Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 29/2006 du 1 er mars 2006 Numéro du rôle : 3690 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 187 du Code d'instruction criminelle, posée par le Tribunal de police de Charleroi. La Cour d'arbit composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. (...)"
Extrait de l'arrêt n° 29/2006 du 1 er mars 2006 Numéro du rôle : 3690 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 187 du Code d'instruction criminelle, posée par le Tribunal de police de Charleroi. La Cour d'arbit composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. (...) Uittreksel uit arrest nr. 29/2006 van 1 maart 2006 Rolnummer 3690 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 187 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door de Politierechtbank te Charleroi. Het Arbitragehof, samengestel wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 29/2006 du 1er mars 2006 Uittreksel uit arrest nr. 29/2006 van 1 maart 2006
Numéro du rôle : 3690 Rolnummer 3690
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 187 du Code In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 187 van het
d'instruction criminelle, posée par le Tribunal de police de Wetboek van Strafvordering, gesteld door de Politierechtbank te
Charleroi. Charleroi.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges M. samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters
Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke et J. Spreutels, assistée M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels,
du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 21 janvier 2005 en cause de M.-F. Taburiaux contre J. Bij vonnis van 21 januari 2005 in zake M.-F. Taburiaux tegen J.
Meunier et la s.a. Shanks Liège Luxembourg, dont l'expédition est Meunier en de n.v. Shanks Liège Luxembourg, waarvan de expeditie ter
parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 21 avril 2005, le griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 21 april 2005, heeft de
Tribunal de police de Charleroi a posé la question préjudicielle suivante : Politierechtbank te Charleroi de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 187 du Code d'instruction criminelle, en ce qu'il prévoit « Schendt artikel 187 van het Wetboek van Strafvordering, in zoverre
seulement un délai extraordinaire d'opposition pour le prévenu et pas het enkel voorziet in een buitengewone termijn voor verzet voor de
pour les parties civiles, viole-t-il les articles 10 et 11 de la beklaagde en niet voor de burgerlijke partijen, de artikelen 10 en 11
Constitution et crée-t-il une discrimination entre les prévenus et la van de Grondwet en roept het een discriminatie in het leven tussen de
partie civile ? ». beklaagden en burgerlijke partij ? ».
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 187 du Code B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 187 van het
d'instruction criminelle, lequel énonce : « Le condamné par défaut pourra faire opposition au jugement dans les quinze jours, qui suivent celui de sa signification. Lorsque la signification du jugement n'a pas été faite en parlant à sa personne, le prévenu pourra faire opposition, quant aux condamnations pénales, dans les quinze jours, qui suivent celui où il aura connu la signification et, s'il n'est pas établi qu'il en a eu connaissance, jusqu'à l'expiration des délais de prescription de la peine. Il pourra faire opposition, quant aux condamnations civiles, jusqu'à l'exécution du jugement. La partie civile et la partie civilement responsable ne pourront faire opposition que dans les conditions énoncées à l'alinéa 1er. L'opposition sera signifiée au ministère public, à la partie poursuivante ou aux autres parties en cause. Si l'opposition n'a pas été signifiée dans les quinze jours qui suivent la signification du jugement, il pourra être procédé à l'exécution des condamnations et, en cas d'appel des parties poursuivantes ou de l'une d'elles, il pourra être procédé au jugement sur l'appel. La condamnation sera comme non avenue par suite de l'opposition; néanmoins, les frais et dépens causés par l'opposition, y compris le Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt : « Hij die bij verstek is veroordeeld, kan tegen het vonnis in verzet komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop het is betekend. Is de betekening van het vonnis niet aan de beklaagde in persoon gedaan, dan kan deze, wat de veroordelingen tot straf betreft, in verzet komen binnen een termijn van vijftien dagen na de dag waarop hij van de betekening kennis heeft gekregen en, indien het niet blijkt dat hij daarvan kennis heeft gekregen, totdat de termijnen van verjaring van de straf verstreken zijn. Wat de burgerrechtelijke veroordelingen betreft, kan hij in verzet komen tot de tenuitvoerlegging van het vonnis. De burgerlijke partij en de burgerrechtelijk aansprakelijke partij kunnen alleen in verzet komen overeenkomstig de bepaling van het eerste lid. Het verzet wordt betekend aan het openbaar ministerie, aan de andere vervolgende partij of aan de andere partijen in de zaak. Indien het verzet niet is betekend binnen een termijn van vijftien dagen na de betekening van het vonnis, kunnen de veroordelingen ten uitvoer gelegd worden; ingeval hoger beroep is ingesteld door de vervolgende partijen of door een van hen, kan de behandeling in hoger beroep voortgang vinden. Ten gevolge van het verzet wordt de veroordeling voor niet bestaande gehouden; de door het verzet veroorzaakte kosten en uitgaven, met
coût de l'expédition et de la signification du jugement, seront inbegrip van de kosten van uitgifte en van de betekening van het
laissés à charge de l'opposant, si le défaut lui est imputable ». vonnis, blijven evenwel ten laste van de eiser in verzet, indien het
verstek aan hem te wijten is ».
En considération des termes de la question, seuls les alinéas 1er et 2 Gelet op de bewoordingen van de vraag, worden alleen het eerste en het
et l'alinéa 3, en tant qu'il vise la partie civile, sont soumis au tweede lid, alsook het derde lid voor zover het de burgerlijke partij
contrôle de la Cour. beoogt, ter toetsing aan het Hof voorgelegd.
B.2. La différence de traitement soumise à la Cour est celle qui B.2. Het aan het Hof voorgelegde verschil in behandeling zou
résulterait de l'alinéa 3, en tant qu'il n'ouvre pas à la partie voortvloeien uit het derde lid, in zoverre de burgerlijke partij niet
civile le délai d'opposition « extraordinaire » ouvert au prévenu par de « buitengewone » termijn van verzet kan genieten die bij het tweede
l'alinéa 2, dans les conditions prévues par cette disposition lorsque lid aan de beklaagde is toegekend, onder de voorwaarden die in die
la signification du jugement n'a pas été faite à la personne. bepaling zijn vastgelegd wanneer de betekening van het vonnis niet aan
B.3.1. Aux termes de l'article 187, alinéas 1er et 3, du Code d'instruction criminelle, le condamné, la partie civilement responsable et la partie civile ont quinze jours pour faire opposition à un jugement prononcé par défaut en matière pénale. Ce délai court à compter de la signification régulière de la décision rendue par défaut. Toutefois, l'alinéa 2 du même article prévoit un délai complémentaire au seul bénéfice du prévenu condamné auquel la signification du jugement n'a pas été faite en parlant à sa personne, alors que la partie civile ne dispose que du délai ordinaire d'opposition prévu par l'alinéa 1er. de persoon werd gedaan. B.3.1. Krachtens artikel 187, eerste en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, hebben de veroordeelde, de burgerrechtelijk aansprakelijke partij en de burgerlijke partij vijftien dagen de tijd om verzet aan te tekenen tegen een bij verstek uitgesproken strafvonnis. Die termijn loopt vanaf de regelmatige betekening van de bij verstek gewezen beslissing. Het tweede lid van hetzelfde artikel voorziet echter in een bijkomende termijn, uitsluitend voor de veroordeelde beklaagde aan wie het vonnis niet in persoon werd betekend, terwijl de burgerlijke partij enkel beschikt over de gewone termijn van verzet waarin het eerste lid voorziet.
B.3.2. La différence de traitement entre ces deux catégories de B.3.2. Het verschil in behandeling tussen die twee categorieën van
personnes n'est pas dépourvue de justification raisonnable : un délai personen is niet zonder redelijke verantwoording : aan de beklaagde
supplémentaire d'opposition est accordé au prévenu lorsque la wordt, wanneer de betekening van het vonnis waarbij hij bij verstek is
signification du jugement qui le condamne par défaut ne lui est pas veroordeeld niet aan hem in persoon is gedaan, een bijkomende termijn
faite personnellement, afin d'éviter que la condamnation ne soit van verzet toegekend teneinde te vermijden dat de veroordeling ten
exécutée; en revanche, la partie civile ne défend que des intérêts uitvoer wordt gelegd; de burgerlijke partij, daarentegen, verdedigt
patrimoniaux. uitsluitend patrimoniale belangen.
B.4. La question préjudicielle appelle une réponse négative. B.4. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Par ces motifs, Om die redenen,
la Cour het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 187, alinéa 3, du Code d'instruction criminelle ne viole pas Artikel 187, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering schendt de
les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il n'accorde pas à artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet in zoverre het de burgerlijke
la partie civile le bénéfice du délai supplémentaire d'opposition partij het voordeel niet toekent van de bijkomende termijn van verzet
accordé au prévenu par l'alinéa 2 du même article. die bij het tweede lid van hetzelfde artikel aan de beklaagde is
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, toegekend. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 1er mars 2006. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 1 maart 2006.
Le greffier, De griffier,
L. Potoms. L. Potoms.
Le président, De voorzitter,
M. Melchior. M. Melchior.
^