← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 98/2006 du 14 juin 2006 Numéros du rôle : 3771, 3773, 3777 et 3832 En
cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 442bis du Code pénal et à l'article 114,
§ 8, 2°, de la loi du 21 mars 1991 portant La
Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, L.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 98/2006 du 14 juin 2006 Numéros du rôle : 3771, 3773, 3777 et 3832 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 442bis du Code pénal et à l'article 114, § 8, 2°, de la loi du 21 mars 1991 portant La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, L.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 98/2006 van 14 juni 2006 Rolnummers 3771, 3773, 3777 en 3832 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 442bis van het Strafwetboek en artikel 114, § 8, 2°, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de herv Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 98/2006 du 14 juin 2006 | Uittreksel uit arrest nr. 98/2006 van 14 juni 2006 |
Numéros du rôle : 3771, 3773, 3777 et 3832 | Rolnummers 3771, 3773, 3777 en 3832 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 442bis | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 442bis van het |
du Code pénal et à l'article 114, § 8, 2°, de la loi du 21 mars 1991 | Strafwetboek en artikel 114, § 8, 2°, van de wet van 21 maart 1991 |
portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, posées | betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, |
par le Tribunal correctionnel de Bruxelles et par le Tribunal | gesteld door de Correctionele Rechtbank te Brussel en de Correctionele |
correctionnel de Liège. | Rechtbank te Luik. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman et J. Spreutels, assistée | P. Martens, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman en J. Spreutels, |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
a) Par jugement du 6 septembre 2005 en cause du ministère public et | a) Bij vonnis van 6 september 2005 in zake het openbaar ministerie en |
autres contre P.C., dont l'expédition est parvenue au greffe de la | anderen tegen P.C., waarvan de expeditie ter griffie van het |
Cour d'arbitrage le 14 septembre 2005, le Tribunal correctionnel de | Arbitragehof is ingekomen op 14 september 2005, heeft de Correctionele |
Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : | Rechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 442bis du Code pénal viole-t-il les articles 10 et 11 | « 1. Schendt artikel 442bis van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 |
de la Constitution, lus isolément ou combinés avec les articles 6 et 7 | van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 |
en 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel | |
de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 15 | 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke |
du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, fait à | rechten, opgemaakt te New York, in zoverre, op strafrechtelijk en |
procedureel vlak, een verschil in behandeling zou kunnen worden | |
New York, en ce qu'un traitement différent pourrait être réservé, sur | ingevoerd tussen twee rechtzoekenden die met dezelfde ingesteldheid, |
le plan pénal et procédural, à deux justiciables ayant commis les | hetzelfde besef of dezelfde intentie dezelfde materiële handelingen |
mêmes actes matériels dans le même état d'esprit, de conscience ou de | hebben gesteld, wegens, enerzijds, de ontstentenis van een wettelijke |
volonté, en raison, d'une part, de l'absence d'une définition légale | definitie van het materiële element van het misdrijf die het beginsel |
de l'élément matériel de l'infraction respectant le principe de | van de wettigheid van de strafbaarstellingen in acht neemt en, |
légalité des incriminations et, d'autre part, du fait que la | anderzijds, het feit dat de definitie van het morele element van het |
définition de l'élément moral de l'infraction audit article 442bis | misdrijf in artikel 442bis aan de rechters een ruime |
laisse un vaste pouvoir d'appréciation aux juges dans une matière de | beoordelingsbevoegdheid laat in een rechtsmaterie waar de beginselen |
droit où règnent les principes de l'interprétation restrictive, ce qui | van de beperkende interpretatie heersen, wat tot een verbreking van de |
pourrait être constitutif d'une rupture d'égalité ? | gelijkheid zou kunnen leiden ? |
2. L'article 114, § 8, 2°, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme | 2. Schendt artikel 114, § 8, 2°, van de wet van 21 maart 1991 |
de certaines entreprises publiques économiques viole-t-il les articles | betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven |
10 et 11 de la Constitution, combinés avec le principe de légalité de | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het |
beginsel van de wettigheid van de strafbaarstelling verankerd in de | |
l'incrimination consacré par les articles 12 et 14 de la Constitution | artikelen 12 en 14 van de Grondwet en artikel 7 van het Europees |
et par l'article 7 de la Convention européenne des droits de l'homme, | Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre, op strafrechtelijk en |
en tant qu'un traitement différent pourrait être réservé, sur le plan | procedureel vlak, een verschil in behandeling zou kunnen worden |
pénal et procédural, à deux justiciables ayant commis les mêmes actes | ingevoerd tussen twee rechtzoekenden die met dezelfde ingesteldheid, |
matériels dans le même état d'esprit, de conscience ou de volonté, ce | hetzelfde besef of dezelfde intentie dezelfde materiële handelingen |
qui pourrait être constitutif d'une rupture d'égalité en raison du | hebben gesteld, wat tot een verbreking van de gelijkheid zou kunnen |
fait que les termes employés, à savoir ' afin d'importuner son | leiden, doordat de gebruikte bewoordingen, namelijk ' om overlast te |
correspondant ou de provoquer des dommages ', ne permettraient pas aux | veroorzaken aan zijn correspondent of schade te berokkenen ' het de |
justiciables de savoir, au moment où ils adoptent un comportement, si | rechtzoekenden niet mogelijk zouden maken om, op het ogenblik dat zij |
celui-ci est ou non punissable ? ». | een gedrag aannemen, te weten of dat gedrag al dan niet strafbaar is ? ». |
b) Par jugement du 19 septembre 2005 en cause du ministère public | b) Bij vonnis van 19 september 2005 in zake het openbaar ministerie |
contre G.C., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | tegen G.C., waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
d'arbitrage le 22 septembre 2005, le Tribunal correctionnel de Liège a | ingekomen op 22 september 2005, heeft de Correctionele Rechtbank te |
posé la question préjudicielle suivante : | Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 442bis du Code pénal viole-t-il les articles 10 et 11 de | « Schendt artikel 442bis van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 |
la Constitution, lus isolément ou combinés avec les articles 6 et 7 de | van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 |
en 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel | |
la Convention européenne des droits de l'homme et l'article 15 du | 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke |
Pacte international relatif aux droits civils et politiques de New | rechten, opgemaakt te New York, in zoverre, op strafrechtelijk en |
York en ce qu'il pourrait, sur le plan pénal et procédural, être | procedureel vlak, een verschil in behandeling zou kunnen worden |
ingevoerd tussen twee rechtzoekenden die met dezelfde ingesteldheid, | |
réservé un sort différent entre deux justiciables ayant commis les | hetzelfde besef of dezelfde intentie dezelfde materiële handelingen |
mêmes actes matériels dans le même état d'esprit, de conscience ou de | hebben gesteld, wegens, enerzijds, de ontstentenis van een wettelijke |
volonté en raison d'une part de l'absence d'une définition légale de | definitie van het materiële element van het misdrijf die het beginsel |
l'élément matériel de l'infraction respectant le principe de légalité | van de wettigheid van de strafbaarstellingen in acht neemt en, |
des incriminations et d'autre part du fait que la définition de | anderzijds, het feit dat de definitie van het morele element van het |
l'élément moral de l'infraction audit article 442bis laisse un vaste | misdrijf in het voormelde artikel 442bis aan de rechters een ruime |
pouvoir d'appréciation aux juges dans une matière de droit où règnent | beoordelingsbevoegdheid laat in een rechtsmaterie waar de beginselen |
les principes de l'interprétation restrictive, ce qui pourrait être | van de beperkende interpretatie heersen, wat tot een verbreking van de |
constitutif d'une rupture d'égalité ? ». | gelijkheid zou kunnen leiden ? ». |
c) Par jugement du 26 septembre 2005 en cause du ministère public | c) Bij vonnis van 26 september 2005 in zake het openbaar ministerie |
contre B.D., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | tegen B.D., waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
d'arbitrage le 30 septembre 2005, le Tribunal correctionnel de Liège a | ingekomen op 30 september 2005, heeft de Correctionele Rechtbank te |
posé la question préjudicielle suivante : | Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 114, § 8, 2°, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de | « Schendt artikel 114, § 8, 2°, van de wet van 21 maart 1991 |
betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, | |
certaines entreprises publiques autonomes, lu en combinaison avec | in samenhang gelezen met artikel 442bis van het Strafwetboek, de |
l'article 442bis du Code pénal, viole-t-il les articles 10 et 11 de la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin dat diegene die met |
Constitution en ce sens que la personne qui a notamment utilisé un | name gebruik heeft gemaakt van een telecommunicatiemiddel in het kader |
moyen de télécommunication dans le cadre de la perpétration de faits | van het plegen van feiten van belaging in de zin van artikel 442bis |
de harcèlement au sens de l'article 442bis du Code pénal encourt des | van het Strafwetboek, zwaardere straffen oploopt dan die waarin de |
peines plus fortes que celles comminées par cette dernière disposition | laatstvermelde bepaling voorziet ? ». |
? ». d) Par jugement du 12 décembre 2005 en cause du ministère public | d) Bij vonnis van 12 december 2005 in zake het openbaar ministerie |
contre M.D. et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | tegen M.D. en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het |
Cour d'arbitrage le 19 décembre 2005, le Tribunal correctionnel de | Arbitragehof is ingekomen op 19 december 2005, heeft de Correctionele |
Liège a posé les questions préjudicielles suivantes : | Rechtbank te Luik de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 442bis du Code pénal viole-t-il les articles 10 et 11 | « 1. Schendt artikel 442bis van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 |
de la Constitution lus isolément ou combinés avec les articles 6 et 7 | van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 |
en 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel | |
de la Convention européenne des droits de l'homme et l'article 15 du | 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke |
Pacte international relatif aux droits civils et politiques de New | rechten, opgemaakt te New York, in zoverre, op strafrechtelijk en |
York en ce qu'il pourrait, sur le plan pénal et procédural, être | procedureel vlak, een verschil in behandeling zou kunnen worden |
ingevoerd tussen twee rechtzoekenden die met dezelfde ingesteldheid, | |
réservé un sort différent entre deux justiciables ayant commis les | hetzelfde besef of dezelfde intentie dezelfde materiële handelingen |
mêmes actes matériels dans le même état d'esprit, de conscience ou de | hebben gesteld, wegens, enerzijds, de ontstentenis van een wettelijke |
volonté en raison, d'une part, de l'absence d'une définition légale de | definitie van het materiële element van het misdrijf die het beginsel |
l'élément matériel de l'infraction respectant le principe de légalité | van de wettigheid van de strafbaarstellingen in acht neemt en, |
des incriminations et, d'autre part, du fait que la définition de | anderzijds, het feit dat de definitie van het morele element van het |
l'élément moral de l'infraction à l'article 442bi s laisse un vaste | misdrijf in artikel 442bis aan de rechters een ruime |
pouvoir d'appréciation aux juges dans une matière du droit où règnent | beoordelingsbevoegdheid laat in een rechtsmaterie waar de beginselen |
les principes de l'interprétation restrictive, ce qui pourrait être | van de beperkende interpretatie heersen, wat tot een verbreking van de |
constitutif d'une rupture d'égalité ? | gelijkheid zou kunnen leiden ? |
2. L'article 114, § 8, 2°, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme | 2. Schendt artikel 114, § 8, 2°, van de wet van 21 maart 1991 |
de certaines entreprises publiques économiques viole-t-il les articles | betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven |
10 et 11 de la Constitution, combinés avec le principe de légalité de | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het |
beginsel van de wettigheid van de strafbaarstelling verankerd in de | |
l'incrimination consacré par les articles 12 et 14 de la Constitution | artikelen 12 en 14 van de Grondwet en artikel 7 van het Europees |
et par l'article 7 de la Convention européenne des droits de l'homme, | Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre, op strafrechtelijk en |
en tant qu'un traitement différent pourrait être réservé, sur le plan | procedureel vlak, een verschil in behandeling zou kunnen worden |
pénal et procédural, à deux justiciables ayant commis les mêmes actes | ingevoerd tussen twee rechtzoekenden die met dezelfde ingesteldheid, |
matériels dans le même état d'esprit, de conscience ou de volonté, ce | hetzelfde besef of dezelfde intentie dezelfde materiële handelingen |
qui pourrait être constitutif d'une rupture d'égalité en raison du | hebben gesteld, wat tot een verbreking van de gelijkheid zou kunnen |
fait que les termes employés, à savoir ' afin d'importuner son | leiden, doordat de gebruikte bewoordingen, namelijk ' om overlast te |
correspondant ou de provoquer des dommages ', ne permettraient pas aux | veroorzaken aan zijn correspondent of schade te berokkenen ' het de |
justiciables de savoir, au moment où ils adoptent un comportement, si | rechtzoekenden niet mogelijk zouden maken om, op het ogenblik dat zij |
celui-ci est ou non punissable ? ». | een gedrag aannemen, te weten of dat gedrag al dan niet strafbaar is ? |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 3771, 3773, 3777 et 3832 du | ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3771, 3773, 3777 en 3832 van |
rôle de la Cour, ont été jointes. | de rol van het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la première question préjudicielle dans les affaires nos 3771 | Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag in de zaken nrs. 3771 en |
et 3832 et à la question préjudicielle dans l'affaire n° 3773 | 3832 en de prejudiciële vraag in de zaak nr. 3773 |
B.1. Il ressort du libellé des questions préjudicielles susdites et | B.1. Uit de bewoordingen van voormelde prejudiciële vragen en de |
des motifs des décisions de renvoi que les questions invitent la Cour | motieven van de verwijzingsbeslissingen blijkt dat het Hof wordt |
à statuer sur la compatibilité de l'article 442bis du Code pénal avec | verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel |
le principe de légalité en matière pénale, tel qu'il est garanti par | 442bis van het Strafwetboek met het wettigheidsbeginsel in strafzaken, |
les articles 12, alinéa 2, et 14 de la Constitution, par l'article 7.1 | zoals gewaarborgd bij de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de |
de la Convention européenne des droits de l'homme et par l'article | Grondwet, artikel 7.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de |
15.1 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques. | Mens en artikel 15.1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. |
Les juges a quo demandent à la Cour si ce principe n'est pas violé, | De verwijzende rechters vragen aan het Hof of dat beginsel niet wordt |
d'une part, par l'absence d'une définition légale de l'élément | geschonden door, enerzijds, de ontstentenis van een wettelijke |
matériel de l'infraction prévue par la disposition en cause et, | definitie van het materiële bestanddeel van het misdrijf waarin de in |
d'autre part, par la circonstance que la définition de l'élément moral | het geding zijnde bepaling voorziet en, anderzijds, het gegeven dat de |
de cette infraction laisse au juge un trop grand pouvoir | definitie van het morele bestanddeel van dat misdrijf aan de rechter |
d'appréciation. | een te grote beoordelingsbevoegdheid laat. |
B.2. En outre, la Cour est invitée à dire si l'article 442bis du Code | B.2. Het Hof wordt tevens verzocht na te gaan of artikel 442bis van |
pénal porte atteinte de manière discriminatoire aux droits garantis | het Strafwetboek op discriminerende wijze afbreuk doet aan de rechten |
par l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme. | die worden gewaarborgd bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de |
Rechten van de Mens. | |
Ni le libellé des questions préjudicielles ni les motifs des décisions | Noch de bewoordingen van de prejudiciële vragen, noch de motieven van |
de renvoi ne précisent cependant en quoi l'article 442bis du Code | de verwijzingsbeslissingen preciseren echter in welke zin artikel |
442bis van het Strafwetboek in strijd zou zijn met het beginsel van | |
pénal violerait le principe d'égalité et de non-discrimination, lu en | gelijkheid en niet-discriminatie, in samenhang gelezen met die |
combinaison avec cette disposition de droit international. | internationaalrechtelijke bepaling. |
B.3. L'article 442bis du Code pénal, inséré par la loi du 30 octobre | B.3. Artikel 442bis van het Strafwetboek, ingevoegd bij de wet van 30 |
1998 « qui insère un article 442bis dans le Code pénal en vue | oktober 1998 « die een artikel 442bis in het Strafwetboek invoegt met |
d'incriminer le harcèlement », dispose : | het oog op de strafbaarstelling van de belaging », bepaalt : |
« Quiconque aura harcelé une personne alors qu'il savait ou aurait dû | « Hij die een persoon heeft belaagd terwijl hij wist of had moeten |
savoir qu'il affecterait gravement par ce comportement la tranquillité | weten dat hij door zijn gedrag de rust van die bewuste persoon ernstig |
de la personne visée, sera puni d'une peine d'emprisonnement de quinze | zou verstoren, wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen |
jours à deux ans et d'une amende de cinquante euros à trois cents | tot twee jaar en met geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro |
euros, ou de l'une de ces peines seulement. | of met een van die straffen alleen. |
Le délit prévu par le présent article ne pourra être poursuivi que sur | Tegen het in dit artikel bedoelde misdrijf kan alleen vervolging |
la plainte de la personne qui se prétend harcelée ». | worden ingesteld op een klacht van de persoon die beweert te worden |
B.4.1. L'article 12, alinéa 2, de la Constitution dispose : | belaagd ». B.4.1. Artikel 12, tweede lid, van de Grondwet bepaalt : |
« Nul ne peut être poursuivi que dans les cas prévus par la loi, et | « Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en |
dans la forme qu'elle prescrit ». | in de vorm die zij voorschrijft ». |
L'article 14 de la Constitution dispose : | Artikel 14 van de Grondwet bepaalt : |
« Nulle peine ne peut être établie ni appliquée qu'en vertu de la loi ». | « Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet ». |
B.4.2. L'article 7.1 de la Convention européenne des droits de l'homme | B.4.2. Artikel 7.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de |
dispose : | Mens bepaalt : |
« Nul ne peut être condamné pour une action ou une omission qui, au | « Niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat |
moment où elle a été commise, ne constituait pas une infraction | geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte |
d'après le droit national ou international. De même il n'est infligé | ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin zal een |
aucune peine plus forte que celle qui était applicable au moment où | zwaardere straf worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan |
l'infraction a été commise ». | van het strafbare feit van toepassing was ». |
L'article 15.1 du Pacte international relatif aux droits civils et | Artikel 15.1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en |
politiques dispose : | politieke rechten bepaalt : |
« Nul ne sera condamné pour des actions ou omissions qui ne | « Niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat |
constituaient pas un acte délictueux d'après le droit national ou | geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte |
international au moment où elles ont été commises. De même, il ne sera | ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin, mag een |
infligé aucune peine plus forte que celle qui était applicable au | zwaardere straf worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan |
moment où l'infraction a été commise. Si, postérieurement à cette | van het strafbare feit van toepassing was. Indien, na het begaan van |
infraction, la loi prévoit l'application d'une peine plus légère, le | het strafbare feit de wet mocht voorzien in de oplegging van een |
délinquant doit en bénéficier ». | lichtere straf, dient de overtreder daarvan te profiteren ». |
B.4.3. En vertu de l'article 26, § 1er, 3°, de la loi spéciale du 6 | B.4.3. Op grond van artikel 26, § 1, 3°, van de bijzondere wet van 6 |
janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, remplacé par l'article 9, a), de | januari 1989 op het Arbitragehof, vervangen bij artikel 9, a), van de |
la loi spéciale du 9 mars 2003, la Cour est compétente pour contrôler | bijzondere wet van 9 maart 2003, is het Hof bevoegd om wettelijke |
les normes législatives au regard des articles du titre II de la | normen te toetsen aan de artikelen van titel II « De Belgen en hun |
Constitution « Des Belges et de leurs droits ». | rechten » van de Grondwet. |
Lorsqu'une disposition conventionnelle liant la Belgique a une portée analogue à celle d'une des dispositions constitutionnelles dont le contrôle relève de la compétence de la Cour et dont la violation est alléguée, les garanties consacrées par cette disposition conventionnelle constituent un ensemble indissociable avec les garanties inscrites dans les dispositions constitutionnelles concernées. Il s'ensuit que, dans le contrôle qu'elle exerce au regard de ces dispositions constitutionnelles, la Cour tient compte de dispositions de droit international qui garantissent des droits ou libertés analogues. En ce qu'ils garantissent le principe de légalité en matière pénale, l'article 7.1 de la Convention européenne des droits de l'homme et l'article 15.1 du Pacte international relatif aux droits civils et | Wanneer een verdragsbepaling die België bindt, een draagwijdte heeft die analoog is aan die van een van de grondwetsbepalingen waarvan de toetsing tot de bevoegdheid van het Hof behoort en waarvan de schending wordt aangevoerd, vormen de waarborgen vervat in die verdragsbepaling een onlosmakelijk geheel met de waarborgen die in de betrokken grondwetsbepalingen zijn opgenomen. Daaruit volgt dat het Hof, bij zijn toetsing aan die grondwetsbepalingen, rekening houdt met de internationaalrechtelijke bepalingen die analoge rechten of vrijheden waarborgen. In zoverre zij het wettigheidsbeginsel in strafzaken waarborgen, hebben artikel 7.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 15.1 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten een draagwijdte die analoog is aan |
politiques ont une portée analogue aux articles 12, alinéa 2, et 14 de | die van de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet. |
la Constitution. B.5.1. Le principe de légalité en matière pénale procède de l'idée que la loi pénale doit être formulée en des termes qui permettent à chacun de savoir, au moment où il adopte un comportement, si celui-ci est ou non punissable. Il exige que le législateur indique, en des termes suffisamment précis, clairs et offrant la sécurité juridique, quels faits sont sanctionnés, afin, d'une part, que celui qui adopte un comportement puisse évaluer préalablement, de manière satisfaisante, quelle sera la conséquence pénale de ce comportement et afin, d'autre part, que ne soit pas laissé au juge un trop grand pouvoir d'appréciation. Toutefois, le principe de légalité en matière pénale n'empêche pas que la loi attribue un pouvoir d'appréciation au juge. Il faut en effet tenir compte du caractère de généralité des lois, de la diversité des situations auxquelles elles s'appliquent et de l'évolution des comportements qu'elles répriment. La condition qu'une infraction doit être clairement définie par la loi se trouve remplie lorsque le justiciable peut savoir, à partir du | B.5.1. Het wettigheidsbeginsel in strafzaken gaat uit van de idee dat de strafwet moet worden geformuleerd in bewoordingen op grond waarvan eenieder, op het ogenblik waarop hij een gedrag aanneemt, kan uitmaken of dat gedrag al dan niet strafbaar is. Het eist dat de wetgever in voldoende nauwkeurige, duidelijke en rechtszekerheid biedende bewoordingen bepaalt welke feiten strafbaar worden gesteld, zodat, enerzijds, diegene die een gedrag aanneemt, vooraf op afdoende wijze kan inschatten wat het strafrechtelijke gevolg van dat gedrag zal zijn en, anderzijds, aan de rechter geen al te grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten. Het wettigheidsbeginsel in strafzaken staat evenwel niet eraan in de weg dat de wet aan de rechter een beoordelingsbevoegdheid toekent. Er dient immers rekening te worden gehouden met het algemene karakter van de wetten, de uiteenlopende situaties waarop zij van toepassing zijn en de evolutie van de gedragingen die zij bestraffen. Aan het vereiste dat een misdrijf duidelijk moet worden omschreven in de wet is voldaan wanneer de rechtzoekende, op basis van de bewoordingen van de relevante bepaling en, indien nodig, met behulp |
libellé de la disposition pertinente et, au besoin, à l'aide de son | van de interpretatie daarvan door de rechtscolleges, kan weten welke |
interprétation par les juridictions, quels actes et omissions engagent | handelingen en welke verzuimen zijn strafrechtelijke aansprakelijkheid |
sa responsabilité pénale. | meebrengen. |
B.5.2. Ce n'est qu'en examinant une disposition pénale spécifique qu'il est possible, en tenant compte des éléments propres aux infractions qu'elle entend réprimer, de déterminer si les termes généraux utilisés par le législateur sont à ce point vagues qu'ils méconnaîtraient le principe de légalité en matière pénale. B.6.1. La disposition en cause n'a pas pour objet de réprimer tous les cas de harcèlement. Il ressort de son libellé que la sanction pénale qu'elle instaure ne concerne que le harceleur qui affecte gravement la tranquillité de la personne qu'il vise, et qui savait ou aurait dû savoir que son comportement aurait cette conséquence. Il ressort, en outre, des travaux préparatoires que les agissements que le législateur entend réprimer constituent des atteintes à la vie | B.5.2. Enkel bij het onderzoek van een specifieke strafbepaling is het mogelijk om, rekening houdend met de elementen eigen aan de misdrijven die zij wil bestraffen, te bepalen of de door de wetgever gehanteerde algemene bewoordingen zo vaag zijn dat ze het wettigheidsbeginsel in strafzaken zouden schenden. B.6.1. De in het geding zijnde bepaling heeft niet tot doel alle gevallen van belaging te bestraffen. Uit de bewoordingen ervan blijkt dat de strafrechtelijke sanctie die zij invoert, alleen betrekking heeft op de belager die de rust van de door hem beoogde persoon ernstig verstoort en die wist of had moeten weten dat zijn gedrag daartoe zou leiden. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt daarnaast dat de gedragingen die de wetgever wil bestraffen, gedragingen zijn die het privé-leven |
privée des personnes (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 1046/8, p. 3; | van de personen aantasten (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 1046/8, p. |
Ann., Chambre, 1997-1998, séance du 8 juillet 1998, p. 9221). Leur | 3; Hand., Kamer, 1997-1998, zitting van 8 juli 1998, p. 9221). De |
poursuite pénale est à cet égard subordonnée à la plainte de la | strafrechtelijke vervolging ervan is in dat opzicht ondergeschikt aan |
personne qui se prétend harcelée. | de klacht van de persoon die beweert te worden belaagd. |
Ces comportements consistent à importuner une personne de manière | Die gedragingen bestaan erin een persoon lastig te vallen op een wijze |
irritante pour celle-ci (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 1046/6, p. | die voor de betrokkene overlast meebrengt (Parl. St., Kamer, |
2; Ann., Chambre, 1997-1998, séance du 8 juillet 1998, p. 9221). | 1996-1997, nr. 1046/8, p. 2; Hand., Kamer, 1997-1998, zitting van 8 |
juli 1998, p. 9221). | |
B.6.2. Les auteurs de la proposition de loi qui a mené à l'adoption de | B.6.2. De auteurs van het wetsvoorstel dat tot de aanneming van de in |
het geding zijnde bepaling heeft geleid, wilden, naar het voorbeeld | |
la disposition en cause entendaient, à l'instar des auteurs des | van de auteurs van de eerste amendementen waartoe dat voorstel |
premiers amendements auxquels cette proposition a donné lieu, punir | aanleiding heeft gegeven, diegene bestraffen die een persoon « |
celui qui poursuit, épie ou harcèle une personne « de façon répétée » | herhaaldelijk » achtervolgt, bespiedt of belaagt (Parl. St., Kamer, |
(Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 1046/1, pp. 1-3; n° 1046/3, p. 1; | 1996-1997, nr. 1046/1, pp. 1-3; nr. 1046/3, p. 1; nr. 1046/5, p. 1). |
n° 1046/5, p. 1). Les commentaires et illustrations de cette | Uit de commentaren en voorbeelden bij dat wetsvoorstel blijkt |
proposition de loi indiquent, par ailleurs, que ses auteurs ne | overigens dat de auteurs ervan alleen die gedragingen wilden |
souhaitaient réprimer que des comportements qui contenaient plus d'un | bestraffen die meer dan één handeling inhielden (ibid., nr. 1046/1, p. |
acte (ibid., n° 1046/1, p. 2; ibid., n° 1046/8, pp. 2 et 6). | 2; ibid., nr. 1046/8, pp. 2 en 6). |
Lors de l'examen de l'amendement qui proposait de supprimer les mots « | Tijdens het onderzoek van het amendement waarmee werd voorgesteld het |
de façon répétée », l'un de ses auteurs expliquait que la notion de « | woord « herhaaldelijk » te schrappen, legde een van de auteurs ervan |
harcèlement » doit être « comprise [...] dans [sa] signification | uit dat het begrip « belaging » moet « worden verstaan in [de] gewone |
habituelle qui peut évoluer », ajoutant que « [le] juge appréciera, | betekenis [ervan], die kan evolueren », waarbij hij eraan toevoegde |
selon les circonstances de l'affaire, s'il y a ou non harcèlement ». | dat « de rechter [...] naar gelang van de omstandigheden van de zaak |
[zal] oordelen of er al dan niet belaging is ». Een andere | |
Un autre député demandait si la notion de « harcèlement » n'impliquait | volksvertegenwoordiger vroeg of het repetitieve niet noodzakelijk deel |
pas nécessairement un caractère répétitif. L'autre auteur de | uitmaakte van het begrip « belaging ». De andere auteur van het |
l'amendement précité précisait, à cet égard, que la suppression de ces | voormelde amendement preciseerde in dat verband dat de schrapping van |
mots s'expliquait par la volonté de sanctionner un « comportement qui | dat woord kon worden verklaard door de wil om een gedraging te |
peut constituer une forme de harcèlement, même s'il n'a pas été répété | bestraffen die « een vorm van belaging [kan] zijn, zelfs als ze niet |
à différents moments », tel que celui qu'adopte « une personne qui | op verschillende tijdstippen is herhaald », zoals die van een « |
aborde quelqu'un en rue et insiste alors qu'il lui a été clairement | persoon [die] iemand op straat aanklampt en daarmee doorgaat ondanks |
fait comprendre que son comportement était gênant » (Doc. parl., | het feit dat hem wordt duidelijk gemaakt dat zijn gedrag stoort » |
Chambre, 1996-1997, n° 1046/8, p. 8). | (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 1046/8, p. 8). |
L'adoption de cet amendement - à l'unanimité - ne peut dès lors être | De aanneming van dat amendement - met eenparigheid van stemmen - kan |
interprétée comme la volonté du législateur de s'écarter du sens | dus niet in die zin worden geïnterpreteerd dat de wetgever heeft |
commun du mot « harcèlement », qui renvoie à la répétition d'actes, ou | willen afwijken van de gewone betekenis van het woord « belaging », |
die naar herhaalde handelingen verwijst, of het toepassingsgebied van | |
d'étendre le champ d'application de la disposition en cause aux actes | de in het geding zijnde bepaling heeft willen uitbreiden tot de |
isolés. Cet amendement témoigne uniquement du souci d'écarter une | alleenstaande handelingen. Dat amendement getuigt alleen van de zorg |
interprétation de l'article 442bis du Code pénal empêchant la | om een interpretatie van artikel 442bis van het Strafwetboek te |
répression du harcèlement, lorsque la période qui sépare les actes | verwerpen die belet dat belaging, wanneer de periode tussen de |
répétés est de courte durée. | herhaalde handelingen van korte duur is, wordt bestraft. |
B.6.3. La proposition de loi prévoyait initialement que, pour être | B.6.3. Het wetsvoorstel voorzag oorspronkelijk erin dat het belagende |
punissable, le comportement harcelant devait être « gênant, inquiétant | gedrag, om strafbaar te zijn, « hinderlijk, verontrustend of kwellend |
ou angoissant » (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 1046/1, p. 3; n° | » moest zijn (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 1046/1, p. 3; nr. |
1046/3). Un amendement suggérait de préciser que ce comportement | 1046/3). In een amendement werd voorgesteld te preciseren dat die |
devait « manifestement » avoir cet effet, afin de « donner une | gedraging « kennelijk » dat effect moest hebben, teneinde « het |
définition objective du délit de harcèlement » et de permettre au juge | misdrijf stalking op een objectieve manier te omschrijven » en het de |
de vérifier si « le comportement de l'auteur du harcèlement doit | rechter mogelijk te maken om na te gaan of « de gedraging van de |
raisonnablement pouvoir être considéré comme gênant, inquiétant ou | stalker redelijkerwijze [moet] worden omschreven als een gedraging die |
hinderlijk, verontrustend of kwellend is voor het slachtoffer » | |
angoissant pour la victime » (ibid., n° 1046/3, p. 2, n° 1046/8, p. | (ibid., nr. 1046/3, p. 2, nr. 1046/8, p. 2). Het doel van dat |
2). Le but de cet amendement était « d'objectiver quelque peu la prise | amendement bestond in « een zekere objectivering bij het in aanmerking |
en considération d'éléments par ailleurs purement subjectifs » (ibid., | nemen van voor het overige louter subjectieve elementen » (ibid., nr. |
n° 1046/8, p. 4). A la suite de remarques de plusieurs députés qui | 1046/8, p. 4). Naar aanleiding van opmerkingen van verschillende |
s'interrogeaient sur la place réservée à « l'expérience subjective de | volksvertegenwoordigers die vragen hadden bij de plaats van « de |
la victime », à la « sensibilité de chacun » ou à la « perception | subjectieve ervaring van het slachtoffer » of de « gevoeligheid van |
subjective de la victime » (ibid., pp. 5 et 6), la référence au | elkeen » (ibid., pp. 5 en 6) werd de verwijzing naar het kennelijk |
caractère manifestement gênant, inquiétant ou angoissant fut supprimée | hinderlijke, verontrustende of kwellende karakter geschrapt (ibid., |
(ibid., n° 1046/6, n° 1046/8, p. 8). Par ailleurs, les travaux | nr. 1046/6, nr. 1046/8, p. 8). In de parlementaire voorbereiding wordt |
préparatoires illustrent à plusieurs reprises le type de comportement | overigens herhaaldelijk geïllustreerd welke vorm van gedraging de |
que le législateur entendait réprimer (ibid., n° 1046/1, p. 2, n° | wetgever wilde bestraffen (ibid., nr. 1046/1, p. 2, nr. 1046/8, pp. 2, |
1046/8, pp. 2, 3, 5, 6, 8; Ann., Chambre, 1997-1998, séance du 8 | 3, 5, 6 en 8; Hand., Kamer, 1997-1998, zitting van 8 juli 1998, p. |
juillet 1998, p. 9222). | 9222). |
La notion d'atteinte grave à la tranquillité dont il est question dans | Derhalve kan niet ervan worden uitgegaan dat het begrip « ernstige |
la disposition en cause ne peut dès lors être comprise comme une | verstoring van de rust » waarvan in de in het geding zijnde bepaling |
autorisation pour le juge de sanctionner un comportement sur la base de données subjectives, telles que le sentiment de la personne visée par le comportement harcelant. Il va de soi qu'une plainte de celle-ci, sur la base de l'alinéa 2 de cette disposition, ne suffit pas à établir l'existence d'une telle atteinte à la tranquillité. B.6.4. Une atteinte grave à la tranquillité d'autrui n'est par ailleurs punissable que si elle est la conséquence d'un comportement harcelant adopté par la personne poursuivie sur la base de l'article 442bis du Code pénal. Une telle sanction suppose, en outre, que, par ce comportement, le harceleur vise la personne dont la tranquillité a été affectée. La disposition en cause ne permet pas de sanctionner celui qui adopte un comportement qui affecte la tranquillité de personnes indéterminées | sprake is, de rechter toestaat een gedraging te bestraffen op basis van subjectieve gegevens, zoals de ervaring van de persoon die door het belagende gedrag wordt beoogd. Het spreekt vanzelf dat een klacht van die persoon, op grond van het tweede lid van die bepaling, niet volstaat om het bestaan van een dergelijke verstoring van de rust aan te tonen. B.6.4. Een ernstige verstoring van andermans rust is overigens alleen strafbaar indien die voortvloeit uit een belagend gedrag van de persoon die op grond van artikel 442bis van het Strafwetboek wordt vervolgd. Een dergelijke sanctie veronderstelt bovendien dat de belager, met dat gedrag, de persoon beoogt wiens rust is verstoord. De in het geding zijnde bepaling maakt het niet mogelijk iemand te bestraffen die een gedrag aanneemt dat de rust van onbepaalde personen verstoort (Parl. |
(Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 1046/8, p. 9). | St., Kamer, 1996-1997, nr. 1046/8, p. 9). |
Ce n'est que dans ces conditions que cette disposition peut mener à la | Alleen onder die voorwaarden kan die bepaling leiden tot de |
répression de comportements jugés asociaux, inadaptés ou inadéquats. | bestraffing van gedragingen die als asociaal, niet aangepast of inadequaat worden beschouwd. |
Il appartient en définitive au juge d'apprécier la réalité de | Het komt uiteindelijk de rechter toe om te oordelen over de |
l'atteinte à la tranquillité d'une personne, de la gravité de celle-ci | werkelijkheid van de verstoring van de rust van een persoon, de ernst |
et du lien de causalité entre cette perturbation d'une personne | ervan en het oorzakelijk verband tussen die verstoring van de rust van |
déterminée et le comportement harcelant. Il aura, pour ce faire, égard | een bepaalde persoon en het belagende gedrag. Hij zal daartoe rekening |
aux données objectives qui lui sont soumises, telles que les | houden met de objectieve gegevens die hem worden voorgelegd, zoals de |
circonstances du harcèlement, les rapports qu'entretiennent l'auteur | omstandigheden van de belaging, de betrekkingen tussen de dader van |
du comportement harcelant et le plaignant, la sensibilité ou la | het belagende gedrag en de klager, de gevoeligheid of de |
personnalité de ce dernier ou la manière dont ce comportement est | persoonlijkheid van de laatstgenoemde of de wijze waarop dat gedrag |
perçu par la société ou le milieu social concerné. | door de maatschappij of het betrokken sociaal milieu wordt ervaren. |
B.6.5. Il ressort enfin des travaux préparatoires que l'insertion dans | B.6.5. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt ten slotte dat de |
l'article 442bis du Code pénal des mots « savait ou aurait dû savoir » | invoeging in artikel 442bis van het Strafwetboek van de woorden « wist |
résulte d'un compromis entre le souhait de certains députés de | of had moeten weten » voortvloeit uit een vergelijk tussen de wens van |
sanctionner le harceleur qui fait preuve de négligence ou | sommige volksvertegenwoordigers om de belager te bestraffen die blijk |
d'imprévoyance et la volonté d'autres parlementaires de ne réprimer | geeft van onachtzaamheid of onvoorzichtigheid en de wil van andere |
que celui qui « aura méchamment harcelé » (Doc. parl., Chambre, | parlementsleden om alleen diegene te bestraffen die « kwaadwillig |
1996-1997, n° 1046/1, p. 2; ibid., n° 1046/5; ibid., n° 1046/6; ibid., | heeft belaagd » (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 1046/1, p. 2; ibid., |
n° 1046/8, pp. 7-9). | nr. 1046/5; ibid., nr. 1046/6; ibid., nr. 1046/8, pp. 7-9). |
Les mots « aurait dû savoir » ne permettent dès lors pas la sanction | De woorden « had moeten weten » maken het bijgevolg niet mogelijk de |
du harceleur qui ne savait pas que son comportement affecterait | belager te bestraffen die niet wist dat zijn gedrag de rust van de |
gravement la tranquillité de la personne qu'il visait. | persoon die hij beoogde ernstig zou storen. |
La perturbation de la tranquillité de la personne visée par le | De verstoring van de rust van de persoon die door het belagende gedrag |
comportement harcelant ne constitue pas, du reste, une preuve de la | wordt beoogd, bewijst overigens niet dat de gevolgen van die handeling |
connaissance des conséquences de cet acte. Celle-ci pourra être | bekend waren. Dat bewijs zou kunnen worden vastgesteld op basis van |
établie sur la base d'éléments objectifs que le harceleur ne pouvait | objectieve elementen die de belager moest kennen, zoals de |
ignorer, tels que les circonstances du harcèlement, la nature des | omstandigheden van de belaging, de aard van de betrekkingen tussen de |
rapports entre le harceleur et le plaignant, la manière dont ce | belager en de klager, de wijze waarop dat gedrag door de maatschappij |
comportement est perçu par la société ou le milieu social concerné, | of het betrokken sociaal milieu wordt ervaren, of zelfs, in sommige |
voire, dans certains cas, la personnalité du plaignant. | gevallen, de persoonlijkheid van de klager. |
Le juge devra, par ailleurs, dans chaque cas, apprécier la gravité de | De rechter zal overigens, in elk geval, de ernst van de begane fout |
la faute commise et, dans les limites fixées par le législateur, | moeten beoordelen en, binnen de door de wetgever vastgestelde perken, |
proportionner la peine en conséquence. | de straf daarmee in overeenstemming brengen. |
B.6.6. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. | B.6.6. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. |
Quant à la seconde question préjudicielle dans les affaires nos 3771 | Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag in de zaken nrs. 3771 en |
et 3832 | 3832 |
B.7. Il ressort du libellé des questions visées que la Cour est | B.7. Uit de bewoordingen van voormelde prejudiciële vragen blijkt dat |
invitée à dire si les termes « afin d'importuner son correspondant ou | het Hof wordt gevraagd te oordelen of de woorden « om overlast te |
de provoquer des dommages », employés dans l'article 114, § 8, 2°, de | veroorzaken aan zijn correspondent of schade te berokkenen », in |
la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises | artikel 114, § 8, 2°, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de |
publiques économiques, sont compatibles avec le principe de légalité | hervorming van sommige economische overheidsbedrijven bestaanbaar zijn |
en matière pénale, tel qu'il est garanti par les articles 12, alinéa | met het wettigheidsbeginsel in strafzaken, zoals gewaarborgd bij de |
2, et 14 de la Constitution et par l'article 7.1 de la Convention | artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet en bij artikel 7.1 van |
européenne des droits de l'homme. | het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. |
B.8. L'article 114, § 8, 2°, de la loi du 21 mars 1991, modifié par | B.8. Artikel 114, § 8, 2°, van de wet van 21 maart 1991, gewijzigd bij |
l'article 85, H), de la loi du 19 décembre 1997 « modifiant la loi du | artikel 85, H), van de wet van 19 december 1997 « tot wijziging van de |
21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques | wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige |
economische overheidsbedrijven teneinde het reglementaire kader aan te | |
économiques afin d'adapter le cadre réglementaire aux obligations en | passen aan de verplichtingen die inzake vrije mededinging en |
matière de libre concurrence et d'harmonisation sur le marché des | harmonisatie op de markt voor telecommunicatie, voortvloeien uit de |
télécommunications découlant des décisions de l'Union européenne », | van kracht zijnde beslissingen van de Europese Unie », bepaalde, vóór |
disposait, avant son abrogation par l'article 155, 4°, de la loi du 13 | de opheffing ervan bij artikel 155, 4°, van de wet 13 juni 2005 |
juin 2005 relative aux communications électroniques : | betreffende de elektronische communicatie : |
« Est punie d'une amende de cinq cents à cinquante mille euros maximum | « Met geldboete van 500 tot 50 000 euro en met een gevangenisstraf van |
et d'un emprisonnement d'un à quatre ans ou d'une de ces peines seulement : | één tot vier jaar of met één van die straffen alleen wordt gestraft : |
[...] | [...] |
2° la personne qui utilise un réseau ou un service de | 2° de persoon, die een telecommunicatienet of -dienst of andere |
télécommunications ou d'autres moyens de télécommunications afin | middelen van telecommunicatie gebruikt om overlast te veroorzaken aan |
d'importuner son correspondant ou de provoquer des dommages ». | zijn correspondent of schade te berokkenen ». |
B.9.1. La disposition en cause a pour objectif de réprimer certains | B.9.1. De in het geding zijnde bepaling heeft tot doel een bepaald |
usages des moyens de télécommunications. | gebruik van telecommunicatiemiddelen te bestraffen. |
Les questions préjudicielles ne portent que sur les éléments moraux de | De prejudiciële vragen betreffen alleen de morele bestanddelen van het |
l'infraction que crée cette disposition. | misdrijf dat die bepaling invoert. |
B.9.2. Les mots « afin d'importuner son correspondant » indiquent à | B.9.2. De woorden « om overlast te veroorzaken aan zijn correspondent |
» geven op voldoende wijze de morele bestanddelen van het misdrijf aan | |
suffisance l'élément moral de l'infraction et les mots « afin [...] de | en de woorden « om [...] schade te berokkenen » kunnen redelijkerwijze |
provoquer des dommages » ne peuvent raisonnablement s'entendre que | enkel worden opgevat als betrekking hebbend op schade veroorzaakt aan |
comme visant des dommages causés aux moyens de télécommunication | de telecommunicatiemiddelen zelf, wat in de parlementaire |
eux-mêmes, ce que confirment les travaux préparatoires (Doc. parl., | voorbereiding wordt bevestigd (Parl. St., Kamer, 1989-1990, nr. |
Chambre, 1989-1990, n° 1287/1, p. 71). | 1287/1, p. 71). |
La disposition en cause n'est donc pas incompatible avec le principe | De in het geding zijnde bepaling is dus niet onbestaanbaar met het |
de légalité. | legaliteitsbeginsel. |
B.9.3. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. | B.9.3. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. |
Quant à la question préjudicielle dans l'affaire n° 3777 | Ten aanzien van de prejudiciële vraag in de zaak nr. 3777 |
B.10. La Cour est interrogée sur la compatibilité avec les articles 10 | B.10. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de |
et 11 de la Constitution de la différence que font les articles 114, § | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het onderscheid dat de |
8, 2°, de la loi du 21 mars 1991 et 442bis du Code pénal entre, d'une | artikelen 114, § 8, 2°, van de wet van 21 maart 1991 en 442bis van het |
part, la personne qui utilise un moyen de télécommunications afin d'importuner quelqu'un et, d'autre part, celle qui harcèle quelqu'un en affectant gravement sa tranquillité, en ce que le comportement de la première personne est susceptible d'être sanctionné plus lourdement (à savoir par un emprisonnement d'un à quatre ans et une amende de cinq cents à cinquante mille euros ou une de ces peines seulement) que celui de la seconde (à savoir par un emprisonnement de quinze jours à deux ans et une amende de cinquante à trois cents euros ou une de ces peines seulement). B.11. L'appréciation du caractère plus ou moins grave d'une infraction et de la sévérité avec laquelle cette infraction peut être punie relève du jugement d'opportunité qui appartient au législateur. La Cour empiéterait sur le domaine réservé au législateur si, en s'interrogeant sur la justification des différences qui existent entre les nombreux textes législatifs portant des sanctions pénales, elle ne limitait pas, en ce qui concerne l'échelle des peines, son appréciation aux cas dans lesquels le choix du législateur contient une incohérence telle qu'elle aboutit à une différence de traitement manifestement déraisonnable d'infractions comparables. B.12. Les deux dispositions en cause ont pour objectif de réprimer des comportements qui sont susceptibles de perturber la tranquillité d'autrui. Celles-ci peuvent donc être comparées de façon suffisamment pertinente en ce qui concerne l'échelle des peines. B.13.1. Comme cela a été rappelé en B.6.1, l'article 442bis du Code pénal a pour objectif de réprimer des agissements portant atteinte à | Strafwetboek maken tussen, enerzijds, de persoon die gebruik maakt van een telecommunicatiemiddel om iemand overlast te bezorgen en, anderzijds, diegene die iemand belaagt door diens rust ernstig te verstoren, in zoverre het gedrag van de eerstgenoemde persoon zwaarder kan worden bestraft (namelijk met een gevangenisstraf van één tot vier jaar of met een geldboete van vijfhonderd tot vijftigduizend euro of met één van die straffen alleen) dan dat van de laatstgenoemde (namelijk met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met een geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro of met één van die straffen alleen). B.11. De vaststelling van de ernst van een misdrijf en van de zwaarwichtigheid waarmee dat misdrijf kan worden bestraft, behoort tot het opportuniteitsoordeel van de wetgever. Het Hof zou zich op het aan de wetgever voorbehouden domein begeven, indien het bij de vraag naar de verantwoording van verschillen in de talrijke wetteksten houdende strafrechtelijke sancties, wat de strafmaat betreft, zijn oordeel niet zou beperken tot die gevallen waar de keuze van de wetgever dermate onsamenhangend is dat ze leidt tot een kennelijk onredelijk verschil in behandeling tussen vergelijkbare misdrijven. B.12. De twee in het geding zijnde bepalingen hebben tot doel gedragingen te bestraffen die andermans rust kunnen verstoren. Zij kunnen dus op voldoende pertinente wijze met elkaar worden vergeleken, wat de strafmaat betreft. B.13.1. Zoals eraan is herinnerd in B.6.1 heeft artikel 442bis van het Strafwetboek tot doel handelingen te bestraffen die het privé-leven van de personen aantasten door hen lastig te vallen op een wijze die |
la vie privée des personnes en les importunant de manière irritante. | voor de betrokkenen overlast meebrengt. |
B.13.2. La peine prévue par l'article 442bis du Code pénal n'est | B.13.2. De straf waarin artikel 442bis van het Strafwetboek voorziet, |
applicable que moyennant la réunion des conditions suivantes : le | is alleen van toepassing wanneer aan alle volgende voorwaarden is |
caractère harcelant du comportement de la personne poursuivie, une | voldaan : het belagende karakter van het gedrag van de vervolgde |
atteinte à la tranquillité de la personne visée par le harceleur, un | persoon, een verstoring van de rust van de persoon die de belager |
lien de causalité entre le comportement de celui-ci et cette | beoogt, een oorzakelijk verband tussen het gedrag van die persoon en |
perturbation de la tranquillité d'autrui ainsi que la gravité de cette | die verstoring van andermans rust, alsook de ernst van die verstoring. |
perturbation. | |
La peine prévue par l'article 114, § 8, 2°, de la loi du 21 mars 1991 | De straf waarin artikel 114, § 8, 2°, van de wet van 21 maart 1991 |
peut être appliquée même si ces conditions ne sont pas remplies. Il | voorziet, kan ook worden toegepast wanneer aan die voorwaarden niet is |
n'est requis ni que l'utilisation du moyen de télécommunication | voldaan. Er wordt niet vereist dat het gebruik van het |
présente un caractère harcelant ni que la tranquillité du | telecommunicatiemiddel een belagend karakter heeft, noch dat de rust |
correspondant de la personne soit effectivement perturbée. | van de correspondent van de persoon daadwerkelijk wordt verstoord. |
B.13.3. L'élément moral de l'infraction créée par l'article 442bis du | B.13.3. Het morele bestanddeel van het misdrijf dat artikel 442bis van |
Code pénal est, certes, d'un degré moindre que celui de l'infraction | het Strafwetboek invoert, is weliswaar van een lagere graad dan dat |
créée par l'article 114, § 8, 2°, de la loi du 21 mars 1991. Cette dernière disposition ne rend punissable le comportement de l'utilisateur du moyen de télécommunication que si celui-ci avait l'intention d'importuner son correspondant alors que le harceleur visé par la première disposition est punissable même s'il n'avait pas l'intention de perturber la tranquillité d'autrui. La Cour n'aperçoit cependant pas en quoi cette circonstance ou l'utilisation d'un moyen de télécommunication sont de nature à justifier une peine à ce point plus lourde. B.13.4. La question préjudicielle appelle une réponse positive. | van het misdrijf dat artikel 114, § 8, 2°, van de wet van 21 maart 1991 invoert. Die laatste bepaling stelt het gedrag van de gebruiker van het telecommunicatiemiddel alleen strafbaar wanneer hij het voornemen had zijn correspondent overlast te bezorgen, terwijl de belager die in de eerste bepaling wordt bedoeld, ook strafbaar is wanneer hij niet het voornemen had andermans rust te verstoren. Het Hof ziet echter niet in waarom die omstandigheid of het gebruik van een telecommunicatiemiddel van dien aard zijn dat zij een zwaardere straf verantwoorden. B.13.4. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
1. L'article 442bis du Code pénal ne viole pas les articles 12, alinéa | 1. Artikel 442bis van het Strafwetboek schendt de artikelen 12, tweede |
2, et 14 de la Constitution. | lid, en 14 van de Grondwet niet. |
2. L'article 114, § 8, 2°, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme | 2. Artikel 114, § 8, 2°, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de |
de certaines entreprises publiques économiques ne viole pas les | hervorming van sommige economische overheidsbedrijven schendt de |
articles 12, alinéa 2, et 14 de la Constitution. | artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet niet. |
3. L'article 114, § 8, 2°, de la même loi viole les articles 10 et 11 | 3. Artikel 114, § 8, 2°, van dezelfde wet schendt de artikelen 10 en |
de la Constitution, en ce qu'il prévoit, pour celui qui utilise un | 11 van de Grondwet, in zoverre, voor diegene die gebruik maakt van een |
moyen de télécommunication afin d'importuner son correspondant, des | telecommunicatiemiddel om zijn correspondent overlast te bezorgen, het |
peines plus lourdes que celles prévues par l'article 442bis du Code | voorziet in straffen die zwaarder zijn dan die waarin artikel 442bis |
pénal. | van het Strafwetboek voorziet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 14 juin 2006. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 14 juni 2006. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
A. Arts. | A. Arts. |