← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 28/2007 du 21 février 2007 Numéro du rôle : 3931 En cause
: le recours en annulation des articles 1 er et 2, c), du décret de la Communauté française
du 20 juillet 2005 relatif aux droits complémentaires per La Cour d'arbitrage, composée
des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...)"
| Extrait de l'arrêt n° 28/2007 du 21 février 2007 Numéro du rôle : 3931 En cause : le recours en annulation des articles 1 er et 2, c), du décret de la Communauté française du 20 juillet 2005 relatif aux droits complémentaires per La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 28/2007 van 21 februari 2007 Rolnummer 3931 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 1 en 2, c), van het decreet van de Franse Gemeenschap van 20 juli 2005 betreffende het bijkomend inschrijvingsgeld Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Extrait de l'arrêt n° 28/2007 du 21 février 2007 | Uittreksel uit arrest nr. 28/2007 van 21 februari 2007 |
| Numéro du rôle : 3931 | Rolnummer 3931 |
| En cause : le recours en annulation des articles 1er et 2, c), du | In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 1 en 2, c), van |
| décret de la Communauté française du 20 juillet 2005 relatif aux | het decreet van de Franse Gemeenschap van 20 juli 2005 betreffende het |
| droits complémentaires perçus dans l'enseignement supérieur non | bijkomend inschrijvingsgeld geïnd in het niet-universitair hoger |
| universitaire, introduit par l'ASBL « Fédération des Etudiant(e)s | onderwijs, ingesteld door de vzw « Fédération des Etudiant(e)s |
| Francophones » et autres. | Francophones » en anderen. |
| La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
| composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
| Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. |
| J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du | Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, |
| greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
| après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Objet du recours et procédure | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
| Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 28 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 februari |
| février 2006 et parvenue au greffe le 1er mars 2006, un recours en | 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 |
| annulation des articles 1er et 2, c), du décret de la Communauté | maart 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 1 en |
| française du 20 juillet 2005 relatif aux droits complémentaires perçus | 2, c), van het decreet van de Franse Gemeenschap van 20 juli 2005 |
| betreffende het bijkomend inschrijvingsgeld geïnd in het | |
| dans l'enseignement supérieur non universitaire (publié au Moniteur | niet-universitair hoger onderwijs (bekendgemaakt in het Belgisch |
| belge du 31 août 2005, deuxième édition) a été introduit par l'ASBL « | Staatsblad van 31 augustus 2005, tweede editie), door de vzw « |
| Fédération des Etudiant(e)s Francophones », dont le siège social est | Fédération des Etudiant(e)s Francophones », met maatschappelijke zetel |
| établi à 1210 Bruxelles, chaussée de Haecht 25, Aurian Bourguinon, | te 1210 Brussel, Haachtsesteenweg 25, Aurian Bourguinon, wonende te |
| demeurant à 1325 Chaumont-Gistoux, rue du Fief de Liège 8, et Lionel | 1325 Chaumont-Gistoux, rue du Fief de Liège 8, en Lionel Mulpas, |
| Mulpas, demeurant à 7300 Boussu, rue Ferrer 42. | wonende te 7300 Boussu, rue Ferrer 42. |
| (...) | (...) |
| II. En droit | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. Il apparaît de l'ensemble de la requête que le recours porte sur | B.1. Uit het geheel van het verzoekschrift blijkt dat het beroep |
| les articles 1er et 2, c), du décret de la Communauté française du 20 | betrekking heeft op de artikelen 1 en 2, c), van het decreet van de |
| juillet 2005 relatif aux droits complémentaires perçus dans | Franse Gemeenschap van 20 juli 2005 betreffende het bijkomend |
| l'enseignement supérieur non universitaire. Ces dispositions énoncent | inschrijvingsgeld geïnd in het niet-universitair hoger onderwijs. Die |
| : | bepalingen luiden : |
| « Article 1er.Les droits perçus par les Hautes Ecoles, les Ecoles |
« Artikel 1.Het inschrijvingsgeld dat geïnd is door de Hogescholen, |
| supérieures des Arts et les Instituts supérieurs d'Architecture | de Hogere Kunstscholen en de Hogere instituten voor architectuur tot |
| jusqu'à l'année académique 2004-2005 incluse, complémentairement au | en met het academiejaar 2004-2005, bijkomend aan het inschrijvingsgeld |
| minerval imposé par l'article 12, § 2, alinéa 1er et 2, de la loi du | opgelegd bij artikel 12, § 2, eerste en tweede lid, van de wet van 29 |
| 29 mai 1959 modifiant certaines dispositions de la législation de | mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de |
| l'enseignement ne seront en aucune façon remboursés. | onderwijswetgeving, zullen geenszins worden terugbetaald. |
| L'alinéa 1er n'est pas applicable : | Het eerste lid is niet van toepassing : |
| 1° aux droits complémentaires qui auraient été perçus en violation des | 1° op het bijkomend inschrijvingsgeld dat geïnd zou zijn in strijd met |
| articles 12, § 2, alinéas 3 à 5, de la même loi; | de artikelen 12, § 2, leden 3 tot 5, van dezelfde wet; |
| 2° aux remboursements ordonnés par des décisions de justice rendues à | 2° op de terugbetalingen bevolen door gerechtelijke beslissingen die |
| la suite d'une action introduite devant les cours et tribunaux avant | genomen zijn na een vordering ingesteld bij de hoven en rechtbanken |
| le 5 juillet 2005; | vóór 5 juli 2005; |
| 3° aux droits qui excèdent un montant maximum par année académique | 3° op het inschrijvingsgeld dat per academiejaar een maximaal bedrag |
| correspondant à sept fois le montant du minerval imposé par l'article | overschrijdt dat overeenstemt met zeven keer het bedrag van het |
| 12, § 2, alinéa 1er et 2, précités. | inschrijvingsgeld opgelegd bij voornoemd artikel 12, § 2, leden 1 en 2. |
Art. 2.A l'article 12, § 2, de la loi du 29 mai 1959 modifiant |
Art. 2.In artikel 12, § 2, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging |
| certaines dispositions de la législation de l'enseignement, modifié | van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, gewijzigd bij de wet |
| par la loi du 5 août 1978, l'arrêté royal n° 462 du 17 septembre 1986, | van 5 augustus 1978, het koninklijk besluit nr. 462 van 17 september |
| et les décrets des 12 juillet 1990, 9 septembre 1996 et 2 décembre | 1986 en de decreten van 12 juli 1990, 9 september 1996 en 2 december |
| 1996, sont apportées les modifications suivantes : | 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : |
| [...] | [...] |
| c) le § 2 est complété par les alinéas suivants : | c) § 2 wordt aangevuld met de volgende leden : |
| ' Pour l'année académique 2005-2006, ne sont pas considérés comme perception d'un droit complémentaire, les frais appréciés au coût réel afférents aux biens et services fournis individuellement à l'étudiant. Ces frais sont mentionnés dans le règlement des études propre à chaque établissement. Ils ne peuvent excéder les montants imposés par les établissements pour l'année académique 2004-2005. Pour l'année académique 2006-2007 et les années académiques suivantes, le Gouvernement fixe, respectivement, pour les Hautes Ecoles, les Ecoles supérieures des Arts et les Instituts supérieurs d'Architecture la liste des frais appréciés au coût réel afférents aux biens et services fournis aux étudiants qui ne sont pas considérés comme perception d'un droit complémentaire. Ces frais sont mentionnés dans | ' Voor het academiejaar 2005-2006 worden de werkelijke kosten voor de goederen en diensten die individueel aan de student verleend worden, niet als bijkomend inschrijvingsgeld beschouwd. Die kosten worden vermeld in het studiereglement van elke instelling. Zij kunnen de bedragen die door de instellingen opgelegd zijn voor het academiejaar 2004-2005 niet overschrijden. Voor het academiejaar 2006-2007 en de volgende academiejaren stelt de Regering respectievelijk voor de Hogescholen, de Hogere kunstscholen en de Hogere instituten voor Architectuur de lijst vast van de werkelijke kosten voor de goederen en diensten die aan de studenten verleend worden en niet als bijkomend inschrijvingsgeld worden beschouwd. Die kosten worden vermeld in het studiereglement van elke |
| le règlement des études propre à chaque établissement. ' » | instelling. ' ». |
| B.2.1. L'article 12, § 2, de la loi du 29 mai 1959 modifiant certaines | B.2.1. Het aldus gewijzigde artikel 12, § 2, van de wet van 29 mei |
| dispositions de la législation de l'enseignement, ainsi modifié, | 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, |
| disposait, dans la rédaction qui lui a été donnée par le décret | bepaalde, in de bewoordingen die het bestreden decreet eraan heeft |
| attaqué : | gegeven : |
| « § 2. Un minerval est imposé aux étudiants des établissements | « § 2. Een schoolgeld moet betaald worden door de studenten van de |
| d'enseignement supérieur de plein exercice de type court et de type | instellingen voor hoger onderwijs met volledig leerplan van het korte |
| long. | type en het lange type. |
| Le Gouvernement fixe le montant de ce minerval : | De [Regering] bepaalt het bedrag van dit schoolgeld : |
| 1° dans l'enseignement supérieur de type court, entre 124 EUR et 161 | 1° in het hoger onderwijs van het korte type, tussen 124 EUR en 161 |
| EUR; | EUR; |
| 2° [...] | 2° [...]; |
| 3° dans l'enseignement supérieur de type long, entre 248 EUR et 372 | 3° in het hoger onderwijs van het lange type, tussen 248 EUR en 372 |
| EUR; | EUR; |
| 4° à 50 EUR pour l'inscription à une agrégation de l'enseignement | 4° op 50 EUR voor de inschrijving voor een aggregatie voor het hoger |
| secondaire supérieur ou à une épreuve complémentaire. | secundair onderwijs of voor een aanvullend examen. |
| En ce qui concerne les étudiants bénéficiant d'une allocation octroyée | Voor de studenten die een toelage genieten die wordt toegekend door de |
| par le service d'allocations d'études de la Communauté française en | dienst studietoelagen van de Franse Gemeenschap krachtens de wet van |
| vertu de la loi du 19 juillet 1971 relative à l'octroi d'allocations | 19 juli 1971 tot toekenning van studietoelagen en -leningen en het |
| et de prêts d'études et du décret du 7 novembre 1983 réglant pour la | decreet van 7 november 1983, dat voor de Franse Gemeenschap de |
| Communauté française les allocations et les prêts d'études coordonné | |
| le 7 novembre 1983, ainsi que les étudiants titulaires d'une | studietoelagen en -leningen regelt, gecoördineerd op 7 november 1983, |
| attestation de boursier délivrée par l'administration générale de la | alsook voor de studenten die houder zijn van een attest van |
| Coopération au Développement, ces montants sont ramenés respectivement | beursstudent uitgereikt door het ABOS, worden deze bedragen |
| à 25 EUR dans l'enseignement supérieur de type court, et à 37 EUR dans | respectievelijk teruggebracht tot 25 EUR in het hoger onderwijs van |
| l'enseignement supérieur de type long. Pour les étudiants visés dans | het korte type en tot 37 EUR in het hoger onderwijs van het lange |
| le présent alinéa, il ne peut être prélevé de droits complémentaires | type. Voor de in dit lid bedoelde studenten mag geen bijkomend recht |
| en plus du minerval qui leur est appliqué. | naast het hun toegepaste collegegeld geheven worden. |
| Pour les étudiants qui ne sont pas visés à l'alinéa 3, ces droits | Voor de studenten die niet in het derde lid bedoeld zijn, kan dat |
| complémentaires ne peuvent excéder le montant de 422 euros pour | bijkomend inschrijvingsgeld het bedrag van 422 euro niet overschrijden |
| l'enseignement supérieur de type long et de 282 euros pour l'enseignement supérieur de type court. En outre, ces droits complémentaires ne peuvent excéder les montants imposés par les établissements pour l'année académique 2004-2005. Les commissaires du Gouvernement vérifient le respect de la présente disposition. Les plafonds fixés à l'alinéa 4 sont diminués chaque année académique de dix pour cent du montant initial. Pour les étudiants de condition modeste, ces plafonds sont diminués chaque année académique de vingt pour cent du montant initial. Le Gouvernement définit ce qu'il y a lieu d'entendre par étudiant de condition modeste. Pour les étudiants qui ne sont pas visés à l'alinéa 3, qui demandent à | voor het hoger onderwijs van het lange type en van 282 euro voor het hoger onderwijs van het korte type. Daarenboven kan dat bijkomend inschrijvingsgeld de door de instellingen opgelegde bedragen voor het academiejaar 2004-2005 niet overschrijden. De Regeringscommissarissen controleren de naleving van deze bepaling. De in het vierde lid vastgestelde maximale bedragen worden elk academiejaar verminderd met tien percent van het oorspronkelijk bedrag. Voor de studenten van eenvoudige afkomst worden die maximale bedragen elk academiejaar verminderd met twintig procent van het oorspronkelijk bedrag. De Regering bepaalt wat er verstaan moet worden onder student van eenvoudige afkomst. Voor de studenten die niet bedoeld zijn in het derde lid, die vragen |
| être inscrits dans une haute école et pour lesquels l'article 8 du | om in een hogeschool ingeschreven te worden en op wie artikel 8 van |
| décret du 9 septembre 1996 relatif au financement des hautes écoles | het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de |
| organisées ou subventionnées par la Communauté française s'applique, | door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen |
| il ne peut y avoir de différence de traitement par rapport aux | van toepassing is, mag er geen verschil qua behandeling zijn ten |
| étudiants demandant leur inscription dans une même catégorie de la | opzichte van de studenten die hun inschrijving vragen in eenzelfde |
| même haute école, qui ne sont pas visés à l'alinéa 3 et pour lesquels | categorie van dezelfde hogeschool en die niet bedoeld zijn in het |
| l'article 8 du décret du 9 septembre 1996 précité ne s'applique pas. | derde lid en op wie artikel 8 van het voormelde decreet van 9 |
| september 1996 niet van toepassing is. | |
| Pour les étudiants qui ne sont pas visés à l'alinéa 3, qui demandent à | Voor de studenten die niet bedoeld worden onder het derde lid, die |
| être inscrits dans un établissement d'enseignement artistique | vragen ingeschreven te worden in een instelling van hoger artistiek |
| supérieur ou supérieur artistique, visé à l'article 6, § 1er, du | onderwijs of van artistiek hoger onderwijs bedoeld in artikel 6, § 1, |
| décret du 5 août 1995 portant diverses mesures en matière | van het decreet van 5 augustus 1995 betreffende diverse maatregelen in |
| d'enseignement supérieur et pour lesquels l'article 9 du décret du 5 | verband met het hoger onderwijs en waarvoor artikel 9 van voornoemd |
| août 1995 précité s'applique, il ne peut y avoir de différence de | decreet van 5 augustus 1995 van toepassing is, kan er geen verschil in |
| traitement par rapport aux étudiants demandant leur inscription dans | behandeling bestaan ten opzichte van de studenten die hun inschrijving |
| une même section du même établissement d'enseignement artistique | vragen in eenzelfde afdeling van dezelfde instelling voor hoger |
| supérieur ou supérieur artistique visé à l'alinéa 6, § 1er, du décret | artistiek onderwijs of artistiek hoger onderwijs bedoeld in artikel 6, |
| du 5 août 1995 précité, qui ne sont pas visés à l'article 3 et pour | § 1, van het voornoemd decreet van 5 augustus 1995, die niet bedoeld |
| lesquels l'article 9 du décret du 5 août 1995 précité ne s'applique pas. | worden in het derde lid en voor wie artikel 9 van voornoemd decreet van 5 augustus 1995 niet van toepassing is. |
| Les montants visés au présent paragraphe sont liés à l'indice des prix | De in deze paragraaf bedoelde bedragen zijn als volgt gekoppeld aan |
| à la consommation, selon la formule suivante : | het indexcijfer van de consumptieprijzen : |
| Montant de base x indice du mois de novembre précédant l'ouverture de | Basisbedrag x indexcijfer voor de maand november voor de opening van |
| l'année académique concernée;Indice de novembre 1991 | het betrokken academiejaar/Indexcijfer november 1991 |
| [Le Gouvernement] fixe le mode de recouvrement du minerval. Pour l'année académique 2005-2006, ne sont pas considérés comme perception d'un droit complémentaire, les frais appréciés au coût réel afférents aux biens et services fournis individuellement à l'étudiant. Ces frais sont mentionnés dans le règlement des études propre à chaque établissement. Ils ne peuvent excéder les montants imposés par les établissements pour l'année académique 2004-2005. Pour l'année académique 2006-2007 et les années académiques suivantes, le Gouvernement fixe, respectivement, pour les Hautes Ecoles, les Ecoles supérieures des Arts et les Instituts supérieurs d'Architecture la liste des frais appréciés au coût réel afférents aux biens et services fournis aux étudiants qui ne sont pas considérés comme perception d'un droit complémentaire. Ces frais sont mentionnés dans | De [Regering] bepaalt de wijze van inning van het schoolgeld. Voor het academiejaar 2005-2006 worden de werkelijke kosten voor de goederen en diensten die individueel aan de student verleend worden, niet als bijkomend inschrijvingsgeld beschouwd. Die kosten worden vermeld in het studiereglement van elke instelling. Zij kunnen de bedragen die door de instellingen opgelegd zijn voor het academiejaar 2004-2005 niet overschrijden. Voor het academiejaar 2006-2007 en de volgende academiejaren stelt de Regering respectievelijk voor de Hogescholen, de Hogere kunstscholen en de Hogere instituten voor Architectuur de lijst vast van de werkelijke kosten voor de goederen en diensten die aan de studenten verleend worden en niet als bijkomend inschrijvingsgeld worden beschouwd. Die kosten worden vermeld in het studiereglement van elke |
| le règlement des études propre à chaque établissement ». | instelling ». |
| B.2.2. L'article 12, § 2, précité a été ensuite modifié, notamment, | B.2.2. Het voormelde artikel 12, § 2, is vervolgens gewijzigd door |
| par le décret du 20 juillet 2006 relatif aux droits et aux frais | onder meer het decreet van 20 juli 2006 betreffende de rechten en |
| perçus dans l'enseignement supérieur non universitaire. Comme | kosten geïnd in het niet-universitair hoger onderwijs. Zoals de |
| s'accordent à le reconnaître les parties dans leurs mémoires | partijen in hun aanvullende memories gezamenlijk erkennen, heeft die |
| complémentaires, cette modification est sans incidence sur le présent | wijziging geen gevolgen voor het onderhavige beroep tot vernietiging, |
| recours en annulation, si ce n'est, comme l'indique le Gouvernement de | behalve dat, zoals de Franse Gemeenschapsregering aangeeft, de |
| la Communauté française, en ce que l'article 12, § 2, alinéa 11, de la | toepassing van artikel 12, § 2, elfde lid, van de wet van 29 mei 1959 |
| loi du 29 mai 1959 (ajouté par le décret du 20 juillet 2005), qui | (toegevoegd bij het decreet van 20 juli 2005), dat de werkelijke |
| règle les frais appréciés au coût réel pouvant être réclamés aux | kosten regelt die aan de studenten kunnen worden aangerekend voor het |
| étudiants pour l'année académique 2006-2007 et les années académiques | academiejaar 2006-2007 en de volgende academiejaren, wordt aangepast |
| suivantes, voit son application modalisée par l'article 12, § 2, | door artikel 12, § 2, vijftiende lid (toegevoegd bij het decreet van |
| alinéa 15 (ajouté par le décret du 20 juillet 2006), qui fixe un | 20 juli 2006), dat een maximumbedrag vaststelt voor het totaalbedrag |
| plafond au montant total pouvant, pour ces années académiques, être | dat voor die academiejaren als schoolgeld, bijkomende gelden en |
| réclamé aux étudiants au titre de minerval, de droits complémentaires | werkelijke kosten aan de studenten kan worden aangerekend. |
| et de frais appréciés au coût réel. | |
| B.3.1. D'après ses statuts, la « Fédération des Etudiant(e)s | B.3.1. Volgens haar statuten heeft de « Fédération des Etudiant(e)s |
| Francophones » a notamment pour objet « de rassembler, d'informer, | Francophones » met name tot doel « de studenten ingeschreven aan de |
| d'exprimer, de défendre les intérêts et de concrétiser l'opinion des | instellingen voor hoger onderwijs in de Franse Gemeenschap van België |
| étudiant(e)s inscrit(e)s dans les établissements d'enseignement | te verenigen, te informeren, hun belangen kenbaar te maken en te |
| supérieur situés en Communauté française de Belgique [...] sur tous | verdedigen en hun mening te concretiseren [...] aangaande alle |
| les problèmes mettant en cause, de près ou de loin, leurs droits, | problemen die hun rechten, plichten en belangen van pedagogische, |
| devoirs, intérêts pédagogiques, sociaux, culturels et économiques | sociale, culturele en economische aard, alsook hun immateriële rechten |
| ainsi que leurs droits immatériels en jouant le rôle d'organe | van dichtbij of van ver in het geding brengen, door als representatief |
| représentatif, voire actif, auprès de l'opinion publique et des | of zelfs actief orgaan op te treden bij de publieke opinie en de |
| autorités compétentes à tous les niveaux de décisions tant à | bevoegde autoriteiten op alle niveaus van de besluitvorming, zowel |
| l'intérieur qu'à l'extérieur de l'Etat belge ». B.3.2. Les autres requérants affirment être des étudiants inscrits dans un établissement d'enseignement auquel s'applique la disposition attaquée. B.3.3. Le recours introduit par une a.s.b.l. qui a pour objet la défense des intérêts des étudiants des établissements supérieurs visés par le décret attaqué est recevable à l'égard de dispositions qui, comme en l'espèce, ont pour objet d'exclure le remboursement de droits perçus par ces établissements (article 1er) et de permettre à ceux-ci de percevoir des sommes représentant les frais afférents aux biens et services fournis à l'étudiant (article 2, c). B.3.4. Dès lors que le recours est recevable en ce qui concerne l'une des parties requérantes, la Cour ne doit pas examiner s'il l'est aussi en ce qui concerne les autres. Quant à l'article 1er du décret attaqué | binnen als buiten de Belgische Staat ». B.3.2. De andere verzoekende partijen verklaren dat zij studenten zijn die zijn ingeschreven aan een onderwijsinstelling waarop de bestreden bepaling van toepassing is. B.3.3. Het beroep dat is ingesteld door een vzw die tot doel heeft de belangen te verdedigen van de studenten van instellingen voor hoger onderwijs die door het bestreden decreet worden beoogd, is ontvankelijk ten aanzien van bepalingen die, zoals te dezen, tot doel hebben de terugbetaling van door die instellingen geïnde gelden uit te sluiten (artikel 1) en het hun mogelijk te maken bedragen te innen die de kosten voor aan de student verleende goederen en diensten vertegenwoordigen (artikel 2, c)). B.3.4. Daar het beroep ontvankelijk is voor een van de verzoekende partijen, dient het Hof niet na te gaan of het dat ook is voor de andere. Ten aanzien van artikel 1 van het bestreden decreet |
| B.4.1. Les parties requérantes reprochent à l'article 1er de valider | B.4.1. De verzoekende partijen verwijten artikel 1 dat het het |
| les droits perçus, par les établissements d'enseignement qu'il vise, | inschrijvingsgeld bekrachtigt dat door de daarin beoogde |
| complémentairement au minerval imposé par l'article 12, § 2, alinéas 1er | onderwijsinstellingen wordt geïnd bovenop het bij artikel 12, § 2, |
| et 2, de la loi du 29 mai 1959. Elles font valoir que cette | eerste en tweede lid, van de wet van 29 mei 1959 opgelegde schoolgeld. |
| Zij voeren aan dat die bepaling in strijd zou zijn met de artikelen | |
| disposition violerait les articles 10, 11 et 24 de la Constitution lus | 10, 11 en 24 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen |
| en combinaison avec les articles 2.1 et 13 du Pacte international | 2.1 en 13 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale |
| relatif aux droits économiques, sociaux et culturels et avec l'article | |
| 2 du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des | en culturele rechten, en met artikel 2 van het Eerste Aanvullend |
| droits de l'homme, en ce que ces dispositions imposeraient | Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in |
| l'instauration progressive de la gratuité de l'enseignement supérieur | zoverre die bepalingen de geleidelijke invoering van de kosteloosheid |
| (et, par là, un effet de standstill ) et s'opposeraient à une validation ayant des effets discriminatoires et portant atteinte au principe de légalité. B.4.2. La validation des droits visés par l'article 1er du décret attaqué implique, rétroactivement, celle de mesures prises par les établissements d'enseignement qui les ont perçus. B.4.3. La non-rétroactivité des lois est une garantie qui a pour but de prévenir l'insécurité juridique et qui exige que le contenu du droit soit prévisible et accessible, de sorte que chacun puisse prévoir, de manière raisonnable, les conséquences d'un acte déterminé, au moment où cet acte se réalise. La rétroactivité des lois ne peut être justifiée que lorsqu'elle est indispensable pour réaliser un objectif d'intérêt général. B.4.4. L'exposé des motifs du projet devenu le décret attaqué indique : « Dans un jugement prononcé le 10 février 2005, le tribunal de première instance de Namur a dit pour droit que la perception par une Haute Ecole [...] de ' droits complémentaires au minerval (à l'exclusion des droits administratifs) 'était ' illégale '. | van het hoger onderwijs (en daarmee een standstill -effect) zouden opleggen en zich zouden verzetten tegen een geldigverklaring die discriminerende gevolgen heeft en afbreuk doet aan het wettigheidsbeginsel. B.4.2. De geldigverklaring van het in artikel 1 van het bestreden decreet bedoelde inschrijvingsgeld houdt op retroactieve wijze de bekrachtiging in van de maatregelen die zijn genomen door de onderwijsinstellingen die het hebben geïnd. B.4.3. De niet-retroactiviteit van wetten is een waarborg die tot doel heeft rechtsonzekerheid te voorkomen en die vereist dat de inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat iedereen op redelijke wijze de gevolgen van een bepaalde handeling zou kunnen voorzien, op het tijdstip dat die handeling wordt verricht. De terugwerkende kracht van de wetten kan enkel worden verantwoord wanneer zij onontbeerlijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang. B.4.4. In de memorie van toelichting van het ontwerp dat het bestreden decreet is geworden, staat te lezen : « In een vonnis dat is uitgesproken op 10 februari 2005 heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Namen voor recht gezegd dat de inning door een hogeschool [...] van ' inschrijvingsgeld bovenop het schoolgeld (met uitsluiting van de administratieve gelden) ' ' onwettig ' was. |
| Ce jugement considère en effet que le législateur a ' laissé subsister | Dat vonnis oordeelt immers dat de wetgever ' een onduidelijke |
| une situation de flou juridique, tolérant donc la situation de fait | juridische situatie heeft laten voortbestaan, waarbij de bestaande |
| existante, sauf en ce qui concerne les étudiants bénéficiaires | feitelijke situatie bijgevolg werd getolereerd, behalve voor de |
| d'allocations d'études ' » (Doc. parl., Parlement de la Communauté | studenten die studietoelagen genieten ' » (Parl. St., Parlement van de |
| française, 2004-2005, n° 143/1, p. 3). | Franse Gemeenschap, 2004-2005, nr. 143/1, p. 3). |
| Selon le même exposé des motifs, l'article 58 du décret du 9 septembre | Volgens dezelfde memorie van toelichting werd artikel 58 van het |
| 1996 relatif au financement des hautes écoles organisées ou | decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door |
| subventionnées par la Communauté française a été présenté d'une | de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen |
| manière qui a pu permettre à celles-ci d'estimer pouvoir percevoir des | voorgesteld op een wijze die het die hogescholen mogelijk heeft kunnen |
| maken te denken dat zij inschrijvingsgeld bovenop het schoolgeld | |
| droits complémentaires au minerval. L'article 58 précité modifiait en | konden innen.Het voormelde artikel 58 wijzigde immers artikel 12, § 2, |
| effet l'article 12, § 2, de la loi du 29 mai 1959 et interdisait, en ce qui concerne les étudiants boursiers, de prélever des droits complémentaires en plus du minerval qui leur est appliqué. On lit à ce propos, dans l'exposé des motifs précité : « Cette disposition a pu être interprétée par les Hautes Ecoles comme leur reconnaissant le droit de percevoir à charge des étudiants non bénéficiaires de bourses ou d'allocations d'études, des droits complémentaires au minerval. Telle avait d'ailleurs été la lecture qu'en avait faite la section de législation du Conseil d'Etat dans | van de wet van 29 mei 1959 en verbood, voor de beursstudenten, gelden bovenop het op hen toepasselijke schoolgeld te heffen. In de voormelde memorie van toelichting staat daaromtrent te lezen : « Die bepaling kon door de hogescholen in die zin worden geïnterpreteerd dat zij hun het recht toekende ten laste van de studenten die geen studiebeurzen of -toelagen genoten, inschrijvingsgeld bovenop het schoolgeld te innen. Dat was overigens de interpretatie die de afdeling wetgeving van de Raad van State eraan heeft gegeven in het advies dat zij over dat voorontwerp heeft uitgebracht (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, nr. 97-1, |
| l'avis rendu sur cet avant-projet (doc. P.C.F., n° 97-1, 1995-1996, p. | 1995-1996, p. 42). Tijdens de bespreking in de commissie of in |
| 42). Au cours de la discussion en commission ou en séance plénière, | plenaire zitting is die interpretatie door geen enkele verklaring |
| aucun propos n'est venu démentir cette interprétation » (Doc. parl., | tegengesproken » (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, |
| Parlement de la Communauté française, 2004-2005, n° 143/1, p. 4). | 2004-2005, nr. 143/1, p. 4). |
| Le même exposé des motifs constate encore que si les droits en cause | Dezelfde memorie van toelichting stelt voorts vast dat, indien het in |
| het geding zijnde inschrijvingsgeld moest worden terugbetaald door de | |
| devaient être remboursés par les établissements qui les ont perçus | instellingen die het hebben geïnd bovenop het schoolgeld waarin de wet |
| au-delà du minerval prévu par la loi du 29 mai 1959, un grand nombre | van 29 mei 1959 voorziet, een groot aantal onder hen ertoe verplicht |
| d'entre eux seraient contraints de fermer leurs portes, de sorte que | zouden zijn hun deuren te sluiten, zodat de bestreden bepaling wordt |
| la disposition attaquée est présentée comme répondant à « un motif | voorgesteld als een bepaling die tegemoetkomt aan een « dwingende |
| impérieux d'intérêt général, à savoir la survie des établissements | reden van algemeen belang, namelijk het voortbestaan van de |
| d'enseignement qui serait menacée si le jugement du tribunal de | onderwijsinstellingen dat zou worden bedreigd indien het vonnis van de |
| première instance de Namur devait faire jurisprudence et que les | Rechtbank van eerste aanleg te Namen gezaghebbend zou worden in de |
| étudiants qui ont acquitté ces droits venaient en grand nombre en | rechtspraak, en de studenten die dat inschrijvingsgeld hebben betaald, |
| exiger le remboursement » (ibid., p. 5). | in groten getale de terugbetaling ervan zouden eisen » (ibid., p. 5). |
| En réponse à l'avis du Conseil d'Etat qui admettait le caractère | Als antwoord op het advies van de Raad van State die het adequate |
| adéquat de la justification de la validation législative en cause, | karakter van de verantwoording voor de in het geding zijnde decretale |
| mais suggérait de motiver davantage les implications financières | geldigverklaring aanvaardde, maar voorstelde de negatieve financiële |
| négatives d'un éventuel remboursement des droits, il fut indiqué : | gevolgen van een eventuele terugbetaling van het inschrijvingsgeld verder te motiveren, werd erop gewezen : |
| « Les implications financières d'un remboursement massif des droits | « De financiële gevolgen van een massale terugbetaling van het |
| d'inscription complémentaires sont potentiellement les suivantes : le | bijkomend inschrijvingsgeld zijn mogelijk de volgende : daar het |
| montant estimé des droits perçus étant d'environ euro 15.000.000 par | geraamde bedrag van het geïnde inschrijvingsgeld ongeveer 15 000 000 |
| an et la prescription pour réclamer ces droits devant les juridictions | euro per jaar bedraagt en de verjaring om dat inschrijvingsgeld voor |
| de 10 ans, l'impact potentiel si tous les étudiants introduisaient un | de rechtscolleges te vorderen, 10 jaar bedraagt, zou de mogelijke |
| recours et obtenaient in fine gain de cause serait de euro | impact indien alle studenten een beroep zouden instellen en in fine in |
| 150.000.000, hors indexation et intérêts judiciaires. | het gelijk zouden worden gesteld, neerkomen op 150 000 000 euro, |
| Ce montant est à comparer avec le budget annuel des Hautes Ecoles qui | zonder indexering en gerechtelijke interesten. |
| est de euro 310.000.000. | Dat bedrag moet worden vergeleken met de jaarlijkse begroting van de |
| Il est évident que les écoles ne pourraient absorber le contrecoup | hogescholen, die euro 310 000 000 bedraagt. |
| d'une succession de recours qui aboutiraient à des décisions de | Het staat vast dat de scholen de weerslag van een opeenvolging van |
| remboursement. Par ailleurs, outre le remboursement, certains établissements | beroepen die zouden leiden tot beslissingen tot terugbetaling, niet zouden kunnen opvangen. |
| devraient subir une réduction brutale de leurs recettes de parfois | Naast de terugbetaling zouden sommige instellingen overigens een |
| plus de 10 % ce qui nuirait de manière considérable à la qualité de | plotse vermindering van hun inkomsten van soms meer dan 10 pct. moeten |
| ondergaan, wat de kwaliteit van het verstrekte onderwijs en de | |
| l'enseignement dispensé et à la stabilité de l'encadrement pédagogique | stabiliteit van de pedagogische begeleiding aanzienlijk zou aantasten |
| » (ibid., p. 7). | » (ibid., p. 7). |
| B.4.5. La première critique des parties requérantes concerne | B.4.5. De eerste kritiek van de verzoekende partijen betreft de |
| l'obligation de standstill en matière d'instauration progressive de la | standstill -verplichting inzake de geleidelijke invoering van de |
| gratuité de l'enseignement qui découlerait des dispositions qu'elles | kosteloosheid van het onderwijs die zou voortvloeien uit de door hen |
| invoquent. | aangevoerde bepalingen. |
| B.4.6. L'article 24, § 3, de la Constitution dispose en son alinéa 1er | B.4.6. Artikel 24, § 3, eerste lid, van de Grondwet, bepaalt : |
| : « Chacun a droit à l'enseignement dans le respect des libertés et | « Ieder heeft recht op onderwijs, met eerbiediging van de fundamentele |
| droits fondamentaux. L'accès à l'enseignement est gratuit jusqu'à la | rechten en vrijheden. De toegang tot het onderwijs is kosteloos tot |
| fin de l'obligation scolaire ». | het einde van de leerplicht ». |
| B.4.7. L'article 13 du Pacte international relatif aux droits | B.4.7. Artikel 13 van het Internationaal Verdrag inzake economische, |
| économiques, sociaux et culturels dispose notamment : | sociale en culturele rechten bepaalt met name : |
| « 1. Les Etats parties au présent Pacte reconnaissent le droit de | « 1. De Staten die partij zijn bij dit Verdrag erkennen het recht van |
| toute personne à l'éducation. Ils conviennent que l'éducation doit | een ieder op onderwijs. Zij zijn van oordeel dat het onderwijs gericht |
| viser au plein épanouissement de la personnalité humaine et du sens de | dient te zijn op de volledige ontplooiing van de menselijke |
| persoonlijkheid en van het besef van haar waardigheid en dat het dient | |
| sa dignité et renforcer le respect des droits de l'homme et des | bij te dragen tot de eerbied voor de rechten van de mens en de |
| libertés fondamentales. Ils conviennent en outre que l'éducation doit | fundamentele vrijheden. Zij zijn voorts van oordeel dat het onderwijs |
| mettre toute personne en mesure de jouer un rôle utile dans une | een ieder in staat dient te stellen een nuttige rol te vervullen in |
| société libre, favoriser la compréhension, la tolérance et l'amitié | een vrije samenleving en het begrip, de verdraagzaamheid en de |
| entre toutes les nations et tous les groupes raciaux, ethniques ou | vriendschap onder alle volken en alle rasgemeenschappen, etnische en |
| religieux et encourager le développement des activités des Nations | godsdienstige groeperingen, alsmede de activiteiten van de Verenigde |
| Unies pour le maintien de la paix. | Naties voor de handhaving van de vrede dient te bevorderen. |
| 2. Les Etats parties au présent Pacte reconnaissent qu'en vue | 2. De Staten die partij zijn bij dit Verdrag erkennen dat, ten einde |
| d'assurer le plein exercice de ce droit : | tot een volledige verwezenlijking van dit recht te komen : |
| a) L'enseignement primaire doit être obligatoire et accessible | a) Het lager onderwijs voor allen verplicht en kosteloos beschikbaar |
| gratuitement à tous; b) L'enseignement secondaire sous ses différentes formes, y compris l'enseignement secondaire technique et professionnel, doit être généralisé et rendu accessible à tous par tous les moyens appropriés et notamment par l'instauration progressive de la gratuité; c) L'enseignement supérieur doit être rendu accessible à tous en pleine égalité, en fonction des capacités de chacun, par tous les moyens appropriés et notamment par l'instauration progressive de la gratuité; d) L'éducation de base doit être encouragée ou intensifiée, dans toute la mesure possible, pour les personnes qui n'ont pas reçu d'instruction primaire ou qui ne l'ont pas reçue jusqu'à son terme; e) Il faut poursuivre activement le développement d'un réseau scolaire à tous les échelons, établir un système adéquat de bourses et améliorer de façon continue les conditions matérielles du personnel enseignant. | dient te zijn; b) Het middelbaar onderwijs in zijn verschillende vormen, waarbij inbegrepen het technisch onderwijs en de beroepsopleiding op middelbaar niveau, door middel van alle passende maatregelen en in het bijzonder door de geleidelijke invoering van kosteloos onderwijs voor een ieder beschikbaar en algemeen toegankelijk dient te worden gemaakt; c) Het hoger onderwijs door middel van alle passende maatregelen en in het bijzonder door de geleidelijke invoering van kosteloos onderwijs voor een ieder op basis van bekwaamheid gelijkelijk toegankelijk dient te worden gemaakt; d) Het basisonderricht zoveel mogelijk dient te worden gestimuleerd of geïntensiveerd ten behoeve van personen die geen lager onderwijs hebben genoten of dit niet hebben voltooid; e) De ontwikkeling van een stelsel van inrichtingen voor onderwijs op alle niveaus met kracht dient te worden nagestreefd, een verantwoord stelsel van studiebeurzen in het leven dient te worden geroepen en de materiële omstandigheden van het onderwijzend personeel voortdurend dienen te worden verbeterd. |
| [...] ». | [...] ». |
| La lecture de l'article 13.2 précité fait apparaître que l'« | Uit de lezing van voormeld artikel 13.2 blijkt dat voor het « lager |
| enseignement primaire », l'« enseignement secondaire sous ses | onderwijs », het « middelbaar onderwijs in zijn verschillende vormen » |
| différentes formes » et l'« enseignement supérieur » font l'objet de | en het « hoger onderwijs » onderscheiden bepalingen en behandelingen |
| dispositions et de traitements distincts. L'enseignement primaire doit | gelden. Het lager onderwijs dient « voor allen verplicht en kosteloos |
| « être obligatoire et accessible gratuitement à tous »; l'enseignement | beschikbaar [...] te zijn »; het middelbaar onderwijs dient « voor een |
| secondaire doit « être généralisé et rendu accessible à tous »; | ieder beschikbaar en algemeen toegankelijk [...] te worden gemaakt »; |
| l'enseignement supérieur doit « être rendu accessible à tous en pleine | het hoger onderwijs dient « voor een ieder op basis van bekwaamheid |
| égalité, en fonction des capacités de chacun ». | gelijkelijk toegankelijk [...] te worden gemaakt ». |
| En ce qui concerne l'enseignement primaire, la gratuité est un | Wat het lager onderwijs betreft, is de kosteloosheid een doelstelling |
| objectif qui doit être immédiatement réalisé. | die onmiddellijk moet worden verwezenlijkt. |
| En ce qui concerne l'enseignement secondaire et l'enseignement | Wat het middelbaar en het hoger onderwijs betreft, moeten de in het |
| supérieur, les objectifs inscrits dans le Pacte doivent être | Verdrag ingeschreven doelstellingen worden nagestreefd « door middel |
| poursuivis « par tous les moyens appropriés et notamment par | van alle passende maatregelen en in het bijzonder door de geleidelijke |
| l'instauration progressive de la gratuité ». | invoering van kosteloos onderwijs ». |
| B.4.8. L'article 2.1 du Pacte international relatif aux droits | B.4.8. Artikel 2.1 van het Internationaal Verdrag inzake economische, |
| économiques, sociaux et culturels dispose : | sociale en culturele rechten bepaalt : |
| « Chacun des Etats parties au présent Pacte s'engage à agir, tant par | « Iedere Staat die partij is bij dit Verdrag verbindt zich maatregelen |
| son effort propre que par l'assistance et la coopération | te nemen, zowel zelfstandig als binnen het kader van de internationale |
| internationales, notamment sur les plans économique et technique, au | hulp en samenwerking, met name op economisch en technisch gebied, en |
| maximum de ses ressources disponibles, en vue d'assurer | met volledige gebruikmaking van de hem ter beschikking staande |
| progressivement le plein exercice des droits reconnus dans le présent | hulpbronnen, ten einde met alle passende middelen, inzonderheid de |
| Pacte par tous les moyens appropriés, y compris en particulier | invoering van wettelijke maatregelen, tot een algehele verwezenlijking |
| l'adoption de mesures législatives ». | van de in dit Verdrag erkende rechten te komen ». |
| B.4.9. La lecture combinée des articles 2.1 et 13.2 du Pacte fait | B.4.9. Uit de gecombineerde lezing van de artikelen 2.1 en 13.2 van |
| apparaître que l'égalité d'accès - envisagée par le Pacte - à | het Verdrag blijkt dat de - door het Verdrag beoogde - gelijke |
| l'enseignement secondaire et à l'enseignement supérieur doit être | toegankelijkheid van het middelbaar en het hoger onderwijs geleidelijk |
| instaurée progressivement dans les Etats contractants, en tenant | moet worden ingevoerd in de verdragsluitende Staten, rekening houdend |
| compte des possibilités économiques et de la situation des finances | met de economische mogelijkheden en de situatie van de |
| publiques spécifique à chacun de ces Etats, et non pas selon des | overheidsfinanciën eigen aan elk van die Staten, en niet volgens |
| conditions temporelles strictement uniformes. | strikt eenvormige temporele voorwaarden. |
| Les litterae b) et c) de l'article 13.2 du Pacte ne font donc pas | Artikel 13.2, litterae b) en c), van het Verdrag doet derhalve geen |
| naître un droit à l'accès gratuit à l'enseignement autre que primaire. | recht op kosteloze toegang ontstaan tot ander onderwijs dan het lager |
| Ces dispositions s'opposent toutefois à ce que la Belgique, après | onderwijs. Wel verzetten die bepalingen zich ertegen dat België, na de |
| l'entrée en vigueur du Pacte à son égard - le 21 juillet 1983 -, | inwerkingtreding van het Verdrag te zijnen aanzien - op 21 juli 1983 - |
| prenne des mesures qui iraient à l'encontre de l'objectif de l'accès | maatregelen zou nemen die ingaan tegen de doelstelling om de |
| en pleine égalité à l'enseignement supérieur qui doit être réalisé, | gelijkelijke toegang tot het hoger onderwijs te verwezenlijken, onder |
| notamment, par l'instauration progressive de la gratuité. | meer door de geleidelijke invoering van kosteloos onderwijs. |
| B.4.10. L'article 2 du Premier Protocole additionnel à la Convention | B.4.10. Artikel 2 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees |
| européenne des droits de l'homme dispose : | Verdrag voor de rechten van de mens luidt : |
| « Nul ne peut se voir refuser le droit à l'instruction. L'Etat, dans | « Niemand zal het recht op onderwijs worden ontzegd. Bij de |
| l'exercice des fonctions qu'il assumera dans le domaine de l'éducation | uitoefening van alle functies welke de Staat in verband met de |
| et de l'enseignement, respectera le droit des parents d'assurer cette | opvoeding en het onderwijs op zich neemt zal de Staat het recht |
| éducation et cet enseignement conformément à leurs convictions | eerbiedigen van de ouders om (voor hun kinderen) zich van die |
| opvoeding en van dat onderwijs te verzekeren welke overeenstemmen met | |
| religieuses et philosophiques ». | hun eigen godsdienstige en philosophische overtuigingen ». |
| B.4.11. Un minerval était perçu en 1983 pour l'accès à l'enseignement | B.4.11. In 1983 werd een schoolgeld geïnd voor de toegang tot het |
| supérieur de type court et de type long. Selon l'exposé du ministre, « | hoger onderwijs van het korte type en het lange type. Volgens de |
| [il était] fixé à 250 francs pour l'enseignement supérieur non | uiteenzetting van de minister was het « vastgesteld op 250 frank voor |
| universitaire de type court depuis 1958 et à 5 000 francs, pour | het niet-universitair hoger onderwijs van het korte type, en, sedert |
| l'enseignement supérieur non universitaire de type long depuis 1978 » | 1978, op 5 000 frank voor het niet-universitair hoger onderwijs van |
| (Doc. parl., Parlement de la Communauté française, 1989-1990, n° | het lange type » (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, |
| 147/2, p. 3). | 1989-1990, nr. 147/2, p. 3). |
| L'obligation de standstill, résultant du Pacte international relatif | De standstill -verplichting, die voorvloeit uit het Internationaal |
| aux droits économiques, sociaux et culturels et mentionnée en B.4.9, | Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en in B.4.9 |
| n'implique pas que ces droits ne puissent être augmentés, | is vermeld, houdt niet in dat die gelden na 1983 niet kunnen worden |
| postérieurement à 1983, en fonction notamment, d'une part, d'une | verhoogd, met name, enerzijds, op grond van een redelijke beoordeling |
| appréciation raisonnable de l'évolution du coût de la vie, de celle du | van de evolutie van de kosten van levensonderhoud, van die van het |
| produit national et de l'élévation du revenu moyen par habitant, par | nationaal product en van de stijging van het gemiddelde inkomen per |
| rapport à l'époque où ils ont été fixés et, d'autre part, de motifs | inwoner, ten opzichte van de tijd waarin ze zijn vastgesteld, en, |
| anderzijds, op grond van motieven van algemeen belang vermeld in onder | |
| liés à l'intérêt général mentionnés notamment à l'article 2.1 du | meer artikel 2.1 van het Verdrag, waaronder in het bijzonder de ter |
| Pacte, en particulier en fonction des ressources disponibles. | beschikking staande financiële middelen. |
| B.4.12. Compte tenu des motifs avancés pour justifier la validation | B.4.12. Rekening houdend met de in B.4.4 uiteengezette motieven om de |
| critiquée, exposés en B.4.4, la mesure en cause ne porte pas une | bestreden geldigverklaring te verantwoorden, doet de in het geding |
| atteinte injustifiée à l'obligation de standstill définie en B.4.9. | zijnde maatregel niet op onverantwoorde wijze afbreuk aan de in B.4.9 vermelde standstill -verplichting. |
| En effet, d'une part, l'absence d'une telle mesure a pu | Er kon immers, enerzijds, redelijkerwijs worden geoordeeld dat de |
| raisonnablement être jugée de nature à menacer la survie des | ontstentenis van een dergelijke maatregel het voortbestaan van de |
| établissements scolaires qu'elle concerne - ce qui constitue | onderwijsinstellingen waarop hij betrekking heeft, kon bedreigen - wat |
| l'objectif d'intérêt général évoqué en B.4.3 -, alors que mettre ces | het doel van algemeen belang vormt waarnaar in B.4.3 wordt verwezen -, |
| établissements en graves difficultés financières pourrait être de | terwijl het in ernstige financiële moeilijkheden brengen van die |
| nature à porter au droit à l'enseignement une atteinte bien plus | instellingen van dien aard zou kunnen zijn dat het recht op onderwijs |
| grande que celle que l'article 1er porte au but d'assurer | in grotere mate zou worden aangetast dan de mate waarin artikel 1 |
| progressivement la gratuité de cet enseignement. Il y a lieu, à cet | afbreuk doet aan de doelstelling om de kosteloosheid van dat onderwijs |
| égard, d'observer que les droits complémentaires ont été perçus sur la | geleidelijk te verzekeren. Er zij in dat opzicht opgemerkt dat het |
| base d'une mesure prise tant par l'autorité à laquelle s'imposait | bijkomend inschrijvingsgeld is geïnd op grond van een maatregel die is |
| l'obligation définie en B.4.9 que par les établissements d'enseignement dont le décret attaqué vise à garantir la survie et qui ont pu se méprendre, ainsi que cela a été exposé en B.4.4, sur la possibilité qu'ils avaient de percevoir ou non, de manière régulière, des droits complémentaires. D'autre part, la mesure critiquée par les requérants est accompagnée de garanties tendant à éviter qu'elle ait des effets disproportionnés, telles qu'elles sont énumérées à l'article 1er, alinéa 2, du décret attaqué, notamment en s'abstenant d'intervenir dans les procédures qui seraient pendantes devant les juridictions. Elle est aussi accompagnée, pour l'avenir, de dispositions visant à limiter progressivement le montant des droits complémentaires perçus jusqu'à leur suppression pure et simple (article 2, a) et b), du décret | genomen door zowel de overheid waarop de in B.4.9 vermelde verplichting rustte als de onderwijsinstellingen waarvan het voortbestaan door het bestreden decreet wordt beoogd en die zich, zoals is uiteengezet in B.4.4, hebben kunnen vergissen in de mogelijkheid die zij hadden om het bijkomend inschrijvingsgeld al dan niet, op regelmatige wijze, te innen. Anderzijds gaat de door de verzoekende partijen bekritiseerde maatregel gepaard met waarborgen die ertoe strekken te voorkomen dat hij onevenredige gevolgen heeft, zoals die welke worden opgesomd in artikel 1, tweede lid, van het bestreden decreet, met name door niet tussen te komen in de procedures die voor de rechtscolleges hangende zouden zijn. Hij gaat, voor de toekomst, eveneens gepaard met bepalingen die ertoe strekken het bedrag van het bijkomend inschrijvingsgeld geleidelijk te beperken tot de afschaffing zonder meer ervan (artikel 2, a) en b) van het bestreden decreet) en de |
| attaqué) et à accorder aux établissements d'enseignement concernés une | betrokken onderwijsinstellingen een « toelage voor de bevordering van |
| « allocation d'aide à la démocratisation de l'accès à l'enseignement | de democratisering van de toegang tot het hoger onderwijs » toe te |
| supérieur » (articles 3 à 5 du décret attaqué). | kennen (artikelen 3 tot 5 van het bestreden decreet). |
| Par ailleurs, l'article 2 du Premier Protocole additionnel à la | Artikel 2 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag |
| Convention européenne des droits de l'homme n'établit nullement le | voor de rechten van de mens vestigt overigens geenszins het beginsel |
| principe de la gratuité de l'enseignement. Le moyen ne peut donc être | van de kosteloosheid van het onderwijs. Het middel kan dus niet worden |
| retenu en ce qu'il dénonce une violation de l'article 24 de la | aangenomen in zoverre het een schending aanvoert van artikel 24 van de |
| Constitution combiné avec cette disposition. | Grondwet, in samenhang gelezen met die bepaling. |
| B.4.13. La deuxième critique des parties requérantes concerne le | B.4.13. De tweede kritiek van de verzoekende partijen betreft het |
| principe d'égalité en ce que la validation des droits en cause | gelijkheidsbeginsel, in zoverre de geldigverklaring van het in het |
| porterait sur des droits complémentaires dont le montant varie d'un | geding zijnde inschrijvingsgeld betrekking zou hebben op bijkomende |
| établissement d'enseignement à l'autre, créant ainsi autant de | inschrijvingsgelden waarvan het bedrag varieert van de ene |
| différences de traitement injustifiées entre les étudiants. | onderwijsinstelling tot de andere, waardoor evenveel onverantwoorde |
| Le législateur décrétal a constaté qu'il était nécessaire de faire | verschillen in behandeling tussen de studenten worden ingevoerd. |
| obstacle au remboursement des droits complémentaires afin de garantir | De decreetgever heeft vastgesteld dat het noodzakelijk was de |
| la survie financière des établissements qui les ont perçus; il a pu raisonnablement considérer que le montant de ces droits a été déterminé par ces établissements en fonction de leurs besoins financiers propres. Ces besoins ne sont pas uniformes puisque le contenu de l'enseignement et les projets pédagogiques varient d'un établissement à l'autre, même pour des options identiques. Dès lors, le législateur décrétal n'a pas pris une mesure portant une atteinte disproportionnée aux droits des intéressés en validant, dans les limites qu'il a fixées, la perception de ces droits complémentaires. B.4.14. La troisième critique des parties requérantes concerne le plafond en deçà duquel, conformément à l'article 1er, alinéa 2, 3°, les droits complémentaires ne sont pas remboursés. Les travaux préparatoires du décret indiquent à cet égard : « [...], ce plafond a été fixé en tenant compte de plusieurs critères : - la nécessité de ne pas mettre trop d'établissements en trop grande difficulté, dans un souci impérieux d'intérêt général, à savoir la préservation du service public d'enseignement - une étude des droits actuellement perçus. Celle-ci a fait apparaître que le montant des compléments qui peuvent | terugbetaling van het bijkomend inschrijvingsgeld te verhinderen, teneinde het financiële voortbestaan van de instellingen die het hebben geïnd, te waarborgen; hij is redelijkerwijze ervan kunnen uitgaan dat het bedrag van die gelden door die instellingen is vastgesteld op grond van hun eigen financiële behoeften. Die behoeften zijn niet eenvormig vermits de inhoud van het onderwijs en de pedagogische projecten van de ene instelling tot de andere, zelfs voor identieke opties, variëren. De decreetgever heeft dus geen maatregel genomen die op onevenredige wijze afbreuk doet aan de rechten van de betrokkenen door, binnen de door hem bepaalde grenzen, de inning van dat bijkomend inschrijvingsgeld geldig te verklaren. B.4.14. De derde kritiek van de verzoekende partijen betreft het maximumbedrag waaronder, overeenkomstig artikel 1, tweede lid, 3°, het bijkomend inschrijvingsgeld niet wordt terugbetaald. In de parlementaire voorbereiding van het decreet wordt in dat verband erop gewezen dat : « [...] dat maximumbedrag is bepaald rekening houdend met verschillende criteria : - de noodzaak om niet te veel instellingen in te grote moeilijkheden te brengen, om een dringende bekommernis van algemeen belang, namelijk de vrijwaring van de openbare dienst van het onderwijs; - een studie in verband met de thans geïnde gelden. Uit die laatste is gebleken dat het bedrag van de aanvullende gelden |
| être actuellement perçus sous le vocable ' droits d'inscription | die thans kunnen worden geïnd onder de noemer ' bijkomende |
| complémentaire ' varient de euro 0 à 620 tandis que ceux perçus sous | inschrijvingsgelden ' variëren van euro 0 tot 620, terwijl die welke |
| le vocable ' frais administratifs ' varient de euro 0 à 1 150. | worden geïnd onder de noemer ' administratieve kosten ' variëren van euro 0 tot 1 150. |
| L'addition de ces deux montants donne un plafond total en sus du | De som van beide bedragen geeft een totaalbedrag bovenop het |
| minerval qui pourrait théoriquement atteindre euro 1 770 en plus du | schoolgeld dat theoretisch gezien zou kunnen oplopen tot euro 1 770 |
| minerval. Un plafond fixé à 7 fois le minerval de type court équivaut | bovenop het schoolgeld. Een maximumbedrag dat is vastgesteld op 7 keer |
| het schoolgeld voor het onderwijs van het korte type komt neer op euro | |
| à euro 1 120, ce qui est inférieur au montant théorique ainsi calculé. | 1 120, wat minder is dan het aldus berekende theoretische bedrag. De |
| La mesure est donc raisonnable » (Doc. parl., Parlement de la | maatregel is dus redelijk verantwoord » (Parl. St., Parlement van de |
| Communauté française, 2004-2005, n° 143/1, p. 7; dans le même sens, n° | Franse Gemeenschap, 2004-2005, nr. 143/1, p. 7; in dezelfde zin, nr. |
| 143/6, p. 6). | 143/6, p. 6). |
| Le plafond défini par la disposition attaquée ne peut donc être | Het door de bestreden bepaling gedefinieerde maximumbedrag kan dus |
| considéré comme ayant été déterminé d'une manière dépourvue de toute | niet worden beschouwd als een bedrag dat zonder enige relevantie is |
| pertinence. Il est vrai que les parties requérantes observent que le | vastgesteld. Het is juist dat de verzoekende partijen opmerken dat het |
| document n° 5 joint au mémoire de la Communauté française, et | document nr. 5 dat bij de memorie van de Franse Gemeenschap is gevoegd |
| indiquant les montants réclamés par les divers établissements | en waarin de bedragen worden vermeld die de verschillende betrokken |
| concernés au titre de droits d'inscription complémentaire et de frais | instellingen hebben gevorderd als bijkomende inschrijvingsgelden en |
| administratifs au cours de l'année académique 2004-2005, montre, d'une | administratieve kosten tijdens het academiejaar 2004-2005, aantoont |
| part, que les montants maximaux sont, respectivement, de 620 euros et | dat, enerzijds, de maximumbedragen respectievelijk 620 euro en 995,40 |
| de 995,40 euros et, d'autre part, que le montant maximal cumulé des | euro zijn en, anderzijds, het gecumuleerde maximumbedrag van de ene en |
| uns et des autres s'élève à 995,40 euros - certains établissements ne | de andere 995,40 euro bedraagt - waarbij sommige instellingen slechts |
| perçoivent qu'un seul type de montant -, ce qui est en deçà du montant | |
| de 1 120 euros mentionné par les travaux préparatoires. Toutefois, | één soort bedrag innen -, wat minder is dan het bedrag van 1 120 euro |
| indépendamment même du fait que les travaux préparatoires précités ne | dat in de parlementaire voorbereiding wordt vermeld. Zelfs los van het |
| mentionnent pas l'année académique à laquelle se rapportent les | feit dat in de voormelde parlementaire voorbereiding geen melding |
| montants qu'ils citent, l'on peut admettre que le législateur | wordt gemaakt van het academiejaar waarop de daarin genoemde bedragen |
| décrétal, constatant que certains établissements percevaient à la fois | betrekking hebben, kan evenwel worden aangenomen dat de decreetgever, |
| na te hebben vastgesteld dat sommige instellingen zowel bijkomende | |
| des droits d'inscription complémentaires et des frais administratifs, | inschrijvingsgelden als administratieve kosten inden, het nodig heeft |
| ait estimé devoir prendre en compte un montant maximal cumulé. | geacht rekening te houden met een gecumuleerd maximumbedrag. |
| B.4.15. La quatrième critique des parties requérantes porte sur le | B.4.15. De vierde kritiek van de verzoekende partijen betreft het |
| principe de légalité, en ce que l'article 1er du décret attaqué ne | wettigheidsbeginsel, in zoverre artikel 1 van het bestreden decreet |
| répondrait pas aux exigences de l'article 24, § 5, de la Constitution. | niet zou voldoen aan de vereisten van artikel 24, § 5, van de Grondwet. |
| La Cour constate que la disposition attaquée fixe elle-même les | Het Hof stelt vast dat de bestreden bepaling zelf de elementen |
| éléments permettant de déterminer la mesure dans laquelle le | vaststelt aan de hand waarvan de mate waarin de terugbetaling van het |
| remboursement des droits complémentaires est écarté. | bijkomend inschrijvingsgeld wordt geweigerd, kan worden bepaald. |
| B.4.16. Le moyen n'est pas fondé. | B.4.16. Het middel is niet gegrond. |
| Quant à l'article 2, c), du décret attaqué | Ten aanzien van artikel 2, c), van het bestreden decreet |
| B.5.1. Les parties requérantes reprochent à l'article 2, c), de | B.5.1. De verzoekende partijen verwijten artikel 2, c), dat het de |
| permettre aux établissements d'enseignement qu'il vise de porter en | daarin beoogde onderwijsinstellingen mogelijk maakt om, naast het |
| compte, en plus des droits complémentaires, les frais appréciés au | bijkomend inschrijvingsgeld, de kosten tegen de werkelijke kostprijs |
| coût réel afférents aux biens et services fournis individuellement à | aan te rekenen voor de individueel aan de student geleverde goederen |
| l'étudiant. Elles font valoir que cette disposition viole les articles | en diensten. Zij voeren aan dat die bepaling in strijd is met de |
| 10, 11 et 24 de la Constitution lus en combinaison avec les articles | artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de |
| 2.1 et 13 du Pacte international relatif aux droits économiques, | artikelen 2.1 en 13 van het Internationaal Verdrag inzake economische, |
| sociaux et culturels et avec l'article 2 du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que ces dispositions imposeraient l'instauration progressive de la gratuité de l'enseignement supérieur, et, par là, un effet de standstill, et s'opposeraient à ce que le montant des frais en cause puisse varier d'un établissement à l'autre en violation du principe d'égalité et à ce qu'ils soient déterminés par les établissements ou par le Gouvernement, en violation du principe de légalité. B.5.2. Les sommes dont le payement peut être exigé en vertu de l'article 2, c), du décret attaqué représentent le coût des biens et services qu'il vise. Elles sont ainsi destinées à permettre aux établissements d'enseignement de couvrir des dépenses spécifiques qu'ils exposent pour les étudiants et ne concernent donc pas l'accès aux études supérieures. Contrairement à ce qu'affirment les requérants, la disposition qui les prévoit n'est pas incompatible avec l'article 24, § 3, de la Constitution lu en combinaison avec l'article 13 du Pacte international relatif aux droits économiques, sociaux et culturels et avec l'obligation de standstill mentionnée en B.4.9. B.5.3. Les requérants critiquent aussi l'article 2, c), en ce que les frais qu'il vise pourraient varier d'un établissement à l'autre et créer ainsi une rupture d'égalité entre les étudiants et en ce qu'ils ne sont pas fixés par le législateur décrétal. B.5.4. En prévoyant que les frais en cause doivent être appréciés au coût réel, le législateur décrétal s'est exprimé avec suffisamment de précision et une évaluation manifestement déraisonnable pourrait être censurée par le juge. Compte tenu du caractère de ces sommes, le législateur décrétal a pu charger le Gouvernement d'en établir la liste (à partir de l'année académique 2006-2007) afin d'en permettre l'adaptation à l'évolution des besoins plus rapidement que si le vote d'un décret modificatif s'avérait chaque fois nécessaire. A cet égard, la circonstance que le décret du 20 juillet 2006 visé en B.2.2 modifie l'article 12, § 2, de la loi du 29 mai 1959 afin de fixer, à l'alinéa 15, un plafond au montant total pouvant être réclamé aux étudiants aux titre de minerval, de droits complémentaires et de frais appréciés au coût réel, n'implique pas que les dispositions antérieures, qui ne fixaient pas un tel plafond et qui font l'objet du recours, seraient contraires aux dispositions visées par le moyen, l'inconstitutionnalité d'une règle ancienne ne pouvant se déduire de sa seule modification par une règle nouvelle. Enfin, dès lors que les coûts exposés par les établissements d'enseignement pour les biens et services fournis aux étudiants peuvent ne pas être uniformes compte tenu de ce que l'enseignement, les cours et le matériel pédagogique peuvent varier d'un établissement à l'autre, même pour des options identiques, leur prise en charge par ceux-ci peut varier de la même manière sans porter une atteinte discriminatoire aux droits des intéressés. B.5.5. Le moyen n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 février 2007. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, | sociale en culturele rechten en met artikel 2 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre die bepalingen de geleidelijke invoering van de kosteloosheid van het hoger onderwijs, en daardoor een standstill -effect, zouden opleggen, en zich ertegen zouden verzetten dat het bedrag van de in het geding zijnde kosten zou kunnen variëren van de ene instelling tot de andere, met schending van het gelijkheidsbeginsel, en dat die kosten door de instellingen of door de Regering worden vastgesteld met schending van het wettigheidsbeginsel. B.5.2. De bedragen waarvan de betaling op grond van artikel 2, c), van het bestreden decreet kan worden gevorderd, vormen de kostprijs van de daarin beoogde goederen en diensten. Zij zijn aldus bedoeld om het de onderwijsinstellingen mogelijk te maken specifieke uitgaven te dekken die zij voor de studenten doen, en betreffen dus niet de toegang tot de hogere studies. In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen verklaren, kan de bepaling die daarin voorziet, niet onbestaanbaar worden geacht met artikel 24, § 3, van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 13 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en met de in B.4.9 vermelde standstill -verplichting. B.5.3. De verzoekende partijen bekritiseren ook artikel 2, c), in zoverre de daarin beoogde kosten zouden kunnen variëren van de ene instelling tot de andere en aldus de gelijkheid tussen de studenten zouden kunnen verbreken, en in zoverre zij niet door de decreetgever zijn vastgesteld. B.5.4. Door te bepalen dat de in het geding zijnde kosten tegen kostprijs moeten worden geraamd, heeft de decreetgever zich voldoende nauwkeurig uitgedrukt en een kennelijk onredelijke raming zou door de bevoegde rechter kunnen worden afgekeurd. Gelet op de aard van die bedragen vermocht de decreetgever de Regering ermee te belasten de lijst ervan vast te stellen (vanaf het academiejaar 2006-2007), teneinde het mogelijk te maken die lijst sneller aan de evolutie van de behoeften aan te passen dan wanneer telkens de goedkeuring van een wijzigingsdecreet noodzakelijk zou zijn. In dat verband houdt het gegeven dat het in B.2.2 bedoelde decreet van 20 juli 2006 artikel 12, § 2, van de wet van 29 mei 1959 wijzigt teneinde in het vijftiende lid een maximumbedrag vast te stellen voor het totaalbedrag dat aan de studenten als schoolgeld, bijkomende gelden en werkelijke kosten kan worden aangerekend, niet in dat de vroegere bepalingen, die niet in een dergelijk maximumbedrag voorzagen en het voorwerp van het beroep uitmaken, in strijd zouden zijn met de in het middel beoogde bepalingen, daar de ongrondwettigheid van een vroegere regel niet kan worden afgeleid uit louter de wijziging ervan door een nieuwe regel. Aangezien het mogelijk is dat de kosten die de onderwijsinstellingen doen voor de aan de studenten geleverde goederen en diensten niet eenvormig zijn, rekening houdend met het feit dat het onderwijs, de cursussen en het pedagogisch materiaal kunnen variëren van de ene instelling tot de andere, zelfs voor identieke opties, kan ten slotte de tenlasteneming ervan op dezelfde wijze variëren, zonder op discriminerende wijze afbreuk te doen aan de rechten van de betrokkenen. B.5.5. Het middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 februari 2007. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |