← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 71/2005 du 20 avril 2005 Numéros du rôle : 3010 et 3050 En
cause : les recours en annulation des articles 375 et 376 de la loi-programme du 22 décembre 2003 La
Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges A. Alen, J.-P.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 71/2005 du 20 avril 2005 Numéros du rôle : 3010 et 3050 En cause : les recours en annulation des articles 375 et 376 de la loi-programme du 22 décembre 2003 La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges A. Alen, J.-P.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 71/2005 van 20 april 2005 Rolnummers 3010 en 3050 In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 375 en 376 van de programmawet van 22 december 2003 Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters A. Alen(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 71/2005 du 20 avril 2005 | Uittreksel uit arrest nr. 71/2005 van 20 april 2005 |
Numéros du rôle : 3010 et 3050 | Rolnummers 3010 en 3050 |
En cause : les recours en annulation des articles 375 et 376 de la | In zake : de beroepen tot vernietiging van de artikelen 375 en 376 van |
loi-programme du 22 décembre 2003 (« Modifications des articles 835 et | de programmawet van 22 december 2003 (« Wijzigingen van de artikelen |
837 du Code judiciaire »), introduits par S. d'Orazio et M. Jebari. | 835 en 837 van het Gerechtelijk Wetboek »), ingesteld door S. d'Orazio en M. Jebari. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges A. Alen, | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du | A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des recours et procédure | I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging |
a. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le | a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 28 mei |
28 mai 2004 et parvenue au greffe le 1er juin 2004, S. d'Orazio, | 2004 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 1 juni |
demeurant à 1480 Clabecq, rue du Parc 140, a introduit un recours en | 2004, heeft S. d'Orazio, wonende te 1480 Klabbeek, rue du Parc 140, |
annulation de l'article 835 du Code judiciaire, tel qu'il a été | beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 835 van het Gerechtelijk |
remplacé par l'article 375 de la loi-programme du 22 décembre 2003 | Wetboek, zoals vervangen bij artikel 375 van de programmawet van 22 |
(publiée au Moniteur belge du 31 décembre 2003). | december 2003 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2003). |
b. Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le | b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 30 juni |
30 juin 2004 et parvenue au greffe le 2 juillet 2004, M. Jebari, | 2004 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2 juli |
faisant élection de domicile à 1020 Bruxelles, rue de Molenbeek 141, a | 2004, heeft M. Jebari, die keuze van woonplaats doet te 1020 Brussel, |
Molenbeeksestraat 141, beroep tot vernietiging ingesteld van de | |
introduit un recours en annulation des articles 375 et 376 de la | artikelen 375 en 376 van de programmawet van 22 december 2003 (« |
loi-programme du 22 décembre 2003 (« Modifications des articles 835 et | Wijzigingen van de artikelen 835 en 837 van het Gerechtelijk Wetboek |
837 du Code judiciaire ») (publiée au Moniteur belge du 31 décembre 2003). | »)(bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 december 2003). |
Ces affaires, inscrites sous les numéros 3010 et 3050 du rôle de la | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3010 en 3050 van de rol van |
Cour, ont été jointes. | het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
II. En droit | II. In rechte |
(...) | (...) |
En ce qui concerne la recevabilité | Ten aanzien van de ontvankelijkheid |
B.1. Aux termes de l'article 142 de la Constitution et de l'article 2, | B.1. Naar luid van artikel 142 van de Grondwet en artikel 2, 2°, van |
2°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, | de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof dient iedere |
toute personne physique ou morale qui introduit un recours en | natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging |
annulation doit justifier d'un intérêt. | instelt, te doen blijken van een belang. |
L'intérêt doit exister au moment de l'introduction de la requête et | Het belang dient te bestaan op het ogenblik van de indiening van het |
subsister jusqu'au prononcé de l'arrêt. | verzoekschrift en dient te blijven bestaan tot de uitspraak van het |
Affaire n° 3010 B.2. Au moment où elle a introduit sa requête, la partie requérante était avocat stagiaire. Elle justifiait, à ce titre, de l'intérêt à demander l'annulation d'une disposition législative qui prévoit que les demandes en récusation doivent être signées par un avocat inscrit depuis plus de dix ans au barreau. Toutefois, au moment où l'affaire a été mise en état d'être plaidée et prise en délibéré, la partie requérante avait, à sa demande, été omise de la liste des stagiaires. La circonstance que la partie requérante a invoquée à l'audience d'une possible réinscription au barreau, accompagnée d'une lettre d'un avocat attestant qu'il l'accueillerait bien volontiers au sein de son cabinet, est trop hypothétique pour considérer que la partie requérante peut encore être affectée par la disposition qu'elle conteste. B.3. Le recours en annulation est irrecevable. B.4. Dès lors que la partie requérante n'a pas d'intérêt à demander | arrest. Zaak nr. 3010 B.2. Op het ogenblik waarop zij haar verzoekschrift heeft ingediend, was de verzoekende partij advocaat-stagiair. In die hoedanigheid deed zij blijken van het belang om de vernietiging te vorderen van een wetsbepaling die voorschrijft dat de vorderingen tot wraking moeten worden ondertekend door een advocaat die sedert meer dan tien jaar bij de balie is ingeschreven. Op het ogenblik waarop de zaak in gereedheid is gebracht om te worden gepleit en in beraad genomen, was de verzoekende partij, op haar verzoek, evenwel niet langer ingeschreven op de lijst van de stagiairs. De omstandigheid dat de verzoekende partij tijdens de terechtzitting heeft aangevoerd dat zij zich misschien opnieuw bij de balie gaat inschrijven, vergezeld van een brief van een advocaat die getuigt dat hij de verzoekende partij graag in zijn kantoor zou opnemen, is te hypothetisch om te stellen dat de verzoekende partij nog kan worden geraakt door de bepaling die zij aanvecht. B.3. Het beroep tot vernietiging is niet ontvankelijk. B.4. Nu de verzoekende partij geen belang heeft om de vernietiging van |
l'annulation de la disposition attaquée, l'intervention dans cette | de bestreden bepaling te vorderen, is de tussenkomst in die procedure |
procédure n'est pas non plus recevable. | evenmin ontvankelijk. |
Affaire n° 3050 | Zaak nr. 3050 |
Quant à la demande de récusation | Ten aanzien van de vordering tot wraking |
B.5. La partie requérante a introduit une « demande en récusation de | B.5. De verzoekende partij heeft een vordering ingediend « tot wraking |
tous les magistrats qui vont siéger dans la présente cause pour cause | van alle magistraten die in deze zaak zitting zullen hebben, wegens |
de suspicion légitime ». Cette demande ne peut être traitée dans le | gewettigde verdenking ». Die vordering kan niet worden behandeld in |
cadre de la procédure en récusation prévue par les articles 101 et 102 | het kader van de wrakingsprocedure waarin de artikelen 101 en 102 van |
de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage : selon | de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof voorzien : |
volgens die bijzondere wet kan het Hof geen andere zetel van zeven | |
cette loi spéciale, la Cour ne peut composer un autre siège de sept | leden samenstellen om de wrakende partij en de gewraakten te horen, |
membres pour entendre le récusant et les récusés, prononcer l'arrêt | het arrest over de wraking uit te spreken en, in voorkomend geval, in |
sur la récusation et, le cas échéant, siéger et délibérer, autrement | een andere samenstelling zitting te houden en te beraadslagen over de |
composée, dans l'affaire au fond. | grond van de zaak. |
La « requête en récusation » est rejetée. | Het « verzoekschrift tot wraking » wordt verworpen. |
Pour les mêmes motifs, la « requête en réouverture des débats » et la | Om dezelfde redenen worden het « verzoekschrift tot heropening van de |
« requête en récusation récursive » sont rejetées. | debatten » en het « herhaald verzoekschrift tot wraking » verworpen. |
Quant à la recevabilité | Ten aanzien van de ontvankelijkheid |
B.6. Pour justifier de son intérêt au recours, la partie requérante fait valoir que la loi porte atteinte de manière discriminatoire aux droits garantis aux justiciables des cours et tribunaux. Dans son mémoire en réponse, la partie requérante fait état d'une requête en conciliation qu'elle aurait introduite sur pied des articles 731 à 734 du Code judiciaire. Le lien n'étant pas suffisamment établi entre la norme attaquée, qui a pour objet de régler la procédure en récusation, et la situation de la partie requérante, le recours doit être considéré comme une action populaire, que le Constituant n'a pas voulu admettre. B.7. Le recours en annulation est irrecevable. Par ces motifs, la Cour rejette les recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 20 avril 2005, par le juge P. Martens, en remplacement du président M. Melchior, légitimement empêché d'assister au prononcé du présent arrêt. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président f.f., | B.6. Om van haar belang bij het beroep te doen blijken, voert de verzoekende partij aan dat de wet op een discriminerende manier inbreuk maakt op de rechten die aan de rechtsonderhorigen van de hoven en rechtbanken worden gewaarborgd. In haar memorie van antwoord maakt de verzoekende partij gewag van een verzoekschrift tot verzoening dat zij zou hebben ingediend op grond van de artikelen 731 tot 734 van het Gerechtelijk Wetboek. Aangezien het verband tussen de aangevochten norm, die tot doel heeft de wrakingsprocedure te regelen, en de situatie van de verzoekende partij niet voldoende is aangetoond, dient het beroep als een actio popularis te worden beschouwd, die de Grondwetgever niet heeft willen toestaan. B.7. Het beroep tot vernietiging is niet ontvankelijk. Om die redenen, het Hof verwerpt de beroepen. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 20 april 2005, door rechter P. Martens, ter vervanging van voorzitter M. Melchior, wettig verhinderd zijnde de uitspraak van dit arrest bij te wonen. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De wnd. voorzitter, |
P. Martens. | P. Martens. |