Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 193/2011 du 15 décembre 2011 Numéro du rôle : 5119 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 230 de la loi du 21 décembre 2009 relative à la réforme de la cour d'assises et l'article 56, alinéa 2, du C La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De(...)"
Extrait de l'arrêt n° 193/2011 du 15 décembre 2011 Numéro du rôle : 5119 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 230 de la loi du 21 décembre 2009 relative à la réforme de la cour d'assises et l'article 56, alinéa 2, du C La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De(...) Uittreksel uit arrest nr. 193/2011 van 15 december 2011 Rolnummer 5119 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 230 van de wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen en artikel 56, tweede lid, van het Strafwet Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 193/2011 du 15 décembre 2011 Uittreksel uit arrest nr. 193/2011 van 15 december 2011
Numéro du rôle : 5119 Rolnummer 5119
En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 230 de la In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 230 van de wet
loi du 21 décembre 2009 relative à la réforme de la cour d'assises et van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen en artikel
l'article 56, alinéa 2, du Code pénal, posées par la Cour d'appel de 56, tweede lid, van het Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep
Bruxelles. te Brussel.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, et des juges E. De samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de
Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P.
J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et F. Daoût, assistée du Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F.
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président R. Henneuse, Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet des questions préjudicielles et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging
Par arrêt du 18 février 2011 en cause du ministère public et M.M., Bij arrest van 18 februari 2011 in zake het openbaar ministerie en
partie civile, contre M. M.E. et en cause du ministère public contre M.M., burgerlijke partij, tegen M. M.E. en in zake het openbaar
ministerie tegen M. M.E., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof
M. M.E., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 2 mars is ingekomen op 2 maart 2011, heeft het Hof van Beroep te Brussel de
2011, la Cour d'appel de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : volgende prejudiciële vragen gesteld :
« 1. La loi du 21 décembre 2009 relative à la réforme de la cour « 1. Schendt de wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof
d'assises modifiant diverses dispositions notamment de la loi du 4 van assisen, die diverse bepalingen van onder meer de wet van 4
octobre 1867 sur les circonstances atténuantes en particulier son oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden wijzigt, in het
article 230 remplaçant l'article 2 de la loi sur les circonstances bijzonder artikel 230 ervan waarbij artikel 2 van de wet op de
atténuantes, viole-t-elle les articles 10 et 11 de la Constitution, verzachtende omstandigheden wordt vervangen, de artikelen 10 en 11 van
combinés avec l'article 2, alinéa 2, et 56, alinéa 2, du Code pénal en ce sens que la correctionnalisation, par admission de circonstances atténuantes, d'une tentative de crime punissable de la réclusion à perpétuité permet d'infliger au prévenu récidiviste devant le tribunal correctionnel, une peine allant jusqu'au double du maximum porté par la loi contre ce délit alors que le maximum de la peine que l'accusé renvoyé devant la cour d'assises pour une infraction identique, considéré alors comme non récidiviste, est susceptible d'encourir est de moindre durée. de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2, tweede lid, en 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in die zin dat de correctionalisering, wegens het aanvaarden van verzachtende omstandigheden, van een poging tot misdaad strafbaar met levenslange opsluiting het mogelijk maakt de recidiverende beklaagde voor de correctionele rechtbank een straf op te leggen die tot het dubbele van het bij de wet op dat wanbedrijf gestelde maximum kan bedragen, terwijl het maximum van de straf die de beschuldigde kan oplopen die voor een identiek misdrijf naar het hof van assisen is verwezen, die dan niet als een recidivist wordt beschouwd, van kortere duur is ?
2. L'article 56, alinéa 2, du Code pénal lu en combinaison avec 2. Schendt artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang
l'article 2 de la loi du 4 octobre 1867 sur les circonstances gelezen met artikel 2 van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende
atténuantes tel que modifié par la loi du 21 décembre 2009 viole-t-il omstandigheden, zoals gewijzigd bij de wet van 21 december 2009, de
les articles 10 et 11 de la Constitution en ce sens que la artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin dat de
correctionnalisation, par admission de circonstances atténuantes, correctionalisering, wegens het aanvaarden van verzachtende
d'une tentative de crime punissable de la réclusion à perpétuité, omstandigheden, van een poging tot misdaad strafbaar met levenslange
permet d'infliger au prévenu récidiviste devant le tribunal opsluiting het mogelijk maakt de recidiverende beklaagde voor de
correctionnel, une peine allant jusqu'au double du maximum porté par correctionele rechtbank een straf op te leggen die tot het dubbele van
la loi contre ce délit alors que le maximum de la peine que l'accusé het bij de wet op dat wanbedrijf gestelde maximum kan bedragen,
renvoyé devant la cour d'assises pour une infraction identique, terwijl het maximum van de straf die de beschuldigde kan oplopen die
considéré alors comme non récidiviste, est susceptible d'encourir est voor een identiek misdrijf naar het hof van assisen is verwezen, die
de moindre durée ? ». dan niet als een recidivist wordt beschouwd, van kortere duur is ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1.1. Depuis son remplacement par l'article 230 de la loi du 21 B.1.1. Sedert de vervanging ervan bij artikel 230 van de wet van 21
décembre 2009 relative à la réforme de la cour d'assises, l'article 2 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen bepaalt artikel 2
de la loi du 4 octobre 1867 sur les circonstances atténuantes dispose : « Dans le cas où il y aurait lieu de ne prononcer qu'une peine correctionnelle en raison de circonstances atténuantes ou d'une cause d'excuse, la chambre du conseil ou la chambre des mises en accusation peut, par ordonnance motivée, renvoyer l'inculpé au tribunal correctionnel. De la même manière, dans les cas où une instruction n'a pas été requise, le ministère public peut, s'il estime qu'il n'y a pas lieu de requérir une peine plus sévère qu'une peine correctionnelle en raison de circonstances atténuantes ou d'une cause d'excuse, citer directement ou convoquer le prévenu devant le tribunal correctionnel en indiquant ces circonstances atténuantes ou la cause d'excuse. La citation directe ou la convocation par le ministère public, ainsi que le renvoi par la chambre du conseil ou la chambre des mises en accusation en raison de circonstances atténuantes, ne sont possibles van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden : « In de gevallen waarin er grond mocht zijn om alleen een correctionele straf uit te spreken wegens verzachtende omstandigheden of om reden van verschoning, kan de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling, bij een met redenen omklede beschikking, de verdachte naar de correctionele rechtbank verwijzen. Evenzo kan het openbaar ministerie, indien geen gerechtelijk onderzoek is gevorderd, de beklaagde rechtstreeks voor de correctionele rechtbank dagvaarden of oproepen met mededeling van de verzachtende omstandigheden of van de reden van verschoning, wanneer het van oordeel is dat er wegens verzachtende omstandigheden of om reden van verschoning geen grond is om een hogere straf te vorderen dan een correctionele straf. Alleen in de volgende gevallen kan het openbaar ministerie rechtstreeks dagvaarden of oproepen en kan de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling verwijzen wegens verzachtende
que dans les cas suivants : omstandigheden :
1° si la peine prévue par la loi n'excède pas vingt ans de réclusion; 1° als de in de wet bepaalde straf twintig jaar opsluiting niet te boven gaat;
2° s'il s'agit d'une tentative de crime qui est puni de la réclusion à 2° als het gaat om een poging tot misdaad strafbaar met levenslange
perpétuité; opsluiting;
3° s'il s'agit d'un crime qui est visé à l'article 216, alinéa 2, du 3° als het gaat om een misdaad bedoeld in artikel 216, tweede lid, van
Code pénal; het Strafwetboek;
4° s'il s'agit d'un crime qui est visé à l'article 347bis, § § 2 et 4, 4° als het gaat om een misdaad bedoeld in artikel 347bis, § § 2 en 4,
du Code pénal; van het Strafwetboek;
5° s'il s'agit d'un crime qui est visé à l'article 375, dernier 5° als het gaat om een misdaad bedoeld in artikel 375, laatste lid,
alinéa, du Code pénal, et pour lequel la peine peut, le cas échéant, van het Strafwetboek, waarvoor de straf in voorkomend geval met
être augmentée en application de l'article 377bis du même Code; toepassing van artikel 377bis van hetzelfde Wetboek kan worden
6° s'il s'agit d'un crime qui est visé à l'article 408 du Code pénal; verhoogd; 6° als het gaat om een misdaad bedoeld in artikel 408 van het Strafwetboek;
7° s'il s'agit d'un crime qui est visé aux articles 428, § 5, et 429 du Code pénal; 7° als het gaat om een misdaad bedoeld in de artikelen 428, § 5, en 429 van het Strafwetboek;
8° s'il s'agit d'un crime qui est visé à l'article 473, dernier 8° als het gaat om een misdaad bedoeld in artikel 473, laatste lid,
alinéa, du Code pénal; van het Strafwetboek;
9° s'il s'agit d'un crime qui est visé à l'article 474 du Code pénal; 9° als het gaat om een misdaad bedoeld in artikel 474 van het Strafwetboek;
10° s'il s'agit d'un crime qui est visé à l'article 476 du Code pénal; 10° als het gaat om een misdaad bedoeld in artikel 476 van het Strafwetboek;
11° s'il s'agit d'un crime qui est visé à l'article 477sexies du Code 11° als het gaat om een misdaad bedoeld in artikel 477sexies van het
pénal; Strafwetboek;
12° s'il s'agit d'un crime qui est visé à l'article 513, alinéa 2, du 12° als het gaat om een misdaad bedoeld in artikel 513, tweede lid,
Code pénal, et pour lequel la peine peut, le cas échéant, être van het Strafwetboek, waarvoor de straf in voorkomend geval met
augmentée en application de l'article 514bis du même Code; toepassing van artikel 514bis van hetzelfde Wetboek kan worden
13° s'il s'agit d'un crime qui est visé à l'article 518, alinéa 2, du verhoogd; 13° als het gaat om een misdaad bedoeld in artikel 518, tweede lid,
Code pénal; van het Strafwetboek;
14° s'il s'agit d'un crime qui est visé à l'article 530, dernier 14° als het gaat om een misdaad bedoeld in artikel 530, laatste lid,
alinéa, du Code pénal, qui est puni par application de l'article 531 van het Strafwetboek, die met toepassing van artikel 531 van hetzelfde
du même Code et pour lequel la peine peut, le cas échéant, être Wetboek wordt gestraft, waarvoor de straf in voorkomend geval met
augmentée en application de l'article 532bis du même Code ». toepassing van artikel 532bis van hetzelfde Wetboek kan worden
L'article 230 de la loi du 21 décembre 2009 est entré en vigueur le verhoogd ». Artikel 230 van de wet van 21 december 2009 is in werking getreden op
premier jour du quatrième mois qui suit celui de la publication de de eerste dag van de vierde maand na die waarin die wet is
cette loi au Moniteur belge (article 237 de la même loi), soit le 1er bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad (artikel 237 van dezelfde
mai 2010. wet), namelijk op 1 mei 2010.
B.1.2. L'article 56 du Code pénal, modifié par l'article 32 de la loi B.1.2. Artikel 56 van het Strafwetboek, gewijzigd bij artikel 32 van
du 9 avril 1930 « de défense sociale à l'égard des anormaux et des de wet van 9 april 1930 « tot bescherming van de maatschappij tegen de
délinquants d'habitude », tel qu'il a été remplacé par l'article 1er abnormalen en de gewoontemisdadigers », zoals het is vervangen bij
de la loi du 1er juillet 1964 « de défense sociale à l'égard des artikel 1 van de wet van 1 juli 1964 « tot bescherming van de
anormaux et des délinquants d'habitude », dispose : « Quiconque, après une condamnation à une peine criminelle, aura commis un délit, pourra être condamné à une peine double du maximum porté par la loi contre le délit. La même peine pourra être prononcée en cas de condamnation antérieure à un emprisonnement d'un an au moins, si le condamné a commis le nouveau délit avant l'expiration de cinq ans depuis qu'il a subi ou prescrit sa peine ». Quant à la première question préjudicielle maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers », bepaalt : « Hij die, na tot een criminele straf te zijn veroordeeld, een wanbedrijf pleegt, kan worden veroordeeld tot het dubbele van het maximum van de straf, bij de wet op het wanbedrijf gesteld. Dezelfde straf kan worden uitgesproken in geval van een vroegere veroordeling tot gevangenisstraf van ten minste een jaar, indien de veroordeelde het nieuwe wanbedrijf pleegt voordat vijf jaren zijn verlopen sinds hij zijn straf heeft ondergaan of sinds zijn straf verjaard is ». Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag
B.2. Il ressort des faits soumis au juge a quo et de la motivation de B.2. Uit de aan de verwijzende rechter voorgelegde feiten en uit de
la décision de renvoi que la Cour est invitée à statuer sur la motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt
verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 2,
compatibilité de l'article 2, alinéas 1er et 3, 2°, de la loi du 4 eerste lid en derde lid, 2°, van de voormelde wet van 4 oktober 1867
octobre 1867 précité avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que cette disposition établirait une différence de traitement entre deux catégories d'inculpés auxquels sont reprochés des faits constitutifs d'une tentative d'assassinat, commis moins de cinq ans après que ces inculpés ont subi ou prescrit une peine d'emprisonnement d'au moins un an : d'une part, ceux dont la chambre du conseil ou la chambre des mises en accusation ordonne le renvoi devant le tribunal correctionnel en raison de circonstances atténuantes et, d'autre part, ceux dont la juridiction d'instruction ordonne le renvoi devant la cour d'assises. Les premiers pourraient être condamnés à une peine d'une durée plus longue que celle de la peine infligée aux seconds. B.3. Cette différence de traitement ne provient pas de la disposition en cause. Tous les inculpés auxquels sont reprochés des faits constitutifs d'une tentative d'assassinat peuvent, s'il existe des circonstances atténuantes justifiant qu'il ne soit prononcé qu'une peine correctionnelle, demander aux juridictions d'instruction qu'elles ordonnent leur renvoi devant le tribunal correctionnel, par application de cette disposition. Cette disposition n'a, au surplus, pas pour objet de déterminer la durée de la peine que le tribunal correctionnel ou la cour d'assises peuvent prononcer à l'égard des inculpés qu'ils sont invités à juger. B.4. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. Quant à la seconde question préjudicielle B.5. Il ressort des faits soumis au juge a quo et de la motivation de met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepaling een verschil in behandeling zou invoeren tussen twee categorieën van inverdenkinggestelden aan wie feiten worden verweten die een poging tot moord uitmaken en die zijn gepleegd minder dan vijf jaar nadat die inverdenkinggestelden een gevangenisstraf van minstens één jaar hebben ondergaan of nadat die straf is verjaard : enerzijds, diegenen ten aanzien van wie de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling de verwijzing naar de correctionele rechtbank wegens verzachtende omstandigheden gelast en, anderzijds, diegenen ten aanzien van wie het onderzoeksgerecht de verwijzing naar het hof van assisen gelast. De eerstgenoemden zouden kunnen worden veroordeeld tot een straf van langere duur dan die welke aan de laatstgenoemden wordt opgelegd. B.3. Dat verschil in behandeling vloeit niet voort uit de in het geding zijnde bepaling. Alle inverdenkinggestelden aan wie feiten worden verweten die een poging tot moord uitmaken, kunnen, indien er verzachtende omstandigheden bestaan die verantwoorden dat enkel een correctionele straf wordt uitgesproken, aan de onderzoeksgerechten vragen om hun verwijzing naar de correctionele rechtbank te gelasten, met toepassing van die bepaling. Die bepaling strekt overigens niet ertoe de duur te bepalen van de straf die de correctionele rechtbank of het hof van assisen kunnen uitspreken ten aanzien van de inverdenkinggestelden die zij moeten berechten. B.4. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.5. Uit de aan de verwijzende rechter voorgelegde feiten en uit de
la décision de renvoi que la Cour est invitée à statuer sur la motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt
compatibilité de l'article 56, alinéa 2, du Code pénal, lu en verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 56,
tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 2,
combinaison avec l'article 2, alinéas 1er et 3, 2°, de la loi du 4 eerste lid en derde lid, 2°, van de wet van 4 oktober 1867, met de
octobre 1867, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que ces dispositions législatives établiraient une différence de traitement entre deux catégories d'inculpés auxquels sont reprochés des faits constitutifs d'une tentative d'assassinat, commis moins de cinq ans après que ces inculpés ont subi ou prescrit une peine d'emprisonnement d'au moins un an : d'une part, ceux dont la chambre du conseil ou la chambre des mises en accusation ordonne le renvoi devant le tribunal correctionnel en raison de circonstances atténuantes et, d'autre part, ceux dont la juridiction d'instruction ordonne le renvoi devant la cour d'assises. Les premiers pourraient être condamnés à une peine d'une durée plus longue que celle de la peine infligée aux seconds. artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die wetsbepalingen een verschil in behandeling zouden invoeren tussen twee categorieën van inverdenkinggestelden aan wie feiten worden verweten die een poging tot moord uitmaken en die zijn gepleegd minder dan vijf jaar nadat die inverdenkinggestelden een gevangenisstraf van minstens één jaar hebben ondergaan of nadat die straf is verjaard : enerzijds, diegenen ten aanzien van wie de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling de verwijzing naar de correctionele rechtbank wegens verzachtende omstandigheden gelast en, anderzijds, diegenen ten aanzien van wie het onderzoeksgerecht de verwijzing naar het hof van assisen gelast. De eerstgenoemden zouden kunnen worden veroordeeld tot een straf van
B.6.1. L'assassinat est punissable de la réclusion à perpétuité langere duur dan die welke aan de laatstgenoemden wordt opgelegd.
(article 394 du Code pénal, modifié par l'article 15, alinéa 1er, de B.6.1. Moord is strafbaar met levenslange opsluiting (artikel 394 van
het Strafwetboek, gewijzigd bij artikel 15, eerste lid, van de wet van
la loi du 10 juillet 1996 « portant abolition de la peine de mort et 10 juli 1996 « tot afschaffing van de doodstraf en tot wijziging van
modifiant les peines criminelles »). La réclusion étant une peine de criminele straffen »). Aangezien opsluiting een criminele straf is
criminelle (article 7 du Code pénal, modifié par l'article 32 de la (artikel 7 van het Strafwetboek, gewijzigd bij artikel 32 van de wet
loi du 9 avril 1930, par l'article 4 de la loi du 10 juillet 1996, par van 9 april 1930, bij artikel 4 van de wet van 10 juli 1996, bij
l'article 3 de la loi du 4 mai 1999 « instaurant la responsabilité artikel 3 van de wet van 4 mei 1999 « tot invoering van de
pénale des personnes morales » et par l'article 2 de la loi du 17 strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen » en bij
avril 2002 « instaurant la peine de travail comme peine autonome en artikel 2 van de wet van 17 april 2002 « tot invoering van de
matière correctionnelle et de police »), cette infraction est un crime werkstraf als autonome straf in correctionele zaken en in politiezaken
(article 1er, alinéa 1er, du Code pénal).
La tentative de crime est punissable de la peine immédiatement »), is dat misdrijf een misdaad (artikel 1, eerste lid, van het
Strafwetboek).
inférieure à celle du crime même, de sorte que la tentative Poging tot misdaad is strafbaar met de straf die onmiddellijk lager is
d'assassinat est punissable de la réclusion de vingt à trente ans dan die gesteld op de misdaad zelf, zodat poging tot moord strafbaar
(article 52 du Code pénal, lu en combinaison avec l'article 80, alinéa is met opsluiting van twintig tot dertig jaar (artikel 52 van het
Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 80, eerste lid, van het
1er, du Code pénal, remplacé par l'article 2 de la loi du 11 décembre Strafwetboek, vervangen bij artikel 2 van de wet van 11 december 2001
2001 « modifiant les articles 80, 471 et 472 du Code pénal et « tot wijziging van de artikelen 80, 471 en 472 van het Strafwetboek
l'article 90ter, § 2, 8°, du Code d'instruction criminelle » et avec en artikel 90ter, § 2, 8°, van het Wetboek van strafvordering », en
l'article 9 du Code pénal, remplacé par l'article 6 de la loi du 10 met artikel 9 van het Strafwetboek, vervangen bij artikel 6 van de wet
juillet 1996). La réclusion étant une peine criminelle, la tentative van 10 juli 1996). Aangezien opsluiting een criminele straf is, is
d'assassinant est aussi un crime. poging tot moord ook een misdaad.
B.6.2. C'est en principe à la cour d'assises qu'il appartient de juger B.6.2. Het staat in beginsel aan het hof van assisen een persoon te
une personne inculpée de crime. Tel n'est cependant pas le cas berechten die van een misdaad in verdenking is gesteld. Zulks is
evenwel niet het geval wanneer die persoon, met toepassing van artikel
lorsque, en application de l'article 2 de la loi du 4 octobre 1867, 2 van de wet van 4 oktober 1867, wegens verzachtende omstandigheden
celle-ci est renvoyée au tribunal correctionnel en raison de naar de correctionele rechtbank wordt verwezen (artikel 216novies van
circonstances atténuantes (article 216novies du Code d'instruction het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij artikel 14 van de wet
criminelle, inséré par l'article 14 de la loi du 21 décembre 2009). van 21 december 2009).
Un tel renvoi a pour effet que le fait constitutif du crime Een dergelijke verwijzing heeft tot gevolg dat het feit dat de
correctionnalisé doit être légalement considéré comme un délit. gecorrectionaliseerde misdaad uitmaakt, wettelijk als een wanbedrijf
B.6.3. Si la personne inculpée de tentative d'assassinat est renvoyée moet worden beschouwd. B.6.3. Indien de persoon die van poging tot moord in verdenking is
au tribunal correctionnel en raison de circonstances atténuantes, gesteld, wegens verzachtende omstandigheden naar de correctionele
celui-ci ne peut la condamner qu'à une peine correctionnelle. rechtbank wordt verwezen, kan die hem enkel tot een correctionele
straf veroordelen.
A cet égard, l'article 25 du Code pénal, tel qu'il a été modifié par In dat verband bepaalt artikel 25 van het Strafwetboek, zoals het is
l'article 2 de la loi du 21 décembre 2009, dispose : gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 21 december 2009 :
« La durée de l'emprisonnement correctionnel est, sauf les cas prévus par la loi, de huit jours au moins et de cinq ans au plus. Elle est de cinq ans au plus s'il s'agit d'un crime punissable de la réclusion de cinq ans à dix ans qui a été correctionnalisé. Elle est de dix ans au plus s'il s'agit d'un crime punissable de la réclusion de dix ans à quinze ans qui a été correctionnalisé. Elle est de quinze ans au plus s'il s'agit d'un crime punissable de la réclusion de quinze ans à vingt ans qui a été correctionnalisé. Elle est de vingt ans au plus s'il s'agit d'un crime punissable de la réclusion de vingt ans à trente ans ou de la réclusion à perpétuité qui a été correctionnalisé. La durée d'un jour d'emprisonnement est de vingt-quatre heures. « De duur van de correctionele gevangenisstraf is, behoudens de in de wet bepaalde gevallen, ten minste acht dagen en ten hoogste vijf jaar. Hij is ten hoogste vijf jaar voor een met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar strafbare misdaad die gecorrectionaliseerd is. Hij is ten hoogste tien jaar voor een met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar strafbare misdaad die gecorrectionaliseerd is. Hij is ten hoogste vijftien jaar voor een met opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar strafbare misdaad die gecorrectionaliseerd is. Hij is ten hoogste twintig jaar voor een met opsluiting van twintig jaar tot dertig jaar of met levenslange opsluiting strafbare misdaad die gecorrectionaliseerd is. De duur van een dag gevangenisstraf is vierentwintig uren.
La durée d'un mois d'emprisonnement est de trente jours ». Le tribunal correctionnel peut donc condamner la personne inculpée de tentative d'assassinat, en raison de cette infraction, à un emprisonnement correctionnel d'une durée maximale de vingt ans. Lorsque cette personne a commis ce délit moins de cinq ans après avoir subi ou prescrit une peine d'emprisonnement d'au moins un an, le tribunal peut porter la durée de cet emprisonnement à une durée maximale de quarante ans (article 56, alinéa 2, du Code pénal, précité). La cour d'assises ne peut, elle, jamais condamner la personne accusée De duur van een maand gevangenisstraf is dertig dagen ». De correctionele rechtbank kan de van poging tot moord in verdenking gestelde persoon, wegens dat misdrijf, dus veroordelen tot een correctionele gevangenisstraf van maximum twintig jaar. Wanneer die persoon dat wanbedrijf minder dan vijf jaar na het ondergaan of het verjaren van een gevangenisstraf van minstens één jaar heeft gepleegd, kan de rechtbank de duur van die gevangenisstraf op maximum veertig jaar vaststellen (voormeld artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek). Het hof van assisen kan, van zijn kant, de persoon die van poging tot moord wordt beschuldigd, nooit veroordelen tot een criminele straf die
de tentative d'assassinat à une peine criminelle double du maximum het dubbele van het bij de wet op die misdaad gestelde maximum
prévu par la loi contre ce crime (Cass., 30 juin 1999, Pas., 1999, n° bedraagt (Cass., 30 juni 1999, Arr. Cass., 1999, nr. 411).
411). B.6.4. Il résulte de ce qui précède que, par la combinaison des B.6.4. Uit het voorgaande vloeit voort dat, door de combinatie van de
articles 25 et 56, alinéa 2, du Code pénal et de l'article 2, alinéas artikelen 25 en 56, tweede lid, van het Strafwetboek en artikel 2,
1er et 3, 2°, de la loi du 4 octobre 1867, l'inculpé relevant de la eerste lid en derde lid, 2°, van de wet van 4 oktober 1867, de
première catégorie décrite en B.5, qui est renvoyé devant le tribunal inverdenkinggestelde die tot de in B.5 beschreven eerste categorie
correctionnel, peut être condamné à une privation de liberté d'une behoort en die naar de correctionele rechtbank wordt verwezen, kan
worden veroordeeld tot een vrijheidsberoving van langere duur
durée plus longue (emprisonnement correctionnel de quarante ans) que (correctionele gevangenisstraf van veertig jaar) dan die welke de
celle que risque l'inculpé relevant de la seconde catégorie décrite inverdenkinggestelde die tot de beschreven tweede categorie behoort,
(réclusion de trente ans), qui est, lui, renvoyé devant la cour die van zijn kant naar het hof van assisen wordt verwezen, riskeert
d'assises. (opsluiting van 30 jaar).
B.7.1. L'article 56, alinéa 2, du Code pénal fait partie d'un ensemble B.7.1. Artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek maakt deel uit van
de dispositions visant à sanctionner la récidive, c'est-à-dire le cas een geheel van bepalingen die ertoe strekken de herhaling te
dans lequel « l'auteur d'une première infraction, puni à raison de ce bestraffen, met andere woorden het geval waarin « de dader van een
eerste misdrijf, die wegens dat feit is gestraft, er een tweede pleegt
fait, en commet une seconde » (Doc. parl., Sénat, 1851-1852, n° 70, p. » (eigen vertaling) (Parl. St., Senaat, 1851-1852, nr. 70, p. 28).
28). Parce qu'elle est une « circonstance aggravante » et parce Aangezien zij een « verzwarende omstandigheid » is en aangezien zij
qu'elle témoigne de l'inefficacité de la première peine à « engager getuigt van de ondoeltreffendheid van de eerste straf om « [de
veroordeelde] ertoe aan te sporen de wet na te leven » (eigen
[le condamné] à respecter la loi », la récidive justifie l'application vertaling), verantwoordt de herhaling de toepassing van een strengere
d'une peine plus sévère (ibid., p. 29). straf (ibid., p. 29).
La faculté laissée au juge de prononcer le double du maximum de la De aan de rechter gelaten mogelijkheid om het dubbele van het maximum
peine correctionnelle prévue par la loi pour ce second fait est une van de correctionele straf uit te spreken waarin bij de wet voor dat
garantie utile dans l'intérêt de la société (ibid., p. 30). tweede feit is voorzien, is een nuttige waarborg in het belang van de samenleving (ibid., p. 30).
L'impossibilité pour le juge de prendre une telle décision lorsqu'un De onmogelijkheid voor de rechter om een dergelijke beslissing te
crime succède à une condamnation à une peine correctionnelle est nemen wanneer een misdaad volgt op een veroordeling tot een
justifiée par le fait que « la peine criminelle [...] est pourvue correctionele straf, wordt verantwoord door het feit dat « de
d'une force suffisante et laisse au juge assez de latitude pour criminele straf [...] voldoende zwaar is en aan de rechter genoeg
satisfaire à tous les besoins d'aggravation que cette récidive a fait ruimte laat om in alle behoeften van verzwaring te voorzien welke die
surgir », l'« inefficacité de la première condamnation trouvant alors herhaling heeft doen ontstaan », waarbij « de ondoeltreffendheid van
de eerste veroordeling dan wordt verholpen door de noodzakelijke
son remède dans la sévérité nécessaire de la deuxième » (Doc. parl., strengheid van de tweede » (eigen vertaling) (Parl. St., Kamer,
Chambre, 1850-1851, n° 245, pp. 41-42). 1850-1851, nr. 245, pp. 41-42).
B.7.2. L'attribution à la chambre du conseil et à la chambre des mises B.7.2. De toewijzing aan de raadkamer en aan de kamer van
en accusation du pouvoir de renvoyer une personne inculpée de inbeschuldigingstelling van de bevoegdheid om een van poging tot moord
tentative d'assassinat au tribunal correctionnel a pour but de réduire in verdenking gestelde persoon naar de correctionele rechtbank te
verwijzen, heeft tot doel het aantal door het hof van assisen
le nombre d'affaires examinées par la cour d'assises (Doc. parl., onderzochte zaken te verminderen (Parl. St., Kamer, 2009-2010, DOC
Chambre, 2009-2010, DOC 52-2127/007, p. 8; ibid., DOC 52-2127/008, p. 52-2127/007, p. 8; ibid., DOC 52-2127/008, p. 106; Parl. St., Senaat,
106; Doc. parl., Sénat, 2009-2010, n° 4-924/8, pp. 2, 7 et 20). 2009-2010, nr. 4-924/8, pp. 2, 7 en 20).
B.8. Même si la peine d'emprisonnement correctionnel est une peine de B.8. Ook al is de correctionele gevangenisstraf een straf die
nature différente de celle de la peine criminelle de la réclusion, ces verschilt van de criminele straf van de opsluiting, toch hebben die
deux sanctions ont en commun de priver le condamné de sa liberté. twee sancties gemeen dat zij de veroordeelde van zijn vrijheid
Ni la nature de la peine criminelle ni le souci de réduire la charge beroven. Noch de aard van de criminele straf, noch de bekommernis om de
de travail de la cour d'assises ne permettent donc de raisonnablement werklast van het hof van assisen te verminderen maken het dus mogelijk
justifier la différence de traitement décrite en B.5. om het in B.5 beschreven verschil in behandeling redelijkerwijs te
B.9. L'article 56, alinéa 2, du Code pénal, lu en combinaison avec verantwoorden. B.9. Artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang
l'article 25 du même Code et avec l'article 2, alinéas 1er et 3, de la gelezen met artikel 25 van hetzelfde Wetboek en met artikel 2, eerste
loi du 4 octobre 1867 sur les circonstances atténuantes, est lid en derde lid, van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende
incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, mais omstandigheden is niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de
uniquement dans la mesure où il autorise la condamnation de l'inculpé Grondwet, doch enkel in zoverre het toelaat de inverdenkinggestelde
relevant de la première catégorie de personnes décrite en B.5 à une die tot de in B.5 beschreven eerste categorie van personen behoort, te
peine supérieure à celle qui peut être prononcée à l'égard de veroordelen tot een hogere straf dan die welke kan worden uitgesproken
l'inculpé relevant de la seconde catégorie de personnes décrite en B.5. Dans cette mesure, la question préjudicielle appelle une réponse positive. Il appartient au législateur de remédier à cette discrimination. Dans l'attente de l'intervention du législateur, le juge correctionnel doit, lorsqu'il détermine la peine, veiller à ne pas condamner en pareil cas à une peine privative de liberté dont la durée excède le délai maximum de la peine privative de liberté qui pourrait être imposée par la cour d'assises. ten aanzien van de inverdenkinggestelde die tot de in B.5 beschreven tweede categorie van personen behoort. In die mate dient de prejudiciële vraag bevestigend te worden beantwoord. Het staat aan de wetgever die discriminatie weg te werken. In afwachting dat de wetgever optreedt, komt het de correctionele rechter toe bij de bepaling van de straf erover te waken dat hij in zodanig geval niet veroordeelt tot een vrijheidsberovende straf waarvan de duur de maximumtermijn van de vrijheidsberovende straf die door het hof van assisen zou kunnen worden opgelegd, te boven gaat.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
- L'article 2, alinéas 1er et 3, 2°, de la loi du 4 octobre 1867 sur - Artikel 2, eerste lid en derde lid, 2°, van de wet van 4 oktober
les circonstances atténuantes, remplacé par l'article 230 de la loi du 1867 op de verzachtende omstandigheden, vervangen bij artikel 230 van
21 décembre 2009 relative à la réforme de la cour d'assises, ne viole de wet van 21 december 2009 tot hervorming van het hof van assisen,
pas les articles 10 et 11 de la Constitution. schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
- L'article 56, alinéa 2, du Code pénal, lu en combinaison avec - Artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen
l'article 25 du même Code et avec l'article 2, alinéas 1er et 3, de la met artikel 25 van hetzelfde Wetboek en met artikel 2, eerste lid en
loi du 4 octobre 1867 sur les circonstances atténuantes, viole les derde lid, van de wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende
articles 10 et 11 de la Constitution, mais uniquement dans la mesure omstandigheden, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doch
où il autorise la condamnation de l'inculpé renvoyé au tribunal enkel in zoverre het toelaat de inverdenkinggestelde die naar de
correctionnel du chef d'un crime correctionnalisé commis moins de cinq correctionele rechtbank is verwezen wegens een gecorrectionaliseerde
misdaad die is gepleegd minder dan vijf jaar nadat hij een
ans après qu'il a subi ou prescrit une peine d'emprisonnement d'au gevangenisstraf van minstens één jaar heeft ondergaan of nadat die
moins un an, à une peine supérieure à celle qui peut être prononcée à straf is verjaard, te veroordelen tot een hogere straf dan die welke
l'égard de l'inculpé renvoyé à la cour d'assises du chef du même crime kan worden uitgesproken ten aanzien van de inverdenkinggestelde die
wegens dezelfde misdaad die in diezelfde omstandigheid is gepleegd,
commis dans cette même circonstance. naar het hof van assisen is verwezen.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 15 décembre 2011. Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 15 december 2011.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
R. Henneuse. R. Henneuse.
^