Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 81/2009 du 14 mai 2009 Numéro du rôle : 4501 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 31, § 2, du décret de la Région flamande du 22 février 1995 relatif à l'assainissement du sol, posée par le Co La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...)"
Extrait de l'arrêt n° 81/2009 du 14 mai 2009 Numéro du rôle : 4501 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 31, § 2, du décret de la Région flamande du 22 février 1995 relatif à l'assainissement du sol, posée par le Co La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Ma(...) Uittreksel uit arrest nr. 81/2009 van 14 mei 2009 Rolnummer 4501 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 31, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, gesteld door de Raad van S Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Extrait de l'arrêt n° 81/2009 du 14 mai 2009 Uittreksel uit arrest nr. 81/2009 van 14 mei 2009
Numéro du rôle : 4501 Rolnummer 4501
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 31, § 2, du In zake : de prejudiciële vraag over artikel 31, § 2, van het decreet
décret de la Région flamande du 22 février 1995 relatif à van het Vlaamse Gewest van 22 februari 1995 betreffende de
l'assainissement du sol, posée par le Conseil d'Etat. bodemsanering, gesteld door de Raad van State.
La Cour constitutionnelle, Het Grondwettelijk Hof,
composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de
Martens, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe et E. Derycke, rechters P. Martens, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en E.
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder
Bossuyt, voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par arrêt n° 184.755 du 26 juin 2008 en cause de la SA « Société de Bij arrest nr. 184.755 van 26 juni 2008 in zake de nv « Société de
recherches immobilières » contre la Région flamande, dont l'expédition recherches immobilières » tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de
est parvenue au greffe de la Cour le 11 juillet 2008, le Conseil expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 juli 2008, heeft
d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 31, § 2, du décret du 22 février 1995 relatif à « Schendt artikel 31, § 2, van het decreet van 22 februari 1995
l'assainissement du sol viole-t-il les articles 10 et 11 de la betreffende de bodemsanering, doordat de eigenaar van grond die na
Constitution en ce que le propriétaire d'un terrain qui a été pollué verwerving en voor de inwerkingtreding van voornoemd decreet is
après son acquisition et avant l'entrée en vigueur du décret précité verontreinigd, zich niet kan beroepen op de uitzonderingsgrond van
ne peut invoquer le motif d'exception visé à l'article 31, § 2, du artikel 31, § 2, van het decreet, terwijl de eigenaar die de
décret, alors que le propriétaire qui a acquis le terrain pollué avant verontreinigde grond verworven heeft voor de inwerkingtreding van het
l'entrée en vigueur du décret peut effectivement invoquer ce motif decreet, wel vermag zich te beroepen op die uitzonderingsgrond, de
d'exception ? ». artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 31, § 2, du décret B.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 31, § 2, van het decreet
du 22 février 1995 relatif à l'assainissement du sol (ci-après : le van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering (hierna : het
décret relatif à l'assainissement du sol), qui dispose : Bodemsaneringsdecreet) dat bepaalt :
« La personne visée au § 1er n'est pas tenue à procéder à « De in § 1 bedoelde persoon is niet verplicht tot bodemsanering over
l'assainissement du sol si elle fournit la preuve qu'elle répond de te gaan indien hij het bewijs levert dat hij aan de hieronder bepaalde
manière cumulative aux conditions citées ci-après : voorwaarden cumulatief voldoet :
1° elle n'a pas causé elle-même la pollution du sol; 1° dat hij de verontreiniging niet zelf heeft veroorzaakt;
2° au moment où elle était devenue propriétaire ou utilisatrice du 2° dat hij op het ogenblik waarop hij eigenaar of gebruiker werd van
terrain elle n'était pas au courant ou [n'était pas censée] être au de grond niet op de hoogte was of behoorde te zijn van de
courant de la pollution ». verontreiniging ».
Quant au contexte de la disposition en cause Ten aanzien van de context van de in het geding zijnde bepaling
B.2.1. L'article 31, § 2, figure dans la section 2 - « Exécution B.2.1. Artikel 31, § 2, is opgenomen in afdeling 2 - « Verplichting
obligatoire de l'assainissement du sol » du chapitre IV - « Pollution tot uitvoering van de bodemsanering » - van hoofdstuk IV - «
historique du sol » - du décret relatif à l'assainissement du sol. Historische bodemverontreiniging » - van het Bodemsaneringsdecreet.
B.2.2. Par pollution « historique » du sol, on entend la pollution du B.2.2. Met « historische » bodemverontreiniging wordt de
sol « générée » avant l'entrée en vigueur du décret relatif à bodemverontreiniging bedoeld die vóór de inwerkingtreding van het
l'assainissement du sol au 29 octobre 1995 (article 2, 5°). Bodemsaneringsdecreet op 29 oktober 1995 tot stand is gekomen (artikel 2, 5°).
Contrairement à la pollution du sol « récente », par laquelle on In tegenstelling tot « nieuwe » bodemverontreiniging, waarmee de
entend la pollution du sol « générée » après l'entrée en vigueur du bodemverontreiniging wordt bedoeld die na de inwerkingtreding van het
décret relatif à l'assainissement du sol (article 2, 4°), pour la Bodemsaneringsdecreet tot stand is gekomen (artikel 2, 4°), geldt voor
pollution « historique » du sol, il n'y a pas d'obligation autonome « historische » bodemverontreiniging geen zelfstandige verplichting
d'assainissement : le Gouvernement flamand désigne, sur proposition de tot sanering : de Vlaamse Regering wijst op voorstel van de Openbare
la « Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij » (Société flamande des Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (hierna : OVAM) de historisch
Déchets) (ci-après : OVAM), les terrains étant l'objet d'une pollution verontreinigde gronden aan waar bodemsanering moet plaatsvinden
historique qui doivent être assainis (article 30, § 2). B.2.3. Au cours des travaux préparatoires, la distinction entre la pollution historique du sol et la pollution récente du sol a été soulignée : « L'obligation d'assainissement, son préfinancement et le régime de responsabilité diffèrent selon qu'il s'agit d'une pollution récente ou historique. Pour la pollution récente du sol, il existe une obligation d'assainissement du sol à partir du moment où les normes d'assainissement du sol sont dépassées. [...] Pour la pollution historique du sol, il n'existe pas d'obligation automatique d'assainissement. L'on ne procède à l'assainissement que s'il existe une menace grave. Eu égard aux moyens limités, l'autorité fixera ici des priorités en vue d'un assainissement sélectif. (artikel 30, § 2). B.2.3. In de parlementaire voorbereiding wordt het onderscheid tussen nieuwe en historische bodemverontreiniging benadrukt : « De verplichting tot sanering, de prefinanciering ervan en de aansprakelijkheidsregel verschillen al naargelang het om nieuwe of historische verontreiniging gaat. Voor nieuwe bodemverontreiniging bestaat een verplichting tot bodemsanering zodra de bodemsaneringsnormen overschreden zijn. [...] Voor historische bodemverontreiniging bestaat geen automatische verplichting tot sanering. Men gaat enkel over tot sanering indien er een ernstige bedreiging bestaat. Gelet op de beperkte middelen zal de overheid hier prioriteiten bepalen voor een selectieve sanering.
[...] [...]
En cas de pollution historique du sol qui constitue une menace grave, In geval van historische bodemverontreiniging die een ernstige
l'OVAM peut sommer le propriétaire ou l'occupant de procéder à bedreiging vormt, kan OVAM de eigenaar of gebruiker aanmanen om tot
l'assainissement. L'intéressé n'est pas tenu d'assainir à ses propres sanering over te gaan. De betrokkene is niet verplicht op eigen kosten
frais s'il prouve qu'il n'a pas lui-même causé la pollution et que te saneren indien hij aantoont dat hij zelf de verontreiniging niet
lors de la cession du terrain, il n'était pas au courant de la heeft veroorzaakt en dat hij bij overname van de grond niet op de
pollution, ni n'était censé l'être [...]. La situation juridique du hoogte was noch hoorde te zijn van de verontreiniging [...]. De
propriétaire ou de l'occupant est donc plus favorable en cas de rechtspositie van de eigenaar of gebruiker is dus gunstiger bij
pollution historique qu'en cas de pollution récente » (Doc. parl., historische verontreiniging dan bij nieuwe » (Parl. St., Vlaamse Raad,
Conseil flamand, 1993-1994, n° 587/1, pp. 2-3). 1993-1994, 587/1, pp. 2-3).
B.2.4. La personne tenue à l'assainissement qui est désignée B.2.4. De saneringsplichtige die overeenkomstig artikel 10, § 1, wordt
conformément à l'article 10, § 1er, est sommée par l'OVAM de procéder aangewezen, wordt door de OVAM aangemaand om de bodemsanering uit te
à l'assainissement du sol (article 31, § 1er). voeren (artikel 31, § 1).
L'article 10, § 1er, dispose que l'obligation de procéder à l'assainissement du sol incombe aux personnes suivantes : « a) si sur le terrain pollué est implanté un établissement ou est exercée une activité soumise à autorisation ou à déclaration en vertu du décret du 28 juin 1985 relatif à l'autorisation antipollution, à l'exploitant visé au décret précité; b) dans d'autres cas, au propriétaire du terrain pollué tant que celui-ci n'a pas démontré qu'une autre personne exerçait pour son propre compte le contrôle effectif sur ce terrain. Si le propriétaire fournit la preuve, l'obligation incombe à cette autre personne ». Ceci montre que la désignation comme personne tenue à l'assainissement ne peut être assimilée à la désignation du responsable de la pollution du sol. Conformément à l'article 10, § 1er, la personne tenue à l'assainissement est celle qui, au moment où l'assainissement du sol Artikel 10, § 1, bepaalt dat de verplichting om tot bodemsanering over te gaan, op de volgende personen rust : « a) indien op de grond waar de verontreiniging tot stand kwam een inrichting gevestigd is of een activiteit uitgeoefend wordt die vergunnings- of meldingsplichtig is krachtens het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, op de exploitant zoals bedoeld in dat decreet; b) in de andere gevallen, op de eigenaar van de grond waar de verontreiniging tot stand kwam, zolang deze niet heeft aangetoond dat een andere persoon voor eigen rekening de feitelijke controle over deze grond heeft. Levert de eigenaar dit bewijs, dan rust de verplichting op deze andere persoon ». Daaruit blijkt dat de aanwijzing als saneringsplichtige niet mag worden gelijkgesteld met de aanwijzing van de aansprakelijke van de bodemverontreiniging. Op grond van artikel 10, § 1, is diegene saneringsplichtig die, op het ogenblik dat de bodemsanering moet
doit avoir lieu, exerce le contrôle effectif sur le terrain, soit en worden doorgevoerd, de feitelijke controle over de grond heeft, hetzij
tant qu'exploitant, soit en tant que propriétaire, soit en tant que als exploitant, hetzij als eigenaar, hetzij als persoon die voor eigen
personne qui exerce le contrôle sur ce terrain pour son propre compte. rekening de controle over die grond heeft.
Quant au fond Ten gronde
B.3. Le juge a quo interroge la Cour au sujet de la compatibilité de B.3. De verwijzende rechter vraagt het Hof naar de bestaanbaarheid van
l'article 31, § 2, du décret relatif à l'assainissement du sol avec artikel 31, § 2, van het Bodemsaneringsdecreet, met de artikelen 10 en
les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il établit une 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling
différence de traitement, quant à la possibilité d'invoquer l'exception, entre les propriétaires de terrains qui sont l'objet d'une pollution historique, selon que cette pollution est antérieure ou postérieure à l'acquisition de la propriété. B.4. En vertu de l'article 31, § 2, la personne tenue à l'assainissement, désignée par l'OVAM, peut être dispensée de toute obligation d'assainissement de terrains qui sont l'objet d'une pollution historique lorsqu'elle prouve qu'elle satisfait aux deux conditions cumulatives prévues par cette disposition. La deuxième condition porte exclusivement sur le cas où le propriétaire désigné comme personne tenue à l'assainissement a acquis un terrain qui était déjà l'objet d'une pollution historique au moment de cette acquisition. Le propriétaire dont le terrain est l'objet d'une pollution historique survenue après son acquisition ne peut par conséquent invoquer l'exception prévue par la disposition en cause pour ne pas devoir donner suite à la sommation d'établir une analyse descriptive du sol et, le cas échéant, de procéder aux travaux d'assainissement. B.5.1. La mesure en cause repose sur un critère de distinction objectif, à savoir l'existence de la pollution du sol avant ou après l'acquisition du terrain en question. invoert, wat de mogelijkheid betreft om zich op de uitzonderingsgrond te beroepen, tussen eigenaars van historisch verontreinigde gronden naargelang de bodemverontreiniging vóór of na de eigendomsverwerving is ontstaan. B.4. Op grond van artikel 31, § 2, kan de door de OVAM aangewezen saneringsplichtige van elke verplichting tot sanering van historisch verontreinigde gronden worden vrijgesteld, wanneer hij het bewijs levert dat hij voldoet aan de twee cumulatieve voorwaarden waarin die bepaling voorziet. De tweede voorwaarde heeft uitsluitend betrekking op het geval waarbij de als saneringsplichtige aangewezen eigenaar een grond heeft verworven die op het ogenblik van de eigendomsverwerving reeds historisch was verontreinigd. De eigenaar wiens grond na de eigendomsverwerving door historische bodemverontreiniging wordt getroffen, kan zich bijgevolg niet op de uitzonderingsgrond waarin de in het geding zijnde bepaling voorziet, beroepen om niet op de aanmaning tot het opstellen van een beschrijvend bodemonderzoek en, in voorkomend geval, tot uitvoering van de bodemsaneringswerken te moeten ingaan. B.5.1. De in het geding zijnde maatregel berust op een objectief criterium van onderscheid, namelijk het bestaan van bodemverontreiniging vóór of na de eigendomsverwerving van de betrokken grond.
B.5.2. Les travaux préparatoires précisent à ce sujet : B.5.2. De parlementaire voorbereiding vermeldt :
« Le projet prévoit également en matière de pollution historique un « Het ontwerp voorziet ook inzake historische verontreiniging een
régime en faveur de l'exploitant ' innocent '. L'exception à gunstregeling voor de 'onschuldige' exploitant. De uitzondering op de
l'obligation d'assainissement est ici plus large qu'en cas de saneringsplicht is hier breder dan bij ' nieuwe ' bodemverontreiniging
pollution ' récente '. het geval is.
Selon l'article 31, § 2, la personne désignée conformément à l'article Volgens artikel 31, § 2 zal de persoon, aangewezen overeenkomstig
10 ne sera pas tenue d'assainir les terrains qui sont l'objet d'une artikel 10, niet verplicht zijn de historisch verontreinigde gronden
pollution historique si elle peut prouver à l'OVAM qu'elle n'a pas te saneren, indien hij aan OVAM kan aantonen dat hij de
causé la pollution et qu'au moment où elle est devenue propriétaire ou verontreiniging niet heeft veroorzaakt en hij op het ogenblik waarop
utilisatrice du terrain, elle n'avait pas connaissance ni ne devait hij eigenaar of gebruiker werd van de grond niet op de hoogte was of
avoir connaissance de la pollution. behoorde te zijn van de verontreiniging.
Plusieurs facteurs interviendront pour savoir si une personne pouvait Een aantal factoren zullen een rol spelen inzake de mogelijke kennis
avoir connaissance de la pollution. Le moment auquel on acquiert la van de verontreiniging. Ook het ogenblik waarop men de eigendom,
propriété, le contrôle effectif ou l'exploitation sera également feitelijke controle of exploitatie verwierf zal belangrijk zijn. In de
important. Ces dernières années, les entreprises sont censées être au laatste jaren wordt de bedrijfswereld geacht op de hoogte te zijn van
courant de la possibilité d'une pollution. L'ignorance ne peut être de mogelijkheid van verontreiniging. Onwetendheid kan bij recente
admise, en cas d'acquisition récente, que si l'acquéreur a effectué, verwerving alleen aanvaard worden indien de verwerver voor de
avant l'acquisition, une enquête adéquate quant aux anciens verkrijging een passend onderzoek heeft verricht naar de vorige
propriétaires et quant à l'utilisation antérieure du terrain. D'autres eigenaars en het vroeger gebruik van de grond. Andere aanwijzingen
indications peuvent être le rapport entre le prix de vente et la kunnen zijn de verhouding tussen de verkoopprijs en de waarde van de
valeur du terrain s'il n'était pas pollué, la probabilité et la grond indien onvervuild, de waarschijnlijkheid en het opspoorbaar
traçabilité de la pollution ... » (Doc. parl., Conseil flamand, karakter van de vervuiling ... » (Parl. St., Vlaamse Raad, 1993-1994,
1993-1994, n° 587/1, p. 34). 587/1, p. 34)
B.5.3. Le législateur décrétal a pu estimer que le propriétaire est B.5.3. De decreetgever vermocht ervan uit te gaan dat de eigenaar moet
censé être au courant de la pollution du sol qui est postérieure à worden geacht op de hoogte te zijn van bodemverontreiniging die na de
l'acquisition du terrain. Il en est d'autant plus ainsi lorsque, comme eigendomsverwerving ontstaat. Zulks geldt des te meer wanneer, zoals
en l'espèce, les terrains sont utilisés, après leur acquisition, en te dezen, de gronden na de eigendomsverwerving worden gebruikt voor de
vue de l'exploitation d'un établissement qui stocke, récupère et exploitatie van een inrichting waar solventen worden opgeslagen,
distille des solvants, et que la propriétaire, une société gerecupereerd en gedistilleerd en de eigenaar, gelet op zijn
immobilière, ne peut avoir ignoré, eu égard à son activité beroepsactiviteit - een immobiliënvennootschap -, niet onwetend kan
professionnelle les risques éventuels qu'une telle exploitation peut zijn van de mogelijke risico's die zulk een exploitatie met zich kan
entraîner. meebrengen.
B.5.4. En outre, ainsi qu'il a été rappelé en B.2, pour la pollution B.5.4. Bovendien bestaat er, zoals in B.2 in herinnering gebracht,
historique du sol, il n'existe pas d'obligation autonome voor historische bodemverontreiniging geen zelfstandige
d'assainissement. saneringsverplichting.
Les travaux préparatoires de l'article 31, § 1er, précisent : De parlementaire voorbereiding van artikel 31, § 1, vermeldt :
« Les terrains à assainir sont identifiés par le Gouvernement flamand. « De te saneren gronden worden geïdentificeerd door de Vlaamse
L'on peut dès lors affirmer qu'il n'y a pas d'obligation autonome de regering. Men kan dan ook stellen dat er geen zelfstandige
procéder à l'assainissement. Ce n'est qu'après que la personne tenue à verplichting bestaat om tot sanering over te gaan. Pas nadat de
l'assainissement est sommée par l'OVAM de procéder à l'assainissement saneringsplichtige door OVAM aangemaand wordt om tot sanering over te
que naît l'obligation [...] » (Doc. parl., Conseil flamand, 1993-1994, gaan zal de verplichting ontstaan » (Parl. St., Vlaamse Raad,
n° 587/1, p. 33). 1993-1994, 587/1, p. 33).
B.5.5. Enfin, le propriétaire tenu à l'assainissement dont le terrain B.5.5. Ten slotte beschikt de saneringsplichtige eigenaar wiens grond
a été pollué par un tiers après son acquisition dispose de plusieurs na de eigendomsverwerving door een derde werd verontreinigd over een
moyens pour poursuivre ce tiers responsable en justice. aantal middelen om die aansprakelijke derde in rechte aan te spreken.
Sur la base de l'article 32, § 1er, la personne tenue à Op grond van artikel 32, § 1, kan de saneringsplichtige die niet zelf
l'assainissement qui n'a pas causé elle-même la pollution peut de verontreiniging heeft veroorzaakt, de gemaakte kosten verhalen
réclamer le remboursement des frais exposés conformément aux règles de overeenkomstig de aansprakelijkheidsregels die van toepassing waren
la responsabilité qui étaient applicables avant la date d'entrée en vóór de datum van inwerkingtreding van het decreet, met andere woorden
vigueur du décret, en d'autres termes la responsabilité fondée sur la de foutaansprakelijkheid of de andere wettelijke objectieve
faute ou les autres régimes légaux de la responsabilité objective. aansprakelijkheidsregels.
Aux termes de l'article 35, l'article 11 du décret s'applique par Luidens artikel 35 is artikel 11 van het decreet van overeenkomstige
analogie en cas d'assainissement de terrains qui sont l'objet d'une toepassing bij bodemsanering uitgevoerd op gronden met historische
pollution historique. La référence doit donc être interprétée en ce bodemverontreiniging. De verwijzing dient aldus te worden begrepen dat
sens que la personne tenue à l'assainissement peut réclamer une avance de saneringsplichtige een voorschot kan vorderen van de persoon die
à la personne qui est responsable de la pollution du sol ou exiger aansprakelijk is voor de bodemverontreiniging of kan eisen dat hij een
qu'elle donne une sûreté financière. financiële zekerheid stelt.
B.5.6. Il résulte de ce qui précède que la disposition en cause n'est B.5.6. Uit wat voorafgaat, volgt dat de in het geding zijnde bepaling
pas dénuée de justification raisonnable. niet zonder redelijke verantwoording is.
B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour doit : zegt voor recht :
L'article 31, § 2, du décret de la Région flamande du 22 février 1995 Artikel 31, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 22
relatif à l'assainissement du sol ne viole pas les articles 10 et 11 februari 1995 betreffende de bodemsanering schendt de artikelen 10 en
de la Constitution. 11 van de Grondwet niet.
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare
l'audience publique du 14 mai 2009. terechtzitting van 14 mei 2009.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
M. Bossuyt. M. Bossuyt.
^