← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 161/2006 du 8 novembre 2006 Numéros du rôle : 3824 et 3936 En
cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 306 du Code civil, posées par la Cour d'appel
de Liège et la Cour d'appel de Gand. La Cour d'a composée des présidents M.
Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E(...)"
Extrait de l'arrêt n° 161/2006 du 8 novembre 2006 Numéros du rôle : 3824 et 3936 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 306 du Code civil, posées par la Cour d'appel de Liège et la Cour d'appel de Gand. La Cour d'a composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E(...) | Uittreksel uit arrest nr. 161/2006 van 8 november 2006 Rolnummers 3824 en 3936 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik en het Hof van Beroep te Gent. He samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 161/2006 du 8 novembre 2006 | Uittreksel uit arrest nr. 161/2006 van 8 november 2006 |
Numéros du rôle : 3824 et 3936 | Rolnummers 3824 en 3936 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 306 du | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 306 van het |
Code civil, posées par la Cour d'appel de Liège et la Cour d'appel de | Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik en het Hof |
Gand. | van Beroep te Gent. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. |
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du | Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
a. Par arrêt du 29 novembre 2005 en cause de M.-C. T. contre L.C., | a. Bij arrest van 29 november 2005 in zake M.-C. T. tegen L.C., |
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 6 | 6 december 2005, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende |
décembre 2005, la Cour d'appel de Liège a posé la question | |
préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 306 du Code civil tel qu'il est interprété par la Cour de | « Schendt artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek, zoals |
cassation dans ses arrêts du 4 janvier 1980 et du 23 avril 1982 [...], | geïnterpreteerd door het Hof van Cassatie in zijn [...] arresten van 4 |
ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il | januari 1980 en 23 april 1982, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
doordat het aanleiding geeft tot discriminatie van de echtgenoot die | |
crée une discrimination entre l'époux demandeur d'une pension | na echtscheiding een onderhoudsuitkering vordert, naargelang die |
alimentaire après divorce, selon que cet époux est défendeur dans une | echtgenoot verweerder is in een echtscheidingsgeding ingesteld op |
instance en divorce mue sur la base des articles 229 ou 231 du Code | grond van de artikelen 229 of 231 van het Burgerlijk Wetboek, of |
civil ou qu'il est défendeur dans une instance en divorce mue sur la | verweerder is in een echtscheidingsgeding ingesteld op grond van |
base de l'article 232 du Code civil, du fait que dans la première | artikel 232 van het Burgerlijk Wetboek, door het feit dat in de eerste |
situation, la pension ne lui sera pas accordée s'il est établi qu'il a | situatie hem de uitkering niet zal worden toegekend indien wordt |
commis l'adultère, des excès, sévices ou injures graves, tandis que | aangetoond dat hij overspel, gewelddaden, mishandeling of grove |
dans la deuxième situation, la même pension ne lui sera pas accordée | beledigingen heeft gepleegd, terwijl in de tweede situatie hem |
dès lors que des fautes ou manquements sont reconnus dans son chef | dezelfde uitkering niet zal worden toegekend wanneer wordt vastgesteld |
comme étant à l'origine de la séparation de fait ou comme ayant | dat door hem begane fouten of tekortkomingen ten grondslag liggen aan |
contribué à son maintien pendant plus de deux ans, fautes ou | de feitelijke scheiding of ertoe hebben bijgedragen dat deze meer dan |
manquements qui relèvent de l'appréciation discrétionnaire du juge en | twee jaar heeft geduurd, fouten of tekortkomingen die tot de |
l'absence de tout critère objectif prédéfinis, mais qui, selon | discretionaire beoordeling van de rechter behoren - zonder enig vooraf |
l'interprétation de la Cour de cassation, peuvent présenter une | bepaald objectief criterium -, maar die volgens de interpretatie van |
gravité moindre que les excès, sévices et injures dont il est question | het Hof van Cassatie minder zwaar kunnen zijn dan de gewelddaden, |
à l'article 231 du Code civil ? ». | mishandeling en beledigingen waarvan sprake is in artikel 231 van het |
Burgerlijk Wetboek ? ». | |
b. Par arrêt du 23 février 2006 en cause de A.T. contre B.V. et N.N., | b. Bij arrest van 23 februari 2006 in zake A.T. tegen B.V. en N.N., |
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 8 | 8 maart 2006, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende |
mars 2006, la Cour d'appel de Gand a posé la question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 306 du Code civil viole-t-il le principe constitutionnel | « Schendt artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek het grondwettelijk |
d'égalité et de non-discrimination (articles 10 et 11 de la | |
Constitution) ainsi que les articles 10 et 11 de la Constitution | gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel (art. 10 - 11 G.W.) en art. |
juncto l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme : | 10 en 11 G.W. juncto art. 6 E.V.R.M. : |
1. en tant qu'il instaure une différence de traitement entre le | 1. in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen eiser in |
demandeur en divorce pour cause de séparation de fait et le défendeur | echtscheiding op grond van feitelijke scheiding en de verweerder in |
en divorce pour cause de séparation de fait, en ce qu'une présomption | echtscheiding op grond van feitelijke scheiding, doordat een vermoeden |
de faute exclusive est instaurée à la charge du demandeur en divorce pour cause de séparation de fait ? 2. en tant qu'il instaure une différence de traitement entre différents défendeurs dans des actions alimentaires après divorce, selon que ces défendeurs se trouvent, dans la procédure de divorce, en position, d'une part, de demandeur et, d'autre part, de défendeur dans une procédure de divorce pour cause de séparation de fait, ou de demandeur ou de défendeur dans une procédure en divorce pour cause déterminée, en ce qu'une présomption de faute exclusive est instaurée à la charge du demandeur en divorce pour cause de séparation de fait ? ». | van exclusieve schuld wordt ingevoerd ten laste van de eiser in echtscheiding op grond van feitelijke scheiding ? 2. in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen verschillende verweerders inzake vorderingen tot onderhoudsuitkering na echtscheiding, al naargelang deze verweerders inzake onderhoudsuitkering in de echtscheidingsprocedure de positie hebben van, enerzijds, eiser in een echtscheidingsprocedure op grond van feitelijke scheiding en, anderzijds, verweerder in een echtscheidingsprocedure op grond van feitelijke scheiding, of eiser of verweerder in een procedure tot echtscheiding op grond van feiten, doordat een vermoeden van exclusieve schuld wordt ingevoerd ten laste van de eiser in echtscheiding op grond van feitelijke scheiding ? ». |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 3824 et 3936 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3824 en 3936 van de rol van |
Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Chacun des époux peut demander le divorce pour cause d'adultère | B.1. Elke echtgenoot kan de echtscheiding vorderen op grond van |
de son conjoint (article 229 du Code civil) ou pour excès, sévices ou | overspel door de andere echtgenoot (artikel 229 van het Burgerlijk |
Wetboek) of op grond van gewelddaden, mishandelingen of grove | |
injures graves de celui-ci (article 231 du même Code). | beledigingen door de andere echtgenoot (artikel 231 van hetzelfde |
Chacun des époux peut également demander le divorce pour cause de | Wetboek). Elke echtgenoot kan ook de echtscheiding vorderen op grond van |
séparation de fait de plus de deux ans, s'il ressort de cette | feitelijke scheiding van meer dan twee jaar indien daaruit de duurzame |
situation que la désunion des époux est irrémédiable et que | ontwrichting van het huwelijk blijkt en het toekennen van de |
l'admission du divorce sur cette base n'aggrave pas de manière notable | echtscheiding op deze grond de materiële toestand van de minderjarige |
la situation matérielle des enfants mineurs (article 232 du même | kinderen niet gevoelig verslechtert (artikel 232 van hetzelfde |
Code). | Wetboek). |
B.2. Alors que le divorce pour cause déterminée visé aux articles 229 | B.2. Terwijl de echtscheiding wegens bepaalde feiten bedoeld in de |
et 231 du Code civil est fondé sur la faute de l'un des époux, le | artikelen 229 en 231 van het Burgerlijk Wetboek gegrond is op de fout |
van één van de echtgenoten, is de echtscheiding bedoeld in artikel | |
divorce visé à l'article 232, alinéa 1er, du même Code est fondé, | 232, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, volgens de toelichting bij het |
selon les développements de la proposition de loi ayant abouti à la | wetsvoorstel dat heeft geleid tot de wet van 1 juli 1974 waarbij het |
loi du 1er juillet 1974 qui a inséré l'article 306 en cause dans le | in het geding zijnde artikel 306 in het Burgerlijk Wetboek is |
Code civil, sur la circonstance qu'après un certain nombre d'années de | ingevoegd, gegrond op de omstandigheid dat na een aantal jaren van |
séparation de fait, « la chance d'une réconciliation entre les époux | feitelijke scheiding, « de kans op verzoening tussen echtgenoten |
est devenue inexistante » (Doc. parl., Sénat, 1971-1972, n° 161, p. | onbestaande [is] geworden » (Parl. St., Senaat, 1971-1972, nr. 161, p. |
1). B.3. Le tribunal peut accorder à l'époux qui a obtenu le divorce, sur les biens et les revenus de l'autre époux, une pension pouvant permettre au bénéficiaire, compte tenu de ses revenus et possibilités, d'assurer son existence dans des conditions équivalentes à celles dont il bénéficiait durant la vie commune (article 301, § 1er, du Code civil). Lorsqu'il s'agit d'un divorce pour cause de séparation de fait, l'époux qui a demandé et obtenu le divorce est considéré comme celui contre qui le divorce est prononcé. Le tribunal peut cependant lui accorder une pension s'il apporte la preuve que la séparation de fait | 1). B.3. De rechtbank kan aan de echtgenoot die de echtscheiding heeft verkregen een uitkering, uit de goederen en de inkomsten van de andere echtgenoot, toekennen die, rekening houdend met zijn inkomsten en mogelijkheden, hem in staat kan stellen in zijn bestaan te voorzien op een gelijkwaardige wijze als tijdens het samenleven (artikel 301, § 1, van het Burgerlijk Wetboek). Wanneer het gaat om een echtscheiding op grond van feitelijke scheiding, wordt de echtgenoot die de echtscheiding heeft gevorderd en verkregen beschouwd als degene tegen wie de echtscheiding is uitgesproken. De rechtbank kan aan die echtgenoot echter een uitkering toekennen indien deze het bewijs levert dat de feitelijke scheiding te wijten is aan de fouten en tekortkomingen van de andere echtgenoot |
est imputable aux fautes et manquements de l'autre époux (article 306 | (artikel 306 van hetzelfde Wetboek). |
du Code civil). | |
B.4. Les questions préjudicielles visent en substance à demander à la | B.4. De prejudiciële vragen strekken in essentie ertoe van het Hof te |
Cour si cette dernière disposition fait naître une discrimination à | vernemen of de laatstvermelde bepaling een discriminatie doet ontstaan |
l'égard de : | ten aanzien van : |
- l'époux à la demande duquel le divorce pour cause de séparation de | - de echtgenoot op wiens verzoek de echtscheiding op grond van |
fait est prononcé, parce que la disposition, en ce qui concerne | feitelijke scheiding is uitgesproken, doordat de bepaling, wat de |
l'attribution d'une pension alimentaire, instaure à sa charge une « | toekenning van een uitkering tot levensonderhoud betreft, « een |
présomption de faute exclusive » (affaire n° 3936); | vermoeden van exclusieve schuld » te zijnen laste invoert (zaak nr. |
- l'époux défendeur dans une procédure de divorce pour cause de | 3936); - de verwerende echtgenoot in een echtscheidingsprocedure op grond van |
séparation de fait, en ce que les fautes et manquements dont l'époux | feitelijke scheiding, doordat de fouten en tekortkomingen die de |
demandeur de la pension alimentaire doit apporter la preuve pour se | echtgenoot die de uitkering tot levensonderhoud eist moet bewijzen om |
die uitkering tot levensonderhoud toegekend te krijgen, minder zwaar | |
voir accorder cette pension alimentaire peuvent présenter une gravité | kunnen zijn dan de gewelddaden, mishandelingen en beledigingen bedoeld |
moindre que les excès, sévices et injures visés à l'article 231 du | in artikel 231 van het Burgerlijk Wetboek (zaak nr. 3824). |
Code civil (affaire n° 3824). | In beide onderdelen van de prejudiciële vraag in de zaak nr. 3936 |
Dans les deux parties de la question préjudicielle posée dans | worden de eisers in een echtscheiding op grond van feitelijke |
l'affaire n° 3936, les demandeurs en divorce pour cause de séparation | scheiding vergeleken met de verweerders in een echtscheiding op grond |
de fait sont comparés aux défendeurs en divorce pour cause de | van feitelijke scheiding. In het tweede onderdeel van de vraag worden |
séparation de fait. Dans la deuxième partie de la question, sont | aan die tweede categorie nog de eisers en de verweerders in een |
ajoutés en outre à ces catégories les demandeurs et les défendeurs en | echtscheiding op grond van bepaalde feiten toegevoegd, categorie van |
divorce pour cause déterminée, catégorie d'époux à l'égard desquels | echtgenoten ten aanzien van wie evenmin een « vermoeden van exclusieve |
n'existerait pas non plus, dans le cadre de l'octroi d'une pension | schuld » zou gelden in het kader van de toekenning van een uitkering |
alimentaire, la « présomption de faute exclusive » qui pèse sur la | tot levensonderhoud, zoals dat wel het geval is voor de eerstgenoemde |
première catégorie de personnes nommée. | categorie van personen. |
Les catégories à comparer dans la question préjudicielle posée dans | De te vergelijken categorieën in de prejudiciële vraag in de zaak nr. |
l'affaire n° 3824 sont les défendeurs en divorce pour cause de | 3824 zijn de verweerders in een echtscheiding op grond van feitelijke |
séparation de fait, d'une part, et les défendeurs en divorce pour | scheiding, aan de ene kant, en de verweerders in een echtscheiding op |
cause déterminée, d'autre part. Certes, l'époux appartenant à cette | grond van bepaalde feiten, aan de andere kant. Weliswaar kan aan de |
dernière catégorie ne peut, en vertu de l'article 301, § 1er, du Code | laatstgenoemde categorie van echtgenoten, krachtens artikel 301, § 1, |
van het Burgerlijk Wetboek, geen uitkering tot levensonderhoud worden | |
civil, recevoir une pension alimentaire, mais le juge a quo vise | toegekend, maar de verwijzende rechter beoogt blijkbaar de bijzondere |
manifestement la situation particulière dans laquelle « la pension ne | situatie waarin « de uitkering niet zal worden toegekend aan de |
sera pas accordée à l'époux qui a obtenu le divorce si - dans le cadre | echtgenoot die de echtscheiding heeft verkregen indien - in het kader |
d'une demande reconventionnelle en divorce dirigée contre lui par son | van een tegenvordering tot echtscheiding die zijn echtgenoot tegen hem |
conjoint sur la base des articles 229 ou 231 du Code civil - il est | heeft ingesteld op grond van de artikelen 229 of 231 van het |
établi qu'il a commis l'adultère, des excès, sévices ou injures graves | Burgerlijk Wetboek - wordt aangetoond dat hij overspel, gewelddaden, |
». | mishandeling of grove beledigingen heeft gepleegd ». |
Quant à la question préjudicielle posée dans l'affaire n° 3824 | Ten aanzien van de prejudiciële vraag in de zaak nr. 3824 |
B.5.1. Contrairement au divorce pour cause déterminée, le divorce pour | B.5.1. Anders dan de echtscheiding op grond van bepaalde feiten steunt |
cause de séparation de fait n'est pas fondé sur l'existence d'une « | de echtscheiding op grond van feitelijke scheiding niet op het bestaan |
faute ». Dès lors, pour obtenir le divorce pour cause de séparation de | van een « fout ». Om de echtscheiding op grond van feitelijke |
scheiding te verkrijgen, moet derhalve geen enkel bewijs van een fout | |
worden geleverd. | |
fait, aucune preuve de faute ne doit être apportée. | Pas wanneer het erom gaat de gevolgen van de echtscheiding te regelen, |
Ce n'est que lorsqu'il s'agit de régler les effets du divorce, et en | en met name te beslissen over de toekenning van uitkeringen tot |
particulier de statuer sur une demande de pension alimentaire, que le | levensonderhoud, stelt de wetgever een vermoeden van schuld vast in |
législateur instaure une présomption de faute dans le chef de l'époux | hoofde van de echtgenoot die de echtscheiding vordert. |
qui demande le divorce. B.5.2. La différence fondamentale entre les deux formes de divorce | B.5.2. Het fundamenteel verschil tussen beide vormen van echtscheiding |
justifie objectivement et raisonnablement que les fautes et | verantwoordt op objectieve en redelijke wijze dat de fouten en |
manquements qui doivent le cas échéant être prouvés pour obtenir une | tekortkomingen die in voorkomend geval moeten worden bewezen om een |
pension alimentaire puissent présenter une gravité moindre que les | uitkering tot levensonderhoud toegekend te krijgen, minder zwaar |
faits visés aux articles 229 et 231 du Code civil. | kunnen zijn dan de feiten bedoeld in de artikelen 229 en 231 van het |
B.5.3. La question préjudicielle posée dans l'affaire n° 3824 appelle | Burgerlijk Wetboek. B.5.3. De prejudiciële vraag in de zaak nr. 3824 dient ontkennend te |
une réponse négative. | worden beantwoord. |
Quant aux questions préjudicielles dans l'affaire n° 3936 | Ten aanzien van de prejudiciële vragen in de zaak nr. 3936 |
B.6.1. C'est au législateur qu'il appartient d'apprécier dans quelle | B.6.1. Het komt de wetgever toe te beoordelen in welke mate een |
mesure il y a lieu de protéger un époux qui, par une initiative | echtgenoot moet worden beschermd die, door een eenzijdig initiatief |
unilatérale de son conjoint, serait privé du secours que se doivent | van de andere echtgenoot, de hulp die echtgenoten elkaar verschuldigd |
les époux, aux termes de l'article 213 du Code civil, et se trouverait | zijn ingevolge artikel 213 van het Burgerlijk Wetboek, zou verliezen |
dans le besoin. Il peut, à cet effet, prolonger, au-delà du mariage | en hierdoor noodlijdend zou worden. Hiertoe kan hij, ten laste van één |
dissous par le divorce, certains effets de l'obligation de secours à | van beide echtgenoten, bepaalde gevolgen van de plicht tot hulp |
charge d'un des époux, en obligeant cet époux à verser une pension | handhaven nadat het huwelijk door echtscheiding is ontbonden, door die |
alimentaire. | echtgenoot te verplichten alimentatiegeld te betalen. |
B.6.2. La présomption instaurée par l'article 306 du Code civil peut | B.6.2. Het vermoeden dat artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek |
toutefois être renversée. Le tribunal peut accorder une pension | instelt, is evenwel weerlegbaar. De rechtbank kan een uitkering tot |
alimentaire à l'époux qui a demandé le divorce si celui-ci apporte la | levensonderhoud toch toekennen aan de echtgenoot die de echtscheiding |
preuve que la séparation de fait est imputable aux fautes et | heeft gevorderd indien die het bewijs levert dat de feitelijke |
manquements de l'autre époux. | scheiding te wijten is aan de fouten en tekortkomingen van de andere echtgenoot. |
B.6.3. Il s'ensuit que le législateur n'a pas porté atteinte de | B.6.3. Daaruit volgt dat de wetgever niet op onevenredige wijze |
manière disproportionnée aux intérêts de l'une des catégories d'époux | afbreuk heeft gedaan aan de belangen van één van de betrokken |
concernées. | categorieën van echtgenoten. |
B.7.1. Dans l'affaire n° 3936, le juge a quo demande à la Cour de | B.7.1. De verwijzende rechter in de zaak nr. 3936 verzoekt het Hof de |
contrôler aussi la disposition en cause au regard des articles 10 et | in het geding zijnde bepaling tevens te toetsen aan de artikelen 10 en |
11 de la Constitution combinés avec l'article 6 de la Convention | 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het |
européenne des droits de l'homme qui garantit le droit à un procès | Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht op een |
équitable et la présomption d'innocence. | eerlijk proces en het vermoeden van onschuld waarborgt. |
B.7.2. L'article 6.2 de la Convention européenne des droits de l'homme | B.7.2. Artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de |
dispose : | Mens bepaalt : |
« Toute personne accusée d'une infraction est présumée innocente | « Eenieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd wordt voor |
jusqu'à ce que sa culpabilité ait été légalement établie ». | onschuldig gehouden totdat zijn schuld volgens de wet bewezen wordt ». |
L'article 306 du Code civil n'entre pas dans le champ d'application de | Artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek valt niet onder het |
cette disposition. | toepassingsgebied van die bepaling. |
B.7.3. Pour le surplus, ni la décision de renvoi ni l'exposé fait par | B.7.3. Voor het overige kan noch uit de verwijzingsbeslissing, noch |
les parties ne permettent d'apercevoir en quoi la disposition en cause | uit de uiteenzetting van de partijen, worden afgeleid in welk opzicht |
porterait atteinte de manière discriminatoire au droit à un procès | de in het geding zijnde bepaling op discriminerende wijze afbreuk zou |
équitable. | doen aan het recht op een eerlijk proces. |
B.8. Les questions préjudicielles posées dans l'affaire n° 3936 | B.8. De prejudiciële vragen in de zaak nr. 3936 dienen ontkennend te |
appellent une réponse négative. | worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 306 du Code civil ne viole pas les articles 10 et 11 de la | Artikel 306 van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 |
Constitution. | van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 8 novembre 2006. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 8 november 2006. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |