Extrait de l'arrêt n° 194/2005 du 21 décembre 2005 Numéro du rôle : 3206 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 57, § 2, l°, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale, posées par La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 194/2005 van 21 december 2005 Rolnummer 3206 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, 1°, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gesteld Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 194/2005 du 21 décembre 2005 | Uittreksel uit arrest nr. 194/2005 van 21 december 2005 |
Numéro du rôle : 3206 | Rolnummer 3206 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 57, § 2, | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, 1°, van de |
l°, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action | organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
sociale, posées par le Tribunal du travail de Bruxelles. | maatschappelijk welzijn, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. |
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du | Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par jugement du 13 décembre 2004 en cause de N. El Bkakla contre le | Bij vonnis van 13 december 2004 in zake N. El Bkakla tegen het |
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Sint-Jans-Molenbeek, | |
centre public d'action sociale de Molenbeek-Saint-Jean, dont | waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 20 | 20 december 2004, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende |
décembre 2004, le Tribunal du travail de Bruxelles a posé les | |
questions préjudicielles suivantes : | prejudiciële vragen gesteld : |
1. « La limitation de l'aide sociale à la seule aide médicale urgente | 1. « Veroorzaakt de beperking van de maatschappelijke dienstverlening |
tot de enkele dringende medische hulp aan de vreemdelingen met | |
aux étrangers en séjour illégal, édictée par l'article 57, § 2, 1°, de | illegaal verblijf, waarin artikel 57, § 2, 1°, van de organieke wet |
la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide sociale | van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk |
n'engendre-t-elle pas une discrimination contraire aux articles 10 et | welzijn voorziet, een discriminatie die strijdig is met de artikelen |
11 de la Constitution lus isolément ou en combinaison avec ses | 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de |
articles 22, 23 et 191, les articles 2, 3, 24, 26 et 27 de la | artikelen 22, 23 en 191 ervan, met de artikelen 2, 3, 24, 26 en 27 van |
Convention du 20 novembre 1989 relative aux droits de l'enfant et | het Verdrag van 20 november 1989 inzake de rechten van het kind en met |
l'article 8 de la Convention européenne de sauvegarde des droits de | artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in |
l'homme, en ce que l'application de la disposition légale précitée, en | zoverre de toepassing van de voormelde wetsbepaling, om reden van de |
raison de l'illégalité de son séjour, à la mère d'un enfant mineur | onwettigheid van haar verblijf, op de moeder van een zwaar gehandicapt |
lourdement handicapé, - alors que cette situation médicale est | minderjarig kind - terwijl die medische toestand voor dat kind een |
constitutive, dans le chef dudit enfant, d'une impossibilité absolue | absolute onmogelijkheid vormt om naar zijn land van oorsprong terug te |
de retour dans son pays d'origine -, aurait pour effet de traiter de | keren - tot gevolg zou hebben dat vreemdelingen met onwettig verblijf |
façon identique des étrangers en séjour illégal se trouvant dans des | die zich in fundamenteel verschillende situaties bevinden op identieke |
situations fondamentalement différentes, selon qu'ils ont, ou non, à | wijze worden behandeld, naargelang zij al dan niet een zwaar |
leur charge un enfant mineur gravement handicapé ? »; | gehandicapt minderjarig kind ten laste hebben ? »; |
2. « L'interprétation de l'article 57, § 2, 1°, de la loi du 8 juillet | 2. « Veroorzaakt de interpretatie van artikel 57, § 2, 1°, van de |
1976 organique des centres publics d'aide sociale consistant à | organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor |
maatschappelijk welzijn, die erin bestaat te oordelen dat een absolute | |
considérer que les motifs constitutifs d'une impossibilité médicale | onmogelijkheid van terugkeer om medische redenen, volgens de daarvan |
absolue de retour, selon la définition qu'en donne l'arrêt 80/99 du 30 | gegeven definitie in het arrest nr. 80/99 van 30 juni 1999 van het |
juin 1999 de la Cour d'arbitrage, doivent être personnels au demandeur | Arbitragehof, gegrond moet zijn op persoonlijke motieven van de |
d'aide n'engendre-t-elle pas, dans la situation décrite supra, une | aanvrager van de dienstverlening, in de hiervoor beschreven situatie |
discrimination contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution lus | een discriminatie die strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de |
isolément ou en combinaison avec les dispositions constitutionnelles | Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de voormelde |
et supranationales précitées, - parmi lesquelles tout particulièrement | grondwettelijke en supranationale bepalingen - waaronder in het |
l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'Homme | bijzonder artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de |
garantissant le droit aux relations personnelles et familiales - en ce | Mens, waarin het recht op persoonlijke en familiale relaties wordt |
gewaarborgd - in zoverre die interpretatie tot gevolg zou hebben dat | |
qu'elle aurait pour effet de traiter différemment des personnes | personen die tot één gezin behoren en zich in een identieke situatie |
appartenant à une cellule familiale se trouvant dans une situation | bevinden verschillend worden behandeld, om reden dat in het eerste |
identique en raison de la présence d'un handicap lourd affectant dans | geval de aanvrager zelf van de dienstverlening zwaar gehandicapt is en |
le premier cas le demandeur d'aide lui-même, et dans le second, l'un | in het tweede geval één van de minderjarige kinderen te zijnen laste |
des enfants mineurs à sa charge ? ». | dat is ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La première question préjudicielle porte sur la compatibilité de | B.1. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op de |
l'article 57, § 2, 1°, de la loi du 8 juillet 1976 organique des | bestaanbaarheid van artikel 57, § 2, 1°, van de organieke wet van 8 |
centres publics d'action sociale (ci-après : loi organique des | juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn |
C.P.A.S.), tel qu'il a été modifié par l'article 483 de la | (hierna : O.C.M.W.-wet), zoals gewijzigd bij artikel 483 van de |
loi-programme du 22 décembre 2003, avec les articles 10 et 11 de la | programmawet van 22 december 2003, met de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution, lus isolément ou en combinaison avec ses articles 22, 23 | Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 22, 23 en |
et 191, avec les articles 2, 3, 24, 26 et 27 de la Convention | 191 ervan, met de artikelen 2, 3, 24, 26 en 27 van het Internationaal |
internationale relative aux droits de l'enfant et avec l'article 8 de | Verdrag inzake de rechten van het kind en met artikel 8 van het |
la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme. | Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. |
Le juge a quo invite la Cour à se prononcer sur l'identité de | De verwijzende rechter verzoekt het Hof zich uit te spreken over de |
traitement établie entre les étrangers en séjour illégal sans | gelijke behandeling van onwettig in het land verblijvende |
distinguer s'ils ont ou non à leur charge un enfant mineur gravement | vreemdelingen, zonder een onderscheid te maken naargelang zij al dan |
niet een zwaar gehandicapt minderjarig kind ten laste hebben dat, door | |
handicapé qui, du fait de ce handicap, est dans l'impossibilité | die handicap, in de absolute onmogelijkheid verkeert om het |
absolue de quitter le territoire. | grondgebied te verlaten. |
B.2.1. L'article 57, § 2, 1°, précité énonce : | B.2.1. Het voormelde artikel 57, § 2, 1°, bepaalt : |
« Par dérogation aux autres dispositions de la présente loi, la | « In afwijking van de andere bepalingen van deze wet, is de taak van |
mission du centre public d'aide sociale se limite à : | het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn beperkt tot : |
1° l'octroi de l'aide médicale urgente, à l'égard d'un étranger qui | 1° het verlenen van dringende medische hulp, wanneer het gaat om een |
séjourne illégalement dans le Royaume ». | vreemdeling die illegaal in het Rijk verblijft ». |
B.2.2. Les articles 22, 23 et 191 de la Constitution disposent : | B.2.2. De artikelen 22, 23 en 191 van de Grondwet bepalen : |
« Art. 22.Chacun a droit au respect de sa vie privée et familiale, |
« Art. 22.Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven en |
sauf dans les cas et conditions fixés par la loi. | zijn gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden |
door de wet bepaald. | |
La loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent la | De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de |
protection de ce droit ». | bescherming van dat recht ». |
« Art. 23.Chacun a le droit de mener une vie conforme à la dignité |
« Art. 23.Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden. |
humaine. A cette fin, la loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 | Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde |
garantissent, en tenant compte des obligations correspondantes, les | regel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de |
droits économiques, sociaux et culturels, et déterminent les | economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden |
conditions de leur exercice. | voor de uitoefening bepalen. |
Ces droits comprennent notamment : | Die rechten omvatten inzonderheid : |
[...] | [...] |
2° le droit à la sécurité sociale, à la protection de la santé et à | 2° het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en |
l'aide sociale, médicale et juridique; | sociale, geneeskundige en juridische bijstand; |
[...] ». | [...] ». |
« Art. 191.Tout étranger qui se trouve sur le territoire de la |
« Art. 191.Iedere vreemdeling die zich op het grondgebied van België |
Belgique jouit de la protection accordée aux personnes et aux biens, | bevindt, geniet de bescherming verleend aan personen en aan goederen, |
sauf les exceptions établies par la loi ». | behoudens de bij de wet gestelde uitzonderingen ». |
B.2.3. Les articles 2, 3, 24, 26 et 27, de la Convention | B.2.3. De artikelen 2, 3, 24, 26 en 27 van het Internationaal Verdrag |
internationale des droits de l'enfant dispose : | inzake de rechten van het kind bepalen : |
« Art. 2.1. Les Etats parties s'engagent à respecter les droits qui |
« Art. 2.1. De Staten die partij zijn bij dit Verdrag, eerbiedigen en |
sont énoncés dans la présente Convention et à les garantir à tout | |
enfant relevant de leur juridiction, sans distinction aucune, | waarborgen de in het Verdrag beschreven rechten voor ieder kind onder |
indépendamment de toute considération de race, de couleur, de sexe, de | hun rechtsbevoegdheid zonder discriminatie van welke aard ook, |
langue, de religion, d'opinion politique ou autre de l'enfant ou de | ongeacht ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of |
ses parents ou représentants légaux, de leur origine nationale, | andere overtuiging, nationale, etnische of maatschappelijke afkomst, |
ethnique ou sociale, de leur situation de fortune, de leur incapacité, | welstand, handicap, geboorte of andere omstandigheid van het kind of |
de leur naissance ou de toute autre situation. | van zijn of haar ouder of wettige voogd. |
2. Les Etats parties prennent toutes les mesures appropriées pour que | 2. De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen om te |
l'enfant soit effectivement protégé contre toutes formes de | waarborgen dat het kind wordt beschermd tegen alle vormen van |
discrimination ou de sanction motivées par la situation juridique, les | discriminatie of bestraffing op grond van de omstandigheden of de |
activités, les opinions déclarées ou les convictions de ses parents, | activiteiten van, de meningen geuit door of de overtuigingen van de |
de ses représentants légaux ou des membres de sa famille ». | ouders, wettige voogden of familieleden van het kind ». |
« Art. 3.1. Dans toutes les décisions qui concernent les enfants, |
« Art. 3.1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of |
qu'elles soient le fait des institutions publiques ou privées de | deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor |
protection sociale, des tribunaux, des autorités administratives ou | maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke |
des organes législatifs, l'intérêt supérieur de l'enfant doit être une | autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind |
considération primordiale. | de eerste overweging. |
2. Les Etats parties s'engagent à assurer à l'enfant la protection et | 2. De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te |
les soins nécessaires à son bien-être, compte tenu des droits et des | verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn of |
devoirs de ses parents, de ses tuteurs ou des autres personnes | haar welzijn, rekening houdend met de rechten en plichten van zijn of |
légalement responsables de lui, et ils prennent à cette fin toutes les | haar ouders, wettige voogden of anderen die wettelijk verantwoordelijk |
mesures législatives et administratives appropriées. | voor het kind zijn, en nemen hiertoe alle passende wettelijke en |
3. Les Etats parties veillent à ce que le fonctionnement des | bestuurlijke maatregelen. |
institutions, services et établissements qui ont la charge des enfants | 3. De Staten die partij zijn, waarborgen dat de instellingen, diensten |
et assurent leur protection soit conforme aux normes fixées par les | en voorzieningen die verantwoordelijk zijn voor de zorg voor of de |
autorités compétentes, particulièrement dans le domaine de la sécurité | bescherming van kinderen voldoen aan de door de bevoegde autoriteiten |
et de la santé et en ce qui concerne le nombre et la compétence de | vastgestelde normen, met name ten aanzien van de veiligheid de |
leur personnel ainsi que l'existence d'un contrôle approprié ». | gezondheid, het aantal personeelsleden en hun geschiktheid, alsmede |
« Art. 24.1. Les Etats parties reconnaissent le droit de l'enfant de |
bevoegd toezicht. » « Art. 24.1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het |
jouir du meilleur état de santé possible et de bénéficier de services | kind op het genot van de grootst mogelijke mate van gezondheid en op |
médicaux et de rééducation. Ils s'efforcent de garantir qu'aucun | voorzieningen voor de behandeling van ziekte en het herstel van de |
gezondheid. De Staten die partij zijn, streven ernaar te waarborgen | |
enfant ne soit privé du droit d'avoir accès à ces services. | dat geen enkel kind zijn of haar recht op toegang tot deze |
2. Les Etats parties s'efforcent d'assurer la réalisation intégrale du | voorzieningen voor gezondheidszorg wordt onthouden. |
droit susmentionné et, en particulier, prennent des mesures | 2. De Staten die partij zijn, streven de volledige verwezenlijking van |
appropriées pour : | dit recht na en nemen passende maatregelen, met name : |
a) Réduire la mortalité parmi les nourrissons et les enfants; | a) om baby- en kindersterfte te verminderen; |
b) Assurer à tous les enfants l'assistance médicale et les soins de | b) om de verlening van de nodige medische hulp en gezondheidszorg aan |
santé nécessaires, l'accent étant mis sur le développement des soins | alle kinderen te waarborgen, met nadruk op de ontwikkeling van de |
de santé primaires; | eerste-lijnsgezondheidszorg; |
c) Lutter contre la maladie et la malnutrition, y compris dans le | c) om ziekte, ondervoeding en slechte voeding te bestrijden, mede |
cadre des soins de santé primaires, grâce notamment à l'utilisation de | binnen het kader van de eerste-lijnsgezondheidszorg, door onder andere |
techniques aisément disponibles et à la fourniture d'aliments nutritifs et d'eau potable, compte tenu des dangers et des risques de pollution du milieu naturel; d) Assurer aux mères des soins prénatals et postnatals appropriés; e) Faire en sorte que tous les groupes de la société, en particulier les parents et les enfants, reçoivent une information sur la santé et la nutrition de l'enfant, les avantages de l'allaitement au sein, l'hygiène et la salubrité de l'environnement et la prévention des accidents, et bénéficient d'une aide leur permettant de mettre à profit cette information; | het toepassen van gemakkelijk beschikbare technologie en door het voorzien in voedsel met voldoende voedingswaarde en zuiver drinkwater, de gevaren en risico's van milieuverontreiniging in aanmerking nemend; d) om passende pre- en postnatale gezondheidszorg voor moeders te waarborgen; e) om te waarborgen dat alle geledingen van de samenleving, met name ouders en kinderen, worden voorgelicht over, toegang hebben tot onderwijs over, en worden gesteund in het gebruik van de fundamentele kennis van de gezondheid van en de voeding van kinderen, de voordelen van borstvoeding, hygiëne en sanitaire voorzieningen en het voorkomen van ongevallen; |
f) Développer les soins de santé préventifs, les conseils aux parents et l'éducation et les services en matière de planification familiale. 3. Les Etats parties prennent toutes les mesures efficaces appropriées en vue d'abolir les pratiques traditionnelles préjudiciables à la santé des enfants. 4. Les Etats parties s'engagent à favoriser et à encourager la coopération internationale en vue d'assurer progressivement la pleine réalisation du droit reconnu dans le présent article. A cet égard, il est tenu particulièrement compte des besoins des pays en développement ». | f) om preventieve gezondheidszorg, begeleiding voor ouders, en voorzieningen voor en voorlichting over gezinsplanning te ontwikkelen. 3. De Staten die partij zijn, nemen alle doeltreffende en passende maatregelen teneinde traditionele gebruiken die schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen af te schaffen. 4. De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe internationale samenwerking te bevorderen en aan te moedigen teneinde geleidelijk de algehele verwezenlijking van het in dit artikel erkende recht te bewerkstelligen. Wat dit betreft wordt in het bijzonder rekening gehouden met de behoeften van ontwikkelingslanden. » |
« Art. 26.1. Les Etats parties reconnaissent à tout enfant le droit de bénéficier de la sécurité sociale, y compris les assurances sociales, et prennent les mesures nécessaires pour assurer la pleine réalisation de ce droit en conformité avec leur législation nationale. 2. Les prestations doivent, lorsqu'il y a lieu, être accordées compte tenu des ressources et de la situation de l'enfant et des personnes responsables de son entretien, ainsi que de toute autre considération applicable à la demande de prestation faite par l'enfant ou en son nom ». « Art. 27.1. Les Etats parties reconnaissent le droit de tout enfant à un niveau de vie suffisant pour permettre son développement physique, mental, spirituel, moral et social. 2. C'est aux parents ou autres personnes ayant la charge de l'enfant qu'incombe au premier chef la responsabilité d'assurer, dans les |
« Art. 26.1. De Staten die partij zijn, erkennen voor ieder kind het recht de voordelen te genieten van voorzieningen voor sociale zekerheid, met inbegrip van sociale verzekering, en nemen de nodige maatregelen om de algehele verwezenlijking van dit recht te bewerkstelligen in overeenstemming met hun nationale recht. 2. De voordelen dienen, indien van toepassing, te worden verleend, waarbij rekening wordt gehouden met de middelen en de omstandigheden van het kind en de personen die verantwoordelijk zijn voor zijn of haar onderhoud, alsmede iedere andere overweging die van belang is voor de beoordeling van een verzoek daartoe dat door of namens het kind wordt ingediend. » « Art. 27.1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van ieder kind op een levensstandaard die toereikend is voor de lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling van het kind. 2. De ouder(s) of anderen die verantwoordelijk zijn voor het kind, hebben de primaire verantwoordelijkheid voor het waarborgen, naar |
limites de leurs possibilités et de leurs moyens financiers, les conditions de vie nécessaires au développement de l'enfant. 3. Les Etats parties adoptent les mesures appropriées, compte tenu des conditions nationales et dans la mesure de leurs moyens, pour aider les parents et autres personnes ayant la charge de l'enfant à mettre en oeuvre ce droit et offrent, en cas de besoin, une assistance matérielle et des programmes d'appui, notamment en ce qui concerne l'alimentation, le vêtement et le logement. 4. Les Etats parties prennent toutes les mesures appropriées en vue d'assurer le recouvrement de la pension alimentaire de l'enfant auprès de ses parents ou des autres personnes ayant une responsabilité financière à son égard, que ce soit sur leur territoire ou à l'étranger. En particulier, pour tenir compte des cas où la personne | vermogen en binnen de grenzen van hun financiële mogelijkheden, van de levensomstandigheden die nodig zijn voor de ontwikkeling van het kind. 3. De Staten die partij zijn, nemen, in overeenstemming met de nationale omstandigheden en met de middelen die hun ten dienste staan, passende maatregelen om ouders en anderen die verantwoordelijk zijn voor het kind te helpen dit recht te verwezenlijken, en voorzien, indien de behoefte daaraan bestaat, in programma's voor materiële bijstand en ondersteuning, met name wat betreft voeding, kleding en huisvesting. 4. De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen om het verhaal te waarborgen van uitkeringen tot onderhoud van het kind door de ouders of andere personen die de financiële verantwoordelijkheid voor het kind dragen, zowel binnen de Staat die partij is als vanuit het buitenland. Met name voor gevallen waarin degene die de financiële verantwoordelijkheid voor het kind draagt, in een andere Staat woont |
qui a une responsabilité financière à l'égard de l'enfant vit dans un | dan die van het kind, bevorderen de Staten die partij zijn de |
Etat autre que celui de l'enfant, les Etats parties favorisent | toetreding tot internationale overeenkomsten of het sluiten van |
l'adhésion à des accords internationaux ou la conclusion de tels | dergelijke overeenkomsten, alsmede het treffen van andere passende |
accords ainsi que l'adoption de tous autres arrangements appropriés ». | regelingen ». |
B.2.4. L'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme | B.2.4. Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens |
dispose : | bepaalt : |
« 1. Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, | « 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé leven, zijn |
de son domicile et de sa correspondance. | gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. |
2. Il ne peut y avoir ingérence d'une autorité publique dans | 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking |
l'exercice de ce droit que pour autant que cette ingérence est prévue | tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien |
par la loi et qu'elle constitue une mesure qui, dans une société | en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's |
démocratique, est nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté | lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn |
publique, au bien-être économique du pays, à la défense de l'ordre et | van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van |
à la prévention des infractions pénales, à la protection de la santé | strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, |
ou de la morale, ou à la protection des droits et libertés d'autrui ». | of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». |
B.3. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. Les mêmes règles s'opposent, par ailleurs, à ce que soient traitées de manière identique, sans qu'apparaisse une justification raisonnable, des catégories de personnes se trouvant dans des situations qui, au regard de la mesure considérée, sont essentiellement différentes. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. | B.3. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Dezelfde regels verzetten er zich overigens tegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van de aangevochten maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.4.1. D'après l'article 57, § 2, 1°, de la loi organique des | B.4.1. Volgens artikel 57, § 2, 1°, van de O.C.M.W.-wet hebben de |
C.P.A.S., les parents qui sont en séjour illégal sur le territoire du | ouders die illegaal op het grondgebied van het Rijk verblijven in |
Royaume n'ont en principe pas droit, pour eux-mêmes, à l'aide sociale | beginsel, voor zichzelf, geen recht op andere maatschappelijke |
autre que l'aide médicale urgente. | dienstverlening dan dringende medische hulp. |
B.4.2. Dans son arrêt n° 80/99 du 30 juin 1999, la Cour a dit pour droit que si la mesure consistant à supprimer l'aide sociale à tout étranger ayant reçu un ordre de quitter le territoire est appliquée aux personnes qui, pour des raisons médicales, sont dans l'impossibilité absolue de donner suite à l'ordre de quitter la Belgique, elle traite de la même manière, sans justification raisonnable, des personnes qui se trouvent dans des situations fondamentalement différentes : celles qui peuvent être éloignées et celles qui ne peuvent l'être pour des raisons médicales. L'étranger qui est dans l'impossibilité absolue de donner suite à un ordre de quitter le territoire pour des raisons médicales doit donc bénéficier de l'aide sociale. B.4.3. La Cour est interrogée sur le point de savoir si en privant d'aide sociale le parent d'un enfant mineur affecté d'un handicap lourd se trouvant dans l'impossibilité absolue de quitter le territoire alors que ce parent ne peut en être éloigné sous peine de voir son droit au respect de la vie privée et familiale violé, | B.4.2. In zijn arrest nr. 80/99 van 30 juni 1999 heeft het Hof voor recht gezegd dat indien de maatregel die erin bestaat de maatschappelijke dienstverlening af te schaffen voor elke vreemdeling die een bevel om het grondgebied te verlaten heeft gekregen, wordt toegepast op personen die, om medische redenen, in de absolute onmogelijkheid zijn gevolg te geven aan het bevel België te verlaten, hij zonder redelijke verantwoording personen die zich in fundamenteel verschillende situaties bevinden op dezelfde wijze behandelt : diegenen die kunnen worden verwijderd en diegenen die om medische redenen niet kunnen worden verwijderd. De vreemdeling die, om medische redenen, in de absolute onmogelijkheid verkeert om gevolg te geven aan een bevel om het grondgebied te verlaten moet derhalve maatschappelijke dienstverlening kunnen genieten. B.4.3. Aan het Hof wordt gevraagd of artikel 57, § 2, 1°, van de organieke O.C.M.W.-wet, doordat het de maatschappelijke dienstverlening ontzegt aan de ouder van een zwaar gehandicapt minderjarig kind dat in de absolute onmogelijkheid verkeert om het grondgebied te verlaten terwijl die ouder zelf niet van het |
l'article 57, § 2, 1°, de la loi organique des C.P.A.S. ne viole pas | grondgebied kan worden verwijderd zonder schending van zijn recht op |
les articles 10 et 11 de la Constitution en traitant de manière | het privé-leven en gezinsleven, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
identique ledit parent et les étrangers en séjour illégal qui n'ont | schendt doordat het de voornoemde ouder op dezelfde wijze behandelt |
als de vreemdelingen met onwettig verblijf die geen gehandicapt | |
pas d'enfant mineur handicapé à leur charge. | minderjarig kind te hunnen laste hebben. |
B.5.1. Pour un parent et son enfant, être ensemble représente un | B.5.1. Voor een ouder en zijn kind is het samenzijn een fundamenteel |
élément fondamental de la vie familiale, la prise en charge de | element van het gezinsleven, waarbij de tenlasteneming van het kind |
l'enfant par l'autorité publique ne mettant pas fin aux relations | door de overheid geen einde maakt aan de natuurlijke familiale |
familiales naturelles (dans ce sens, notamment, Cour européenne des | betrekkingen (onder meer, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, |
droits de l'homme, W., B. et R. c. Royaume-Uni du 8 juillet 1987, § | W., B. en R. t/ Verenigd Koninkrijk van 8 juli 1987, § 59; Gnahoré t/ |
59; Gnahoré c. France du 19 septembre 2000, § 50). | Frankrijk van 19 september 2000, § 50). |
Si l'article 8 de la Convention, qui a la même portée que l'article 22 | Ofschoon artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de |
de la Constitution, tend pour l'essentiel à prémunir l'individu contre | Mens, dat dezelfde draagwijdte heeft als artikel 22 van de Grondwet, |
in hoofdzaak ertoe strekt het individu te beschermen tegen | |
les ingérences arbitraires des pouvoirs publics, il met de surcroît à | willekeurige inmengingen van de overheid, legt die bepaling bovendien |
charge de l'Etat des obligations positives inhérentes à un respect | de Staat positieve verplichtingen op die inherent zijn aan een |
effectif de la vie familiale : « Ainsi, là où l'existence d'un lien | daadwerkelijke eerbiediging van het gezinsleven : « Zo zal daar waar |
familial se trouve établie, l'Etat doit en principe agir de manière à | een familiale band bestaat, de Staat in beginsel zo dienen te handelen |
permettre à ce lien de se développer et prendre les mesures propres à | dat die band kan worden ontwikkeld en de geëigende maatregelen moeten |
réunir le parent et l'enfant concernés » (Cour européenne des droits | nemen om de betrokken ouder en het kind te verenigen » (Europees Hof |
de l'homme, Eriksson c. Suède du 22 juin 1989, § 71, Margarita et | voor de Rechten van de Mens, Eriksson t/ Zweden van 22 juni 1989, § |
Roger Andersson c. Suède du 25 février 1992, § 91, Olsson c. Suède du | 71, Margarita en Roger Andersson t/ Zweden van 25 februari 1992, § 91, |
24 mars 1988, § 90, Keegan c. Irlande du 26 mai 1994, § 44, et | Olsson t/ Zweden van 24 maart 1988, § 90, Keegan t/ Ierland van 26 mei |
Hokkanen c. Finlande du 23 septembre 1994, § 54). | 1994, § 44, en Hokkanen t/ Finland van 23 september 1994, § 54). |
B.5.2. Dans l'interprétation qu'en donne le juge a quo, l'article 57, | B.5.2. In de door de verwijzende rechter gegeven interpretatie, |
§ 2, 1°, de la loi organique des C.P.A.S. traite de la même manière, | behandelt artikel 57, § 2, 1°, van de O.C.M.W.-wet, zonder redelijke |
sans justification raisonnable, des personnes qui se trouvent dans des | verantwoording, personen die zich in fundamenteel verschillende |
situations fondamentalement différentes : celles qui peuvent être | situaties bevinden op dezelfde wijze : diegenen die kunnen worden |
éloignées et celles qui ne le peuvent, parce qu'elles sont les parents | verwijderd en diegenen die dat niet kunnen, omdat zij de ouders zijn - |
- et peuvent en apporter la preuve - d'un enfant mineur qui se trouve, | en daarvan het bewijs kunnen leveren - van een minderjarig kind dat, |
pour des raisons médicales, dans l'impossibilité absolue de donner | om medische redenen, in de absolute onmogelijkheid verkeert om gevolg |
te geven aan een bevel om het grondgebied te verlaten omwille van een | |
suite à un ordre de quitter le territoire en raison d'un handicap | zware handicap waarvoor het geen adequate verzorging kan krijgen in |
lourd ne pouvant recevoir des soins adéquats dans son pays d'origine | zijn land van oorsprong, of in een ander land dat het dient terug te |
ou dans un autre Etat obligé de le reprendre, et dont le droit au | nemen, en wiens recht op de eerbiediging van het gezinsleven moet |
respect de la vie familiale doit être préservé par la garantie de la présence de ses parents à ses côtés. B.6. Dans cette interprétation, la première question préjudicielle appelle une réponse positive. B.7. Ne pouvant conduire à une autre conclusion, la seconde question préjudicielle n'appelle pas de réponse. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : | worden gevrijwaard door de waarborg van de aanwezigheid van zijn ouders aan zijn zijde. B.6. In die interpretatie dient de eerste prejudiciële vraag bevestigend te worden beantwoord. B.7. Aangezien de tweede prejudiciële vraag tot geen andere conclusie kan leiden, dient ze niet te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Zo geïnterpreteerd dat het de maatschappelijke dienstverlening aan de illegaal in het Rijk verblijvende ouders van een minderjarig kind dat, omwille van een zware handicap, in de absolute onmogelijkheid verkeert om het grondgebied te verlaten, beperkt tot dringende medische hulp, |
L'article 57, § 2, 1°, de la loi du 8 juillet 1976 organique des | schendt artikel 57, § 2, 1°, van de organieke wet van 8 juli 1976 |
centres publics d'action sociale, interprété comme limitant à l'aide | |
médicale urgente l'aide sociale accordée aux parents, séjournant | |
illégalement dans le Royaume, d'un enfant mineur se trouvant dans | |
l'impossibilité absolue de quitter le territoire en raison d'un | betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn de |
handicap lourd, viole les articles 10, 11 et 22 de la Constitution. | artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 décembre 2005. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 december 2005. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |