← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 118/2008 du 31 juillet 2008 Numéro du rôle : 4347 En cause
: les questions préjudicielles relatives à l'article 470 du Code des impôts sur les revenus 1992, posées
par la Cour d'appel de Gand. La Cour constitutionne composée des présidents M.
Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, E. De Groo(...)"
Extrait de l'arrêt n° 118/2008 du 31 juillet 2008 Numéro du rôle : 4347 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 470 du Code des impôts sur les revenus 1992, posées par la Cour d'appel de Gand. La Cour constitutionne composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, E. De Groo(...) | Uittreksel uit arrest nr. 118/2008 van 31 juli 2008 Rolnummer 4347 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 470 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het Grondwettelijk Hof samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, (...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extrait de l'arrêt n° 118/2008 du 31 juillet 2008 | Uittreksel uit arrest nr. 118/2008 van 31 juli 2008 |
Numéro du rôle : 4347 | Rolnummer 4347 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 470 du | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 470 van het |
Code des impôts sur les revenus 1992, posées par la Cour d'appel de | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van |
Gand. | Beroep te Gent. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de |
Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, | rechters P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, |
J.-P. Moerman, J. Spreutels, E. Derycke et T. Merckx-Van Goey, | J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, J. Spreutels, E. Derycke en T. Merckx-Van |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. | Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
Bossuyt, | voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par arrêt du 13 novembre 2007 en cause de la ville d'Ostende contre | Bij arrest van 13 november 2007 in zake de stad Oostende tegen de |
l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
26 novembre 2007, la Cour d'appel de Gand a posé les questions | ingekomen op 26 november 2007, heeft het Hof van Beroep te Gent de |
préjudicielles suivantes : | volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « Les dispositions de l'article 470 CIR/1992 violent-elles les | 1. « Schenden de bepalingen van artikel 470 WIB/1992 de artikelen 10 |
articles 10 et 11 de la Constitution/1994 en ce qu'elles prévoient que | en 11 Grondwet/1994 in die zin dat deze bepalingen voorzien dat de |
gemeenten een administratiekost aan de federale overheid moeten | |
les communes doivent payer des frais d'administration à l'autorité | betalen voor het innen van de aanvullende gemeentebelasting op de |
fédérale pour la perception de la taxe communale additionnelle à | personenbelasting, daar waar de federale overheid de oneigenlijke |
l'impôt des personnes physiques, alors que, par suite des dispositions | gewestbelastingen, ingevolge de bepalingen van artikel 5, § 3 van de |
de l'article 5, § 3, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au | Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de |
financement des communautés et des régions, l'autorité fédérale | |
perçoit gratuitement au profit des régions les impôts non proprement | Gemeenschappen en de Gewesten, kosteloos ten behoeve van de gewesten |
régionaux ? »; | gaat innen ? »; |
2. « Les dispositions de l'article 470 CIR/1992 violent-elles les | 2. « Schenden de bepalingen van artikel 470 WIB/1992 de artikelen 10 |
articles 10 et 11 de la Constitution/1994 en ce qu'elles prévoient que | en 11 Grondwet/1994 in die zin dat deze bepalingen voorzien dat de |
les communes doivent payer des frais d'administration à l'autorité | gemeenten een administratiekost aan de federale overheid moeten |
fédérale pour la perception et le recouvrement de la taxe communale | betalen voor het innen en invorderen van de aanvullende |
additionnelle à l'impôt des personnes physiques, alors que le | gemeentebelasting op de personenbelasting, daar waar de wetgever ten |
législateur, en ce qui concerne les taxes communales additionnelles à | aanzien van de aanvullende gemeentebelastingen op andere belastingen |
d'autres impôts perçus et recouvrés par l'autorité fédérale au profit | die door de federale overheid ten behoeve van de gemeenten worden |
des communes, comme les centimes additionnels à la taxe de circulation | geïnd en ingevorderd, zoals de opcentiemen op de verkeersbelasting en |
et les centimes additionnels au précompte immobilier relatif aux biens | de opcentiemen op de onroerende voorheffing van de onroerende goederen |
immobiliers situés en Région wallonne et dans la Région de | gelegen in het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, |
Bruxelles-Capitale, n'a pas prévu que les communes doivent payer pour | nergens heeft voorzien dat de gemeenten voor deze dienst |
ce service des frais d'administration à l'autorité fédérale ? ». | administratiekosten aan de federale overheid moeten betalen ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. Les questions préjudicielles concernent l'article 470 du Code | B.1.1. De prejudiciële vragen betreffen artikel 470 van het Wetboek |
des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR 1992), tel qu'il était | van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), zoals het van |
applicable au cours des exercices d'imposition 1995 à 2003. | toepassing was tijdens de aanslagjaren 1995 tot 2003. |
B.1.2. Jusqu'au 31 décembre 2001, cet article disposait : | B.1.2. Tot 31 december 2001, luidde dat artikel : |
« Il est prélevé sur le montant des taxes additionnelles visées aux | « Op het bedrag van de in de artikelen 465 tot 469 bedoelde |
articles 465 à 469, une remise de 3 p.c. pour remboursement au Trésor | aanvullende belastingen wordt een korting van 3 pct. ingehouden voor |
des frais d'administration ». | de terugbetaling van de administratiekosten aan de Schatkist ». |
Par la loi du 10 décembre 2001 « modifiant l'article 470 du Code des | Bij de wet van 10 december 2001 « tot wijziging van artikel 470 van |
impôts sur les revenus 1992 en vue d'améliorer les finances communales | het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 teneinde de situatie van |
», la disposition en cause a été modifiée en ce sens que la « remise | de gemeentefinanciën te verbeteren » werd de in het geding zijnde |
de 3 p.c. » visée dans cette disposition est remplacée à partir du 1er | bepaling gewijzigd, in die zin dat de erin bedoelde « korting van 3 |
janvier 2002 par une « remise de 2 p.c. » et à partir du 1er janvier | pct. » vanaf 1 januari 2002 wordt vervangen door een « korting van 2 |
2003 par une « remise de 1 p.c. ». | pct. », en vanaf 1 januari 2003 door een « korting van 1 pct. ». |
B.1.3. Les taxes additionnelles visées aux articles 465 à 469 du CIR | B.1.3. De in de artikelen 465 tot 469 van het WIB 1992 bedoelde |
1992 sont les taxes additionnelles à l'impôt des personnes physiques | aanvullende belastingen betreffen de door de agglomeraties en de |
établies par les agglomérations et les communes. | gemeenten gevestigde aanvullende belastingen op de personenbelasting. |
En vertu de l'article 469 du CIR 1992, l'établissement et la | Volgens artikel 469 van het WIB 1992 worden de vestiging en de inning |
perception de ces taxes additionnelles sont confiés à l'Administration | van die aanvullende belastingen toevertrouwd aan de Administratie der |
des contributions directes, aux conditions et suivant les modalités | directe belastingen, onder de voorwaarden en volgens de regelen die de |
déterminées par le Roi. | Koning bepaalt. |
B.2. Dans la première question préjudicielle, il est demandé à la Cour | B.2. In de eerste prejudiciële vraag wordt het Hof gevraagd of de in |
si la disposition en cause est compatible avec les articles 10 et 11 | het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 |
de la Constitution en ce que les communes doivent payer des frais | van de Grondwet, doordat de gemeenten administratiekosten moeten |
d'administration à l'Etat fédéral pour la perception et le | betalen aan de federale Staat voor het innen en het invorderen van de |
recouvrement de la taxe communale additionnelle à l'impôt des | aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, terwijl de |
personnes physiques, alors qu'en vertu de l'article 5, § 3, de la loi | gewesten, krachtens artikel 5, § 3, van de bijzondere wet van 16 |
spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et | januari 1989 « betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de |
des régions (ci-après : la loi spéciale du 16 janvier 1989), les | Gewesten » (hierna : bijzondere wet van 16 januari 1989), geen |
régions ne doivent pas payer de frais d'administration à l'Etat | administratiekosten moeten betalen aan de federale Staat voor het |
fédéral pour la perception et le recouvrement des impôts régionaux | innen en het invorderen van de in die bijzondere wet bedoelde |
visés dans cette loi spéciale. | gewestelijke belastingen. |
B.3.1. L'article 5, § 3, de la loi spéciale du 16 janvier 1989, | B.3.1. Het in de prejudiciële vraag aangehaalde artikel 5, § 3, van de |
mentionné dans la question préjudicielle, dispose : | bijzondere wet van 16 januari 1989 luidt : |
« A moins que la région n'en décide autrement, l'Etat assure | « Tenzij het gewest er anders over beslist, zorgt de Staat met |
gratuitement dans le respect des règles de procédure qu'il fixe, le | inachtneming van de door hem vastgestelde procedureregels kosteloos |
service des impôts visés à l'article 3, alinéa 1er, 1° à 8° et 10° à | voor de dienst van de in artikel 3, eerste lid, 1° tot 8° en 10° tot |
12°, pour le compte de la région et en concertation avec celle-ci. A | 12° bedoelde belastingen voor rekening van en in overleg met het |
partir de la deuxième année budgétaire suivant la date de notification | betrokken gewest. Vanaf het tweede begrotingsjaar volgend op de datum |
du gouvernement de région au gouvernement fédéral de la décision | van notificatie van de gewestregering aan de federale regering van de |
d'assurer elle-même le service des impôts concernés, la région | beslissing tot het zelf verzekeren van de dienst van de betrokken |
concernée assure le service de ces impôts. | belastingen, zorgt het betrokken gewest voor de dienst van deze |
belastingen. | |
[...] ». | [...] ». |
Il apparaît des travaux préparatoires de la loi spéciale du 13 juillet | Uit de parlementaire voorbereiding van de bijzondere wet van 13 juli |
2001 portant refinancement des communautés et extension des | 2001 « tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de |
compétences fiscales des régions, qui a modifié la loi spéciale du 16 | fiscale bevoegdheden van de gewesten », die de bijzondere wet van 16 |
januari 1989 heeft gewijzigd, blijkt dat de « dienst van de belasting | |
janvier 1989, que le « service de l'impôt » comprend l'établissement | » betrekking heeft op de feitelijke vaststelling van de |
factuel de la base imposable, le calcul de l'impôt, le contrôle de la | belastinggrondslag, de berekening van de belasting, de controle van de |
base imposable et de l'impôt, ainsi que le contentieux y afférent | belastinggrondslag en van de belasting, de daarop betrekking hebbende |
(tant administratif que judiciaire), la perception et le recouvrement | betwistingen (zowel administratief als gerechtelijk), en de inning en |
de l'impôt (en ce compris les frais et intérêts) (Doc. parl., Chambre, | de invordering van de belastingen (met inbegrip van de kosten en de |
2000-2001, DOC 50-1183/007, p. 160). | intresten) (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1183/007, p. 160). |
B.3.2. La loi spéciale du 16 janvier 1989 a été adoptée notamment en | B.3.2. De bijzondere wet van 16 januari 1989 werd onder meer |
vue d'exécuter l'article 177, alinéa 1er, de la Constitution, en vertu | aangenomen ter uitvoering van artikel 177, eerste lid, van de |
duquel une loi adoptée à la majorité prévue à l'article 4, dernier | Grondwet, volgens hetwelk een wet aangenomen met de in artikel 4, |
alinéa, de la Constitution, fixe le système de financement des | laatste lid, van de Grondwet bepaalde meerderheid het |
régions. Cette loi spéciale fait partie intégrante de l'ensemble des | financieringsstelsel voor de gewesten vaststelt. Die bijzondere wet |
maakt essentieel deel uit van het geheel van de wetten die de | |
lois qui régissent la réforme de l'Etat. | hervorming van de Staat beheersen. |
B.4. Le pouvoir fiscal attribué par l'article 170, § 4, de la Constitution aux communes ne saurait être utilement comparé au pouvoir fiscal des régions ni aux règles qui régissent le financement des régions : le statut de collectivité fédérée des régions emporte des conséquences spécifiques, en ce qui concerne tant leur compétence fiscale que leur financement, qui les placent, à ce point de vue, dans une situation essentiellement différente de celle des communes, qui sont des collectivités décentralisées. B.5. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. B.6. Dans la seconde question préjudicielle, il est demandé à la Cour | B.4. De fiscale bevoegdheid die bij artikel 170, § 4, van de Grondwet aan de gemeenten wordt toegekend, kan niet zinvol worden vergeleken met de fiscale bevoegdheid van de gewesten, noch met de regels die de financiering van de gewesten beheersen : het statuut van de gewesten als deelentiteit brengt specifieke gevolgen met zich mee, zowel op het vlak van hun fiscale bevoegdheid, als op het vlak van hun financiering, die hen, wat dat betreft, in een situatie plaatst die essentieel verschilt van die van de gemeenten, die gedecentraliseerde entiteiten zijn. B.5. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.6. In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof gevraagd of de in |
si la disposition en cause est compatible avec les articles 10 et 11 | het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 |
de la Constitution en ce que les communes doivent payer des frais | van de Grondwet, doordat de gemeenten administratiekosten moeten |
d'administration à l'Etat fédéral pour la perception et le | betalen aan de federale Staat voor het innen en het invorderen van de |
recouvrement de la taxe communale additionnelle à l'impôt des | aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, terwijl ze dat |
personnes physiques, alors qu'elles ne doivent pas le faire pour la perception et le recouvrement d'autres taxes perçues et recouvrées par l'Etat fédéral au profit des communes. B.7. La différence de traitement en cause s'explique par le fait que le législateur a pu considérer que la perception et le recouvrement de l'impôt des personnes physiques, en ce compris la taxe communale additionnelle à cet impôt, représentaient pour l'Etat fédéral une charge sensiblement plus lourde, justifiant une rémunération, que celle relative au recouvrement du précompte immobilier et de la taxe de circulation, en ce compris les centimes additionnels communaux y relatifs. La différence de traitement n'est donc pas dépourvue de justification raisonnable. B.8. La seconde question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : | niet moeten doen voor het innen en invorderen van andere belastingen die door de federale Staat worden geïnd en ingevorderd ten behoeve van de gemeenten. B.7. Het in het geding zijnde verschil in behandeling wordt verklaard door het feit dat de wetgever vermocht te oordelen dat het innen en het invorderen van de personenbelasting, met inbegrip van de aanvullende gemeentebelasting op die belasting, voor de federale Staat een aanzienlijk zwaardere last, die een vergoeding verantwoordt, vertegenwoordigden dan diegene met betrekking tot het invorderen van de onroerende voorheffing en de verkeersbelasting, met inbegrip van de desbetreffende gemeentelijke opcentiemen. Het verschil in behandeling is dus niet zonder redelijke verantwoording. B.8. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : |
L'article 470 du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il était | Artikel 470 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals |
applicable au cours des exercices d'imposition 1995 jusqu'à 2003, ne | het van toepassing was tijdens de aanslagjaren 1995 tot en met 2003, |
viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare |
l'audience publique du 31 juillet 2008. | terechtzitting van 31 juli 2008. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |