← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 27/2006 du 1 er mars 2006 Numéro du rôle : 3280 En
cause : les questions préjudicielles concernant l'article 37 du décret de la Communauté française du
4 mars 1991 relatif à l'aide à la jeunesse et les articl La Cour d'arbitrage, composée
des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges M. Bossuyt, A.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 27/2006 du 1 er mars 2006 Numéro du rôle : 3280 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 37 du décret de la Communauté française du 4 mars 1991 relatif à l'aide à la jeunesse et les articl La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges M. Bossuyt, A.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 27/2006 van 1 maart 2006 Rolnummer 3280 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 37 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd en de artikelen 62, 63bis en 63 Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters M. Boss(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 27/2006 du 1er mars 2006 | Uittreksel uit arrest nr. 27/2006 van 1 maart 2006 |
Numéro du rôle : 3280 | Rolnummer 3280 |
En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 37 du | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 37 van het decreet van |
décret de la Communauté française du 4 mars 1991 relatif à l'aide à la | de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de |
jeunesse et les articles 62, 63bis et 63ter de la loi du 8 avril 1965 | jeugd en de artikelen 62, 63bis en 63ter van de wet van 8 april 1965 |
relative à la protection de la jeunesse, posées par la Cour d'appel de | betreffende de jeugdbescherming, gesteld door het Hof van Beroep te |
Liège. | Luik. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges M. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke et J. Spreutels, assistée | M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, |
du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par arrêt du 23 décembre 2004 en cause de S.B. contre M.H. et autres, | Bij arrest van 23 december 2004 in zake S.B. tegen M.H. en anderen, |
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 28 | 28 december 2004, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende |
décembre 2004, la Cour d'appel de Liège a posé les questions | |
préjudicielles suivantes : | prejudiciële vragen gesteld : |
1. « La disposition contenue à l'article 37 du décret de la Communauté | 1. « Schendt de bepaling vervat in artikel 37 van het decreet van de |
française du 4 mars 1991 [relatif à l'Aide à la Jeunesse], qui ne | Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 [inzake hulpverlening aan de |
prévoit pas que le mineur, quel que soit son âge, est obligatoirement | jeugd], die niet voorschrijft dat de minderjarige, ongeacht zijn |
partie à la cause lorsque le recours est introduit par une des parties | leeftijd, verplicht partij in het geding is, wanneer het beroep door |
à l'encontre d'une application de mesures prises à l'initiative du | één van de partijen wordt ingesteld tegen een toepassing van |
Directeur de l'Aide à la Jeunesse, ne viole-t-elle pas les articles 10 | maatregelen genomen op initiatief van de directeur bij de |
et 11 de la Constitution puisqu'elle ne respecte pas les articles 8 et | hulpverlening aan de jeugd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
12 de la Convention des Droits de l'Homme et l'article 22 de la | vermits zij niet de artikelen 8 en 12 van het Europees Verdrag voor de |
Constitution ? »; | Rechten van de Mens en artikel 22 van de Grondwet in acht neemt ? »; |
2. « Les articles [lire : L'article] 62 de la loi du 8 avril 1965 | 2. « Schenden artikel 62 van de wet van 8 april 1965 [betreffende de |
[relative à la protection de la jeunesse], modifié par la loi du 2 | jeugdbescherming], gewijzigd bij de wet van 2 februari 1994, in |
février 1994, en ce qu'il prévoit que, sauf dérogation, les | zoverre het bepaalt dat, behoudens afwijking, de wetsbepalingen inzake |
dispositions légales en matière de procédure civile s'appliquent aux | burgerlijke rechtspleging gelden voor de in artikel 63ter, eerste lid, |
procédures visées à l'article 63ter, alinéa 1er, b), et les articles | b) bedoelde procedures, en de artikelen 63ter, eerste lid, b), en |
63ter, alinéa 1er, b), et alinéa 2 et 63bis, § 1er de la loi du 8 | tweede lid, en 63bis, § 1, van de wet van 8 april 1965, in samenhang |
avril 1965, lus en corrélation avec les articles 8 et 12 de la | gelezen met de artikelen 8 en 12 van het Europees Verdrag voor de |
Convention européenne des Droits de l'Homme, 9, 12 et 16 de la | Rechten van de Mens, met de artikelen 9, 12 en 16 van het |
Convention internationale relative aux Droits de l'enfant, 22 de la | Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, met artikel 22 |
van de Grondwet, met de artikelen 54bis, 63bis, § 1, en 63ter, derde | |
Constitution, 54bis, 63bis, § 1er, 63ter, alinéa 3, de la loi du 8 | lid, van de wet van 8 april 1965, alsmede met de artikelen 7, tweede |
avril 1965 ainsi qu'avec les articles 7, alinéa 2, 37, tel que modifié | lid, en 37, zoals gewijzigd bij het decreet van 5 mei 1999, en artikel |
par le décret du 5 mai 1999, et 38 du décret du 4 mars 1991, ne | 38 van het decreet van 4 maart 1991, de artikelen 10 en 11 van de |
violent-ils pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que, | Grondwet in zoverre, ongeacht het vorderingsrecht dat aan de |
indépendamment du droit d'action reconnu au mineur par l'article 37 du | minderjarige wordt toegekend in artikel 37 van het voormelde decreet, |
décret précité, tel que modifié par le décret du 5 mai 1999, ils | zoals gewijzigd bij het decreet van 5 mei 1999, zij onder de |
introduisent une discrimination entre les mineurs concernés par une | minderjarigen ten aanzien van wie de toepassing van een maatregel |
contestation d'application de mesure prise en exécution d'une décision | wordt betwist die is genomen ter uitvoering van een rechterlijke |
judiciaire (article 38 du décret du 4 mars 1991) à laquelle ils sont | beslissing (artikel 38 van het decreet van 4 maart 1991) waarbij zij |
parties à la cause et obligatoirement assistés ou représentés par un | betrokken partij zijn, en die verplicht worden bijgestaan of |
avocat (article 46 et article 63ter, alinéa 3, de la loi du 8 avril | vertegenwoordigd door een advocaat (artikelen 46 en 63ter, derde lid, |
van de wet van 8 april 1965), een discriminatie instellen naargelang | |
die minderjarigen al dan niet bij de zaak worden betrokken door de | |
1965) selon qu'ils sont ou non mis à la cause par le requérant - autre | verzoeker - een andere persoon dan de minderjarige - die handelt op |
que le mineur - agissant sur base de l'article 37 du décret précité ? ». | grond van artikel 37 van het voormelde decreet ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
Quant à la première question préjudicielle | Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag |
B.1. L'article 37 du décret de la Communauté française du 4 mars 1991 | B.1. Artikel 37 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart |
relatif à l'aide à la jeunesse, modifié par l'article 2 du décret du 5 | 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd, gewijzigd bij artikel 2 van |
mai 1999 « modifiant le décret de la Communauté française du 4 mars | het decreet van 5 mei 1999 « tot wijziging van het decreet van 4 maart |
1991 relatif à l'aide à la Jeunesse » et par l'article 8 du décret du | 1991 van de Franse Gemeenschap inzake hulpverlening aan de jeugd » en |
19 mai 2004 « modifiant le décret du 4 mars 1991 relatif à l'aide à la | bij artikel 8 van het decreet van 19 mei 2004 « houdende wijziging van |
het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd », | |
jeunesse », dispose : | bepaalt : |
« Le tribunal de la jeunesse connaît des contestations relatives à | « De jeugdrechtbank beslist over de betwistingen betreffende de |
l'octroi, au refus d'octroi ou aux modalités d'application d'une | toekenning, de weigering van toekenning of de nadere regels voor de |
mesure d'aide individuelle portées devant lui : | toepassing van een individuele maatregel tot hulpverlening die voor haar worden gebracht : |
1° par une des personnes investies de l'autorité parentale ou ayant la | 1° door één van de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of die |
garde du jeune en droit ou en fait ou bénéficiant du droit | de jongere in rechte of in feite onder hun bewaring hebben of |
d'entretenir des relations personnelles en vertu de l'article 375bis | genietend het recht persoonlijk contact te onderhouden krachtens |
du Code civil; | artikel 375bis van het Burgerlijk Wetboek; |
2° par le jeune âgé de quatorze ans au moins; | 2° door de jongere boven de veertien jaar; |
3° dans le cas où, à propos d'un jeune âgé de moins de quatorze ans, | 3° in het geval dat, wat een jongere van minder dan veertien jaar |
les personnes visées au 1° s'abstiennent de saisir le tribunal : | betreft, de personen bedoeld bij 1° de zaak bij de rechtbank niet |
a) soit par le jeune personnellement; | aanhangig maken : a) hetzij door de jongere zelf; |
b) soit par un tuteur ad hoc désigné par le président du tribunal de | b) hetzij door een voogd ad hoc aangesteld door de voorzitter van de |
première instance à la requête de tout intéressé et au besoin par le | rechtbank van eerste aanleg op het verzoek van gelijk welke |
procureur du Roi; | belanghebbende en in voorkomend geval door de procureur des Konings; |
c) soit un tuteur ad hoc à désigner par le président du tribunal de | c) hetzij een voogd ad hoc aan te stellen door de voorzitter van de |
première instance à la requête des mêmes s'il apparaît que le jeune | rechtbank van eerste aanleg op het verzoek van dezelfden indien het |
âgé de moins de quatorze ans ne jouit pas du discernement sur la | blijkt dat de jongere van minder dan veertien jaar geen klare kijk |
question sur laquelle porte la contestation, auquel cas, le tribunal | heeft op de kwestie waarop de betwisting slaat; in dat geval schort de |
de la jeunesse sursoit à statuer jusqu'à ce que le tuteur ad hoc soit | jeugdrechtbank haar uitspraak op tot wanneer de voogd ad hoc |
désigné. | aangesteld is. |
Le tribunal de la jeunesse met fin à la contestation en obtenant | De jeugdrechtbank maakt een einde aan de betwisting door de partijen |
l'accord des parties. | tot overeenstemming te brengen. |
Si la conciliation échoue, le tribunal de la jeunesse tranche la | Indien de verzoening faalt, beslecht de jeugdrechtbank de voor haar |
contestation portée devant lui. | gebrachte betwisting. |
La décision du tribunal de la jeunesse ne fait pas obstacle à la | De beslissing van de jeugdrechtbank levert geen beletsel op voor het |
conclusion et à la mise en oeuvre d'un accord dérogeant à la décision | treffen en uitvoeren van een schikking die, later tussen de partijen |
judiciaire, ultérieurement intervenu entre les parties. Cet accord | tot stand gekomen, afwijkt van de rechterlijke beslissing. Die |
peut être communiqué au tribunal de la jeunesse ». | schikking kan aan de jeugdrechtbank worden medegedeeld ». |
B.2.1. Il résulte du libellé de la question préjudicielle, lu à la | B.2.1. Uit de formulering van de prejudiciële vraag, gelezen in het |
lumière des écrits de procédure échangés devant le juge a quo, et des | licht van de voor de verwijzende rechter uitgewisselde |
motifs de la décision de renvoi, que la Cour est interrogée sur la | procedurestukken, en uit de motieven van de verwijzingsbeslissing, |
compatibilité de cette disposition avec l'article 22 de la | blijkt dat het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van die |
Constitution et les articles 8 et 12 de la Convention européenne des | bepaling met artikel 22 van de Grondwet en de artikelen 8 en 12 van |
droits de l'homme. | het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. |
B.2.2. La Cour n'est pas compétente pour contrôler directement une | B.2.2. Het Hof is niet bevoegd om wettelijke normen rechtstreeks te |
norme législative au regard de la Convention européenne des droits de l'homme. | toetsen aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. |
B.2.3. Elle est cependant compétente, en vertu de l'article 26, § 1er, | B.2.3. Op grond van artikel 26, § 1, 3°, van de bijzondere wet van 6 |
3°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, | januari 1989 op het Arbitragehof, gewijzigd bij de bijzondere wet van |
modifié par la loi spéciale du 9 mars 2003, pour contrôler les normes législatives, par voie de décision préjudicielle, au regard des articles du titre II « Des Belges et de leurs droits » de la Constitution. Lorsqu'une disposition conventionnelle liant la Belgique a une portée analogue à celle d'une ou de plusieurs des dispositions constitutionnelles précitées dont la violation est alléguée, les garanties consacrées par cette disposition conventionnelle constituent un ensemble indissociable avec les garanties inscrites dans les dispositions constitutionnelles concernées. Il s'ensuit que, lorsqu'est alléguée la violation d'une disposition du titre II de la Constitution, la Cour tient compte, dans son examen, des dispositions de droit international qui garantissent des droits ou libertés analogues. | 9 maart 2003, is het Hof evenwel bevoegd om bij wijze van prejudiciële beslissing wettelijke normen te toetsen aan de artikelen van titel II « De Belgen en hun rechten » van de Grondwet. Wanneer een verdragsbepaling die België bindt, een draagwijdte heeft die analoog is aan die van een of meer van de voormelde grondwetsbepalingen waarvan de schending wordt aangevoerd, vormen de waarborgen vervat in die verdragsbepaling een onlosmakelijk geheel met de waarborgen die in de betrokken grondwetsbepalingen zijn opgenomen. Daaruit volgt dat, wanneer een schending wordt aangevoerd van een bepaling van titel II van de Grondwet, het Hof, bij zijn onderzoek, rekening houdt met internationaalrechtelijke bepalingen die analoge rechten of vrijheden waarborgen. |
B.2.4.1. L'article 22 de la Constitution dispose : | B.2.4.1. Artikel 22 van de Grondwet bepaalt : |
« Chacun a droit au respect de sa vie privée et familiale, sauf dans | « Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn |
les cas et conditions fixés par la loi. | gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald. |
La loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent la | De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de |
protection de ce droit ». | bescherming van dat recht ». |
L'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme dispose | Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens bepaalt |
: | : |
« 1. Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, | « 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven, zijn |
de son domicile et de sa correspondance. | gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. |
2. Il ne peut y avoir ingérence d'une autorité publique dans | 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking |
l'exercice de ce droit que pour autant que cette ingérence est prévue | tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien |
par la loi et qu'elle constitue une mesure qui, dans une société | en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's |
démocratique, est nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté | lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn |
publique, au bien-être économique du pays, à la défense de l'ordre et | van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van |
à la prévention des infractions pénales, à la protection de la santé | strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, |
ou de la morale, ou à la protection des droits et libertés d'autrui ». | of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». |
B.2.4.2. Comme l'article 8 de la Convention européenne des droits de | B.2.4.2. Zoals artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van |
l'homme, l'article 22 de la Constitution garantit le droit au respect | de Mens, waarborgt artikel 22 van de Grondwet het recht op |
de la vie privée et familiale. | eerbiediging van het privé- en gezinsleven. |
Il ressort en outre des travaux préparatoires de cette disposition | Uit de parlementaire voorbereiding van die grondwetsbepaling blijkt |
constitutionnelle que le Constituant a cherché la plus grande | bovendien dat de Grondwetgever een zo groot mogelijke concordantie |
concordance possible « avec l'article 8 de la Convention européenne de | heeft willen nastreven « met artikel 8 van het Europees Verdrag tot |
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales | Bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden |
(C.E.D.H.), afin d'éviter toute contestation sur le contenu respectif | (EVRM), teneinde betwistingen over de inhoud van dit Grondwetsartikel |
de l'article de la Constitution et de l'article 8 de la [Convention] » | respectievelijk art. 8 van het EVRM te vermijden » (Parl. St., Kamer, |
(Doc. parl., Chambre, 1992-1993, n° 997/5, p. 2). | 1992-1993, nr. 997/5, p. 2). |
Il s'ensuit que la Cour est compétente pour juger si la disposition en | Daaruit volgt dat het Hof bevoegd is om te oordelen of de in het |
cause viole le droit au respect la vie privée et familiale tel qu'il | geding zijnde bepaling in strijd is met het recht op eerbiediging van |
est garanti par l'article 22 de la Constitution, en tenant compte de | het privé- en gezinsleven zoals gewaarborgd bij artikel 22 van de |
l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme. | Grondwet, rekening houdend met artikel 8 van het Europees Verdrag voor |
de Rechten van de Mens. | |
B.2.5. L'article 12 de la Convention européenne des droits de l'homme | B.2.5. Artikel 12 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens |
dispose : | bepaalt : |
« A partir de l'âge nubile, l'homme et la femme ont le droit de se | « Mannen en vrouwen van huwbare leeftijd hebben het recht te huwen en |
marier et de fonder une famille selon les lois nationales régissant | een gezin te stichten volgens de nationale wetten welke de uitoefening |
l'exercice de ce droit ». | van dit recht beheersen ». |
Ni la décision de renvoi ni les parties devant la Cour n'indiquent en | Noch de verwijzingsbeslissing, noch de partijen voor het Hof geven aan |
quoi l'article 37 du décret du 4 mars 1991 pourrait porter atteinte à | in welke zin artikel 37 van het decreet van 4 maart 1991 afbreuk zou |
ces droits. | kunnen doen aan die rechten. |
B.3.1. Il ressort des faits de la cause soumis au juge a quo que le | B.3.1. Uit de aan de verwijzende rechter voorgelegde feiten van het |
recours évoqué par la question préjudicielle est celui qu'introduit, | geding blijkt dat het beroep waarnaar in de prejudiciële vraag wordt |
devant le tribunal de la jeunesse, l'une des personnes visées à | verwezen, het beroep is dat een van de personen bedoeld in het |
l'article 37, alinéa 1er, 1°, précité pour contester une décision du | voormelde artikel 37, eerste lid, 1°, voor de jeugdrechtbank instelt |
directeur de l'aide à la jeunesse qui met en oeuvre l'une des mesures | om een beslissing van de directeur bij de hulpverlening aan de jeugd |
prévues par l'article 38, § 3, alinéa 1er, 1°, du décret du 4 mars | te betwisten waarmee een van de in artikel 38, § 3, eerste lid, 1°, |
1991 et qui concerne un mineur. B.3.2. Les motifs de la décision de renvoi et les écrits échangés devant le juge a quo indiquent que la question préjudicielle invite la Cour à dire si le droit au respect de la vie privée et familiale impose au législateur décrétal de subordonner la recevabilité du recours visé en B.3.1 à la mise à la cause du mineur concerné. B.4. Le droit au respect de la vie privée et familiale appartient tant aux parents qu'aux enfants. Il inclut le droit pour chacune des personnes intéressées de pouvoir intervenir dans une procédure juridictionnelle qui peut avoir des répercussions sur sa vie de famille. Ce droit d'intervention fait par ailleurs partie des garanties juridictionnelles reconnues à tous les | van het decreet van 4 maart 1991 bepaalde maatregelen ten uitvoer wordt gelegd en die een minderjarige betreft. B.3.2. De motieven van de verwijzingsbeslissing en de voor de verwijzende rechter uitgewisselde stukken geven aan dat het Hof in de prejudiciële vraag wordt verzocht te oordelen of het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven de decreetgever ertoe verplicht te bepalen dat het in B.3.1 bedoelde beroep alleen ontvankelijk is wanneer de betrokken minderjarige in het geding is betrokken. B.4. Zowel de ouders als de kinderen genieten het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven. Het omvat het recht voor iedere betrokken persoon te kunnen tussenkomen in een rechtsgeding dat gevolgen kan hebben voor zijn gezinsleven. Dat recht tot tussenkomst maakt overigens deel uit van de jurisdictionele waarborgen die aan alle burgers zijn toegekend en |
citoyens et consacrées expressément par l'article 6 de la Convention | uitdrukkelijk zijn verankerd in artikel 6 van het Europees Verdrag |
européenne des droits de l'homme, lorsqu'une contestation porte sur un | voor de Rechten van de Mens, wanneer een betwisting betrekking heeft |
droit civil comme le droit à la vie familiale. | op een burgerlijk recht zoals het recht op eerbiediging van het |
Le droit au respect de la vie privée et familiale inclut aussi le | gezinsleven. Het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven omvat tevens |
droit pour un enfant d'être invité à participer à une procédure | het recht voor een kind te worden verzocht deel te nemen aan een |
juridictionnelle qui a pour objet la contestation de la décision d'une | rechtsgeding in verband met de betwisting van de beslissing van een |
autorité qui a des répercussions sur sa vie de famille. | overheid die gevolgen heeft voor zijn gezinsleven. |
B.5.1. Lors de la procédure à l'issue de laquelle le tribunal de la | B.5.1. Tijdens de rechtspleging na afloop waarvan de jeugdrechtbank |
jeunesse prend l'une des mesures prévues par l'article 38, § 3, alinéa | een van de maatregelen neemt waarin artikel 38, § 3, eerste lid, 1°, |
1er, 1°, du décret du 4 mars 1991, le mineur concerné est toujours | van het decreet van 4 maart 1991 voorziet, is de betrokken |
partie à la cause. | minderjarige nog altijd partij in het geding. |
Lorsqu'il n'a pas d'avocat, il lui en est désigné un d'office (article | Wanneer hij geen advocaat heeft, wordt er hem ambtshalve een |
54bis, § 1er, de la loi du 8 avril 1965 « relative à la protection de | toegewezen (artikel 54bis, § 1, van de wet van 8 april 1965 « |
la jeunesse », tel qu'il a été inséré par l'article 21 de la loi du 2 | betreffende de jeugdbescherming », zoals ingevoegd bij artikel 21 van |
février 1994 « modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à la | de wet van 2 februari 1994 « tot wijziging van de wet van 8 april 1965 |
protection de la jeunesse »). | betreffende de jeugdbescherming »). |
B.5.2. Le directeur de l'aide à la jeunesse ne peut mettre en oeuvre | B.5.2. De directeur bij de hulpverlening aan de jeugd kan een |
une telle mesure sans avoir préalablement convoqué et entendu le | dergelijke maatregel niet ten uitvoer leggen zonder de minderjarige |
mineur, à moins qu'il ne puisse être entendu en raison de son âge, de | vooraf te hebben opgeroepen en gehoord, tenzij hij niet kan worden |
son état de santé, de l'urgence ou de son abstention à comparaître. | gehoord wegens zijn leeftijd, zijn gezondheidstoestand, de urgentie of |
omdat hij niet verschijnt. | |
Le mineur a la possibilité de mandater une personne de son choix si | De minderjarige heeft de mogelijkheid een persoon van zijn keuze te |
son état de santé ne lui permet pas d'être entendu. Il doit, par | machtigen indien zijn gezondheidstoestand hem in de onmogelijkheid |
ailleurs, être associé par le directeur à la décision et à son | stelt te worden gehoord. Daarnaast moet de directeur hem betrekken bij |
de beslissing en de tenuitvoerlegging ervan, behalve indien behoorlijk | |
exécution sauf en cas d'impossibilité dûment établie (articles 6 et 7, | wordt bewezen dat het niet kan (artikelen 6 en 7, tweede lid, van het |
alinéa 2, du décret du 4 mars 1991). | decreet van 4 maart 1991). |
B.6. Selon l'article 62 de la loi du 8 avril 1965 - tel qu'il a été | B.6. Luidens artikel 62 van de wet van 8 april 1965 - zoals vervangen |
remplacé par l'article 27 de la loi du 2 février 1994 - les | bij artikel 27 van de wet van 2 februari 1994 - gelden de |
dispositions légales en matière de procédure civile s'appliquent, sauf | wetsbepalingen inzake burgerlijke rechtspleging, behoudens afwijking, |
dérogation, lorsque le tribunal de la jeunesse est saisi d'un recours visé à l'article 37 du décret du 4 mars 1991. | wanneer bij de jeugdrechtbank een bij artikel 37 van het decreet van 4 maart 1991 bedoeld beroep wordt ingesteld. |
B.7.1. Il ressort de l'article 63ter, alinéa 1er, b), de la loi du 8 | B.7.1. Uit artikel 63ter, eerste lid, b), van de wet van 8 april 1965 |
avril 1965 - tel qu'il a été inséré par l'article 31 de la loi du 2 | - zoals ingevoegd bij artikel 31 van de wet van 2 februari 1994 - en |
février 1994 - et de l'article 5, alinéa 3, du décret du 4 mars 1991 - | artikel 5, derde lid, van het decreet van 4 maart 1991 - zoals |
tel qu'il a été remplacé par l'article 1er du décret du 5 mai 1999 - | vervangen bij artikel 1 van het decreet van 5 mei 1999 -, blijkt dat |
que le recours contre une décision du directeur de l'aide à la | het beroep tegen een beslissing van de directeur bij de hulpverlening |
jeunesse est introduit au moyen d'une « requête contradictoire » au | aan de jeugd wordt ingesteld door middel van een « verzoekschrift op |
sens des articles 1034bis à 1034sexies du Code judiciaire. | tegenspraak » in de zin van de artikelen 1034bis tot 1034sexies van |
het Gerechtelijk Wetboek. | |
Cette requête contient, à peine de nullité, « les nom, prénom, | Dat verzoekschrift vermeldt, op straffe van nietigheid, « de naam, de |
voornaam, de woonplaats en, in voorkomend geval, de hoedanigheid van | |
domicile et, le cas échéant, la qualité de la personne à convoquer » | de persoon die moet worden opgeroepen » (artikel 1034ter, 3°, van het |
(article 1034ter, 3°, du Code judiciaire) et est « envoyée en autant | Gerechtelijk Wetboek) en wordt « in zoveel exemplaren als er betrokken |
d'exemplaires qu'il y a de parties en cause » (article 1034quinquies | partijen zijn, [...] gezonden » (artikel 1034quinquies van het |
du Code judiciaire). Elle est « notifiée à la partie adverse » | Gerechtelijk Wetboek). Het wordt « aan de tegenpartij ter kennis [...] |
(article 1034bis ). Les parties sont « convoquées par le greffier à | gebracht » (artikel 1034bis ). De partijen worden « opgeroepen door de |
comparaître à l'audience fixée par le juge » (article 63ter, alinéa 2, | griffier om te verschijnen op de door de rechter vastgestelde zitting |
de la loi du 8 avril 1965). B.7.2. Tel qu'il est interprété par le juge a quo, l'article 37 du décret du 4 mars 1991 n'oblige pas l'auteur du recours visé en B.3.1 à désigner, dans sa requête, le mineur concerné comme partie en cause. B.7.3. Aucune disposition légale ne permet, en outre, de s'assurer que le mineur qui n'est pas mis à la cause par ce recours sera d'office appelé à la cause ou averti de l'existence de celui-ci, de manière à pouvoir envisager, le cas échant, une intervention volontaire. B.7.4. Enfin, les cours et tribunaux qui sont saisis de ce recours ne | » (artikel 63ter, tweede lid, van de wet van 8 april 1965). B.7.2. Zoals het door de verwijzende rechter wordt geïnterpreteerd, verplicht artikel 37 van het decreet van 4 maart 1991 de persoon die het in B.3.1 bedoelde beroep instelt, niet ertoe de betrokken minderjarige in zijn verzoekschrift als partij in het geding aan te wijzen. B.7.3. Geen enkele wetsbepaling biedt bovendien de zekerheid dat de minderjarige die door dat beroep niet in het geding is betrokken, ambtshalve in het geding zal worden betrokken of in kennis zal worden gesteld van het bestaan ervan, teneinde, in voorkomend geval, te kunnen overwegen vrijwillig tussen te komen. B.7.4. Tenslotte kunnen de hoven en rechtbanken waarvoor dat beroep is |
peuvent, en vertu de l'article 811 du Code judiciaire, ordonner | ingesteld, op grond van artikel 811 van het Gerechtelijk Wetboek, niet |
d'office la mise en cause de ce mineur. | ambtshalve bevelen dat die minderjarige in het geding wordt betrokken. |
B.8. Dans ces circonstances, l'absence de règle subordonnant la | B.8. Onder die voorwaarden maakt de ontstentenis van een regel volgens |
recevabilité du recours visé en B.3.1 à la mise à la cause du mineur concerné constitue une violation du droit au respect de la vie privée et familiale, tel qu'il est défini en B.4. Tel qu'il est interprété par le juge a quo, l'article 37 du décret du 4 mars 1991 n'est dès lors pas compatible avec l'article 22 de la Constitution. B.9. La Cour constate cependant que la disposition en cause est susceptible d'être interprétée autrement. B.10. Saisi du recours visé en B.3.1, le tribunal de la jeunesse doit, | welke het in B.3.1 bedoelde beroep alleen ontvankelijk is wanneer de betrokken minderjarige in het geding is betrokken, een schending uit van het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven, zoals dat recht in B.4 is gedefinieerd. Artikel 37 van het decreet van 4 maart 1991, zoals geïnterpreteerd door de verwijzende rechter, is derhalve niet bestaanbaar met artikel 22 van de Grondwet. B.9. Het Hof merkt evenwel op dat de in het geding zijnde bepaling anders kan worden geïnterpreteerd. B.10. De jeugdrechtbank waarvoor het in B.3.1 bedoelde beroep is ingesteld, moet, alvorens zich uit te spreken over de aan haar |
avant de trancher la contestation qui est portée devant lui, tenter de | voorgelegde betwisting, de partijen in het geding met elkaar trachten |
concilier les parties qui sont à la cause (article 37, alinéas 2 et 3, | te verzoenen (artikel 37, tweede lid en derde lid, van het decreet van |
du décret du 4 mars 1991). | 4 maart 1991). |
Ces parties se répartissent en trois catégories, soit l'auteur de la | Die partijen kunnen worden ingedeeld in drie categorieën, namelijk de |
persoon die de beslissing heeft genomen die aan het beroep ten | |
décision qui est à la base du recours - en l'espèce, le directeur de | grondslag ligt - te dezen, de directeur bij de hulpverlening aan de |
l'aide à la jeunesse -, « la ou les personnes [...] qui ont porté la | jeugd -, « de persoon of personen [...] die de betwisting aan de |
contestation devant le tribunal », et celle(s) « contre qui cette | rechtbank heeft of hebben voorgelegd », en diegene(n) « tegen wie die |
contestation est dirigée » (Doc., Conseil de la Communauté française, | betwisting is gericht » (Parl. St., Franse Gemeenschapsraad, |
1990-1991, n° 165/1, p. 27). | 1990-1991, nr. 165/1, p. 27). |
Le mineur concerné par la décision du directeur de l'aide à la | De minderjarige die is betrokken bij de beslissing van de directeur |
jeunesse relève, dans le cas du recours visé en B.3.1, de cette | bij de hulpverlening aan de jeugd behoort, in het geval van het in |
dernière catégorie. | B.3.1 bedoelde beroep, tot die laatste categorie. |
La contestation dont est saisi le tribunal de la jeunesse a, en effet, | De aan de jeugdrechtbank voorgelegde betwisting heeft immers |
pour objet une décision du directeur de l'aide à la jeunesse qui met | betrekking op een beslissing van de directeur bij de hulpverlening aan |
en oeuvre un jugement rendu au terme d'une procédure au cours de | de jeugd die een vonnis ten uitvoer legt dat is gewezen na afloop van |
laquelle le mineur était partie à la cause. L'adoption d'une telle | een rechtspleging tijdens welke de minderjarige partij in het geding |
décision est, par ailleurs, en principe subordonnée à la convocation | was. Om een dergelijke beslissing te nemen moet die minderjarige, die |
et à l'audition préalable de ce mineur qui est, en outre, en principe | bovendien in beginsel bij die beslissing en de tenuitvoerlegging ervan |
associé à cette décision et à son exécution (B.5.2). | is betrokken (B.5.2), overigens in beginsel vooraf worden opgeroepen en gehoord. |
B.11. Il résulte de ce qui précède que l'article 37 du décret du 4 | B.11. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat artikel 37 van het decreet van |
mars 1991 peut être compris comme obligeant la personne qui conteste | 4 maart 1991 in die zin kan worden begrepen dat het de persoon die een |
une décision du directeur de la jeunesse visée en B.3.1 à mettre le | in B.3.1 bedoelde beslissing van de directeur bij de hulpverlening aan |
de jeugd betwist, ertoe verplicht de minderjarige in het geding te | |
mineur à la cause. | betrekken. |
Interprétée de cette manière, la disposition en cause ne porte pas | In die zin geïnterpreteerd, doet de in het geding zijnde bepaling geen |
atteinte au droit au respect de la vie privée et familiale. | afbreuk aan het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven. |
Quant à la seconde question préjudicielle | Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag |
B.12. La question préjudicielle porte sur les articles 62, 63ter, | B.12. De prejudiciële vraag betreft de artikelen 62, 63ter, eerste |
alinéa 1er, b), et alinéa 2, et 63bis, § 1er, de la loi du 8 avril | lid, b), en tweede lid, en 63bis, § 1, van de wet van 8 april 1965 |
1965 relative à la protection de la jeunesse, lus en combinaison avec | betreffende de jeugdbescherming, in samenhang gelezen met de artikelen |
les articles 8 et 12 de la Convention européenne des droits de | 8 en 12 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, met de |
l'homme, avec les articles 9, 12 et 16 de la Convention relative aux | artikelen 9, 12 en 16 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, |
droits de l'enfant, avec l'article 22 de la Constitution, avec les | met artikel 22 van de Grondwet, met de artikelen 54bis, 63ter, derde |
articles 54bis, 63ter, alinéa 3, de la loi du 8 avril 1965, ainsi | lid, van de wet van 8 april 1965, alsmede met de artikelen 7, tweede |
qu'avec les articles 7, alinéa 2, 37 et 38 du décret du 4 mars 1991. | lid, 37 en 38 van het decreet van 4 maart 1991. |
B.13.1. L'article 62 de la loi du 8 avril 1965 est mis en cause en ce | B.13.1. Artikel 62 van de wet van 8 april 1965 wordt in het geding |
qu'il dispose, depuis son remplacement par l'article 27 de la loi du 2 | gebracht, in zoverre het, sinds de vervanging ervan bij artikel 27 van |
février 1994 « modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à la | de wet van 2 februari 1994 « tot wijziging van de wet van 8 april 1965 |
protection de la jeunesse », que « sauf dérogation, les dispositions | betreffende de jeugdbescherming », bepaalt dat « behoudens afwijking, |
légales en matière de procédure civile s'appliquent aux procédures | [...] voor de in [artikel] 63ter, eerste lid, b), bedoelde procedures |
visées [à l']article [...] 63ter, alinéa 1er, b) [...] ». | de wetsbepalingen inzake burgerlijke rechtspleging [gelden] ». |
L'article 63ter de la loi du 8 avril 1965, tel qu'il a été inséré par | Artikel 63ter van de wet van 8 april 1965, zoals ingevoegd bij artikel |
l'article 31 de la loi du 2 février 1994, dispose, en son alinéa 1er, | 31 van de wet van 2 februari 1994, bepaalt, in zijn eerste lid, b), |
b), que « dans les procédures judiciaires visées à l'article 63bis, le | dat « in de rechtsplegingen bedoeld in artikel 63bis [...] de zaak bij |
tribunal de la jeunesse est saisi : [...] b) par requête déposée au | de jeugdrechtbank aanhangig [wordt] gemaakt : [...] b) bij |
greffe du tribunal de la jeunesse par la partie intéressée, afin qu'il | verzoekschrift door de belanghebbende partij neergelegd ter griffie |
soit statué sur une contestation relative à une mesure décidée par les | van de jeugdrechtbank, met het oog op het beslechten van een geschil |
instances compétentes, visées à l'article 37, § 2 ». | betreffende een maatregel genomen door de bevoegde instanties, bedoeld in artikel 37, § 2 ». |
L'article 63ter, alinéa 2, de la même loi énonce ce qui suit : | Artikel 63ter, tweede lid, van dezelfde wet bepaalt : |
« Dans les cas visés au b), les parties sont convoquées par le | « In de gevallen bedoeld in b), worden de partijen opgeroepen door de |
greffier à comparaître à l'audience fixée par le juge. La convocation | griffier om te verschijnen op de door de rechter vastgestelde zitting. |
précise l'objet de la demande. Le greffier transmet copie de la | De oproeping vermeldt het voorwerp van het verzoek. De griffier zendt |
requête au ministère public ». | een afschrift van het verzoekschrift over aan het openbaar ministerie ». |
L'article 63ter, alinéa 3, dispose : | Artikel 63ter, derde lid, bepaalt : |
« Dans les cas visés au c), la citation ou l'avertissement doivent, à | « In de gevallen bedoeld in c), moeten de dagvaarding of de |
peine de nullité, être adressés aux parents, tuteurs ou personnes qui | waarschuwing, op straffe van nietigheid, worden gericht aan de ouders, |
ont la garde du jeune et à lui-même, s'il est âgé de douze ans au | voogden of degenen die de jongere onder hun bewaring hebben en aan hem |
moins, ainsi que, le cas échéant, aux autres personnes investies d'un | zelf indien hij minstens twaalf jaar oud is, alsook aan de personen |
droit d'action ». | aan wie, in voorkomend geval, een vorderingsrecht toegekend is ». |
L'article 63bis, § 1er, de la loi du 8 avril 1965, tel qu'il a été | Artikel 63bis, § 1, van de wet van 8 april 1965, zoals ingevoegd bij |
inséré par l'article 30 de la loi du 2 février 1994, dispose : | artikel 30 van de wet van 2 februari 1994, bepaalt : |
« Les règles de procédure visées au présent chapitre s'appliquent, à | « De rechtsplegingsregels bedoeld in dit hoofdstuk, met uitzondering |
l'exception des articles 45.2. et 46, aux dispositions en matière de | van de artikelen 45.2. en 46, zijn van toepassing op de bepalingen van |
protection judiciaire prises par les instances compétentes en vertu de | gerechtelijke bescherming die door de bevoegde instanties zijn |
l'article 59bis, §§ 2bis et 4bis, [actuellement les articles 128 et | uitgevaardigd krachtens artikel 59bis, §§ 2bis en 4bis, [thans de |
135] de la Constitution et de l'article 5, § 1er, II, 6°, de la loi | artikelen 128 en 135] van de Grondwet en artikel 5, § 1, II, 6°, van |
spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles ». | de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen |
Le chapitre visé par cette disposition est intitulé « De la compétence | ». Het hoofdstuk waartoe die bepaling behoort, draagt als opschrift « |
territoriale et de la procédure » et comporte les articles 44 à | Territoriale bevoegdheid en rechtspleging » en bevat de artikelen 44 |
63quinquies de la loi du 8 avril 1965. | tot 63quinquies van de wet van 8 april 1965. |
L'article 46 de la loi du 8 avril 1965, visé par l'article 63bis, § 1er, | Artikel 46 van de wet van 8 april 1965, beoogd in het voormelde |
précité, et évoqué dans la question préjudicielle, dispose, depuis | artikel 63bis, § 1, en waarnaar in de prejudiciële vraag wordt |
l'insertion des alinéas 2 et 3 par l'article 9 de la loi du 2 février | verwezen, bepaalt, sinds de invoeging van het tweede en derde lid bij |
1994 : | artikel 9 van de wet van 2 februari 1994 : |
« La citation à la requête du ministère public ou l'avertissement | « De dagvaarding op verzoek van het openbaar ministerie of de |
waarschuwing die het geeft moet, op straffe van nietigheid, worden | |
donné par lui doit, à peine de nullité, être adressé aux parents, | gericht aan de ouders, voogden of degenen die de minderjarige onder |
tuteurs ou personnes qui ont la garde du mineur et au mineur lui-même | hun bewaring hebben en aan de minderjarige zelf indien de |
si l'action tend à faire révoquer son émancipation ou à faire prendre | rechtsvordering tot doel heeft zijn ontvoogding te doen intrekken of |
ou modifier à son égard, une des mesures prévues au titre II, chapitre | ten aanzien van hem een van de maatregelen bedoeld in titel II, |
III, section II, et qu'il est âgé de douze ans au moins. | hoofdstuk III, afdeling II, te doen nemen of wijzigen en hij ten |
minste twaalf jaar oud is. | |
Si une personne visée à l'article 36, 4°, a atteint l'âge de dix-huit | Als een persoon bedoeld in artikel 36, 4°, de leeftijd van achttien |
ans au moment où l'action est intentée, la citation ou l'avertissement | jaar heeft bereikt op het ogenblik dat de vordering wordt ingesteld, |
visé à l'alinéa précédent est adressé à cette personne qui a fait | zal de in het vorige lid bedoelde dagvaarding of waarschuwing worden |
l'objet de la mesure et aux personnes qui en étaient civilement | gericht aan die persoon die, wegens zijn minderjarigheid, voor hem |
responsables du fait de sa minorité. | burgerrechtelijk aansprakelijk waren. |
Sans préjudice de l'article 184, alinéa 3, du Code d'instruction | Onverminderd de bepaling van artikel 184, derde lid, van het Wetboek |
van strafvordering, moet, op straffe van nietigheid van het vonnis dat | |
criminelle, il y aura au moins un délai de dix jours, sans | door de rechtbank ten aanzien van de gedagvaarde partij bij verstek |
augmentation en raison de la distance, entre la citation et la | wordt uitgesproken, tussen de dagvaarding en de verschijning een |
comparution, à peine de nullité du jugement qui sera prononcé par | termijn van ten minste tien dagen in acht worden genomen die niet kan |
défaut par le tribunal à l'égard de la partie citée ». | worden verlengd wegens de afstand ». |
L'article 54bis de la loi du 8 avril 1965 dispose : | Artikel 54bis van de wet van 8 april 1965 bepaalt : |
« § 1er. Lorsqu'une personne de moins de dix-huit ans est partie à la | « § 1. Wanneer een persoon beneden de achttien jaar partij is in het |
cause et qu'elle n'a pas d'avocat, il lui en est désigné un d'office. | geding en geen advocaat heeft, wordt er hem ambtshalve een toegewezen. |
Lorsque le tribunal de la jeunesse est saisi en application de | Wanneer de zaak bij de jeugdrechtbank aanhangig is met toepassing van |
l'article 45.2. a) ou b), ou de l'article 63ter, a) ou c), le | artikel 45.2. a) of b), of van artikel 63ter, a) of c), geeft het |
ministère public en avise immédiatement le bâtonnier de l'ordre des | openbaar ministerie hiervan onverwijld kennis aan de stafhouder van de |
avocats. Cet avis est, selon le cas, envoyé en même temps que la | orde van advocaten. Dit bericht wordt gelijktijdig verzonden met de |
réquisition la citation ou l'avertissement motivé. Le bâtonnier ou le | vordering, de dagvaarding of de met redenen omklede waarschuwing, al |
bureau de consultation et de défense procède à la désignation au plus | naar gelang het geval. De stafhouder of het bureau voor consultatie en |
tard dans les deux jours ouvrables à compter de cet avis. § 2. Le ministère public adresse au tribunal de la jeunesse saisi, copie de l'avis informant le bâtonnier de la saisine. § 3. Le bâtonnier ou le bureau de consultation et de défense veille, lorsqu'il y a contradiction d'intérêts, à ce que l'intéressé soit assisté par un avocat autre que celui auquel auraient fait appel ses père et mère, tuteurs, ou personnes qui en ont la garde ou qui sont investies d'un droit d'action ». | verdediging gaat over tot de toewijzing, uiterlijk binnen twee werkdagen te rekenen van dit bericht. § 2. Het openbaar ministerie zendt aan de jeugdrechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, afschrift van het bericht van de kennisgeving aan de stafhouder. § 3. De stafhouder of het bureau voor consultatie en verdediging ziet erop toe, indien er tegenstrijdige belangen zijn, dat de betrokkene verdedigd wordt door een andere advocaat dan diegene op wie zijn vader en moeder, voogden of personen die hem onder hun bewaring hebben of die bekleed zijn met een vorderingsrecht, beroep gedaan zouden hebben ». |
B.13.2. L'article 7, alinéa 2, du décret du 4 mars 1991 dispose : | B.13.2. Artikel 7, tweede lid, van het decreet van 4 maart 1991 bepaalt : |
« Lorsqu'en application de l'article 38 du présent décret, le | « Wanneer de directeur, bij toepassing van artikel 38 van dit decreet, |
directeur met en oeuvre une mesure d'aide, l'enfant et ses familiers | een hulpverleningsmaatregel aanwendt, worden het kind en zijn |
sont associés à cette mesure ». | leefgenoten bij die maatregel betrokken ». |
L'article 38 du même décret dispose : | Artikel 38 van hetzelfde decreet bepaalt : |
« § 1er. Le tribunal de la jeunesse connaît des mesures à prendre à | « § 1. De jeugdrechtbank neemt kennis van de maatregelen die te nemen |
l'égard d'un enfant, de sa famille ou de ses familiers lorsque | zijn ten aanzien van een kind, zijn gezin of zijn leefgenoten, wanneer |
l'intégrité physique ou psychique d'un enfant visé à l'article 2, | de lichamelijke of psychische integriteit van een kind bedoeld in |
alinéa 1er, 2°, est actuellement et gravement compromise et lorsqu'une | artikel 2, lid 1, 2°, thans ernstig bedreigd is, en wanneer één van de |
des personnes investies de l'autorité parentale ou ayant la garde de | personen die de ouderlijke macht uitoefenen of die het kind in rechte |
l'enfant en droit ou en fait refuse l'aide du conseiller ou néglige de | of in feite onder hun bewaring hebben, de hulp van de adviseur weigert |
la mettre en oeuvre. | of die hulp niet benut. |
§ 2. L'intégrité physique ou psychique est considérée comme gravement | § 2. De lichamelijke of psychische integriteit wordt beschouwd als |
compromise, soit lorsque l'enfant adopte de manière habituelle ou | ernstig bedreigd, ofwel wanneer het kind gewoonlijk en herhaaldelijk |
répétée des comportements qui la compromettent réellement et | gedragingen heeft die deze werkelijk en rechtstreeks bedreigen, hetzij |
directement, soit lorsque l'enfant est victime de négligences graves, | wanneer het kind het slachtoffer is van ernstige nalatigheid, |
de mauvais traitements, d'abus d'autorité ou d'abus sexuels la | mishandeling, misbruik van gezag of sexuele misbruiken, die deze |
menaçant directement et réellement. | rechtstreeks en werkelijk bedreigen. |
§ 3. Le tribunal de la jeunesse peut, après avoir constaté la | § 3. De jeugdrechtbank kan, na te hebben vastgesteld dat het |
nécessité du recours à la contrainte, dans les cas visés aux §§ 1er et | noodzakelijk is dwangmaatregelen te nemen in de gevallen bedoeld in de |
2 : | §§ 1 en 2 : |
1° soumettre l'enfant, sa famille et ses familiers ou l'un deux à des | 1° het kind, zijn gezin en zijn leefgenoten of één van hen onderwerpen |
directives ou à un accompagnement d'ordre éducatif; | aan richtlijnen of aan een begeleiding van educatieve aard; |
2° décider, dans des situations exceptionnelles, que l'enfant sera | 2° in uitzonderlijke omstandigheden, beslissen dat aan het kind een |
hébergé temporairement hors de son milieu familial de vie en vue de | tijdelijke huisvesting buiten zijn familiaal leefmilieu wordt verleend |
son traitement, de son éducation, de son instruction ou de sa | met het oog op zijn behandeling, zijn opvoeding, het onderwijs dat hij |
formation professionnelle; | moet volgen, of zijn beroepsopleiding; |
3° permettre à l'enfant, s'il a plus de seize ans, de se fixer dans | 3° het kind dat meer dan zestien jaar oud is de mogelijkheid bieden om |
une résidence autonome ou supervisée et de prendre inscription au | zelfstandig of onder toezicht te verblijven, en zich te laten |
registre de la population du lieu de cette résidence. | inschrijven in het bevolkingsregister van die verblijfplaats. |
Ces mesures sont mises en oeuvre par le directeur, assisté du service | Deze maatregelen worden aangewend door de directeur, bijgestaan door |
de protection judiciaire, conformément à l'article 7, alinéa 2. | de dienst voor gerechtelijke bescherming, overeenkomstig artikel 7, |
§ 4. Dans le respect de l'article 7, alinéa 2, le directeur n'est pas | lid 2. § 4. Met inachtneming van artikel 7, lid 2, is de directeur er niet |
tenu de recueillir le consentement de l'enfant de plus de quatorze ans | toe gehouden noch de toestemming van het kind boven de leeftijd van |
ni celui de la personne dont le refus antérieur a été constaté par le | veertien jaar noch die van de persoon wiens vroegere weigering werd |
tribunal de la jeunesse en vertu du § 1er pour modifier l'application | vastgesteld door de jeugdrechtbank krachtens § 1, te krijgen, om de |
de la mesure dans les limites décidées par le tribunal de la jeunesse | toepassing van de maatregel te wijzigen binnen de perken bepaald door |
en vertu du § 3. | de jeugdrechtbank krachtens § 3. |
Le directeur peut convenir d'une autre mesure qui recueille l'accord | De directeur kan een andere maatregel overwegen waarmee de partijen |
des parties. Il en informe le tribunal de la jeunesse et le | het eens zijn. Hij brengt er de jeugdrechtbank en de adviseur van op |
de hoogte. De homologatie van de overeengekomen maatregel door de | |
conseiller. L'homologation de l'accord par le tribunal de la jeunesse | jeugdrechtbank maakt een einde aan de gevolgen van de rechterlijke |
met fin aux effets de la décision judiciaire. Dès l'homologation, la | beslissing. Zodra de homologatie is doorgevoerd, kan de nieuwe |
nouvelle mesure recueillant l'accord des parties peut être appliquée | maatregel die de toestemming van de partijen heeft gekregen, door de |
par le conseiller. Le tribunal ne peut refuser l'homologation que si | adviseur worden toegepast. De rechtbank kan alleen de homologatie |
l'accord est contraire à l'ordre public ». | weigeren indien de overeengekomen maatregel strijdig is met de openbare orde ». |
B.14. Il ressort des faits de la cause et du libellé de la question | B.14. Uit de feiten van het geding en de formulering van de |
préjudicielle que la Cour est invitée à statuer sur la différence de | prejudiciële vraag blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te |
traitement que feraient les dispositions précitées de la loi du 8 | spreken over het verschil in behandeling dat de voormelde bepalingen |
avril 1965 et du décret du 4 mars 1991 entre deux catégories de | van de wet van 8 april 1965 en van het decreet van 4 maart 1991 zouden |
mineurs qui font l'objet d'une mesure d'aide individuelle visée à | maken tussen twee categorieën van minderjarigen ten aanzien van wie |
een maatregel van individuele hulpverlening bedoeld in artikel 38, § | |
l'article 38, § 3, 1°, de ce décret, et dont les modalités | 3, 1°, van dat decreet wordt genomen en waarvan de |
d'application sont contestées devant le tribunal de la jeunesse par un | toepassingsvoorwaarden voor de jeugdrechtbank worden betwist door |
recours introduit sur la base de l'article 37 de ce décret par l'une | middel van een beroep dat op grond van artikel 37 van dat decreet is |
des personnes visées par l'alinéa 1er, 1°, de cette disposition : | ingesteld door een van de personen bedoeld in het eerste lid, 1°, van |
die bepaling : enerzijds, diegenen die in het geding zijn betrokken | |
d'une part, ceux qui sont mis à la cause par l'auteur de ce recours | door de persoon die dat beroep heeft ingesteld en, anderzijds, |
et, d'autre part, ceux qui ne le sont pas. | diegenen voor wie dat niet het geval is. |
Aucune des dispositions visées par la question préjudicielle ne fait | Geen enkele van de in de prejudiciële vraag beoogde bepalingen maakt |
de distinction entre ces deux catégories de mineurs. | een onderscheid tussen beide categorieën van minderjarigen. |
B.15. La seconde question préjudicielle n'appelle pas de réponse. | B.15. De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
1. - Interprété comme ne subordonnant pas la recevabilité du recours | 1. - In die zin geïnterpreteerd dat het niet voorschrijft dat het in |
B.3.1 bedoelde beroep alleen ontvankelijk is wanneer de betrokken | |
visé en B.3.1 à la mise à la cause du mineur concerné, l'article 37 du | minderjarige in het geding is betrokken, schendt artikel 37 van het |
décret de la Communauté française du 4 mars 1991 relatif à l'aide à la | decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 inzake |
jeunesse viole l'article 22 de la Constitution. | hulpverlening aan de jeugd artikel 22 van de Grondwet. |
- Interprété comme subordonnant la recevabilité du recours visé en | - In die zin geïnterpreteerd dat zij voorschrijft dat het in B.3.1 |
B.3.1 à la mise à la cause du mineur concerné, l'article 37 de ce | bedoelde beroep alleen ontvankelijk is wanneer de betrokken |
décret ne viole pas l'article 22 de la Constitution. | minderjarige in het geding is betrokken, schendt die bepaling artikel 22 van de Grondwet niet. |
2. La seconde question préjudicielle n'appelle pas de réponse. | 2. De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 1er mars 2006. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 1 maart 2006. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |