Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 177/2005 du 7 décembre 2005 Numéros du rôle : 3077, 3115, 3248, 3283, 3286, 3336, 3338 et 3361 En cause : les recours en annulation de l'article 49 de la loi-programme du 9 juillet 2004 La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 177/2005 du 7 décembre 2005 Numéros du rôle : 3077, 3115, 3248, 3283, 3286, 3336, 3338 et 3361 En cause : les recours en annulation de l'article 49 de la loi-programme du 9 juillet 2004 La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...) Uittreksel uit arrest nr. 177/2005 van 7 december 2005 Rolnummers 3077, 3115, 3248, 3283, 3286, 3336, 3338 en 3361 In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 49 van de programmawet van 9 juli 2004 Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 177/2005 du 7 décembre 2005 Uittreksel uit arrest nr. 177/2005 van 7 december 2005
Numéros du rôle : 3077, 3115, 3248, 3283, 3286, 3336, 3338 et 3361 Rolnummers 3077, 3115, 3248, 3283, 3286, 3336, 3338 en 3361
En cause : les recours en annulation de l'article 49 de la In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 49 van de
loi-programme du 9 juillet 2004 (interruption de la prescription en programmawet van 9 juli 2004 (stuiting van de verjaring inzake
matière d'impôts sur les revenus), introduits par P. Frisee et autres. inkomstenbelastingen), ingesteld door P. Frisee en anderen.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters
Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P.
Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du greffier P.-Y. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, bijgestaan door de griffier P.-Y.
Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet des recours et procédure I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging
a. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6
september 2004 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen
6 septembre 2004 et parvenue au greffe le 7 septembre 2004, P. Frisee op 7 september 2004, hebben P. Frisee en C. Vermandele, wonende te
et C. Vermandele, demeurant à 7500 Tournai, Quai Vifquin 34, ont 7500 Doornik, Quai Vifquin 34, beroep tot vernietiging ingesteld van
introduit un recours en annulation de l'article 49 de la loi-programme artikel 49 van de programmawet van 9 juli 2004 (verjaringsstuitende
du 9 juillet 2004 (acte interruptif de la prescription en matière akte inzake inkomstenbelastingen), bekendgemaakt in het Belgisch
d'impôts sur les revenus), publiée au Moniteur belge du 15 juillet Staatsblad van 15 juli 2004, tweede uitgave.
2004, deuxième édition.
b. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 3 november
3 novembre 2004 et parvenue au greffe le 4 novembre 2004, un recours 2004 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 4
en annulation de l'article 49 de la même loi-programme a été introduit november 2004, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 49 van
par la s.a. Organisation de promotion touristique et immobilière, dont dezelfde programmawet door de n.v. Organisation de promotion
le siège social est établi à 1325 Bonlez, Chemin du Fort des Voiles 1, touristique et immobilière, met maatschappelijke zetel te 1325 Bonlez,
et la s.a. Industerre, dont le siège social est établi à la même Chemin du Fort des Voiles 1, en de n.v. Industerre, met
adresse. maatschappelijke zetel op hetzelfde adres.
c. Par requêtes adressées à la Cour par lettres recommandées à la c. Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 22 en
poste les 22 et 28 décembre 2004, 4, 14 et 17 janvier 2005 et 28 december 2004, 4, 14 en 17 januari 2005 ter post aangetekende
parvenues au greffe les 23 et 29 décembre 2004, 5, 17 et 19 janvier brieven en ter griffie zijn ingekomen op 23 en 29 december 2004, 5, 17
en 19 januari 2005, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel
2005, un recours en annulation de l'article 49 de la même 49 van dezelfde programmawet door respectievelijk :
loi-programme a été introduit par respectivement :
- J.-P. Courau, faisant élection de domicile à 1932 - J.-P. Courau, die keuze van woonplaats doet te 1932
Woluwe-Saint-Etienne, Woluwedal 20; Sint-Stevens-Woluwe, Woluwedal 20;
- J. Libert et H. Remy, demeurant à 1190 Bruxelles, square Larousse - J. Libert en H. Remy, wonende te 1190 Brussel, Laroussesquare 14, en
14, et D. Ralet, demeurant à 1070 Bruxelles, boulevard Poincaré 66; D. Ralet, wonende te 1070 Brussel, Poincarélaan 66;
- la s.a. Omega Solutions, dont le siège social est établi à 2800 - de n.v. Omega Solutions, met maatschappelijke zetel te 2800
Malines, Generaal de Wittelaan 19; Mechelen, Generaal de Wittelaan 19;
- la s.a. Axa Bank Belgium, dont le siège social est établi à 2600 - de N.V. Axa Bank Belgium, met maatschappelijke zetel te 2600
Anvers, Grote Steenweg 214; Antwerpen, Grote Steenweg 214;
- la société de droit indien Bank of Baroda, dont les bureaux sont - de vennootschap naar Indisch recht Bank of Baroda, met kantoren te
établis à 1040 Bruxelles, rue de la Loi 28; 1040 Brussel, Wetstraat 28;
- la s.a. Walibi, dont le siège social est établi à 1300 Wavre, rue - de N.V. Walibi, met maatschappelijke zetel te 1300 Waver, rue Joseph
Joseph Deschamps 9, la s.a. Elkaur International, dont le siège social Deschamps 9, de N.V. Elkaur International, met maatschappelijke zetel
est établi à 1180 Bruxelles, avenue Brugmann 384, et M. et Mme M. te 1180 Brussel, Brugmannlaan 384, en de heer en Mevr. M. Evangelisti,
Evangelisti, faisant élection de domicile à 1050 Bruxelles, square du die keuze woonplaats doen te 1050 Brussel, Bolwerksquare 1A.
Bastion 1A. Ces affaires, inscrites sous les numéros 3077, 3115, 3248, 3283, 3286, Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3070, 3115, 3248, 3283, 3286,
3336, 3338 et 3361 du rôle de la Cour, ont été jointes. 3336, 3338 en 3361 van de rol van het Hof, werden samengevoegd.
(...) (...)
II. En droit II. In rechte
(...) (...)
Quant à la disposition entreprise et au contexte de son adoption Ten aanzien van de bestreden bepaling en de context van de aanneming
B.1.1. L'article 49 de la loi-programme du 9 juillet 2004 dispose : ervan B.1.1. Artikel 49 van de programmawet van 9 juli 2004 bepaalt :
« Nonobstant le fait que le commandement constitue le premier acte de « Niettegenstaande het dwangbevel de eerste akte van de rechtstreekse
poursuites directes au sens des articles 148 et 149 de l'arrêté royal vervolgingen is in de zin van de artikelen 148 en 149 van het
d'exécution du Code des impôts sur les revenus 1992, le commandement koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de
doit être interprété comme constituant également un acte interruptif inkomstenbelastingen 1992, moet het dwangbevel ook geïnterpreteerd
de prescription au sens de l'article 2244 du Code civil, même lorsque worden als een verjaringsstuitende akte in de zin van artikel 2244 van
la dette d'impôt contestée n'a pas de caractère certain et liquide ». het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien de betwiste belastingschuld geen
zeker en vaststaand karakter heeft ».
Cette disposition constitue le seul article du chapitre XII « Die bepaling vormt het enige artikel van hoofdstuk XII « Interpretatie
Interprétation de l'application de l'article 2244 du Code civil, en van de toepassing van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, op het
matière d'impôts sur les revenus » de la loi-programme précitée. vlak van de inkomstenbelastingen » van de hiervoor vermelde programmawet.
B.1.2. Cette disposition qualifiée d'interprétative a été adoptée à la B.1.2. Die als interpretatief aangemerkte bepaling is aangenomen naar
aanleiding van rechtspraak van het Hof van Cassatie waarbij aan het
suite d'une jurisprudence de la Cour de cassation déniant au dwangbevel waarin wordt voorzien inzake inkomstenbelastingen
commandement prévu en matière d'impôts sur les revenus (article 148 et (artikelen 148 en 149 van het besluit tot uitvoering van het W.I.B.
149 de l'arrêté d'exécution du C.I.R. 1992) un effet interruptif de 1992) een verjaringsstuitende werking wordt ontzegd wanneer de
prescription lorsque la dette d'impôt est contestée. belastingschuld wordt betwist.
B.2.1. L'article 145 de l'arrêté d'exécution du C.I.R. 1992 (ci-après B.2.1. Artikel 145 van het besluit tot uitvoering van het Wetboek van
: A.R./C.I.R. 1992) détermine comme suit le délai de prescription de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : K.B./W.I.B. 1992) bepaalt de
quinquennale en matière d'impôts sur les revenus : termijn van vijfjarige verjaring inzake inkomstenbelastingen als volgt :
« Les impôts directs ainsi que le précompte immobilier se prescrivent « Directe belastingen zomede de onroerende voorheffing verjaren door
par cinq ans à compter de la date à laquelle ils doivent être payés verloop van vijf jaren vanaf de datum waarop ze dienen betaald te zijn
conformément à l'article 413 du Code des impôts sur les revenus 1992 krachtens artikel 413 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
[...] ». [...] ».
En vertu de l'article 145, alinéa 3, de cet arrêté d'exécution, ce Krachtens artikel 145, derde lid, van dat uitvoeringsbesluit kan die
délai de cinq ans « peut être interrompu de la manière prévue par les termijn van vijf jaar « worden gestuit op de wijze bepaald in de
articles 2244 et suivants du Code civil ou par une renonciation au artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek of door afstand
temps couru de la prescription ». te doen van de op de verjaring verlopen termijn ».
B.2.2. L'article 2244 du Code civil dispose : B.2.2. Artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt :
« Une citation en justice, un commandement ou une saisie, signifiés à « Een dagvaarding voor het gerecht, een bevel tot betaling, of een
celui qu'on veut empêcher de prescrire, forment l'interruption civile beslag, betekend aan hem die men wil beletten de verjaring te
». verkrijgen, vormen burgerlijke stuiting ».
B.2.3. Les articles 148 et 149 de l'A.R./C.I.R. 1992 déterminent la B.2.3. De artikelen 148 en 149 van het K.B./W.I.B. 1992 definiëren het
notion de commandement en matière d'impôts sur les revenus. begrip dwangbevel inzake inkomstenbelastingen.
L'article 148 de l'A.R./C.I.R. 1992 dispose : Artikel 148 van het K.B./W.I.B. 1992 bepaalt :
« Les poursuites directes comprennent : « De rechtstreekse vervolgingen omvatten :
1° le commandement; 1° het dwangbevel;
[...] [...]
Ces poursuites sont judiciaires et leur validité est de la compétence Die vervolgingen zijn gerechtelijk en de geldigverklaring behoort tot
des tribunaux ordinaires ». de bevoegdheid van de gewone rechtbanken ».
L'article 149 de l'A.R./C.I.R. 1992 prévoit : Artikel 149 van het K.B./W.I.B. 1992 bepaalt :
« Lorsqu'un redevable ne s'est pas acquitté de ses impôts dans les « Ingeval een belastingschuldige zijn belastingen niet heeft gekweten
délais prévus à l'article 413 du Code des impôts sur les revenus 1992, binnen de termijnen van artikel 413 van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen 1992, doet de ontvanger hem een dwangbevel
le receveur lui fait signifier un commandement de payer dans les 24 betekenen tot betaling binnen 24 uren, op straffe van tenuitvoerlegging door beslag.
heures, à peine d'exécution par voie de saisie. Het dwangbevel moet bovenaan een uittreksel bevatten uit het
Le commandement doit porter en tête, un extrait de l'article du rôle kohierartikel betreffende de belastingschuldige en een afschrift van
concernant le redevable et une copie de l'exécutoire ». de uitvoerbaarverklaring ».
B.2.4. L'article 410 du C.I.R. 1992 n'autorise cependant de mesure B.2.4. Artikel 410 van het W.I.B. 1992 staat echter een
d'exécution qu'à l'égard de la partie de la dette d'impôt « certaine uitvoeringsmaatregel enkel toe ten aanzien van het - in de zin van die
et liquide » au sens de cette disposition. bepaling - « zekere en vaststaande » deel van de belastingschuld.
Lorsqu'un contribuable contestait l'enrôlement de sa dette d'impôt, à Wanneer een belastingplichtige de inkohiering van zijn belastingschuld
défaut dès lors de quotité certaine et liquide au sens de l'article betwistte, bij ontstentenis van een zeker en vaststaand deel in de zin
410 du C.I.R. 1992, l'administration fiscale qui lui avait signifié un van artikel 410 van het W.I.B. 1992, voerde de belastingadministratie
commandement invoquait la double fonction du commandement et die hem een dwangbevel had betekend de dubbele functie van het
considérait que, même irrégulier en tant qu'acte d'exécution au sens dwangbevel aan en oordeelde zij dat, ook al is dat bevel onregelmatig
des articles 148 et 149 de l'A.R./C.I.R. 1992, celui-ci pouvait als daad van tenuitvoerlegging in de zin van de artikelen 148 en 149
conserver ses effets en tant que « commandement » au sens de l'article van het K.B./W.I.B. 1992, het zijn gevolgen kon behouden als « bevel
2244 du Code civil, à savoir un acte interruptif de prescription. tot betaling » in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek,
namelijk als een verjaringsstuitende akte.
B.3.1. Toutefois, la Cour de cassation a décidé, dans un arrêt du 10 B.3.1. Het Hof van Cassatie heeft echter in een arrest van 10 oktober
octobre 2002 (RG C.01.0067.F), ce qu'elle a confirmé dans un arrêt du 2002 (AR C.01.0067.F), dat het bevestigd heeft in een arrest van 21
21 février 2003 (RG C.01.0287.N), qu'« en matière d'impôts sur les februari 2003 (AR C.01.0287.N), beslist dat « inzake
revenus, le commandement est un acte de poursuite judiciaire qui inkomstenbelastingen, het bevel tot betaling een daad van
rechtsvervolging is die een uitvoerbare titel veronderstelt en aan het
suppose un titre exécutoire et prélude à une saisie-exécution », de uitvoerend beslag voorafgaat », zodat wanneer dat bevel door de Staat
sorte que, signifié par l'Etat en l'absence d'impôt incontestablement wordt betekend bij ontstentenis van een onbetwistbaar verschuldigde
dû, il « n'a pu produire d'effet interruptif ». belasting het « geen stuitende werking heeft ».
Cette jurisprudence empêche qu'un commandement interrompe la Die rechtspraak verhindert dat een dwangbevel de verjaring stuit in
prescription en cas de contestation des impôts enrôlés. geval van betwisting van de ingekohierde belastingen.
B.3.2. Le législateur a estimé que cette jurisprudence rendait son B.3.2. De wetgever heeft geoordeeld dat die rechtspraak zijn optreden
intervention indispensable « pour éviter qu'à défaut de possibilité onontbeerlijk maakte « om te vermijden dat bij gebrek aan een
pour l'administration de pouvoir valablement interrompre la mogelijkheid voor de administratie om op een geldige manier de
prescription des cotisations contestées pour lesquelles il n'existe verjaring te stuiten van de betwiste aanslagen waarvoor geen enkel
aucune quotité certaine et liquide immédiatement exigible, nombre zeker en vaststaand onmiddellijk eisbaar aandeel bestaat, een aantal
d'entre elles ne soient déclarées prescrites », cette intervention se onder hen zouden verjaard verklaard worden », waarbij dat optreden «
révélant « d'autant plus impérieuse à l'examen des données de des te meer dwingend [blijkt] te zijn uit het onderzoek van de
l'arriéré fiscal en matière d'impôt sur le revenu qui révèlent que ce gegevens van de fiscale achterstand inzake de inkomstenbelastingen die
dernier est constitué à plus de quarante pour cent de cotisations laten zien dat deze laatste voor meer dan veertig procent bestaat uit
contestées » (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-0473/001 et betwiste aanslagen » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-0473/001 en
51-0474/001, p. 148). DOC 51-0474/001, p. 148).
Le législateur a donc décidé d'adopter l'article 297 de la De wetgever heeft dus beslist om artikel 297 van de programmawet van
loi-programme du 22 décembre 2003, qui insère un chapitre XIbis dans 22 december 2003 aan te nemen, dat een hoofdstuk XIbis invoegt in het
le Code des impôts sur les revenus 1992, comprenant les articles Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, en de artikelen 443bis en
443bis et 443ter, rédigés comme suit : 443ter omvat die luiden als volgt :
« Chapitre IXbis. Prescription des droits du Trésor. « Hoofdstuk IXbis. Verjaring van de rechten van de schatkist.

Art. 443bis.§ 1er. Les impôts directs ainsi que le précompte

Art. 443bis.§ 1. Directe belastingen zomede de onroerende voorheffing

immobilier se prescrivent par cinq ans à compter de la date à laquelle verjaren door verloop van vijf jaren vanaf de datum waarop ze dienen
ils doivent être payés conformément à l'article 413. betaald te zijn krachtens artikel 413.
Le précompte mobilier et le précompte professionnel se prescrivent par De roerende voorheffing en de bedrijfsvoorheffing verjaren door
cinq ans à compter de la date d'exécutoire du rôle auquel ils sont verloop van vijf jaren vanaf de datum van uitvoerbaarverklaring van
portés conformément à l'article 304, § 1er, alinéa 2. het kohier waarin ze zijn opgenomen krachtens artikel 304, § 1, tweede lid.
§ 2. Le délai visé au § 1er peut être interrompu de la manière prévue § 2. De termijn bedoeld in § 1 kan worden gestuit op de wijze bepaald
par les articles 2244 et suivants du Code civil ou par une in de artikelen 2244 en volgende van het Burgerlijk Wetboek of door
renonciation au temps couru de la prescription. En cas d'interruption afstand te doen van de op de verjaring verlopen termijn. In geval van
de la prescription, une nouvelle prescription susceptible d'être stuiting van de verjaring treedt een nieuwe verjaring in, die op
interrompue de la même manière, est acquise cinq ans après le dernier dezelfde wijze kan worden gestuit, door verloop van vijf jaren na de
acte interruptif de la précédente prescription s'il n'y a instance en laatste akte of handeling waardoor de vorige verjaring is gestuit,
justice. indien geen geding voor het gerecht aanhangig is.

Art. 443ter.§ 1er. Toute instance en justice relative à

Art. 443ter.§ 1. Elk rechtsgeding met betrekking tot de toepassing of

l'établissement ou au recouvrement des impôts et des précomptes qui de invordering van de belastingen en voorheffingen dat wordt ingesteld
est introduite par l'Etat belge, par le redevable de ces impôts ou door de Belgische Staat, door de schuldenaar van deze belastingen of
précomptes ou par toute autre personne tenue au paiement de la dette voorheffingen of door ieder ander persoon die gehouden is tot de
en vertu du présent Code, des arrêtés pris pour son exécution ou du betaling van de schuld op grond van dit Wetboek, van de besluiten
droit commun, suspend le cours de la prescription. genomen ter uitvoering ervan of van het gemeen recht, schorst de
La réclamation et la demande de dégrèvement visée à l'article 376 verjaring. Het bezwaar en de in artikel 376 bedoelde aanvraag tot ontheffing
suspendent également le cours de la prescription. § 2. La suspension débute avec l'acte introductif d'instance et se termine lorsque la décision judiciaire est coulée en force de chose jugée. Toutefois, en cas de réclamation ou de demande de dégrèvement d'office visée à l'article 376, la suspension débute avec la demande introductive du recours administratif. Elle se termine : - lorsque le contribuable a introduit une action en justice, au jour où la décision judiciaire est coulée en force de chose jugée; - dans les autres cas, à l'expiration du délai ouvert au contribuable pour introduire un recours contre la décision administrative ». schorsen eveneens de verjaring. § 2. De schorsing vangt aan met de inleidende vordering en eindigt wanneer de rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde is gegaan. Evenwel in geval van bezwaarschrift of aanvraag tot ambtshalve ontheffing bedoeld in artikel 376, vangt de schorsing aan met het verzoek waarbij het administratief beroep wordt ingeleid. Zij eindigt : - wanneer de belastingplichtige een rechtsvordering heeft ingesteld, op de dag dat de rechterlijke beslissing in kracht van gewijsde is gegaan; - in de andere gevallen, na verloop van de termijn die voor de belastingplichtige openstaat om een beroep in te stellen tegen de administratieve beslissing ».
B.3.3. Si cet article 443bis reproduit le contenu de l'article 145 de B.3.3. Terwijl dat artikel 443bis de inhoud van artikel 145 van het
l'arrêté d'exécution du C.I.R. 1992 précité, l'article 443ter voormelde besluit tot uitvoering van het W.I.B. 1992 weergeeft, voert
introduit quant à lui une nouvelle cause de suspension de la artikel 443ter, zijnerzijds, een nieuwe reden tot schorsing van de
prescription. verjaring in.
En l'absence de disposition transitoire, l'article 443ter du C.I.R. Bij ontstentenis van een overgangsbepaling is artikel 443ter van het
est applicable aux délais de prescription qui courent au moment de son W.I.B. toepasbaar op de verjaringstermijnen die lopen op het ogenblik
entrée en vigueur dix jours après sa publication au Moniteur belge , van de inwerkingtreding ervan, tien dagen na de bekendmaking ervan in
soit le 10 janvier 2004. het Belgisch Staatsblad , zijnde op 10 januari 2004.
De Raad van State, die het evenwel twijfelachtig vond of die bepaling
Estimant toutefois qu'il était douteux que cette disposition die met de programmawet van 22 december 2003 werd ingevoerd, van
s'applique à des impôts prescrits sur la base de la jurisprudence de toepassing is op belastingen die zijn verjaard op grond van de
la Cour de cassation avant le 10 janvier 2004, le Conseil d'Etat rechtspraak van het Hof van Cassatie vóór 10 januari 2004, had in zijn
avait, dans son avis sur cette disposition qui a été introduite par la
loi-programme du 22 décembre 2003, souligné que « si l'auteur de advies over de ontworpen tekst beklemtoond dat « indien de steller van
l'avant-projet veut prévenir le risque que des contribuables het voorontwerp het risico wil voorkomen dat belastingplichtigen in
n'invoquent la prescription en pareil cas, une disposition transitoire een dergelijk geval de verjaring inroepen, [...] een expliciete
explicite serait nécessaire » (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC overgangsbepaling noodzakelijk [is] » (Parl. St., Kamer, 2003-2004,
51-0473/001 et 51-0474/001, p. 464). DOC 51-0473/001 en DOC 51-0474/001, p. 464).
B.3.4. Se fondant sur cette observation du Conseil d'Etat, le B.3.4. De wetgever die zich op die opmerking van de Raad van State
législateur a estimé nécessaire d'insérer dans la loi-programme du 9 steunde, heeft het, naar aanleiding van een amendement van de
juillet 2004, à la suite d'un amendement du Gouvernement, une « Regering, noodzakelijk geacht dat in de programmawet van 9 juli 2004
disposition légale interprétative applicable aux cas visés par les een « interpretatieve wettelijke bepaling [wordt] ingevoegd die van
arrêts de la Cour de cassation des 10 octobre 2002 et 21 février 2003 toepassing is op de in de door de arresten van 10 oktober 2002 en 21
februari 2003 van het Hof van Cassatie beoogde gevallen » (Parl. St.,
» (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 2); cette Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 2); tegen die bepaling zijn de
disposition fait l'objet des actuels recours en annulation. huidige beroepen tot vernietiging ingesteld.
Quant à la recevabilité des recours T en aanzien van de ontvankelijkheid van de beroepen
B.4.1. Les parties requérantes sont des personnes physiques et des B.4.1. De verzoekende partijen zijn natuurlijke personen en
personnes morales engagées dans des procédures fiscales pendantes qui rechtspersonen die verwikkeld zijn in hangende fiscale procedures
les opposent à l'Etat belge. Après avoir contesté leur enrôlement à waarbij ze tegenover de Belgische Staat staan. Nadat de verzoekende
l'impôt sur les revenus, les parties requérantes se sont vu signifier partijen hun inkohiering in de inkomstenbelastingen hadden betwist,
un commandement afin d'interrompre la prescription quinquennale de werd hun een bevel betekend teneinde de vijfjarige verjaring van hun
leur dette d'impôt. belastingschuld te stuiten.
B.4.2. Les parties requérantes avancent à l'appui de leur intérêt à B.4.2. De verzoekende partijen voeren ter staving van hun belang om in
agir qu'en l'absence de la disposition entreprise, leurs dettes rechte te treden aan dat, bij ontstentenis van de bestreden bepaling,
d'impôts contestées auraient été prescrites sur la base de la hun betwiste belastingschulden verjaard zouden zijn op grond van de
jurisprudence de la Cour de cassation des 10 octobre 2002 et 21 rechtspraak van het Hof van Cassatie van 10 oktober 2002 en 21
février 2003, selon laquelle un commandement signifié pour une dette februari 2003, volgens welke een dwangbevel dat wordt betekend voor
d'impôt contestée ne peut avoir un effet interruptif de prescription. een betwiste belastingschuld geen verjaringsstuitende werking kan
Elles estiment dès lors être directement et défavorablement affectées hebben. Zij zijn bijgevolg van mening dat ze rechtstreeks en ongunstig worden
par la disposition entreprise qui empêche de constater la prescription geraakt door de bestreden bepaling die zou verhinderen de verjaring
qui leur était acquise avant son entrée en vigueur. vast te stellen die zij hadden verworven vóór de inwerkingtreding
B.5. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour ervan. B.5. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
d'arbitrage imposent à toute personne physique ou morale qui introduit Arbitragehof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon
un recours en annulation de justifier d'un intérêt. Ne justifient de die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang.
l'intérêt requis que les personnes dont la situation pourrait être Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie
affectée directement et défavorablement par la norme entreprise. door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden
B.6.1. La disposition entreprise confère au commandement un effet geraakt. B.6.1. De bestreden bepaling verleent bijgevolg aan het dwangbevel een
interruptif de prescription « même lorsque la dette d'impôt contestée verjaringsstuitende werking « zelfs indien de betwiste belastingschuld
n'a pas de caractère certain et liquide », alors même que cet effet geen zeker en vaststaand karakter heeft », terwijl die
interruptif de prescription était dénié par la jurisprudence de la verjaringsstuitende werking werd ontkend door de rechtspraak van het
Cour de cassation de 2002 et 2003. Hof van Cassatie van 2002 en 2003.
Par sa qualification d' « interprétative », cette disposition est Die bepaling kan door haar « interpretatieve » kwalificatie een
susceptible d'influencer directement et défavorablement l'issue des procédures pendantes auxquelles sont parties des contribuables qui se sont vu signifier un commandement après avoir contesté leur dette d'impôt ou à l'égard desquels l'Etat belge invoque la disposition entreprise. B.6.2. Les parties requérantes justifient par conséquent de l'intérêt requis à agir en annulation. B.7.1. Le Conseil des ministres conteste l'intérêt à agir de D. Ralet, partie requérante dans l'affaire n° 3283, en ce qu'il a renoncé volontairement au temps couru de la prescription. rechtstreekse en ongunstige invloed hebben op de afloop van de hangende procedures waarbij belastingplichtigen partij zijn aan wie een bevel werd betekend nadat ze hun belastingschuld hadden betwist of ten aanzien van wie de Belgische Staat de bestreden bepaling aanvoert. B.6.2. De verzoekende partijen doen bijgevolg blijken van het vereiste belang om in rechte te treden tot vernietiging. B.7.1. De Ministerraad betwist het belang om in rechte te treden van D. Ralet, verzoekende partij in de zaak nr. 3283, in zoverre hij vrijwillig afstand heeft gedaan van de op de verjaring verlopen termijn.
B.7.2. Dès lors qu'un commandement a été signifié au requérant, la B.7.2. Aangezien aan de verzoeker een dwangbevel is betekend, kan de
circonstance qu'il ait renoncé, postérieurement à ce commandement, au omstandigheid dat hij, na dat dwangbevel, afstand heeft gedaan van de
temps couru de la prescription, n'est pas susceptible d'enlever au op de verjaring verlopen termijn, hem niet zijn belang ontnemen om een
requérant son intérêt à agir en annulation. beroep tot vernietiging in te stellen.
B.7.3. L'exception du Conseil des ministres est rejetée. B.7.3. De exceptie van de Ministerraad wordt verworpen.
B.8.1. Par ailleurs, pour permettre, entre autres, à la Cour de B.8.1. Teneinde onder meer het Hof in staat te stellen na te gaan of
vérifier si la décision d'introduire le recours a été prise par de beslissing om het beroep in te stellen door het bevoegde orgaan van
l'organe compétent de la personne morale, le législateur spécial de rechtspersoon is genomen, verplicht de bijzondere wetgever
oblige toute personne morale qui introduit un recours ou qui overigens elke rechtspersoon die een beroep instelt of in een geding
intervient dans une cause à produire, à la première demande, la preuve tussenkomt, op het eerste verzoek, het bewijs voor te leggen van de
de la décision d'intenter ou de poursuivre le recours ou d'intervenir beslissing om het beroep in te stellen of voort te zetten of om tussen
et, lorsque ses statuts doivent faire l'objet d'une publication aux te komen en, wanneer zijn statuten moeten worden bekendgemaakt in de
annexes du Moniteur belge, une copie de cette publication. bijlagen bij het Belgisch Staatsblad , een kopie van die bekendmaking bij te voegen.
B.8.2. La s.a. Walibi, première partie requérante dans l'affaire n° B.8.2. De n.v. Walibi, eerste verzoekende partij in de zaak nr. 3361,
3361, n'a pu fournir la preuve de la décision d'intenter le recours, heeft niet het bewijs kunnen leveren van de beslissing om het beroep
ayant été, préalablement à l'introduction du recours, absorbée par la in te stellen, aangezien zij, voorafgaandelijk aan de instelling van
s.p.r.l. Belpark - qui a elle-même introduit un mémoire en het beroep, is overgenomen door de b.v.b.a. Belpark - die zelf een
intervention - et a donc juridiquement cessé d'exister avant memorie van tussenkomst heeft ingediend - en dus juridisch opgehouden
l'introduction du recours. heeft te bestaan nog vóór het beroep werd ingesteld.
La première partie requérante dans l'affaire n° 3361 n'est par De eerste verzoekende partij in de zaak nr. 3361 kan bijgevolg niet in
conséquent pas recevable à agir en annulation. rechte treden tot vernietiging.
B.8.3. En outre, en ce qui concerne l'affaire n° 3338, il ne ressort B.8.3. Bovendien blijkt, wat betreft de zaak nr. 3338, noch uit de als
ni des pièces jointes en annexe de la requête, ni d'aucune pièce bijlage bij het verzoekschrift gevoegde stukken, noch uit enig stuk
fournie après demande du greffier, que la décision d'introduire le dat werd overhandigd na verzoek van de griffier, dat de beslissing om
recours a été prise par l'organe compétent de la société. het beroep in te stellen is genomen door het bevoegde orgaan van de
Le recours dans l'affaire n° 3338 est par conséquent irrecevable. B.8.4. Pour le surplus, il ressort des pièces jointes en annexe des autres requêtes qu'il est satisfait aux conditions de recevabilité relatives à la capacité d'ester en justice. Quant à la recevabilité des interventions B.9. Les parties intervenantes sont engagées dans des procédures fiscales dans lesquelles est soulevée la question de l'effet interruptif d'un commandement signifié pour une dette d'impôt contestée. Dès lors que leur situation est susceptible d'être directement affectée par la norme attaquée, elles justifient de l'intérêt requis pour intervenir dans les actuels recours. Les mémoires en intervention et mémoires en réplique des parties intervenantes sont dès lors recevables. vennootschap. Het beroep in de zaak nr. 3338 is bijgevolg onontvankelijk. B.8.4. Voor het overige blijkt uit de als bijlage bij de andere verzoekschriften gevoegde stukken dat is voldaan aan de voorwaarden van ontvankelijkheid in verband met de bekwaamheid om in rechte te treden. T en aanzien van de ontvankelijkheid van de tussenkomsten B.9. De tussenkomende partijen zijn verwikkeld in fiscale procedures waarin de kwestie wordt opgeworpen van de stuitende werking van een bevel dat werd betekend betreffende een betwiste belastingschuld. Aangezien hun situatie rechtstreeks kan worden geraakt door de aangevochten norm, doen zij blijken van het vereiste belang om tussen te komen in de onderhavige beroepen. De memories van tussenkomst en de memories van wederantwoord van de tussenkomende partijen zijn bijgevolg ontvankelijk.
B.10.1. Par ailleurs, ces mémoires formulent pour la plupart des B.10.1. Bovendien worden in het merendeel van die memories middelen
moyens à l'encontre de la disposition entreprise. geformuleerd tegen de bestreden bepaling.
L'intervention d'une personne justifiant d'un intérêt dans une De tussenkomst van een persoon die doet blijken van een belang bij een
procédure d'annulation ne peut ni modifier ni étendre les recours procedure tot vernietiging mag de oorspronkelijke beroepen niet
initiaux. L'article 87 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 ne permet wijzigen of uitbreiden. Artikel 87 van de bijzondere wet van 6 januari
en effet pas, contrairement à l'article 85, que le mémoire formule des moyens nouveaux. B.10.2. Les moyens formulés ne sont donc pas recevables en tant que tels, mais en ce qu'ils s'apparentent aux moyens formulés dans la requête, ils peuvent être admis en tant qu'observations incluses dans un mémoire. Quant au fond En ce qui concerne la qualification de la disposition entreprise et son effet rétroactif B.11.1. Une première série de moyens critiquent la qualification de la disposition entreprise et son effet rétroactif. 1989 staat immers, in tegenstelling tot artikel 85, niet toe dat in de memorie nieuwe middelen worden geformuleerd. B.10.2. De geformuleerde middelen zijn dus niet ontvankelijk als dusdanig, maar in zoverre zij bij de in het verzoekschrift geformuleerde middelen aansluiten, kunnen zij worden aangenomen als in een memorie vervatte opmerkingen. Ten gronde Wat betreft de kwalificatie van de bestreden bepaling en de retroactieve werking ervan B.11.1. In een eerste reeks middelen wordt de kwalificatie van de bestreden bepaling en de retroactieve werking ervan bekritiseerd.
Ces moyens invoquent la violation des articles 10, 11, 13, 16 et 172 Die middelen voeren de schending aan van de artikelen 10, 11, 13, 16
de la Constitution, lus en combinaison avec ses articles 84 et 144, en 172 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 84 en
avec les principes de non-rétroactivité des lois, de sécurité 144 ervan, met de beginselen van niet-retroactiviteit van de wetten,
juridique, de confiance et de procès équitable, et avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme. B.11.2. Selon les requérants, la disposition entreprise n'est pas une disposition interprétative, mais une disposition modificative rétroactive, qui n'est justifiée par aucune circonstance exceptionnelle. Cette disposition viserait ainsi à influencer les procédures en cours, en ressuscitant des impôts prescrits, ce qui constituerait une atteinte discriminatoire à la confiance légitime, au droit à un procès équitable et au droit de propriété des contribuables privés du bénéfice des prescriptions acquises. van rechtszekerheid, van vertrouwen en van een eerlijk proces, en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. B.11.2. Volgens de verzoekers is de bestreden bepaling geen interpretatieve bepaling maar een retroactieve wijzigingsbepaling, die door geen enkele buitengewone omstandigheid wordt verantwoord. Die bepaling zou aldus ertoe strekken de hangende procedures te beïnvloeden, de verjaring van belastingen ongedaan te maken, wat een discriminerende inbreuk zou betekenen op het gewettigd vertrouwen, op het recht op een eerlijk proces en op het recht op eigendom van de belastingplichtigen aan wie het genot van de verworven verjaringen wordt ontzegd.
A titre subsidiaire, le deuxième moyen dans l'affaire n° 3283 allègue In ondergeschikte orde wordt in het tweede middel in de zaak nr. 3283
aangevoerd dat, zelfs indien de bestreden bepaling kon worden
que, même si la disposition entreprise pouvait être considérée comme beschouwd als een interpretatieve bepaling, de Belgische wetgever
interprétative, le législateur belge serait incompétent pour onbevoegd zou zijn om op authentieke wijze de bepaling van artikel
interpréter de manière authentique la disposition de l'article 2244 du 2244 van het Burgerlijk Wetboek te interpreteren die is aangenomen
Code civil adoptée par le législateur français (décret du 24 ventôse door de Franse wetgever (decreet van 24 ventôse jaar XII) en, indien
an XII) et, s'il le pouvait, c'est la procédure prévue par l'article
77 de la Constitution qui aurait dû être suivie, et non celle régie hij zulks kon, is het de procedure bedoeld in artikel 77 van de
par l'article 78 de la Constitution. B.12.1. C'est le propre d'une loi interprétative de sortir ses effets à la date d'entrée en vigueur des dispositions législatives qu'elle interprète. Une loi interprétative est, en effet, celle qui donne à une disposition législative le sens qu'elle aurait dû recevoir dès son adoption. B.12.2. La non-rétroactivité des lois est une garantie ayant pour but de prévenir l'insécurité juridique. Cette garantie exige que le contenu du droit soit prévisible et accessible, de sorte que chacun puisse prévoir, à un degré raisonnable, les conséquences d'un acte déterminé au moment où cet acte se réalise. Cette garantie ne pourrait être éludée par le seul fait qu'une loi ayant un effet rétroactif serait présentée comme une loi interprétative. La Cour ne pourrait donc se dispenser d'examiner si une loi qualifiée d'interprétative est Grondwet die had moeten worden gevolgd, en niet die welke wordt geregeld in artikel 78 van de Grondwet. B.12.1. Het behoort tot het wezen van een interpretatieve wet dat zij terugwerkt tot op de datum van inwerkingtreding van de wetsbepalingen die zij interpreteert. Een interpretatieve wet is immers een wet die aan een wetsbepaling de betekenis geeft die zij, volgens de wetgever, reeds bij de aanneming ervan zou moeten hebben gekregen. B.12.2. De niet-retroactiviteit van wetten is een waarborg ter voorkoming van rechtsonzekerheid. Die waarborg vereist dat de inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat eenieder in redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling kan voorzien op het tijdstip dat die handeling wordt verricht. Die waarborg zou niet kunnen worden omzeild door het enkele feit dat een wet met terugwerkende kracht als een interpretatieve wet zou worden voorgesteld. Het Hof zou zich dus niet ervan kunnen ontslaan te onderzoeken of een als interpretatief gekwalificeerde wet bestaanbaar
compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
B.12.3. Sous réserve des règles applicables en droit pénal et du B.12.3. Onder voorbehoud van de in het strafrecht van toepassing
respect des décisions de justice passées en force de chose jugée, l'effet rétroactif qui s'attache à une disposition législative interprétative est justifié lorsque la disposition interprétée ne pouvait, dès l'origine, être raisonnablement comprise autrement que de la manière indiquée dans la disposition interprétative. B.12.4. Si tel n'est pas le cas, la disposition dite interprétative est en réalité une disposition rétroactive pure et simple, et sa rétroactivité ne peut se justifier que lorsqu'il est satisfait aux conditions auxquelles la validité d'une telle disposition est subordonnée. B.13.1. Comme il a été rappelé en B.3.4, la disposition entreprise, issue d'un amendement du Gouvernement, constitue une disposition législative qualifiée d'interprétative applicable aux cas visés par zijnde regels en van de eerbied voor de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissingen, is de terugwerkende kracht die het gevolg is van een interpretatieve wetsbepaling gerechtvaardigd in zoverre de geïnterpreteerde bepaling vanaf haar oorsprong redelijkerwijze niet anders kon worden begrepen dan is aangegeven in de interpretatieve bepaling. B.12.4. Wanneer dit niet het geval is, is de zogenoemde interpretatieve bepaling in werkelijkheid een zuiver retroactieve bepaling en kan de terugwerkende kracht ervan enkel worden verantwoord wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden waaraan de geldigheid van een dergelijke bepaling is onderworpen. B.13.1. Zoals in herinnering is gebracht in B.3.4, vormt de bestreden bepaling, die uit een amendement van de Regering is ontstaan, een als interpretatief gekwalificeerde wettelijke bepaling die van toepassing is op de gevallen bedoeld in de arresten van het Hof van Cassatie van
les arrêts de la Cour de cassation des 10 octobre 2002 et 21 février 10 oktober 2002 en 21 februari 2003 en vloeit ze voort uit een
2003 et provient d'une remarque de la section de législation du opmerking die de afdeling wetgeving van de Raad van State heeft
Conseil d'Etat formulée dans les avis qu'elle a donnés sur les gemaakt bij de voorontwerpen die geleid hebben tot de programmawetten
lois-programmes des 22 décembre 2003 et 9 juillet 2004 en projet. van 22 december 2003 en 9 juli 2004.
B.13.2. Dans son exposé, le ministre des Finances énonçait : B.13.2. In zijn uiteenzetting stelde de Minister van Financiën :
« Cette disposition légale interprétative se justifie dans la mesure « Deze interpretatieve wettelijke bepaling [is] gerechtvaardigd in
où la disposition interprétée ne pouvait, dès son origine,
raisonnablement se comprendre autrement que de la manière indiquée zoverre de geïnterpreteerde bepaling vanaf haar oorsprong
dans la disposition interprétative. redelijkerwijze niet anders kon worden begrepen dan is aangegeven in
La prescription des cotisations enrôlées dans les cas visés par les de interpretatieve bepaling. De verjaring van de ingekohierde
arrêts prémentionnés de la Cour de cassation a toujours été aanslagen in de door de voormelde arresten van het Hof van Cassatie
interrompue par la signification d'un commandement et la validité de beoogde gevallen, werd steeds gestuit door de betekening van een
ce dernier a toujours été reconnue jusqu'à la date de ces arrêts (voir dwangbevel en de rechtsgeldigheid ervan werd tot op het ogenblik van
également les conclusions du ministère public dans l'arrêt du 21 die arresten steeds erkend (zie ook de conclusie van het Openbaar
février 2003 de la Cour de cassation) » (Doc. parl., Chambre, Ministerie bij het arrest van 21 februari 2003 van het Hof van
2003-2004, DOC 51-1138/15, p. 2). Cassatie) » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 2).
B.14. La disposition entreprise, figurant dans le chapitre « B.14. De bestreden bepaling, die in het hoofdstuk « Interpretatie van
Interprétation de l'application de l'article 2244 du Code civil, en de toepassing van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, op het vlak
matière d'impôts sur les revenus », a pour objet d'interpréter le van de inkomstenbelastingen » is opgenomen, heeft tot doel het
commandement visé par les articles 148 et 149 de l'A.R./C.I.R. 1992 dwangbevel bedoeld in de artikelen 148 en 149 van het K.B./W.I.B. 1992
comme « constituant également un acte interruptif de prescription au te interpreteren « als een verjaringsstuitende akte in de zin van
sens de l'article 2244 du Code civil, même lorsque la dette d'impôt artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien de betwiste
contestée n'a pas de caractère certain et liquide ». belastingschuld geen zeker en vaststaand karakter heeft ».
Cette disposition implique donc que le commandement avait, en matière Die bepaling impliceert dus dat het dwangbevel, inzake de
d'impôts sur les revenus, une double nature : acte de poursuites inkomstenbelastingen, een tweevoudig karakter had : akte van
directes au sens des articles 148 et 149 de l'A.R./C.I.R. 1992 et acte onmiddellijke vervolging in de zin van de artikelen 148 en 149 van het
K.B./W.I.B. 1992 en verjaringsstuitende akte in de zin van artikel
interruptif de prescription au sens de l'article 2244 du Code civil, 2244 van het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien de betwiste
même lorsque la dette d'impôt contestée n'avait pas de caractère belastingschuld geen zeker en vaststaand karakter had.
certain et liquide. B.15. Il résulte tant de sa justification que de l'intitulé du B.15. Zowel uit de verantwoording van de bestreden bepaling als uit
chapitre dans lequel elle se situe et de sa formulation même que la het opschrift van het hoofdstuk waarin ze zich bevindt en uit de
disposition entreprise entend interpréter l'article 2244 du Code formulering zelf ervan blijkt dat die bepaling artikel 2244 van het
civil, disposition à laquelle renvoie l'article 145 de l'A.R./C.I.R. Burgerlijk Wetboek, een bepaling waarnaar artikel 145 van het
1992. K.B./W.I.B. 1992 verwijst, wil interpreteren.
En interprétant le commandement visé par les articles 148 et 149 de Doordat de wetgever het dwangbevel bedoeld in de artikelen 148 en 149
l'A.R./C.I.R. 1992 comme un acte interruptif de prescription au sens van het K.B./W.I.B. 1992 interpreteert als een verjaringsstuitende
de l'article 2244 du Code civil, même lorsque la dette d'impôt akte in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, zelfs
contestée n'a pas de caractère certain et liquide, le législateur indien de betwiste belastingschuld geen zeker en vaststaand karakter
heeft, interpreteert hij noodzakelijkerwijze, inzake
interprète nécessairement, en matière d'impôts sur les revenus, la inkomstenbelastingen, het begrip bevel tot betaling in de zin van
notion de commandement au sens de l'article 2244 du Code civil. artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek.
B.16.1. L'article 2244 du Code civil détermine l'effet - interruption B.16.1. Artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek stelt de werking -
de la prescription - d'un commandement, mais ne définit toutefois ni stuiting van de verjaring - van een bevel tot betaling vast, maar
ce qu'est un commandement ni les conditions de sa validité. definieert echter niet wat een bevel tot betaling is, noch de
B.16.2. Le législateur peut, par le biais d'une disposition geldigheidsvoorwaarden ervan.
interprétative, préciser les conditions d'application d'une B.16.2. De wetgever kan, via een interpretatieve bepaling, de
disposition législative. toepassingsvoorwaarden van een wetsbepaling preciseren.
Dès lors qu'une disposition interprétative confère à la disposition Wanneer een interpretatieve bepaling aan de geïnterpreteerde bepaling
interprétée le sens qu'elle est censée avoir eu dès l'origine, cette de betekenis verleent die ze geacht wordt te hebben gehad van bij het
interprétation ne peut toutefois aboutir à créer une distinction dans ontstaan, kan die interpretatie echter niet leiden tot het creëren van
la signification de la disposition en fonction de son champ een onderscheid in de betekenis van de bepaling naar gelang van de
d'application. toepassingsfeer ervan.
B.17.1. Il résulte du terme « également » de la disposition entreprise B.17.1. Uit het woord « ook » in de bestreden bepaling blijkt dat die
que cette disposition ajoute, ou à tout le moins précise, une
signification supplémentaire de la notion de commandement au sens de bepaling een bijkomende betekenis toevoegt aan het begrip bevel tot
l'article 2244 du Code civil, puisque celui-ci doit être interprété, betaling in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, of
daarvan althans een precisering inhoudt, vermits dit artikel, inzake
en matière d'impôts sur les revenus, comme un acte interruptif de inkomstenbelastingen, moet worden geïnterpreteerd als een
prescription « même lorsque la dette d'impôt contestée n'a pas de verjaringsstuitende akte, « zelfs indien de betwiste belastingschuld
caractère certain et liquide ». geen zeker en vaststaand karakter heeft ».
B.17.2. En outre, l'emploi du terme « Nonobstant » démontre que cette B.17.2. Bovendien toont het gebruik van het woord « niettegenstaande »
interprétation était loin de s'imposer, voire pouvait apparaître aan dat die interpretatie zich helemaal niet opdrong, en zelfs
contradictoire avec la nature du commandement en tant qu'acte tegenstrijdig kon blijken met de aard van het dwangbevel als daad van
d'exécution au sens des articles 148 et 149 de l'arrêté royal tenuitvoerlegging in de zin van de artikelen 148 en 149 van het
d'exécution du C.I.R. 1992. koninklijk besluit tot uitvoering van het W.I.B. 1992.
B.17.3. Enfin, en se limitant à interpréter la notion de commandement B.17.3. Doordat de bestreden bepaling zich ertoe beperkt het begrip
contenue dans l'article 2244 du Code civil dans la seule matière des bevel tot betaling in artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek te
impôts sur les revenus, la disposition entreprise confère au terme « interpreteren in de enkele aangelegenheid van de inkomstenbelastingen,
commandement » une signification différente selon la matière à verleent ze ten slotte aan de term « bevel tot betaling » een
verschillende betekenis naar gelang van de materie waarop hij wordt
laquelle il s'applique. toegepast.
La disposition entreprise ne peut dès lors être considérée comme De bestreden bepaling kan bijgevolg niet zo worden beschouwd dat ze
restituant à l'article 2244 du Code civil, disposition à vocation aan artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, een bepaling met algemene
générale, un sens originel qui serait limité à la matière des impôts draagwijdte, opnieuw een originele betekenis geeft die beperkt zou
sur les revenus. zijn tot de aangelegenheid van de inkomstenbelastingen.
B.17.4. Si, comme le Conseil des ministres l'allègue dans ses B.17.4. Indien, zoals de Ministerraad aanvoert in zijn memories, de
mémoires, la disposition entreprise vise à résoudre un problème qui ne bestreden bepaling ertoe strekt een probleem op te lossen dat enkel in
se pose qu'en droit fiscal, ce problème découle en réalité de het fiscaal recht rijst, vloeit dat probleem in werkelijkheid voort
l'inadéquation de la référence qui est faite dans l'article 145 de uit het onaangepaste karakter van de verwijzing die in artikel 145 van
l'arrêté d'exécution du C.I.R. 1992 - reproduit par ailleurs dans het besluit tot uitvoering van het K.B./W.I.B. 1992 - overigens
l'article 443bis du C.I.R. 1992, introduit par l'article 297 de la overgenomen in artikel 443bis van het W.I.B. 1992, ingevoerd bij
loi-programme du 22 décembre 2003 - aux modes d'interruption de la artikel 297 van de programmawet van 22 december 2003 - wordt gemaakt
prescription déterminés par l'article 2244 du Code civil; ce problème naar de in artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek vastgestelde wijzen
ne peut être résolu en interprétant la notion de commandement contenue van stuiting van de verjaring; dat probleem kan niet worden opgelost
dans l'article 2244 du Code civil et en limitant cette interprétation door het begrip bevel tot betaling in artikel 2244 van het Burgerlijk
Wetboek te interpreteren en die interpretatie te beperken tot de
à la matière des impôts sur les revenus. aangelegenheid van de inkomstenbelastingen.
La disposition entreprise ne peut dès lors être considérée comme une De bestreden bepaling kan bijgevolg niet worden beschouwd als een
disposition interprétative. interpretatieve bepaling.
Il s'ensuit que les moyens qui sont pris de la violation Daaruit volgt dat de middelen die zijn afgeleid uit de discriminatoire
discriminatoire des articles 77, 78 et 84 de la Constitution manquent schending van de artikelen 77, 78 en 84 van de Grondwet in rechte
en droit. falen.
B.18.1. La rétroactivité de dispositions législatives, qui est de nature à créer de l'insécurité juridique, ne peut se justifier que lorsqu'elle est indispensable au bon fonctionnement ou à la continuité du service public. S'il s'avère en outre que la rétroactivité de la norme législative a pour effet d'influencer dans un sens déterminé l'issue d'une ou de plusieurs procédures judiciaires ou d'empêcher les juridictions de se prononcer, la nature du principe en cause exige que des circonstances exceptionnelles ou des motifs impérieux d'intérêt général justifient cette intervention du législateur qui porte atteinte, au détriment d'une catégorie de citoyens, aux garanties juridictionnelles offertes à tous. B.18.2. Dès lors que la disposition entreprise influence des procédures pendantes, la Cour doit examiner si la rétroactivité de la disposition attaquée satisfait à chacune des conditions exprimées en B.18.1. B.19.1. Comme il a été indiqué en B.13.2, la disposition entreprise était justifiée par le fait que la prescription d'impôts contestés avait toujours été interrompue par la signification d'un commandement et la validité de ce dernier a toujours été reconnue jusqu'à la date B.18.1. De terugwerkende kracht van wetsbepalingen, die van die aard is dat zij rechtsonzekerheid in het leven kan roepen, kan enkel worden verantwoord wanneer zij onontbeerlijk is voor de goede werking of de continuïteit van de openbare dienst. Indien bovendien blijkt dat de terugwerkende kracht van de wetskrachtige norm tot gevolg heeft dat de afloop van een of meer gerechtelijke procedures in een welbepaalde zin wordt beïnvloed of dat rechtscolleges verhinderd worden zich uit te spreken, vergt de aard van het in het geding zijnde beginsel dat uitzonderlijke omstandigheden of dwingende motieven van algemeen belang een verantwoording bieden voor dat optreden van de wetgever, dat ten nadele van een categorie van burgers inbreuk maakt op de jurisdictionele waarborgen die aan allen worden geboden. B.18.2. Aangezien de bestreden bepaling hangende procedures beïnvloedt, moet het Hof onderzoeken of de terugwerkende kracht van de aangevochten bepaling voldoet aan elk van de in B.18.1 vermelde voorwaarden. B.19.1. Zoals is aangegeven in B.13.2 werd de bestreden bepaling verantwoord door het feit dat de verjaring van betwiste belastingen steeds gestuit werd door de betekening van een dwangbevel en de rechtsgeldigheid ervan steeds werd erkend tot op het ogenblik van de
des arrêts de la Cour de cassation des 10 octobre 2002 et 21 février arresten van het Hof van Cassatie van 10 oktober 2002 en 21 februari
2003 (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 2). 2003 (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 2).
S'il existait une controverse sur la nature du commandement au sens de Ofschoon er een controverse bestond over de aard van het bevel tot
l'article 2244 du Code civil, rien ne permettait cependant, avant les betaling in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek, was
arrêts précités de la Cour de cassation, de rejeter la thèse du double effet du commandement, avancée par l'administration, selon laquelle un commandement, irrégulier en tant qu'acte d'exécution, pouvait toutefois conserver ses effets en tant qu'acte interruptif de prescription. En effet, lors de l'adoption du Code civil en 1804, le commandement n'était pas considéré comme un acte d'exécution, mais comme un acte préparatoire contenant la manifestation de la volonté du créancier d'obtenir paiement des sommes dues. Après l'entrée en vigueur du Code judiciaire, plus précisément de ses het echter, vóór de voormelde arresten van het Hof van Cassatie, geenszins mogelijk om de door de administratie aangevoerde stelling van de tweevoudige werking van het bevel tot betaling te verwerpen, stelling volgens welke een onregelmatig bevel tot betaling als daad van tenuitvoerlegging evenwel zijn gevolgen kon behouden als verjaringsstuitende akte. Bij de aanneming van het Burgerlijk Wetboek in 1804, werd het bevel tot betaling niet beschouwd als een daad van tenuitvoerlegging maar als een voorbereidende daad die de uiting van de wil van de schuldeiser bevat om de betaling van de verschuldigde sommen te verkrijgen. Na de inwerkingtreding van het Gerechtelijk Wetboek, meer bepaald de
articles 1494 et suivants, une controverse portant sur la nature du artikelen 1494 en volgende ervan, is er een controverse ontstaan over
de aard van het bevel tot betaling, waarbij sommigen oordeelden dat
commandement est née, certains considérant que le commandement n'était het bevel tot betaling niet langer een voorbereidende daad was maar
plus un acte préparatoire mais un acte d'exécution. Si le commandement een daad van tenuitvoerlegging. Ofschoon het dwangbevel bedoeld in de
visé par les articles 148 et 149 de l'A.R./C.I.R. 1992 constitue un artikelen 148 en 149 van het K.B./W.I.B. 1992 een daad van
acte d'exécution dont la validité est subordonnée au caractère liquide tenuitvoerlegging vormt waarvan de geldigheid afhankelijk is van het
et certain de la dette, les effets du commandement au sens de zekere en vaststaande karakter van de schuld, zijn de gevolgen van het
l'article 2244 du Code civil ne sont pas subordonnés à des conditions de validité légalement prévues. Cependant, ni les dispositions précitées du Code judiciaire ni aucun arrêt de la Cour de cassation n'excluaient la validité du commandement en tant qu'acte interruptif de prescription, lorsque la dette n'est pas certaine et liquide. Au contraire, certaines décisions des juridictions de fond reconnaissaient cet effet interruptif de prescription à un commandement, indépendamment de sa validité en tant qu'acte d'exécution. bevel tot betaling in de zin van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek niet afhankelijk van geldigheidsvoorwaarden waarin wettelijk is voorzien. Noch de voormelde bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, noch enig arrest van het Hof van Cassatie, sloten echter de rechtsgeldigheid uit van het dwangbevel als verjaringsstuitende akte, wanneer de schuld niet zeker en vaststaand is. Bij bepaalde beslissingen van de feitenrechters is integendeel erkend dat een bevel tot betaling die verjaringsstuitende werking heeft, ongeacht de rechtsgeldigheid ervan als daad van tenuitvoerlegging.
B.19.2. Cette conception avait inspiré la pratique administrative en B.19.2. Die opvatting had de administratieve praktijk inzake
matière d'impôts sur les revenus et elle avait incité de nombreux inkomstenbelastingen geïnspireerd en zette talrijke
contribuables à signer une renonciation au temps couru de la belastingplichtigen aan een afstand van de op de verjaring verlopen
prescription. termijn te ondertekenen.
B.19.3. En outre, par un arrêt du 28 octobre 1993, la Cour de B.19.3. Bovendien had het Hof van Cassatie, bij een arrest van 28
cassation avait cassé un arrêt de la Cour d'appel de Liège parce que oktober 1993, een arrest van het Hof van Beroep te Luik verbroken,
celle-ci n'avait pas répondu aux conclusions de l'Etat belge qui omdat dit Hof niet had geantwoord op de conclusies van de Belgische
faisait valoir que le commandement avait « notamment pour but Staat die aanvoerde dat het dwangbevel « onder meer ertoe strekte de
d'interrompre la prescription, conformément à l'article 194 de verjaring te stuiten overeenkomstig artikel 194 van het koninklijk
besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen
l'arrêté royal du Code des impôts sur les revenus [...] » et la Cour [...] » en had het Hof van Beroep te Brussel, het rechtscollege
d'appel de Bruxelles, juridiction de renvoi, avait jugé, par un arrêt waarnaar werd verwezen, in een arrest van 24 juni 1997 geoordeeld «
du 24 juin 1997, « que pareil commandement vaut comme acte interruptif dat een dergelijk dwangbevel als stuitende handeling geldt in de zin
au sens de l'article 2244 du Code civil et n'est pas énervé par la van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek en niet wordt ontkracht
nullité de la saisie-exécution qui l'a suivi, l'effet interruptif de door de nietigheid van het daaropvolgend uitvoerend beslag, aangezien
commandement étant indépendant des effets de l'acte exécutoire en tant de stuitende werking van het dwangbevel losstaat van de gevolgen van
que tel » (Bruxelles, 24 juin 1997, J.T., 1998, pp. 458-459). de handeling van tenuitvoerlegging als dusdanig » (Brussel, 24 juni
1997, J.T., 1998, pp. 458-459).
B.19.4. Dès lors qu'il avait signifié un commandement, l'Etat pouvait B.19.4. Wanneer de Staat een dwangbevel had betekend, kon hij wettig
donc légitimement estimer avoir valablement interrompu la ervan uitgaan dat hij op geldige wijze de verjaring had gestuit, zelfs
prescription, même lorsque la dette d'impôt était contestée. wanneer de belastingschuld werd betwist.
B.19.5. Par ailleurs, le ministre des Finances a fait observer ce qui B.19.5. Overigens heeft de Minister van Financiën omtrent de bestreden
suit au sujet de la disposition entreprise : bepaling het volgende opgemerkt :
« [Elle] permet d'éviter une discrimination arbitraire entre les « [Door die bepaling wordt] een arbitraire discriminatie vermeden
contribuables qui ont souscrit une renonciation au temps couru de la tussen belastingschuldigen die verzaakt hebben aan de op de verjaring
verlopen termijn en diegenen die geweigerd hebben dergelijke verzaking
prescription et ceux qui ont refusé de signer une telle renonciation te ondertekenen en de betekening van een dwangbevel hebben afgewacht.
et ont attendu la signification d'un commandement. Indien geen verzaking aan de op de verjaring verlopen termijn wordt
Si aucune renonciation au temps couru de la prescription n'a été ondertekend, is de betekening van een dwangbevel de enige mogelijkheid
signée, la signification d'un commandement constitue la seule voor de ontvanger om de verjaring te stuiten. Ingevolge de recente
possibilité pour le receveur d'interrompre la prescription. Selon la rechtspraak van het Hof van Cassatie zou ook die mogelijkheid
récente jurisprudence de la Cour de cassation, cette possibilité verdwijnen, zodat het intreden van de verjaring niet kan vermeden
disparaîtrait également de sorte que la prescription ne pourrait être évitée. worden. Aangezien de belastingschuldigen zelf de belastingen hebben
Etant donné que les contribuables ont eux-mêmes contesté les impôts, betwist, konden zij geen gewettigde verwachting koesteren dat de
ils ne pouvaient légalement escompter que la dette fiscale serait belastingschuld daarmede ook zou verjaren. Het zou onredelijk zijn te
prescrite de ce fait. Il ne paraîtrait pas raisonnable pour un verwachten dat een belastingschuldige zich zou kunnen bevrijden door
contribuable d'escompter se libérer en introduisant un recours tandis een bezwaar of een beroep in te stellen terwijl de Staat de heffing
que l'Etat ne peut recouvrer l'imposition » (Doc. parl., Chambre, niet kan invorderen » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/015,
2003-2004, DOC 51-1138/015, pp. 2-3). pp. 2-3).
B.19.6. Bien que les arrêts de la Cour de cassation des 10 octobre B.19.6. Hoewel de arresten van het Hof van Cassatie van 10 oktober
2002 et 21 février 2003 n'aient, juridiquement, qu'une autorité de 2002 en 21 februari 2003, juridisch gezien, slechts een relatief gezag
chose jugée relative, ils ont, en ce qu'ils ont tranché la question de van gewijsde hebben, bezitten zij, in zoverre daarin de rechtsvraag is
droit qui concerne la nature et les effets d'un commandement, une beslecht met betrekking tot de aard en de gevolgen van een dwangbevel,
autorité de fait qui s'impose à toutes les juridictions puisque les een feitelijk gezag dat zich aan alle rechtscolleges opdringt, vermits
décisions qui s'écarteraient de la réponse donnée par la Cour de de beslissingen die zouden afwijken van het door het Hof van Cassatie
cassation risqueraient d'être cassées pour violation de la loi, telle gegeven antwoord verbroken zouden dreigen te worden wegens schending
qu'elle est interprétée par la Cour de cassation. Il ressort van de wet, zoals die door het Hof van Cassatie wordt geïnterpreteerd.
d'ailleurs de la jurisprudence invoquée par les parties requérantes Uit de door de verzoekende partijen aangevoerde rechtspraak blijkt
que les juridictions de fond se sont ralliées à la solution adoptée overigens dat de feitenrechters zich hebben aangesloten bij de
par les deux arrêts de la Cour de cassation précités. oplossing die is aangenomen in de beide voormelde arresten van het Hof van Cassatie.
B.19.7. Les arrêts des 10 octobre 2002 et 21 février 2003 ont donc eu B.19.7. De arresten van 10 oktober 2002 en 21 februari 2003 hebben tot
pour conséquence de priver d'effet, de manière rétroactive, le mode gevolg gehad dat de wijze van stuiting van de verjaring die gewoonlijk
d'interruption de la prescription communément utilisé en matière inzake inkomstenbelastingen werd gehanteerd, op retroactieve wijze,
d'impôts sur les revenus ainsi qu'il a été indiqué en B.13.2. Une haar uitwerking werd ontnomen, zoals is aangegeven in B.13.2. Een
catégorie de contribuables s'est ainsi vue libérée d'une dette qu'ils categorie van belastingplichtingen werd aldus bevrijd van een schuld
avaient contestée mais dont il ne peut être présumé qu'elle n'était die ze hadden betwist maar waarvan niet kan worden vermoed dat ze niet
pas due. C'est pour neutraliser l'effet rétroactif de la règle verschuldigd was. De wetgever heeft zelf een retroactieve bepaling
jurisprudentielle dégagée par les arrêts précités que le législateur a aangenomen om de retroactieve werking van de met de voormelde arresten
lui-même adopté une disposition rétroactive. ontstane jurisprudentiële regel te neutraliseren.
B.19.8. Le recours à une disposition rétroactive peut également B.19.8. Dat een retroactieve bepaling wordt aangewend kan te dezen
s'expliquer en l'espèce par l'absence d'une disposition permettant de tevens worden verklaard door de ontstentenis van een bepaling die het
demander à la Cour de cassation de limiter dans le temps les effets mogelijk maakt aan het Hof van Cassatie te vragen om de gevolgen van
des positions de principe adoptées par ses arrêts, alors que tant la de in zijn arresten aangenomen principiële standpunten in de tijd te
Cour de justice des Communautés européennes (article 231, deuxième beperken, terwijl zowel het Hof van Justitie van de Europese
alinéa, du Traité CE), que la Cour d'arbitrage (article 8, alinéa 2, Gemeenschappen (artikel 231, tweede alinea, van het E.G.-Verdrag), als
de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage) et le het Arbitragehof (artikel 8, tweede lid, van de bijzondere wet van 6
Conseil d'Etat (article 14ter des lois sur le Conseil d'Etat januari 1989 op het Arbitragehof) en de Raad van State (artikel 14ter
coordonnées le 12 janvier 1973) peuvent maintenir les effets des actes van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State)
qu'ils annulent. de gevolgen van akten die ze vernietigen kunnen handhaven.
B.19.9. La première réaction du législateur aux arrêts de la Cour de B.19.9. De eerste reactie van de wetgever op de voormelde arresten van
cassation précités dans la loi-programme du 22 décembre 2003 a het Hof van Cassatie in de programmawet van 22 december 2003 leidde
entraîné l'insertion dans le C.I.R. des articles 443bis et 443ter sous tot invoeging, in het W.I.B., van de artikelen 443bis en 443ter onder
un nouveau chapitre IXbis : « Prescription des droits du Trésor ». een nieuw hoofdstuk IXbis : « Verjaring van de rechten van de Schatkist ».
La disposition attaquée de la loi-programme du 9 juillet 2004 a De bestreden bepaling van de programmawet van 9 juli 2004
complété cette réaction du législateur. vervolledigde die reactie van de wetgever.
Compte tenu du délai rapproché séparant leur adoption, ces Rekening houdend met de korte termijn tussen het aannemen van die
dispositions doivent être considérées comme formant, ensemble, la bepalingen, moeten zij geacht worden de gezamenlijke reacties op de
réaction du législateur aux arrêts précités. voormelde arresten te zijn.
B.19.10. Par ailleurs, il a été constaté, au cours des travaux B.19.10. Bovendien is tijdens de parlementaire voorbereiding
préparatoires, d'une part, que l'arriéré fiscal, en matière d'impôts vastgesteld, enerzijds, dat de fiscale achterstand inzake de
sur les revenus, « est constitué à plus de quarante pour cent de inkomstenbelastingen « voor meer dan veertig procent bestaat uit
cotisations contestées » (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC betwiste aanslagen » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-0473/001 en
51-0473/001 et 51-0474/001, p. 148) et, d'autre part, que certains 51-0474/001, p. 148) en, anderzijds, dat bepaalde dossiers die het
dossiers qui allaient bénéficier de la position adoptée par la Cour de voordeel van het door het Hof van Cassatie ingenomen standpunt zouden
cassation « concernaient la grande fraude fiscale » (Doc. parl., genieten betrekking hadden « op grote fiscale fraude » (Parl. St.,
Chambre, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 7). La mesure a pu être Kamer, 2003-2004, DOC 51-1138/015, p. 7). In zoverre hij, zonder
considérée comme répondant à des exigences d'intérêt général en ce vooruit te lopen op de rechten van de belastingplichtigen, de rechten
que, sans préjuger des droits des contribuables, elle préservait les van de Schatkist vrijwaarde ten aanzien van betwiste belastingen, kon
droits du Trésor à l'égard d'impositions contestées. B.19.11. Enfin, l'effet rétroactif de la disposition entreprise ne restreint pas de manière disproportionnée les droits des contribuables, qui estimaient, jusqu'aux arrêts de la Cour de cassation, que le commandement qui leur avait été signifié, avait valablement interrompu la prescription. Le fait qu'ils ont pu, de manière inattendue, espérer bénéficier de la jurisprudence précitée de la Cour de cassation, ne peut priver de justification l'intervention du législateur. B.20. Il apparaît donc que la mesure est justifiée par des circonstances particulières et exceptionnelles et qu'elle est dictée par des motifs impérieux d'intérêt général. En ce qui concerne les différences de traitement alléguées de maatregel geacht worden te beantwoorden aan vereisten van algemeen belang. B.19.11. Ten slotte beperkt de terugwerkende kracht van de bestreden bepaling niet op onevenredige wijze de rechten van de belastingplichtigen, die, tot de arresten van het Hof van Cassatie, ervan uitgingen dat het bevel dat hun werd betekend, de verjaring geldig had gestuit. Het feit dat zij op onverwachte wijze vermochten te hopen het voordeel van de voormelde rechtspraak van het Hof van Cassatie te genieten, kan geen afbreuk doen aan de verantwoording van het optreden van de wetgever. B.20. Het blijkt dus dat de maatregel is verantwoord door uitzonderlijke omstandigheden en is ingegeven door dwingende motieven van algemeen belang. Wat betreft de aangevoerde verschillen in behandeling
B.21. Une deuxième série de moyens critiquent, indépendamment de la qualification de la disposition en cause, les différences de traitement que cette disposition engendrerait. Ces moyens invoquent la violation des articles 10, 11, 13, 16 et 172 de la Constitution, lus en combinaison avec ses articles 77, 78, 84 et 144 et avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme. Selon les requérants, la disposition entreprise créerait une différence de traitement injustifiée entre les débiteurs d'une dette fiscale contestée et les débiteurs de droit commun, ainsi qu'entre l'Etat belge créancier d'un contribuable qui conteste sa dette d'impôt et les autres créanciers de ce contribuable, puisqu'en droit commun, un commandement irrégulier est nul et de nul effet. Par ailleurs, la disposition entreprise créerait une différence de traitement injustifiée entre les contribuables confrontés à la réouverture de la prescription de leur impôt et les contribuables qui ont vu la prescription de leur impôt constatée par une décision judiciaire sur la base de la jurisprudence de la Cour de cassation et dont les dossiers sont définitivement clos. B.22.1. Comme il a été rappelé précédemment, la disposition entreprise vise à protéger les intérêts du Trésor en réagissant à une jurisprudence dont les effets peuvent être considérés comme suffisamment inattendus pour justifier une intervention du législateur. Dès lors que cette jurisprudence ne concernait que la matière des impôts sur les revenus, le législateur pouvait limiter son intervention à cette matière. B.22.2. En effet, même si les créanciers et débiteurs fiscaux et de droit commun peuvent être considérés comme des personnes comparables, le problème de l'effet interruptif de prescription d'un commandement signifié en l'absence de titre exécutoire est étroitement lié au mode d'établissement et de recouvrement de l'impôt, qui n'est pas comparable au mode d'établissement et de recouvrement d'une créance de droit commun. B.23. En outre, la différence de traitement alléguée entre les contribuables confrontés à la réouverture de la prescription de leur impôt et les contribuables qui ont vu la prescription de leur impôt constatée par une décision judiciaire, ne résulte pas de la disposition entreprise - dont l'effet rétroactif est justifié, comme il a été indiqué en B.19 à B.20 -, mais du respect qui s'attache aux décisions de justice passées en force de chose jugée. Même quand il légifère rétroactivement, le législateur ne peut, en effet, sous peine de méconnaître un des principes essentiels de l'Etat de droit, remettre en cause les décisions judiciaires devenues définitives. B.24.1. Enfin, il n'apparaît pas que la mesure ait des effets disproportionnés ni qu'elle porte atteinte de manière disproportionnée aux droits fondamentaux invoqués par les parties requérantes. B.24.2. Les contribuables qui avaient contesté l'impôt qui leur était réclamé n'avaient pas acquis contre l'Etat un droit de créance égal au montant de l'impôt contesté. A supposer qu'ils soient affectés dans leur droit au respect de leurs biens au sens de l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, ce serait conformément au deuxième alinéa de cet article. Le législateur a pu, en se fondant sur cette disposition, pour les raisons exposées ci-dessus, considérer que la mesure critiquée était conforme à l'intérêt général et nécessaire pour assurer le paiement d'impôts dont il ne modifiait en rien les règles d'établissement. B.24.3. Ces contribuables ne sont pas davantage privés du droit à un recours effectif ou à un procès équitable puisqu'ils conservent le droit de poursuivre devant la juridiction compétente la réclamation qu'ils ont introduite pour contester l'impôt qui leur était réclamé. Si la loi attaquée exercera une influence sur des procédures pendantes, elle ne modifie pas le droit fiscal matériel qui s'y applique et, en ce qu'elle exerce une influence sur la prescription des dettes contestées, celle-ci est justifiée par les motifs impérieux d'intérêt général mentionnés ci-avant. B.25. Les moyens ne peuvent être accueillis. Par ces motifs, la Cour rejette les recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 7 décembre 2005. Le greffier, Le président, B.21. In een tweede reeks middelen worden, ongeacht de kwalificatie van de in het geding zijnde bepaling, de verschillen in behandeling bekritiseerd welke die bepaling zou veroorzaken. Die middelen voeren de schending aan van de artikelen 10, 11, 13, 16 en 172 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 77, 78, 84 en 144 ervan en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Volgens de verzoekers zou de bestreden bepaling een onverantwoord verschil in behandeling in het leven roepen tussen de schuldenaars van een betwiste belastingschuld en de schuldenaars die aan het gemeen recht zijn onderworpen, alsmede tussen de Belgische Staat als schuldeiser van een belastingplichtige die zijn belastingschuld betwist en de andere schuldeisers van die belastingplichtige, vermits in het gemeen recht een onregelmatig bevel tot betaling nietig is. Overigens zou de bestreden bepaling een onverantwoord verschil in behandeling in het leven roepen tussen de belastingplichtigen die worden geconfronteerd met de heropening van de verjaring van hun schuld en de belastingplichtigen ten aanzien van wie de verjaring is vastgesteld door een rechterlijke beslissing op grond van de rechtspraak van het Hof van Cassatie en wier dossiers definitief zijn gesloten. B.22.1. Zoals eerder in herinnering is gebracht, strekt de bestreden bepaling ertoe de belangen van de Schatkist te beschermen door in te spelen op een rechtspraak waarvan de gevolgen als voldoende onverwacht kunnen worden beschouwd om een optreden van de wetgever te verantwoorden. Aangezien die rechtspraak enkel betrekking had op de aangelegenheid van de inkomstenbelastingen, vermocht de wetgever zijn optreden te beperken tot die aangelegenheid. B.22.2. Zelfs indien de aan het fiscaal recht en de aan het gemeen recht onderworpen schuldeisers en schuldenaars als vergelijkbare personen kunnen worden beschouwd, is het probleem van de verjaringsstuitende werking van een dwangbevel dat is betekend bij ontstentenis van uitvoerbare titel immers nauw verbonden met de wijze van vaststelling en inning van de belasting, die niet vergelijkbaar is met de wijze van vaststelling en inning van een gemeenrechtelijke schuldvordering. B.23. Bovendien vloeit het aangevoerde verschil in behandeling tussen de belastingplichtigen die met een heropening van de verjaring van hun belasting worden geconfronteerd en de belastingplichtigen ten aanzien van wie de verjaring van hun belasting werd vastgesteld bij rechterlijke beslissing, niet voort uit de bestreden bepaling - waarvan de retroactieve werking verantwoord is, zoals is aangegeven in B.19 tot B.20 - maar uit de inachtneming van de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissingen. Zelfs wanneer hij wetgevend optreedt met terugwerkende kracht, vermag de wetgever immers niet, op straffe van een van de essentiële beginselen van de rechtsstaat te schenden, de definitief geworden rechterlijke beslissingen in het gedrang te brengen. B.24.1. Ten slotte blijkt niet dat de maatregel onevenredige gevolgen heeft, noch dat hij op onevenredige wijze afbreuk doet aan de door de verzoekende partijen aangevoerde grondrechten. B.24.2. De belastingplichtigen die de van hen gevorderde belasting hadden betwist, hadden tegenover de Staat geen vorderingsrecht verworven gelijk aan het bedrag van de betwiste belasting. In de veronderstelling dat zij worden geraakt in hun recht op ongestoord genot van hun eigendom, in de zin van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zou dat in overeenstemming zijn met het tweede lid van dat artikel. Doordat de wetgever zich, om de hiervoor uiteengezette redenen, op die bepaling baseert, vermocht hij te oordelen dat de bekritiseerde maatregel in overeenstemming was met het algemeen belang en noodzakelijk was om de betaling te verzekeren van belastingen waarvan hij geenszins de regels van vaststelling ervan wijzigde. B.24.3. Die belastingplichtigen worden evenmin beroofd van het recht op een daadwerkelijk beroep of op een eerlijk proces vermits zij het recht behouden om voor het bevoegde rechtscollege de door hen ingestelde vordering voort te zetten teneinde de van hen gevorderde belasting te betwisten. Ofschoon de aangevochten wet een invloed zal uitoefenen op de hangende procedures, wijzigt ze niet het materieel belastingrecht dat daarop wordt toegepast en, in zoverre zij een invloed uitoefent op de verjaring van de betwiste schulden, is zij verantwoord door de hiervoor vermelde dwingende motieven van algemeen belang. B.25. De middelen kunnen niet worden aangenomen. Om die redenen, het Hof verwerpt de beroepen. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 7 december 2005. De griffier, De voorzitter,
P.-Y. Dutilleux. M. Melchior. P.-Y. Dutilleux. M. Melchior.
^