Extrait de l'arrêt n° 197/2006 du 13 décembre 2006 Numéro du rôle : 3939 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 15 et 16 de la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d'extrême urgence en matière d'expropriation La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. Lavrysen, J(...) | Uittreksel uit arrest nr. 197/2006 van 13 december 2006 Rolnummer 3939 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 15 en 16 van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening t Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Lavr(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 197/2006 du 13 décembre 2006 | Uittreksel uit arrest nr. 197/2006 van 13 december 2006 |
Numéro du rôle : 3939 | Rolnummer 3939 |
En cause : la question préjudicielle concernant les articles 15 et 16 | In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 15 en 16 van de wet |
de la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure d'extrême urgence | van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende |
en matière d'expropriation pour cause d'utilité publique, posée par la | omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte, gesteld door |
Cour d'appel de Liège. | het Hof van Beroep te Luik. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, | L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
Melchior, | voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 7 mars 2006 en cause de P. David et autres contre la SC « | Bij arrest van 7 maart 2006 in zake P. David en anderen tegen de CV « |
Association intercommunale pour l'exploitation du circuit de | Association intercommunale pour l'exploitation du circuit de |
Spa-Francorchamps », dont l'expédition est parvenue au greffe de la | Spa-Francorchamps », waarvan de expeditie ter griffie van het |
Cour d'arbitrage le 13 mars 2006, la Cour d'appel de Liège a posé la | Arbitragehof is ingekomen op 13 maart 2006, heeft het Hof van Beroep |
question préjudicielle suivante : | te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 15 et 16 de la loi du 26 juillet 1962 relative à la | « Schenden de artikelen 15 en 16 van de wet van 26 juli 1962 |
procédure d'expropriation d'extrême urgence violent-ils les articles | betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake |
10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils ne stipulent pas qu'en | onteigening ten algemenen nutte de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
l'absence de mention dans la notification prévue à l'article 15 de la | in zoverre zij niet bepalen dat, indien in de in artikel 15 bedoelde |
possibilité d'exercer une action en révision devant le Tribunal de | kennisgeving de mogelijkheid niet wordt vermeld om voor de rechtbank |
première instance dans le délai de deux mois à compter de la date de | van eerste aanleg een vordering tot herziening in te stellen binnen |
l'envoi des documents, le délai de prescription ne prend pas cours | twee maanden na de verzending van de stukken, de verjaringstermijn |
alors que, l'article 2, 4°, de la loi du 11 avril 1994 relative à la | niet begint te lopen, terwijl artikel 2, 4°, van de wet van 11 april |
publicité des actes de l'administration et les articles 1051, alinéa 1er, | 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en de artikelen 1051, |
et 792, alinéas 2 et 3, du Code judiciaire, en cas de notification | eerste lid, en 792, tweede en derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, |
bij een kennisgeving van een handeling waardoor een beroepstermijn | |
d'un acte faisant courir un délai de recours, subordonnent la prise de | begint te lopen, de aanvang van de termijn afhankelijk stellen van de |
cours du délai à la mention dans la notification de l'existence du | vermelding, in de kennisgeving, van het bestaan van het rechtsmiddel, |
recours, de l'instance devant laquelle il doit être porté et du délai | van de instantie waarvoor het beroep dient te worden ingesteld en van |
dans lequel il doit être exercé ? ». | de termijn waarbinnen het dient te worden uitgeoefend ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La Cour est interrogée par la juridiction a quo sur la | B.1. Het Hof wordt door het verwijzende rechtscollege ondervraagd over |
compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution des | de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de |
articles 15 et 16 de la loi du 26 juillet 1962 relative à la procédure | artikelen 15 en 16 van de wet van 26 juli 1962 betreffende de |
d'extrême urgence en matière d'expropriation pour cause d'utilité | rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten |
publique en ce que, à la différence de la notification prévue par la | algemenen nutte, in zoverre, in tegenstelling tot de kennisgeving |
loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l'administration, | bedoeld in de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van |
d'une part, et, de la notification prévue par l'article 792, alinéas 2 | bestuur, enerzijds, en de kennisgeving bedoeld in artikel 792, tweede |
en derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang gelezen met | |
et 3, du Code judiciaire lu en combinaison avec l'article 1051 du même | artikel 1051 van hetzelfde Wetboek, anderzijds, de voormelde |
Code, d'autre part, les dispositions précitées de la loi du 26 juillet | bepalingen van de wet van 26 juli 1962 de aanvang van de |
1962 ne subordonnent pas la prise de cours du délai de recours pour | beroepstermijn om een vordering tot herziening van de voorlopige |
introduire une action en révision de l'indemnité provisoire à la | vergoeding in te stellen, niet afhankelijk maken van de vermelding, in |
mention dans la notification prévue par l'article 15 de la loi | de kennisgeving bedoeld in artikel 15 van de voormelde wet, van het |
précitée de l'existence d'un recours, de l'instance devant laquelle il | bestaan van een rechtsmiddel, van de instantie waarvoor het dient te |
doit être porté et du délai dans lequel il doit être exercé. | worden ingesteld en van de termijn waarbinnen het dient te worden |
uitgeoefend. | |
B.2.1. Les articles 15 et 16 de la loi du 26 juillet 1962 précitée | B.2.1. De artikelen 15 en 16 van de voormelde wet van 26 juli 1962 |
disposent : | bepalen : |
« Art. 15.En vertu du jugement et sans qu'il soit besoin de le faire |
« Art. 15.Krachtens het vonnis, en zonder dit te moeten doen |
signifier, l'expropriant dépose à la Caisse des Dépôts et | betekenen, stort de onteigenaar, binnen een maand na de uitspraak van |
Consignations dans le mois du prononcé du jugement, le montant de | het vonnis, in de Deposito- en Consignatiekas het bedrag van de |
l'indemnité provisoire qui excède celui de l'indemnité provisionnelle. | voorlopige vergoeding dat het bedrag van de provisionele vergoeding te boven gaat. |
Dans les dix jours qui suivent le dépôt, il adresse aux parties | Binnen tien dagen na die storting zendt hij aan de verwerende of als |
défenderesses ou reçues intervenantes, une copie : | tussenkomend erkende partijen een afschrift van : |
1° du jugement fixant le montant de l'indemnité provisoire; | 1° het vonnis, dat het bedrag van de voorlopige vergoeding vaststelt; |
2° du certificat de dépôt à la Caisse des Dépôts et Consignations du | 2° het bewijs van storting van de aanvullende vergoeding in de |
supplément d'indemnité. | Deposito- en Consignatiekas. |
A défaut, l'exproprié peut, en vertu du même jugement, exiger que | Bij gebreke daarvan kan de onteigende krachtens hetzelfde vonnis eisen |
l'expropriant suspende l'occupation de l'immeuble. Le retrait des sommes déposées à la Caisse des Dépôts et Consignations a lieu dans les conditions prévues aux alinéas 4 et 5 de l'article 9, sans que toutefois la production d'un nouveau certificat hypothécaire puisse être exigée. Art. 16.Les indemnités provisoires allouées par le juge deviennent définitives, si dans les deux mois de la date de l'envoi des documents, prévu à l'article 15, alinéa 2, aucune des parties n'en a demandé la révision devant le tribunal de première instance. L'action en révision peut être également fondée sur l'irrégularité de l'expropriation. Elle est instruite par le tribunal conformément aux |
dat de onteigenaar het gebruik van het onroerend goed schorst. De opvraging van de gestorte bedragen bij de Deposito- en Consignatiekas heeft plaats onder de voorwaarden bepaald in het 4e en 5e lid van artikel 9, zonder dat evenwel overlegging van een nieuw getuigschrift van de hypotheekbewaarder kan worden geëist. Art. 16.De voorlopige vergoedingen die de rechter heeft toegekend, worden onherroepelijk, indien binnen twee maanden na de verzending van de in artikel 15, 2e lid, bedoelde stukken, geen van de partijen de herziening ervan heeft aangevraagd voor de rechtbank van eerste aanleg. De vordering tot herziening kan ook gegrond zijn op de onregelmatigheid van de onteigening. Zij wordt door de rechtbank behandeld overeenkomstig de regels van het Wetboek van burgerlijke |
règles du Code de procédure civile ». | rechtsvordering ». |
B.2.2. L'article 2, 4°, de la loi du 11 avril 1994 précitée dispose : | B.2.2. Artikel 2, 4°, van de voormelde wet van 11 april 1994 bepaalt : |
« Afin de fournir au public une information claire et objective sur | « Met het oog op een duidelijke en objectieve voorlichting van het |
l'action des autorités administratives fédérales : | publiek over het optreden van de federale administratieve overheden : |
[...] | [...] |
4° tout document par lequel une décision ou un acte administratif à | 4° vermeldt elk document waarmee een beslissing of een administratieve |
handeling met individuele strekking uitgaande van een federale | |
portée individuelle émanant d'une autorité administrative fédérale est | administratieve overheid ter kennis wordt gebracht van een bestuurde, |
notifié à un administré indique les voies éventuelles de recours, les | de eventuele beroepsmogelijkheden, de instanties bij wie het beroep |
instances compétentes pour en connaître ainsi que les formes et délais | moet worden ingesteld en de geldende vormen en termijnen; bij |
à respecter, faute de quoi le délai de prescription pour introduire le | ontstentenis neemt de verjaringstermijn voor het indienen van het |
recours ne prend pas cours ». | beroep geen aanvang ». |
B.2.3. Les articles 704, alinéa 1er, 792 et 1051 du Code judiciaire | B.2.3. De artikelen 704, eerste lid, 792 en 1051 van het Gerechtelijk |
disposent : | Wetboek bepalen : |
« Art. 704.Dans les matières énumérées aux articles 508/16, 580, 2°, |
« Art. 704.In de zaken genoemd in de artikelen 508/16, 580, 2°, 3°, |
3°, 6°, 7°, 8°, 9°, 10°, et 11°, 581, 2°, 582, 1°, et 2°, et 583, les | 6°, 7°, 8°, 9°, 10° en 11°, 581, 2°, 582, 1° en 2°, en 583, worden de |
demandes sont introduites par une requête écrite, déposée ou adressée, | vorderingen ingeleid bij verzoekschrift, neergelegd ter griffie van de |
arbeidsrechtbank of bij aangetekende brief gezonden aan die griffie; | |
sous pli recommandé, au greffe du tribunal du travail; les parties | de partijen worden door de griffie opgeroepen om te verschijnen op de |
sont convoquées par le greffier à comparaître à l'audience fixée par | zitting die de rechter bepaalt. De oproeping vermeldt het voorwerp van |
le juge. La convocation précise l'objet de la demande ». | de vordering ». |
« Art. 792.Dans les huit jours de la prononciation du jugement, le |
« Art. 792.Binnen acht dagen na de uitspraak van het vonnis zendt de |
greffier adresse, sous simple lettre, à chacune des parties ou, le cas | griffier bij gewone brief een niet ondertekend afschrift van het |
échéant, à leurs avocats, une copie non signée du jugement. | vonnis, aan elke partij, of, in voorkomend geval, aan hun advocaten. |
Par dérogation à l'alinéa précédent, dans les matières énumérées à | In afwijking van het vorige lid, voor de zaken opgesomd in artikel |
l'article 704, alinéa 1er, ainsi qu'en matière d'adoption, le greffier | 704, eerste lid, alsook inzake adoptie brengt de griffier binnen de |
notifie le jugement aux parties par pli judiciaire adressé dans les huit jours. | acht dagen bij gerechtsbrief het vonnis ter kennis van de partijen. |
A peine de nullité, cette notification fait mention des voies de | Op straffe van nietigheid vermeldt deze kennisgeving de |
recours, du délai dans lequel ce ou ces recours, doivent être | rechtsmiddelen, de termijn binnen welke dit verhaal moet worden |
introduits ainsi que de la dénomination et de l'adresse de la | ingesteld evenals de benaming en het adres van de rechtsmacht die |
juridiction compétente pour en connaître. | bevoegd is om er kennis van te nemen. |
Dans les cas visés au deuxième alinéa, le greffier adresse, le cas | In de gevallen, bepaald in het tweede lid, zendt de griffier een |
niet-ondertekend afschrift van het vonnis, in voorkomend geval, aan de | |
échéant, une copie non signée du jugement aux avocats des parties ou | advocaten van de partijen of aan de afgevaardigden bedoeld in artikel |
aux délégués visés à l'article 728, § 3 ». | 728, § 3 ». |
« Art. 1051.Le délai pour interjeter appel est d'un mois à partir de |
« Art. 1051.De termijn om hoger beroep aan te tekenen is één maand, |
la signification du jugement ou de la notification de celui-ci faite | te rekenen vanaf de betekening van het vonnis of de kennisgeving ervan |
conformément à l'article 792, alinéas 2 et 3. | overeenkomstig artikel 792, tweede en derde lid. |
Ce délai court également du jour de cette signification, à l'égard de | Deze termijn loopt eveneens vanaf de dag van die betekening ten |
la partie qui a fait signifier le jugement. | aanzien van de partij die het vonnis heeft doen betekenen. |
Lorsqu'une des parties à qui le jugement est signifié ou à la requête | Heeft een van de partijen aan wie of op wier verzoek het vonnis is |
de laquelle il a été signifié n'a en Belgique ni domicile, ni | betekend, geen woon- of verblijfplaats of geen gekozen woonplaats in |
résidence, ni domicile élu, le délai d'appel est augmenté conformément | België, dan wordt de termijn van hoger beroep verlengd overeenkomstig |
à l'article 55. | artikel 55. |
Il en va de même lorsqu'une des parties à qui le jugement est notifié | Het zelfde geldt wanneer één van de partijen aan wie het vonnis ter |
conformément à l'article 792, alinéas 2 et 3, n'a en Belgique, ni | kennis is gebracht overeenkomstig artikel 792, tweede en derde lid, in |
domicile, ni résidence, ni domicile élu ». | België geen woon- of verblijfplaats of geen gekozen woonplaats heeft ». |
Quant à la comparaison avec l'article 2, 4°, de la loi du 11 avril | Ten aanzien van de vergelijking met artikel 2, 4°, van de wet van 11 |
1994 | april 1994 |
B.3. La différence de traitement entre certaines catégories de | B.3. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van |
personnes qui résulte de l'application de règles de procédure | personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende |
différentes dans des circonstances tout à fait différentes n'est pas | procedureregels in volkomen verschillende omstandigheden, houdt op |
zich geen discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake | |
discriminatoire en soi. Il ne pourrait y avoir de discrimination que | kunnen zijn, mocht het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de |
toepassing van die procedures gepaard gaan met een onevenredige | |
si la différence de traitement résultant de l'application de ces | beperking van de rechten van de daarbij betrokken personen, hetgeen te |
procédures allait de pair avec une limitation disproportionnée des | dezen niet het geval is. De aangevoerde ongelijkheid betreft de inhoud |
droits des personnes concernées, ce qui n'est pas le cas en l'espèce. | van twee kennisgevingen met betrekking tot verschillende situaties. De |
L'inégalité alléguée concerne le contenu de deux notifications | in het geding zijnde kennisgeving betreft een vonnis en het bewijs van |
relatives à des situations différentes. La notification litigieuse | de voorlopige tenuitvoerlegging ervan met het oog op het al dan niet |
concerne un jugement et la preuve de son exécution provisoire en vue | instellen van een specifieke gerechtelijke procedure, namelijk de |
de l'introduction ou non d'une procédure judiciaire spécifique, à | vordering tot herziening van de voorlopige vergoeding. Die vordering |
savoir l'action en révision de l'indemnité provisoire. Cette action | moet worden beschouwd als de voortzetting van een hangende |
doit être considérée comme la prolongation d'une procédure judiciaire | gerechtelijke procedure. De tweede kennisgeving heeft een volkomen |
en cours. La seconde notification a une portée tout à fait générale et concerne, dans l'optique de répondre à une exigence de publicité des actes administratifs, tous les actes administratifs en dehors de toute procédure judiciaire. Le législateur a dès lors pu raisonnablement considérer que des règles différentes pouvaient être appliquées, d'une part, à des citoyens envisagés dans le cadre de leurs rapports avec l'administration et, d'autre part, à des justiciables qui, dans le cadre de leurs rapports avec une autorité judiciaire spécifique, sont engagés dans une procédure d'expropriation d'extrême urgence. Quant à la comparaison avec l'article 792, alinéas 2 et 3, du Code judiciaire B.4. En ce qui concerne la comparaison avec la notification prévue à l'article 792, alinéas 2 et 3, du Code judiciaire, la Cour observe que les procédures visées par ces dispositions sont relatives au droit social et relèvent de la compétence exclusive du tribunal du travail. Le législateur a pu prévoir dans ces matières particulières des règles procédurales spécifiques qui ne sont pas applicables à une procédure d'expropriation d'extrême urgence. B.5. La notification litigieuse fait suite à une procédure judiciaire | algemene draagwijdte en betreft, teneinde een antwoord te bieden op de vereiste van de openbaarheid van administratieve handelingen, alle administratieve handelingen buiten elke gerechtelijke procedure. De wetgever vermocht dus redelijkerwijs ervan uit te gaan dat verschillende regels konden worden toegepast op, enerzijds, burgers beschouwd in het kader van hun betrekkingen met het bestuur en, anderzijds, rechtzoekenden die, in het kader van hun betrekkingen met een specifieke gerechtelijke overheid, betrokken zijn bij een rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening. Ten aanzien van de vergelijking met artikel 792, tweede en derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek B.4. Wat de vergelijking betreft met de kennisgeving bedoeld in artikel 792, tweede en derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, merkt het Hof op dat de in die bepalingen bedoelde rechtsplegingen betrekking hebben op het sociaal recht en tot de exclusieve bevoegdheid van de arbeidsrechtbank behoren. In die bijzondere aangelegenheden heeft de wetgever kunnen voorzien in specifieke procedurele regels die niet van toepassing zijn op een rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening. B.5. De in het geding zijnde kennisgeving volgt op een gerechtelijke |
- la décision accordant une indemnité provisoire -, de sorte que le législateur a pu raisonnablement présumer que les parties ont connaissance de la possibilité d'introduire une action en révision de cette indemnité et de l'existence d'un délai de recours pour l'introduire. Ce délai est fixé à deux mois après la notification en cause, soit le double du délai de droit commun pour interjeter appel. B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour | procedure - de beslissing tot toekenning van een voorlopige vergoeding -, zodat de wetgever redelijkerwijs ervan mocht uitgaan dat de partijen kennis hebben van zowel de mogelijkheid om een vordering tot herziening van die vergoeding in te stellen, als van de termijn waarbinnen die vordering moet worden ingesteld, termijn die is vastgesteld op twee maanden na de in het geding zijnde kennisgeving. Die termijn bedraagt het dubbele van de termijn van gemeen recht om hoger beroep in te stellen. B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les articles 15 et 16 de la loi du 26 juillet 1962 relative à la | De artikelen 15 en 16 van de wet van 26 juli 1962 betreffende de |
procédure d'extrême urgence en matière d'expropriation pour cause | rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten |
d'utilité publique ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | algemenen nutte schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 13 décembre 2006. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 13 december 2006. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |