Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 150/2010 du 22 décembre 2010 Numéro du rôle : 4821 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 6 et 14, alinéa 3, de la section 2bis du livre III, tit(...) La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, des juges E. De Gr(...)"
Extrait de l'arrêt n° 150/2010 du 22 décembre 2010 Numéro du rôle : 4821 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 6 et 14, alinéa 3, de la section 2bis du livre III, tit(...) La Cour constitutionnelle, composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, des juges E. De Gr(...) Uittreksel uit arrest nr. 150/2010 van 22 december 2010 Rolnummer 4821 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 6 en 14, derde lid, van afdeling 2bis van boek III, titel VII(...) Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, de rechters E(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 150/2010 du 22 décembre 2010 Uittreksel uit arrest nr. 150/2010 van 22 december 2010
Numéro du rôle : 4821 Rolnummer 4821
En cause : la question préjudicielle relative aux articles 6 et 14, In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 6 en 14, derde lid,
alinéa 3, de la section 2bis (« Des règles particulières aux baux van afdeling 2bis (« Regels betreffende de handelshuur in het
commerciaux ») du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil, bijzonder ») van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het
posée par la Cour de cassation. Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents R. Henneuse et M. Bossuyt, des juges E. De samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, de rechters
Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T.
Merckx-Van Goey et P. Nihoul, et, conformément à l'article 60bis de la Merckx-Van Goey en P. Nihoul, en, overeenkomstig artikel 60bis van de
loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, du bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus
président émérite M. Melchior, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, voorzitter M. Melchior, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux,
présidée par le président émérite M. Melchior, onder voorzitterschap van emeritus voorzitter M. Melchior,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par arrêt du 20 novembre 2009 en cause de Giuseppe Capelluto et Bij arrest van 20 november 2009 in zake Giuseppe Capelluto en
Diyavenita Pinti contre la SPRL « CARU », dont l'expédition est Diyavenita Pinti tegen de bvba « CARU », waarvan de expeditie ter
parvenue au greffe de la Cour le 3 décembre 2009, la Cour de cassation griffie van het Hof is ingekomen op 3 december 2009, heeft het Hof van
a posé la question préjudicielle suivante : Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« Les articles 6 et 14, alinéa 3, de la loi du 30 avril 1951 sur les « Schenden de artikelen 6 en 14, derde lid, van de wet van 30 april
baux commerciaux, interprétés en ce sens que le preneur d'un bail 1951 op de handelshuurovereenkomsten, in die zin geïnterpreteerd dat
de huurder in het kader van een handelshuurovereenkomst die, krachtens
commercial tacitement reconduit, en vertu de l'article 14, alinéa 3, artikel 14, derde lid, voor onbepaalde duur stilzwijgend is vernieuwd,
pour une durée indéterminée ne peut demander au juge la révision du aan de rechter geen herziening van de in die huurovereenkomst bepaalde
loyer prévu par ledit bail sur la base de l'article 6 précité, huurprijs kan vragen op grond van het voormelde artikel 6, de
violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij een verschil in
créent une différence de traitement entre ce preneur et le preneur behandeling teweegbrengen tussen die huurder en de huurder in het
kader van een handelshuurovereenkomst die niet wordt verlengd door een
d'un bail commercial qui n'est pas prorogé par une reconduction stilzwijgende vernieuwing, aan wie een dergelijke mogelijkheid wel
tacite, auquel une telle faculté est reconnue ? ». wordt toegekend ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1.1. La Cour est invitée à se prononcer sur la compatibilité, avec B.1.1. Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de
les articles 10 et 11 de la Constitution, des articles 6 et 14, alinéa 3, de la loi du 30 avril 1951 sur les baux commerciaux, interprétés en ce sens que le preneur d'un bail commercial à durée indéterminée né en application dudit article 14, alinéa 3, ne peut demander au juge la révision du loyer prévu par le bail, sur la base de l'article 6 précité. B.1.2. La Cour est interrogée sur la différence de traitement entre deux catégories de preneurs : d'une part, le preneur d'un bail commercial à durée indéterminée né en application de l'article 14, alinéa 3, de la loi sur les baux commerciaux, qui ne peut demander au juge la révision du loyer fixé dans ledit bail, et, d'autre part, le preneur d'un bail commercial renouvelé pour une durée de neuf ans en bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de artikelen 6 en 14, derde lid, van de Handelshuurwet van 30 april 1951, in die zin geïnterpreteerd dat de huurder in het kader van een handelshuurovereenkomst van onbepaalde duur die met toepassing van het voormelde artikel 14, derde lid, tot stand is gekomen, aan de rechter geen herziening van de in die huurovereenkomst bepaalde huurprijs kan vragen op grond van het voormelde artikel 6. B.1.2. Het Hof wordt ondervraagd over het verschil in behandeling tussen twee categorieën van huurders : enerzijds, de huurder in het kader van een handelshuurovereenkomst van onbepaalde duur die, met toepassing van artikel 14, derde lid, van de Handelshuurwet tot stand is gekomen, die niet aan de rechter de herziening van de in die huurovereenkomst bepaalde huurprijs kan vragen en, anderzijds, de huurder in het kader van een handelshuurovereenkomst die, met toepassing van artikel 13, eerste lid, van de Handelshuurwet wordt
application de l'article 13, alinéa 1er, de la même loi, qui peut hernieuwd voor een duur van negen jaar, die aan de rechter wel een
demander au juge la révision du loyer. herziening van de huurprijs kan vragen.
B.1.3. Il ressort des éléments du dossier qu'un contrat de bail B.1.3. Uit de elementen van het dossier blijkt dat tussen de partijen
commercial à durée indéterminée est né entre les parties devant le voor het verwijzende rechtscollege een handelshuurovereenkomst van
juge du fond, en application de l'article 14, alinéa 3, de la loi sur onbepaalde duur, met toepassing van artikel 14, derde lid, van de
les baux commerciaux, parce que le preneur a été laissé en possession Handelshuurwet tot stand is gekomen, omdat de huurder, na het
des lieux loués après l'expiration du contrat de bail commercial verstrijken van de oorspronkelijk gesloten handelshuurovereenkomst in
initialement conclu. La Cour limitera l'examen des dispositions en het bezit van het verhuurde goed werd gelaten. Het Hof zal het
cause à cette seule hypothèse. onderzoek van de in het geding zijnde bepalingen tot dat enkele geval beperken.
B.2.1. Aux termes de l'article 13, alinéa 1er, de la section 2bis (« B.2.1. Luidens artikel 13, eerste lid, van afdeling 2bis (« Regels
Des règles particulières aux baux commerciaux ») du livre III, titre betreffende de handelshuur in het bijzonder ») van boek III, titel
VIII, chapitre II, du Code civil (ci-après : la loi du 30 avril 1951 sur les baux commerciaux), le preneur a le droit d'obtenir, par préférence à toute autre personne, le renouvellement de son bail pour la continuation du même commerce, soit à l'expiration de celui-ci, soit à l'expiration du premier ou à l'expiration du deuxième renouvellement, pour une durée de neuf années, sauf accord des parties constaté par un acte authentique ou par une déclaration faite devant le juge. B.2.2. Le preneur désireux d'exercer le droit au renouvellement doit, à peine de déchéance, le notifier au bailleur par exploit d'huissier de justice ou par lettre recommandée dix-huit mois au plus, quinze mois au moins, avant l'expiration du bail en cours. La notification doit indiquer, à peine de nullité, les conditions auxquelles le preneur lui-même est disposé à conclure le nouveau bail et contenir la VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek (hierna : de Handelshuurwet van 30 april 1951) heeft de huurder het recht, bij voorkeur boven alle andere personen, de hernieuwing van zijn huurovereenkomst te verkrijgen om dezelfde handel voort te zetten, hetzij bij het verstrijken ervan, hetzij bij het verstrijken van de eerste of de tweede hernieuwing, voor een duur van negen jaar, behoudens akkoord van partijen dat blijkt uit een authentieke akte of uit een voor de rechter afgelegde verklaring. B.2.2. De huurder die het recht op hernieuwing verlangt uit te oefenen, moet zulks op straffe van verval bij exploot van gerechtsdeurwaarder of bij aangetekende brief ter kennis van de verhuurder brengen, ten vroegste achttien maanden, ten laatste vijftien maanden vóór het eindigen van de lopende huur. De kennisgeving moet op straffe van nietigheid de voorwaarden opgeven
mention qu'à défaut de notification par le bailleur, suivant les mêmes waaronder de huurder zelf bereid is om de nieuwe huur aan te gaan en
voies et dans les trois mois, de son refus motivé de renouvellement, moet de vermelding bevatten dat de verhuurder zal worden geacht met de
de la stipulation de conditions différentes ou d'offres d'un tiers, le hernieuwing van de huur onder de voorgestelde voorwaarden in te
stemmen, indien hij niet op dezelfde wijze binnen drie maanden kennis
geeft ofwel van zijn met redenen omklede weigering van hernieuwing,
bailleur sera présumé consentir au renouvellement du bail aux ofwel van andere voorwaarden of van het aanbod van een derde (artikel
conditions proposées (article 14, alinéa 1er, de la loi du 30 avril 14, eerste lid, van de Handelshuurwet van 30 april 1951).
1951 sur les baux commerciaux).
B.2.3. L'article 14, alinéa 3, de la loi du 30 avril 1951 sur les baux B.2.3. Artikel 14, derde lid, van de Handelshuurwet van 30 april 1951
commerciaux atténue, en faveur du preneur, la sanction attachée au mildert, ten voordele van de huurder de sanctie voor het niet in acht
non-respect des formes et délais fixés pour une demande de nemen van de vormen en termijnen in het kader van een aanvraag tot
renouvellement de bail. Cette disposition dit que : huurhernieuwing. Die bepaling luidt :
« Si le preneur, forclos du droit au renouvellement, est, après « Indien de van het recht op hernieuwing vervallen huurder, na het
eindigen van de huur in het bezit van het verhuurde goed gelaten
l'expiration du bail, laissé en possession des lieux loués, il s'opère wordt, komt een nieuwe huur van onbepaalde duur tot stand, die de
un nouveau bail d'une durée indéterminée, auquel le bailleur pourra verhuurder zal kunnen beëindigen mits hij ze ten minste achttien
mettre fin moyennant un congé de dix-huit mois au moins, sans maanden vooraf opzegt, onverminderd het recht van de huurder om
préjudice du droit, pour le preneur, de demander le renouvellement ». hernieuwing te vragen ».
B.2.4. L'article 6 de la loi du 30 avril 1951 sur les baux commerciaux B.2.4. Artikel 6 van de Handelshuurwet van 30 april 1951 bepaalt :
dispose : « A l'expiration de chaque triennat, les parties ont le droit de « Bij het verstrijken van elke driejarige periode hebben partijen het
demander au juge de paix la révision du loyer, à charge d'établir que, recht aan de vrederechter herziening van de huurprijs te vragen, mits
par le fait de circonstances nouvelles, la valeur locative normale de zij bewijzen dat de normale huurwaarde van het gehuurde goed ten
l'immeuble loué est supérieure ou inférieure d'au moins 15 p.c. au loyer stipulé dans le bail ou fixé lors de la dernière révision. Le juge statue en équité et n'a pas égard au rendement favorable ou défavorable résultant du seul fait du preneur. L'action ne peut être intentée que pendant les trois derniers mois du triennat en cours. Le loyer révisé produira ses effets à compter du premier jour du triennat suivant, l'ancien loyer demeurant provisoirement exigible jusqu'à la décision définitive ». B.3.1. Contrairement à ce qu'affirment les demandeurs en cassation, il ressort des termes de la question préjudicielle posée qu'il est gevolge van nieuwe omstandigheden ten minste 15 t.h. hoger of lager is dan de huurprijs die in de huurovereenkomst is bepaald of bij de laatste herziening is vastgesteld. De rechter doet uitspraak naar billijkheid, zonder te letten op het gunstig of ongunstig rendement dat uitsluitend aan de huurder is toe te schrijven. De vordering kan slechts worden ingesteld gedurende de laatste drie maanden van de lopende driejarige periode. De herziene huurprijs zal gelden te rekenen van de eerste dag van de volgende driejarige periode, maar de vroegere huurprijs kan voorlopig worden gevorderd tot op de dag der eindbeslissing ». B.3.1. In tegenstelling tot hetgeen de eisers in cassatie beweren, blijkt uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag dat het Hof niet
demandé à la Cour non pas de comparer les situations de deux wordt gevraagd de situatie van twee categorieën van verhuurders te
catégories de bailleurs, mais bien celles des deux catégories de vergelijken, maar wel die van de in B.1.2 vermelde categorieën van
preneurs mentionnées en B.1.2. huurders.
B.3.2. D'après le Conseil des ministres, ces deux catégories de preneurs se trouveraient dans des situations qui ne sont pas comparables, puisque dans un cas, le preneur est partie à un contrat à durée déterminée, tandis que dans l'autre, il est partie à un contrat d'une durée indéterminée. Cette circonstance ne permet toutefois pas de conclure que ces deux catégories de preneurs ne peuvent être comparées. Il s'agit, au contraire, pour la Cour, d'examiner si les conséquences qui s'attachent au caractère indéterminé ou non de la durée du contrat à l'égard du preneur sont raisonnablement justifiées par rapport à l'objectif poursuivi par le législateur. B.3.2. Volgens de Ministerraad zouden die twee categorieën van huurders zich in een situatie bevinden die niet vergelijkbaar is, vermits in het ene geval, de huurder partij is bij een overeenkomst van bepaalde duur terwijl hij, in het andere geval, partij is bij een overeenkomst van onbepaalde duur. Die omstandigheid laat evenwel niet toe te besluiten dat die twee categorieën van huurders niet kunnen worden vergeleken. Het Hof dient daarentegen te onderzoeken of de gevolgen die, voor de huurder, zijn verbonden aan het al dan niet onbepaalde karakter van de duur van de overeenkomst, redelijk zijn verantwoord ten opzichte van het doel van de wetgever.
B.4. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 30 avril 1951 B.4. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 30 april 1951
blijkt dat de wetgever de huurder van een handelszaak een zekere
que le législateur entendait à la fois assurer une certaine stabilité stabiliteit wilde verzekeren en tegelijkertijd een evenwicht wilde
au preneur d'un fonds de commerce et trouver un point d'équilibre vinden tussen de belangen van de huurder en die van de verhuurder.
entre les intérêts du preneur et ceux du bailleur. Er werd uiteengezet dat de opzet van de wet beantwoordde « aan het
Il a été exposé que le but de la loi répondait « au souci de garantir streven om de gewettigde economische en sociale belangen van de
les intérêts économiques et sociaux légitimes des Classes moyennes Middenstand te vrijwaren tegen de onvastheid en de aanleidingen tot
contre l'instabilité et les sources d'abus que comporte le régime de misbruiken die gepaard gaan met het stelsel van de volledige vrijheid
la liberté absolue des conventions de bail » et que « [le] but [était] van de huurovereenkomsten » en dat het « [doel] drievoudig [was] : 1°
triple : 1° donner au preneur commerçant des garanties de durée et aan de handeldrijvende huurder waarborgen van duur en initiatief te
d'initiative; 2° lui assurer le renouvellement du bail quand le verschaffen; 2° hem de hernieuwing van de huurovereenkomst te
verzekeren wanneer de eigenaar geen gegronde redenen heeft om anders
propriétaire n'a pas de raisons fondées de disposer autrement des over de plaatsen te beschikken en, bij gelijk aanbod, de voorkeur ten
lieux et, à offre égale, la préférence à tout tiers enchérisseur; 3° opzichte van elk opbiedend derde; 3° te zijnen bate verschillende
établir à son profit diverses indemnités sanctionnant soit la fraude à vergoedingen in te voeren als waarborg hetzij tegen ontduiking van de
la loi, soit la concurrence illicite ou l'appropriation de la wet, hetzij tegen ongeoorloofde mededinging of toeëigening van
cliëntele bij gelegenheid van het verstrijken van een
clientèle à l'occasion d'une fin de bail, soit enfin l'enrichissement huurovereenkomst, hetzij, ten slotte, tegen verrijking zonder oorzaak
sans cause » (Doc. parl., Chambre, 1947-1948, n° 20, pp. 2, 4 et 5). » (Parl. St., Kamer, 1947-1948, nr. 20, pp. 2, 4 en 5).
Il a été souligné qu'un « point d'équilibre [était] à trouver entre la Er werd onderstreept dat « een evenwicht gevonden [moest] worden
protection du fonds de commerce, au sens large, et le respect des tussen de bescherming van de handelszaak, in de ruime zin genomen, en
intérêts légitimes des propriétaires d'immeubles » et qu'il convenait de eerbiediging van de wettige belangen van de eigenaars » en dat het
« de concilier les intérêts en présence » (Doc. parl., Sénat, betaamde « de tegenover elkaar staande belangen te verzoenen » (Parl.
1948-1949, n° 384, pp. 2 et 3). St., Senaat, 1948-1949, nr. 384, pp. 2 en 3).
Quant à la faculté, pour les parties au contrat, de demander la Wat de mogelijkheid betreft, voor de partijen bij de overeenkomst, om
révision du loyer tous les trois ans, le législateur a estimé qu'il driejaarlijks een herziening van de huurprijs te vragen, heeft de
était nécessaire d'apporter un contrepoids à la durée minimale de neuf wetgever geoordeeld dat moest worden voorzien in een tegenwicht voor
années fixée par la loi sur les baux commerciaux (Doc. parl., Chambre, de minimumduur van negen jaar die door de Handelshuurwet is
1947-1948, n° 20, p. 14) B.5.1. Dans la mesure où le législateur a conçu la possibilité de vastgesteld (Parl. St., Kamer, 1947-1948, nr. 20, p. 14).
demander la révision du loyer, prévue à l'article 6 de la loi sur les B.5.1. In zoverre de wetgever de in artikel 6 van de Handelshuurwet
baux commerciaux, comme une compensation à la durée minimale de neuf bepaalde mogelijkheid om de herziening van huurprijs te vragen heeft
opgevat als tegengewicht voor de minimumduur van negen jaar waarin
années fixée par l'article 3, alinéa 1er, de la même loi, il convient artikel 3, eerste lid, van de Handelshuurwet voorziet, dient te worden
vastgesteld dat, wanneer met toepassing van het in het geding zijnde
de constater que, lorsque naît un nouveau bail d'une durée artikel 14, derde lid, van de Handelshuurwet een nieuwe
indéterminée, en application de l'article 14, alinéa 3, en cause, de huurovereenkomst van onbepaalde duur tot stand komt, zowel de
cette même loi, tant le bailleur que le preneur peuvent mettre fin à verhuurder als de huurder die overeenkomst kunnen beëindigen mits
ce contrat moyennant un congé relativement court. L'article 14, alinéa naleving van een relatief korte opzeggingstermijn. Artikel 14, derde
3, de la loi sur les baux à loyer dispose à cet égard que le bailleur lid, van de Handelshuurwet bepaalt dienaangaande dat de verhuurder die
pourra mettre fin à ce bail moyennant un congé de dix-huit mois au overeenkomst zal kunnen beëindigen mits hij ze ten minste achttien
moins. En application de l'article 1736 du Code civil, le preneur maanden vooraf opzegt. De huurder kan, met toepassing van artikel 1736
van het Burgerlijk Wetboek, de voor onbepaalde duur gesloten
pourra mettre fin au bail conclu pour une durée indéterminée moyennant huurovereenkomst beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn
un congé d'un mois. van een maand.
B.5.2. Lorsque le bail commercial devient un bail à durée indéterminée B.5.2. Wanneer de handelshuur bij gebrek aan hernieuwing een
à défaut de renouvellement, les parties au contrat peuvent toutefois huurovereenkomst van onbepaalde duur is geworden, kunnen de
convenir à l'amiable d'un renouvellement du bail sans respecter les contractpartijen evenwel in der minne een huurhernieuwing overeenkomen
formalités légales, qui ne revêtent un caractère impératif que pour zonder de naleving van de wettelijke vormvoorschriften, die enkel van
protéger le bailleur (Cass., 25 juin 1981, Pas., 1981, p. 1246). La possibilité de révision s'appliquant aussi pendant ce loyer renouvelé, les parties à un bail à durée indéterminée, mis en oeuvre par application de l'article 14, alinéa 3, de la loi sur les baux commerciaux, peuvent ainsi encore obtenir un droit de révision. B.5.3. Compte tenu de ce qui précède, la différence de traitement est raisonnablement justifiée par rapport à l'objectif poursuivi par le législateur et décrit en B.4. B.6. Dans l'interprétation des dispositions en cause soumise par le juge a quo, la question préjudicielle appelle une réponse négative. B.7. Le Conseil des ministres et la défenderesse en cassation relèvent que les dispositions en cause peuvent également recevoir une autre dwingend recht zijn ter bescherming van de verhuurder (Cass., 25 juni 1981, Arr. Cass., 1980-1981, p. 1266). Vermits de mogelijkheid tot herziening ook geldt tijdens een dergelijke hernieuwde huur, kunnen de partijen bij een huurovereenkomst van onbepaalde duur, die met toepassing van artikel 14, derde lid, van de Handelshuurwet is tot stand gekomen, op die wijze alsnog het recht tot herziening verkrijgen. B.5.3. Rekening houdend met hetgeen voorafgaat, is het verschil in behandeling redelijk verantwoord ten aanzien van het door de wetgever nagestreefde doel, dat in B.4 is omschreven. B.6. In de door de verwijzende rechter voorgelegde interpretatie van de in het geding zijnde bepalingen, dient de prejudiciële vraag ontkennend te worden beantwoord. B.7. De Ministerraad en de verweerster in cassatie merken op dat de in het geding zijnde bepalingen ook anders kunnen worden geïnterpreteerd.
interprétation. En effet, l'article 3, alinéa 1er, de la loi sur les Artikel 3, eerste lid, van de Handelshuurwet bepaalt immers dat de
baux commerciaux prévoit que la durée du bail ne peut être inférieure duur van de huur niet korter mag zijn dan negen jaar. Het is dan ook
à neuf années. Il n'est dès lors pas exclu que le bail initialement niet uitgesloten dat de oorspronkelijke huurovereenkomst voor een
conclu le soit pour une période plus longue que celle de neuf ans. langere periode dan negen jaar wordt gesloten. Niets uit de
Rien, des termes de l'article 6 de la même loi ni des travaux bewoordingen van artikel 6 van dezelfde wet of uit de parlementaire
préparatoires qui ont précédé son adoption, ne permet d'affirmer que l'application de celui-ci serait exclue en pareille hypothèse. Il en est de même pour un bail commercial d'une durée indéterminée né en application dudit article 14, alinéa 3. Dans ce cas, le bail prend cours à l'expiration de la précédente période de neuf ans qui constitue le terme du bail initial, de sorte qu'une demande de révision du loyer à l'expiration de chaque triennat à compter de cette date pourrait être envisagée en application de l'article 6 en cause. B.8. Dans cette interprétation, la différence de traitement entre les voorbereiding die voorafging aan de aanneming ervan, laat toe te stellen dat de toepassing van dat artikel in een dergelijk geval zou zijn uitgesloten. Hetzelfde geldt voor een handelshuurovereenkomst van onbepaalde duur die met toepassing van het voormelde artikel 14, derde lid, tot stand is gekomen. Zulk een huurovereenkomst gaat in bij het verstrijken van de vorige negenjarige periode dat het einde vormt van de oorspronkelijke huurovereenkomst, zodat een verzoek tot herziening van de huurprijs bij het verstrijken van elke driejarige periode vanaf die datum zou kunnen worden overwogen met toepassing van het in het geding zijnde artikel 6. B.8. In die interpretatie is het verschil in behandeling tussen de
deux catégories de preneurs visées par la question préjudicielle est twee categorieën van huurders die in de prejudiciële vraag worden
inexistante, de sorte que les articles 6 et 14, alinéa 3, de la loi du beoogd, onbestaande, zodat de artikelen 6 en 14, derde lid, van de
30 avril 1951 sur les baux commerciaux ne sont pas incompatibles avec Handelshuurwet van 30 april 1951, niet onbestaanbaar zijn met de
les articles 10 et 11 de la Constitution. artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
B.9. Il appartient à la juridiction a quo de déterminer quelle est B.9. Het komt het verwijzende rechtscollege toe te bepalen hoe de in
l'interprétation à donner aux dispositions en cause. het geding zijnde bepalingen moeten worden geïnterpreteerd.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
Les articles 6 et 14, alinéa 3, de la section 2bis (« Des règles De artikelen 6 en 14, derde lid, van afdeling 2bis (« Regels
particulières aux baux commerciaux ») du livre III, titre VIII, betreffende de handelshuur in het bijzonder ») van boek III, titel
chapitre II, du Code civil ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution. VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 22 décembre 2010. Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 22 december 2010.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
M. Melchior. M. Melchior.
^