rails est impliqué dans l'accident de la circulation que lorsque ce | verkeersongeval een spoorvoertuig is betrokken dan wanneer dat laatste |
n'est pas le cas. La différence de traitement qui en découle, en | niet het geval is. Het verschil in behandeling dat daaruit |
particulier pour celui qui doit réparer le dommage, constitue l'objet | voortvloeit, inzonderheid voor degene die de schade moet vergoeden, |
de la question préjudicielle. | vormt het voorwerp van de prejudiciële vraag. |
B.3.2. Il apparaît des faits de l'espèce soumise au juge a quo que la question qu'il pose est soulevée à propos d'un accident impliquant un train et survenu à un endroit où la voie ferrée est totalement isolée des voiries ouvertes à la circulation. La Cour limite son examen à cette hypothèse. B.4. Lorsqu'un véhicule sur rails est impliqué dans l'accident de la circulation, l'obligation de réparation repose sur le propriétaire de ce véhicule. Lorsqu'il ne s'agit pas d'un véhicule sur rails, le dommage est réparé par l'assureur qui couvre la responsabilité du propriétaire, du conducteur ou du détenteur du véhicule automoteur. En vertu de l'article 10, § 1er, de la loi du 21 novembre 1989, la Société nationale des chemins de fer belges, qui, dans l'affaire soumise au juge a quo, est la propriétaire du véhicule sur rails impliqué dans l'accident, n'est pas tenue de contracter une assurance pour ses véhicules. En l'absence d'une assurance, elle couvre cependant elle-même la responsabilité civile engagée par le véhicule. Contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres, la Société nationale des chemins de fer belges et les assureurs se trouvent donc dans des situations comparables. B.5. Dans plusieurs arrêts, la Cour a constaté que l'exclusion du régime d'indemnisation automatique, qui existait autrefois, lorsqu'un véhicule sur rails était impliqué dans l'accident de la circulation, | B.3.2. Uit de feiten van de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak blijkt dat de vraag die hij stelt wordt opgeworpen naar aanleiding van een ongeval waarbij een trein betrokken was en dat zich heeft voorgedaan op een plaats waar de spoorweg volledig afgezonderd is van het voor het verkeer toegankelijke wegennet. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die hypothese. B.4. Wanneer bij het verkeersongeval een spoorvoertuig is betrokken, rust de verplichting tot schadevergoeding op de eigenaar van dat voertuig. Wanneer bij het verkeersongeval geen spoorvoertuig is betrokken, wordt de schade vergoed door de verzekeraar die de aansprakelijkheid van de eigenaar, de bestuurder of de houder van het motorvoertuig dekt. De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, die in het geding voor de verwijzende rechter de eigenaar is van het in het ongeval betrokken spoorvoertuig, is krachtens artikel 10, § 1, van de wet van 21 november 1989 niet verplicht een verzekering aan te gaan voor haar voertuigen. Indien er geen verzekering is, dekt zij echter zelf de burgerrechtelijke aansprakelijkheid waartoe het voertuig aanleiding kan geven. In tegenstelling tot wat de Ministerraad aanvoert, bevinden de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en de verzekeraars zich derhalve in vergelijkbare situaties. B.5. In enkele arresten heeft het Hof vastgesteld dat de voorheen bestaande uitsluiting van de regeling inzake automatische schadevergoeding wanneer bij het verkeersongeval een spoorvoertuig is |
violait les articles 10 et 11 de la Constitution. En effet, la | betrokken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. Immers, het |
circonstance que les véhicules sur rails roulent en site propre peut | gegeven dat spoorvoertuigen in een eigen bedding rijden, kan weliswaar |
certes justifier que ces véhicules n'entrent, en règle générale, pas | verantwoorden dat zij in de regel niet onder de toepassing van het |
dans le champ d'application du règlement général sur la police de la | algemeen reglement van de politie op het wegverkeer vallen maar die |
circulation routière, mais ce constat n'est pas de nature à démontrer | vaststelling is niet van die aard dat op voldoende wijze kan worden |
à suffisance que les véhicules sur rails, lorsqu'ils font usage de la | aangetoond dat spoorvoertuigen, wanneer zij van de openbare weg |
voie publique ou croisent entièrement ou partiellement la voie | gebruik maken of de openbare weg geheel of gedeeltelijk kruisen, een |
publique, impliquent un risque moindre à un point tel qu'il se | risico met zich meebrengen dat zodanig kleiner zou zijn dat het |
justifierait de prévoir un régime de réparation des dommages | instellen van een fundamenteel verschillende schadevergoedingsregeling |
fondamentalement différent (voy. les arrêts nos 92/98, 158/2003 et | zou kunnen worden verantwoord (zie de arresten nrs. 92/98, 158/2003 en |
93/2006). | 93/2006). |
B.6.1. Lorsqu'il a supprimé la discrimination constatée, plus | B.6.1. Bij het opheffen van de vastgestelde discriminatie, meer |
précisément en incluant, par la loi du 19 janvier 2001, les accidents | bepaald door bij de wet van 19 januari 2001 de verkeersongevallen |
de la circulation impliquant un véhicule sur rails dans le régime | waarbij een spoorvoertuig is betrokken op te nemen in de in het geding |
d'indemnisation en cause, le législateur a pu, en ce qui concerne les | zijnde schadevergoedingsregeling, vermocht de wetgever, voor de andere |
véhicules autres que ceux sur rails, limiter le champ d'application | voertuigen dan spoorvoertuigen, het toepassingsgebied ratione loci van |
ratione loci de l'article 29bis aux accidents de la circulation qui | artikel 29bis te beperken tot verkeersongevallen die zich voordoen op |
ont lieu sur la voie publique, les terrains ouverts au public et les | de openbare weg, op een terrein dat toegankelijk is voor het publiek |
terrains uniquement ouverts à un certain nombre de personnes ayant le | of op een terrein dat slechts toegankelijk is voor een zeker aantal |
droit de les fréquenter. L'exclusion des accidents survenus sur un | personen die het recht hebben om er te komen. De uitsluiting van de |
terrain privé, justifiée par le risque d'abus et de fraude (Doc. | ongevallen op een privéterrein, die werd verantwoord door het risico |
parl., Chambre, 1999-2000, DOC 50-2010/005, p. 10) n'a pas été jugée | van misbruiken en fraude (Parl. St., Kamer, 1999-2000, DOC |
contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution (voy. l'arrêt n° | 50-2010/005, p. 10), werd niet strijdig bevonden met de artikelen 10 |
158/2002). | en 11 van de Grondwet (zie arrest nr. 158/2002). |
B.6.2. En ce qui concerne les véhicules sur rails, le législateur a pu | B.6.2. Wat de spoorvoertuigen betreft, vermocht de wetgever rekening |
prendre en compte le risque qu'ils créent lorsqu'ils circulent en des | te houden met het risico dat zij veroorzaken wanneer zij rijden op |
endroits qui ne sont pas isolés complètement des endroits visés à | plaatsen die niet volledig afgezonderd zijn van de plaatsen bedoeld in |
l'article 2, § 1er, de la loi en cause, dès lors que ce risque est | artikel 2, § 1, van de in het geding zijnde wet, omdat dat risico |
analogue à celui créé par les autres véhicules. Il en va ainsi même | vergelijkbaar is met het risico dat wordt veroorzaakt door andere |
lorsque la voie publique est temporairement interdite par | voertuigen. Dat geldt zelfs wanneer het verkeer op de openbare weg |
l'abaissement de barrières de sécurité ou par des feux de | tijdelijk verboden is door het neerlaten van veiligheidsbarrières of |
signalisation destinés à permettre le passage du train. | door verkeerslichten bestemd om treinen te laten doorrijden. |
B.6.3. Toutefois, lorsque, comme en l'espèce, le train circule sur une voie ferrée qui est complètement isolée de la circulation sur les endroits visés à l'article 2, § 1er, précité, le risque créé par ce véhicule pour l'usager faible de la route doit être tenu pour essentiellement différent de celui créé pour ce même usager par des véhicules circulant aux endroits visés à l'article 2, § 1er, précité. En ce qu'elle oblige les propriétaires du train à réparer le dommage résultant d'un accident survenu dans cette hypothèse, la disposition en cause n'est pas raisonnablement justifiée. B.7. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : En ce qu'il n'exclut pas du régime d'indemnisation automatique les | B.6.3. Wanneer echter, zoals te dezen, de trein op een spoorweg rijdt die volledig afgezonderd is van het verkeer op de plaatsen bedoeld in het voormelde artikel 2, § 1, dient het risico dat door dat voertuig wordt veroorzaakt voor de zwakke weggebruiker, te worden beschouwd als wezenlijk verschillend van het risico dat voor diezelfde weggebruiker wordt veroorzaakt door voertuigen die op de in artikel 2, § 1, bedoelde plaatsen rijden. In zoverre zij de eigenaars van treinen ertoe verplicht de schade te vergoeden die voortvloeit uit een ongeval dat zich in die omstandigheden heeft voorgedaan, is de in het geding zijnde bepaling niet redelijk verantwoord. B.7. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : In zoverre het de verkeersongevallen waarbij een trein is betrokken |
accidents de la circulation impliquant un train qui circule sur une | die rijdt op een spoorweg die volledig is afgezonderd van het verkeer |
voie ferrée qui est complètement isolée de la circulation aux endroits | op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 21 november |
visés à l'article 2, § 1er, de la loi du 21 novembre 1989 relative à | 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake |
l'assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules | motorrijtuigen, niet uitsluit van de regeling inzake automatische |
automoteurs, l'article 29bis, § 1er, alinéa 2, de la même loi, modifié | schadevergoeding, schendt artikel 29bis, § 1, tweede lid, van dezelfde |
par la loi du 19 janvier 2001, viole les articles 10 et 11 de la | wet, gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001, de artikelen 10 en 11 |
Constitution. | van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 8 mars 2012. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 8 maart 2012. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |