← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 31/2007 du 21 février 2007 Numéro du rôle : 3980 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 5, alinéa 4, du Code pénal, posée par le Tribunal correctionnel
de Hasselt. La Cour d'arbitrage, compos après en avoir délibéré,
rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...)"
Extrait de l'arrêt n° 31/2007 du 21 février 2007 Numéro du rôle : 3980 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 5, alinéa 4, du Code pénal, posée par le Tribunal correctionnel de Hasselt. La Cour d'arbitrage, compos après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...) | Uittreksel uit arrest nr. 31/2007 van 21 februari 2007 Rolnummer 3980 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, vierde lid, van het Strafwetboek, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Hasselt. Het Arbitragehof, samen wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 31/2007 du 21 février 2007 | Uittreksel uit arrest nr. 31/2007 van 21 februari 2007 |
Numéro du rôle : 3980 | Rolnummer 3980 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 5, alinéa 4, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, vierde lid, van |
du Code pénal, posée par le Tribunal correctionnel de Hasselt. | het Strafwetboek, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Hasselt. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des juges M. Bossuyt et P. Martens, faisant fonction de | samengesteld uit de rechters M. Bossuyt en P. Martens, waarnemend |
présidents, et des juges R. Henneuse, E. De Groot, J.-P. Snappe, E. | voorzitters, en de rechters R. Henneuse, E. De Groot, J.-P. Snappe, E. |
Derycke et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, | Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, |
présidée par le juge M. Bossuyt, | onder voorzitterschap van rechter M. Bossuyt, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 7 mars 2006 en cause de l'ASBL « Natuurpunt Beheer » | Bij vonnis van 7 maart 2006 in zake de vzw « Natuurpunt Beheer » en |
et du ministère public contre Emile Thys et la wateringue « Het | het openbaar ministerie tegen Emile Thys en de watering « Het |
Schulensbroek », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Schulensbroek », waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
d'arbitrage le 9 mai 2006, le Tribunal correctionnel de Hasselt a posé | is ingekomen op 9 mei 2006, heeft de Correctionele Rechtbank te |
la question préjudicielle suivante : | Hasselt de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 5, alinéa 4, du Code pénal viole-t-il les articles 10 et | « Schendt artikel 5, vierde lid, van het Strafwetboek de artikelen 10 |
11 de la Constitution en ce qu'il exclut du champ d'application de | en 11 van de Grondwet doordat het in dit artikel genoemde |
publiekrechtelijke rechtspersonen uit het toepassingsgebied van | |
l'article 5 du Code pénal les personnes morales de droit public citées | artikel 5 van het Strafwetboek sluit, terwijl de watering, zoals |
dans cet article, alors que la wateringue, tel qu'elle est réglée par | |
la loi du 5 juillet 1956 relative aux wateringues, n'est pas exclue du | geregeld in de wet van 5 juli 1956 betreffende de wateringen, niet uit |
champ d'application de l'article 5 du Code pénal ? ». | het toepassingsgebied van artikel 5 van het Strafwetboek wordt gesloten ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. L'article 5 du Code pénal énonce : | B.1.1. Artikel 5 van het Strafwetboek luidt als volgt : |
« Toute personne morale est pénalement responsable des infractions qui | « Een rechtspersoon is strafrechtelijk verantwoordelijk voor |
sont intrinsèquement liées à la réalisation de son objet ou à la | misdrijven die hetzij een intrinsiek verband hebben met de |
défense de ses intérêts, ou de celles dont les faits concrets | verwezenlijking van zijn doel of de waarneming van zijn belangen, of |
démontrent qu'elles ont été commises pour son compte. | die, naar blijkt uit de concrete omstandigheden, voor zijn rekening |
Lorsque la responsabilité de la personne morale est engagée | zijn gepleegd. Wanneer de rechtspersoon verantwoordelijk gesteld wordt uitsluitend |
exclusivement en raison de l'intervention d'une personne physique | wegens het optreden van een geïdentificeerde natuurlijke persoon, kan |
identifiée, seule la personne qui a commis la faute la plus grave peut | enkel degene die de zwaarste fout heeft begaan worden veroordeeld. |
être condamnée. Si la personne physique identifiée a commis la faute | Indien de geïdentificeerde natuurlijke persoon de fout wetens en |
sciemment et volontairement, elle peut être condamnée en même temps | willens heeft gepleegd kan hij samen met de verantwoordelijke |
que la personne morale responsable. | rechtspersoon worden veroordeeld. |
Sont assimilées à des personnes morales : 1° les associations momentanées et les associations en participation; 2° les sociétés visées à l'article 2, alinéa 3, des lois coordonnées sur les sociétés commerciales, ainsi que les sociétés commerciales en formation; 3° les sociétés civiles qui n'ont pas pris la forme d'une société commerciale. Ne peuvent pas être considérées comme des personnes morales responsables pénalement pour l'application du présent article : l'Etat fédéral, les Régions, les Communautés, les provinces, l'agglomération bruxelloise, les communes, les zones pluricommunales, les organes territoriaux intracommunaux, la Commission communautaire française, la Commission communautaire flamande, la Commission communautaire commune et les centres publics d'aide sociale ». B.1.2. Le juge a quo demande si l'alinéa 4 de cet article est | Met rechtspersonen worden gelijkgesteld : 1° tijdelijke verenigingen en verenigingen bij wijze van deelneming; 2° vennootschappen bedoeld in artikel 2, derde lid van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, alsook handelsvennootschappen in oprichting; 3° burgerlijke vennootschappen die niet de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen. Voor de toepassing van dit artikel kunnen niet als strafrechtelijk verantwoordelijke rechtspersoon worden beschouwd : de federale staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de Brusselse agglomeratie, de gemeenten, de meergemeentezones, de binnengemeentelijke territoriale organen, de Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ». B.1.2. De verwijzende rechter vraagt of het vierde lid van dat artikel |
compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il | bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het |
exclut les personnes morales de droit public qui y sont mentionnées du | de erin vermelde publiekrechtelijke rechtspersonen uitsluit van het |
champ d'application de l'article 5, qui concerne la responsabilité | toepassingsgebied van artikel 5, dat betrekking heeft op de |
pénale des personnes morales, mais ne le fait pas pour les | strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen, maar dit |
wateringues, telles qu'elles sont réglées par la loi du 5 juillet 1956 | niet doet voor de wateringen, zoals geregeld in de wet van 5 juli 1956 |
relative aux wateringues. | betreffende de wateringen. |
B.2. Les travaux préparatoires de l'article 5 du Code pénal révèlent | B.2. De parlementaire voorbereiding van artikel 5 van het Strafwetboek |
que le législateur entendait lutter contre la « criminalité organisée | geeft aan dat de wetgever de « georganiseerde criminaliteit » wilde |
», soulignant qu'il est souvent impossible de s'y attaquer « en raison | bestrijden, waarbij wordt onderstreept dat het vaak niet mogelijk is |
de l'impossibilité d'engager des poursuites pénales contre des | ze grondig aan te pakken « wegens de onmogelijkheid strafrechtelijke |
personnes morales », ce qui « assure souvent l'impunité de certains | vervolgingen in te stellen tegen rechtspersonen », wat « [ertoe] leidt |
comportements criminels, malgré les troubles sociaux et économiques | [...] dat bepaalde vormen van crimineel gedrag dikwijls onbestraft |
souvent très graves qu'ils provoquent » (Doc. parl., Chambre, | blijven, niettegenstaande de vaak zeer ernstige verstoring van de |
maatschappelijke en economische orde waarmee deze criminaliteitsvormen | |
1998-1999, n° 2093/5, p. 2). Il voulait également donner suite à des | gepaard gaan » (Parl. St., Kamer, 1998-1999, nr. 2093/5, p. 2). Hij |
recommandations formulées par le Comité des ministres du Conseil de | had eveneens tot doel gevolg te geven aan aanbevelingen van het Comité |
l'Europe « au sujet de la criminalité des affaires et de la | van Ministers van de Raad van Europa « over de criminaliteit in de |
zakenwereld en de verantwoordelijkheid van | |
responsabilité des entreprises personnes morales pour les infractions | ondernemingen-rechtspersonen voor strafbare feiten die ze in de |
commises à l'occasion de l'exercice de leurs activités » (ibid. ). Son | uitoefening van hun activiteiten plegen » (ibid. ). Zijn initiatief « |
initiative s'inscrivait en outre « dans le droit fil de certaines lois | [sloot bovendien] aan bij een aantal recente wetgevende innovaties, |
récentes, à savoir la loi du 10 janvier 1999 relative aux | met name de wet van 10 januari 1999 op de criminele organisaties en de |
organisations criminelles et la loi du 10 février 1999 relative à la | wet van 10 februari 1999 betreffende de bestraffing van corruptie » |
répression de la corruption » (ibid. ). Le législateur a dès lors | (ibid. ). De wetgever heeft bijgevolg geoordeeld dat rechtspersonen op |
estimé devoir assimiler les personnes morales aux personnes physiques | strafrechtelijk gebied met natuurlijke personen moeten worden |
en matière pénale. | gelijkgesteld. |
B.3. A l'alinéa 4 de l'article 5 du Code pénal, le législateur a exclu | B.3. In het vierde lid van artikel 5 van het Strafwetboek heeft de |
wetgever een aantal publiekrechtelijke rechtspersonen uitgesloten van | |
plusieurs personnes morales de droit public du champ d'application de | het toepassingsgebied van dat artikel, dat betrekking heeft op de |
cet article qui concerne la responsabilité pénale des personnes | strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen, meer bepaald |
morales, à savoir l'Etat fédéral, les régions, les communautés, les | de federale Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de |
provinces, l'agglomération bruxelloise, les communes, les zones | Brusselse agglomeratie, de gemeenten, de meergemeentezones, de |
pluricommunales, les organes territoriaux intracommunaux, la | binnengemeentelijke territoriale organen, de Franse |
Commission communautaire française, la Commission communautaire | Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de |
flamande, la Commission communautaire commune et les centres publics | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de openbare centra voor |
d'action sociale. | maatschappelijk welzijn. |
B.4.1. Les personnes morales de droit public se distinguent des personnes morales de droit privé en ce qu'elles n'ont que des missions de service public et doivent ne servir que l'intérêt général. Le législateur peut raisonnablement considérer que son souci de lutter contre la criminalité organisée ne l'oblige pas à prendre à l'égard des personnes morales de droit public les mêmes mesures qu'à l'égard des personnes morales de droit privé. B.4.2. Le législateur doit cependant tenir compte de ce que des personnes morales de droit public ont des activités semblables à celles de personnes morales de droit privé et que, dans l'exercice de telles activités, les premières peuvent se rendre coupables d'infractions qui ne se distinguent en rien de celles qui peuvent être commises par les secondes. Il lui appartient, pour concilier avec le principe d'égalité sa volonté de mettre fin à l'irresponsabilité pénale des personnes morales, de ne pas exclure du champ d'application de la loi les personnes morales de droit public qui ne se distinguent | B.4.1. De publiekrechtelijke rechtspersonen onderscheiden zich van de privaatrechtelijke rechtspersonen, doordat zij enkel opdrachten van openbare dienstverlening vervullen en uitsluitend het algemeen belang moeten dienen. De wetgever kan redelijkerwijs oordelen dat hij, vanuit zijn bekommernis de georganiseerde criminaliteit te bestrijden, niet verplicht is ten aanzien van de publiekrechtelijke rechtspersonen dezelfde maatregelen te nemen als ten aanzien van de privaatrechtelijke rechtspersonen. B.4.2. De wetgever moet echter rekening houden met het feit dat publiekrechtelijke rechtspersonen activiteiten kunnen ontplooien die soortgelijk zijn aan die van privaatrechtelijke rechtspersonen, en dat bij het uitoefenen van zulke activiteiten de eerstgenoemden zich schuldig kunnen maken aan misdrijven die in geen enkel opzicht verschillen van misdrijven gepleegd door laatstgenoemden. Opdat zijn doel, dat erin bestaat een einde te maken aan de strafrechtelijke onverantwoordelijkheid van rechtspersonen, in overeenstemming is met het gelijkheidsbeginsel, komt het hem toe de publiekrechtelijke rechtspersonen die zich alleen door hun juridisch statuut van de privaatrechtelijke rechtspersonen onderscheiden, niet uit het |
des personnes morales de droit privé que par leur statut juridique. | toepassingsgebied van de wet uit te sluiten. |
B.4.3. Il ressort des travaux préparatoires de la disposition en cause | B.4.3. Uit de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde |
qu'en principe les personnes morales de droit public sont pénalement | bepaling blijkt dat publiekrechtelijke rechtspersonen in principe |
responsables et que l'exception à cette règle ne concerne en général | strafrechtelijk verantwoordelijk zijn, en dat de uitzondering op die |
regel in het algemeen alleen betrekking heeft op die | |
que celles « qui disposent d'un organe directement élu selon des | publiekrechtelijke rechtspersonen « die een rechtstreeks, democratisch |
règles démocratiques » (Doc. parl., Sénat, 1998-1999, n° 1-1217/1, p. | verkozen orgaan hebben » (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/1, |
3). | p. 3). |
B.4.4. La différence de traitement ainsi établie entre personnes morales selon qu'elles disposent d'un organe démocratiquement élu ou non repose sur un critère objectif. Les personnes morales de droit public énumérées à l'article 5, alinéa 4, du Code pénal ont la particularité d'être principalement chargées d'une mission politique essentielle dans une démocratie représentative, de disposer d'assemblées démocratiquement élues et d'organes soumis à un contrôle politique. Le législateur a pu raisonnablement redouter, s'il rendait ces personnes morales pénalement responsables, d'étendre une responsabilité pénale collective à des situations où elle comporte plus d'inconvénients que d'avantages, notamment en suscitant des plaintes dont l'objectif réel serait de mener, par la voie pénale, des combats qui doivent se traiter par la voie politique. B.5. Aux termes de l'article 1er de la loi du 5 juillet 1956 relative | B.4.4. Het verschil in behandeling van rechtspersonen naargelang zij al dan niet een democratisch verkozen orgaan hebben, berust op een pertinent criterium. De publiekrechtelijke rechtspersonen opgesomd in artikel 5, vierde lid, van het Strafwetboek vertonen het bijzondere kenmerk dat zij hoofdzakelijk belast zijn met een essentiële politieke opdracht in een representatieve democratie, dat zij beschikken over democratisch verkozen vergaderingen en dat zij organen hebben die aan een politieke controle zijn onderworpen. De wetgever kon redelijkerwijze vrezen dat, indien hij die rechtspersonen strafrechtelijk aansprakelijk zou maken, een collectieve strafrechtelijke aansprakelijkheid zou worden uitgebreid tot situaties waarin ze meer nadelen dan voordelen vertoont, door onder meer klachten uit te lokken waarvan het werkelijke doel zou zijn via strafrechtelijke weg politiek strijd te voeren. B.5. Luidens artikel 1 van de wet van 5 juli 1956 betreffende de |
aux wateringues (ci-après : loi du 5 juillet 1956), tel qu'il a été | wateringen (hierna : wet van 5 juli 1956), zoals vervangen bij artikel |
remplacé par l'article 78, § 1er, du décret de la Région flamande du | |
18 juillet 2003 relatif à la politique intégrée de l'eau, les | 78, § 1, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 18 juli 2003 |
wateringues sont des administrations publiques, en dehors des zones de | betreffende het integraal waterbeleid, zijn de wateringen openbare |
besturen, buiten de polderzones ingesteld, met als taak, binnen de | |
polders, ayant pour tâche, à l'intérieur des limites de leur zone | grenzen van hun territoriaal gebied, het verwezenlijken van de |
territoriale, la réalisation des objectifs et le respect des principes | doelstellingen en het rekening houden met de beginselen zoals bedoeld |
visés aux articles 4, 5 et 6 du décret relatif à la politique intégrée | in de artikelen 4, 5 en 6 van het decreet betreffende het integraal |
de l'eau et l'exécution du plan de gestion du sous-bassin | waterbeleid en het uitvoeren van het deelbekkenbeheerplan. De |
hydrographique. Les wateringues sont plus précisément chargées de | wateringen staan meer bepaald in voor het ontwikkelen, beheren en |
développer, de gérer et de restaurer les systèmes d'eau, afin | herstellen van watersystemen, met het oog op het bereiken van de |
d'atteindre les conditions connexes nécessaires à la conservation du | randvoorwaarden die nodig zijn voor het behoud ervan, en met het oog |
système d'eau et en vue de l'utilisation polyvalente, compte tenu des | op het multifunctionele gebruik, waarbij de behoeften van de huidige |
besoins des générations actuelles et futures. Elles sont des personnes | en komende generaties in rekening wordt gebracht. Ze zijn |
morales de droit public. | publiekrechtelijke rechtspersonen. |
B.6.1. En vertu des articles 12 et 29 de la loi du 5 juillet 1956, | B.6.1. Krachtens de artikelen 12 en 29 van de wet van 5 juli 1956 |
chaque wateringue a une assemblée générale et une direction. | heeft iedere watering een algemene vergadering en een bestuur. |
B.6.2. L'assemblée générale se compose d'adhérités ayant droit de | B.6.2. De algemene vergadering bestaat uit de stemgerechtigde |
vote, c'est-à-dire les personnes titulaires de droits réels emportant | ingelanden, waaronder dient te worden verstaan de personen die een |
jouissance sur les fonds sis dans la circonscription de la wateringue | titel hebben van zakelijke rechten waaraan genot van de in het gebied |
(article 12 de la loi du 5 juillet 1956). Le règlement de chaque | van de watering gelegen erven is verbonden (artikel 12 van de wet van |
5 juli 1956). Het reglement van elke watering moet, ten minste, | |
wateringue doit garantir au moins le droit de vote à tout adhérité qui | stemrecht waarborgen aan iedere ingelande die grond bezit van een |
possède des terres d'une superficie fixée à l'article 15 de la loi du | oppervlakte zoals bepaald in artikel 15 van de wet van 5 juli 1956 (de |
5 juillet 1956 (les « grands adhérités »), mais les propriétaires | zogenaamde « grote ingelanden »), maar eigenaars die afzonderlijk geen |
n'ayant pas isolément droit de vote peuvent grouper leurs propriétés | recht hebben op een stem, kunnen hun eigendommen groeperen tot het in |
pour atteindre le minimum fixé par le règlement en vue d'envoyer | het reglement vastgestelde minimum, om gezamenlijk een afgevaardigde |
collectivement un délégué (ayant une voix) à l'assemblée générale. | (met één stem) naar de algemene vergadering te zenden. |
B.6.3. Conformément à l'article 29 de la loi du 5 juillet 1956, la | B.6.3. Het bestuur van de watering bestaat, volgens artikel 29 van de |
direction de la wateringue est composée d'un président, d'un | wet van 5 juli 1956, uit een voorzitter, een ondervoorzitter en |
vice-président et d'administrateurs, dont le nombre est fixé par le | beheerders, van wie het aantal wordt bepaald door het reglement. |
règlement. Lorsque la wateringue appartient à moins de quatre | Wanneer de watering aan minder dan vier ingelanden toebehoort, worden |
adhérités, le président, le vice-président et les administrateurs sont | de voorzitter, de ondervoorzitter en de beheerders benoemd door de |
nommés par le gouverneur. Dans les autres hypothèses, l'assemblée | gouverneur. In de andere gevallen benoemt de algemene vergadering de |
générale nomme les membres de la direction parmi les adhérités. | leden van het bestuur onder de ingelanden. |
B.7.1. Bien que les organes des wateringues présentent quelques | B.7.1. Hoewel de organen van de wateringen een aantal kenmerken van |
caractéristiques qu'on retrouve dans les organes démocratiquement | democratisch verkozen organen vertonen, is het democratische gehalte |
élus, leur caractère démocratique est différent de celui des organes | ervan verschillend van dat van de organen van de federale Staat, de |
de l'Etat fédéral, des régions, des communautés, des provinces, de | gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de Brusselse agglomeratie, |
l'agglomération bruxelloise, des communes, des organes territoriaux | de gemeenten, de binnengemeentelijke territoriale organen, de Franse |
intracommunaux, de la Commission communautaire française, de la | Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de |
Commission communautaire flamande et de la Commission communautaire | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. |
commune. B.7.2. L'assemblée générale d'une wateringue est exclusivement | B.7.2. De algemene vergadering van een watering wordt uitsluitend |
composée de personnes ayant certains droits réels dans la | samengesteld uit personen die bepaalde zakelijke rechten hebben in het |
circonscription de la wateringue. En principe, seuls les adhérités | gebied waarin de watering bevoegdheden heeft. In beginsel hebben enkel |
titulaires de droits réels sur des terres d'une superficie déterminée | de ingelanden die zakelijke rechten hebben op gronden van een bepaalde |
(les « grands adhérités ») ont droit à une voix personnelle dans cette | oppervlakte (de « grote ingelanden »), recht op een persoonlijke stem |
assemblée. | in die vergadering. |
La composition de l'assemblée n'est fixée ni directement ni | De samenstelling van de vergadering wordt noch rechtstreeks, noch |
indirectement sur la base d'élections, à l'occasion desquelles les | indirect bepaald aan de hand van verkiezingen, naar aanleiding waarvan |
citoyens peuvent manifester leur opinion au sujet de la politique menée et proposée par les représentants et les administrateurs. La responsabilité pénale des wateringues ne risque donc pas de susciter des plaintes dont l'objet réel serait de mener, par la voie pénale, des combats qui doivent se traiter par la voie politique. B.7.3. Il est exact que certaines parmi les personnes morales de droit public énumérées à l'article 5, alinéa 4, du Code pénal ne disposent pas d'un organe élu directement, à savoir les zones pluricommunales et certains centres publics d'action sociale. En ce qui concerne les centres publics d'action sociale, le législateur a cependant raisonnablement pu considérer qu'il n'était pas indiqué d'établir une distinction entre ces centres, selon que leur conseil est élu directement - ce qui est le cas dans plusieurs communes à facilités - ou non. Par analogie, le législateur a raisonnablement pu estimer que les zones pluricommunales devaient être exclues de la responsabilité pénale des personnes morales, étant donné que leurs organes exercent les mêmes compétences que les organes des communes dans les zones unicommunales. De surcroît la composition des organes en question est indirectement déterminée, entre autres, par les élections organisées pour les conseils communaux, à l'occasion desquelles les citoyens peuvent aussi s'exprimer au sujet de la politique menée par les zones pluricommunales et les centres publics d'action sociale. B.8. La mission des wateringues, qui consiste essentiellement à développer, gérer et restaurer les systèmes d'eau est, de surcroît, différente de la mission des personnes morales mentionnées à l'article 5, alinéa 4, du Code pénal, qui sont toutes chargées d'une mission politique essentielle dans une démocratie représentative. La circonstance que les wateringues peuvent, dans certaines limites, établir des redevances ayant le caractère d'impôts et réprimer les manquements à leurs règlements, n'emporte pas, en soi, une obligation pour le législateur d'étendre aux wateringues l'exception inscrite à l'article 5, alinéa 4, du Code pénal. B.9. Les différences précitées justifient que les wateringues ne soient pas exclues de la responsabilité pénale des personnes morales. B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour | de burgers hun mening te kennen kunnen geven over het door de vertegenwoordigers en de bestuurders gevoerde en voorgestelde beleid. Dit brengt met zich mee dat aan de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de wateringen geen risico is verbonden dat klachten zouden worden ingediend waarvan het werkelijke doel zou zijn via strafrechtelijke weg politiek strijd te voeren. B.7.3. Het is juist dat sommige van de in artikel 5, vierde lid, van het Strafwetboek opgesomde publiekrechtelijke rechtspersonen niet beschikken over een rechtstreeks verkozen orgaan, namelijk de meergemeentezones en sommige openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Wat de openbare centra voor maatschappelijk welzijn betreft, kon de wetgever echter redelijkerwijze van oordeel zijn dat het niet is aangewezen om tussen die centra onderling een onderscheid te maken, naargelang hun raad rechtstreeks wordt verkozen - wat het geval is in een aantal faciliteitengemeenten - of niet. In soortgelijke zin kon de wetgever redelijkerwijze van oordeel zijn dat de meergemeentezones dienen te worden uitgesloten van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen, aangezien de organen ervan dezelfde bevoegdheden uitoefenen als de organen van de gemeenten in de eengemeentezones. Bovendien wordt de samenstelling van de betreffende organen indirect bepaald door de voor de gemeenteraden georganiseerde verkiezingen, naar aanleiding waarvan de burgers ook hun mening over het door de meergemeentezones en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn gevoerde beleid te kennen kunnen geven. B.8. De opdracht van de wateringen, die in hoofdzaak het ontwikkelen, beheren en herstellen van watersystemen betreft, is bovendien verschillend van de opdracht van de in het vierde lid van artikel 5 van het Strafwetboek vermelde rechtspersonen, die alle zijn belast met een essentiële politieke opdracht in een representatieve democratie. Uit de omstandigheid dat de wateringen binnen bepaalde grenzen heffingen kunnen invoeren die het karakter hebben van belastingen en het niet-naleven van hun reglementen strafbaar kunnen stellen, kan op zich geen verplichting voor de wetgever worden afgeleid om de in artikel 5, vierde lid, van het Strafwetboek vervatte uitzondering uit te breiden tot de wateringen. B.9. De voormelde verschillen verantwoorden dat de wateringen niet worden uitgesloten van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen. B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 5, alinéa 4, du Code pénal ne viole pas les articles 10 et | Artikel 5, vierde lid, van het Strafwetboek schendt de artikelen 10 en |
11 de la Constitution en ce qu'il n'exclut pas les wateringues du | 11 van de Grondwet niet, in zoverre het de wateringen niet uitsluit |
champ d'application de cet article. | van het toepassingsgebied van dat artikel. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 février 2007. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 februari 2007. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président f.f., | De wnd. voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |