← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 211/2004 du 21 décembre 2004 Numéro du rôle : 2875 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 260 du Code des impôts sur les revenus 1964 , posée par (...) La
Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges A. Alen, J.-P.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 211/2004 du 21 décembre 2004 Numéro du rôle : 2875 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 260 du Code des impôts sur les revenus 1964 , posée par (...) La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges A. Alen, J.-P.(...) | Uittreksel uit arrest nr. 211/2004 van 21 december 2004 Rolnummer 2875 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 260 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 , (...) Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters A. Alen(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 211/2004 du 21 décembre 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 211/2004 van 21 december 2004 |
Numéro du rôle : 2875 | Rolnummer 2875 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 260 du Code | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 260 van het |
des impôts sur les revenus 1964 (article 355 du Code des impôts sur | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (artikel 355 van het Wetboek |
les revenus 1992), posée par le Tribunal de première instance de Gand. | van de inkomstenbelastingen 1992), gesteld door de Rechtbank van |
La Cour d'arbitrage, | eerste aanleg te Gent. |
Het Arbitragehof, | |
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges A. Alen, | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du | A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, |
greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 30 octobre 2003 en cause de D. Nuelant contre l'Etat | Bij vonnis van 30 oktober 2003 in zake D. Nuelant tegen de Belgische |
belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage | Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
le 19 décembre 2003, le Tribunal de première instance de Gand a posé | ingekomen op 19 december 2003, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
la question préjudicielle suivante : | Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 260 du Code des impôts sur les revenus 1964 (actuellement | « Schendt artikel 260 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 |
l'article 355 du Code des impôts sur les revenus 1992) viole-t-il le | (thans artikel 355 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992) |
principe d'égalité contenu aux articles 10 et 11 de la Constitution en | het gelijkheidsbeginsel zoals vastgelegd in de artikelen 10 en 11 van |
ce que cette disposition confère à l'administration le pouvoir | de Grondwet doordat deze bepaling de administratie de bevoegdheid |
d'établir une nouvelle cotisation de remplacement, même après | verleent zelfs nadat de aanslagtermijnen zijn verstreken een nieuwe, |
l'expiration des délais d'imposition, lorsque la cotisation originaire | vervangende aanslag te vestigen wanneer de oorspronkelijke aanslag |
a été déclarée nulle soit par le directeur régional soit par le juge, | hetzij door de gewestelijke directeur, hetzij door de rechter nietig |
en sorte que l'administration a ainsi l'occasion de réparer une | werd verklaard, zodat de administratie aldus in de gelegenheid wordt |
gesteld een door haar begane onregelmatigheid te herstellen, terwijl | |
irrégularité qu'elle a commise, alors que le simple sujet de droit à | de gewone rechtsonderhorige lastens wie de bevoegde instantie een |
la charge duquel l'autorité compétente annule un acte juridique en | rechtshandeling vernietigt wegens door hem begane onregelmatigheden |
raison des irrégularités qu'il a commises, ne peut réparer ces | deze onregelmatigheid niet kan herstellen, maar de gevolgen van de |
irrégularités mais doit subir les effets de l'annulation, sous la | vernietiging dient te ondergaan, onder het enkele voorbehoud van zijn |
seule réserve de son droit de recours contre la décision d'annulation | recht van verhaal tegen de beslissing tot vernietiging, en terwijl de |
et alors que le pouvoir d'établir une cotisation de remplacement | bevoegdheid tot het vestigen van een vervangende aanslag enkel de |
concerne uniquement le contribuable à l'impôt sur les revenus et non | belastingplichtige in de inkomstenbelastingen treft en niet de |
le contribuable soumis à d'autres impôts ou perceptions ? » | belastingplichtige in andere belastingen of heffingen ? » |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La Cour est interrogée sur le point de savoir si l'article 260 du | B.1. De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of |
Code des impôts sur les revenus 1964 (article 355 du Code des impôts | artikel 260 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (artikel |
sur les revenus 1992) viole les articles 10 et 11 de la Constitution | 355 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992) de artikelen 10 |
en ce que, même lorsque les délais d'imposition sont expirés, | en 11 van de Grondwet schendt doordat de administratie, zelfs nadat de |
l'administration peut établir une nouvelle cotisation, en remplacement | aanslagtermijnen zijn verstreken, een nieuwe, vervangende aanslag mag |
de la première, au cas où la cotisation originaire a été annulée. | vestigen wanneer de oorspronkelijke aanslag nietig werd verklaard. |
La Cour doit apprécier la constitutionnalité compte tenu de ce que, | Het Hof dient de grondwettigheid te beoordelen rekening houdend, |
d'une part, le justiciable, contrairement à l'administration, ne peut | enerzijds, met het feit dat de rechtsonderhorige, anders dan de |
réparer l'irrégularité d'un acte juridique et de ce que, d'autre part, | administratie, de onregelmatigheid van een rechtshandeling niet kan |
le pouvoir d'établir une cotisation de remplacement ne vaut que | herstellen en, anderzijds, met het feit dat de bevoegdheid tot het |
vis-à-vis du contribuable à l'impôt sur les revenus et non vis-à-vis | vestigen van een vervangende aanslag enkel de belastingplichtige in de |
du débiteur d'autres impôts ou perceptions. | inkomstenbelastingen treft en niet de schuldenaar van andere |
B.2.1. Le Gouvernement flamand conteste la recevabilité de la question | belastingen of heffingen. B.2.1. De Vlaamse Regering betwist de ontvankelijkheid van de |
préjudicielle à défaut pour elle d'indiquer les catégories de | prejudiciële vraag bij ontstentenis van opgave van de te vergelijken |
personnes à comparer. | categorieën van personen. |
B.2.2. Il ressort clairement des motifs et du libellé de la question | B.2.2. Uit de motivering en de bewoordingen van de prejudiciële vraag |
préjudicielle, ainsi que des mémoires, que la question préjudicielle | en uit de memories blijkt duidelijk dat de prejudiciële vraag het Hof |
invite la Cour à comparer, d'une part, la situation juridique de | uitnodigt tot een vergelijking, enerzijds, van de rechtssituatie van |
l'administration et celle du contribuable dans le cadre du Code des | de administratie en de belastingplichtige in het kader van het Wetboek |
impôts sur les revenus et, d'autre part, la situation juridique des | van de inkomstenbelastingen en, anderzijds, van de rechtssituatie van |
contribuables soumis à différents régimes fiscaux. | de belastingplichtigen in verschillende fiscale stelsels. |
L'exception est rejetée. | De exceptie wordt verworpen. |
B.3. L'article 260 du Code des impôts sur les revenus 1964, tel qu'il | B.3. Artikel 260 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, |
était applicable au cours des exercices d'imposition qui font l'objet du litige devant le juge a quo, énonçait : « Lorsqu'une imposition a été annulée pour n'avoir pas été établie conformément à une règle légale autre qu'une règle relative à la prescription, l'Administration peut, même si le délai fixé pour l'établissement de la cotisation est alors écoulé, établir à charge du même redevable, une nouvelle cotisation en raison de tout ou partie des mêmes éléments d'imposition, et ce, soit dans les trois mois de la date à laquelle la décision du directeur des contributions n'est plus | zoals het van toepassing was in de aanslagjaren die het voorwerp uitmaken van het geschil voor de verwijzende rechter, luidde : « Wanneer een aanslag nietig verklaard is omdat hij niet werd gevestigd overeenkomstig een wettelijke regel, met uitzondering van een regel betreffende de prescriptie, kan de administratie, zelfs wanneer de voor het vestigen van de aanslag gestelde termijn reeds verlopen is, ten name van dezelfde belastingschuldige, op grond van dezelfde belastingelementen of op een gedeelte ervan, een nieuwe aanslag vestigen, zulks hetzij binnen drie maanden van de datum waarop de beslissing van de directeur der belastingen of van de door hem gedelegeerde ambtenaar niet meer vatbaar is voor een voorziening als |
susceptible d'un recours visé aux articles 278 à 286, soit dans les | bedoeld bij de artikelen 278 tot 286, hetzij binnen zes maanden van de |
six mois de la date à laquelle la décision judiciaire n'est plus | datum waarop de rechterlijke beslissing niet meer vatbaar is voor de |
susceptible des recours visés aux articles 288 à 292. » | voorzieningen als bedoeld bij de artikelen 288 tot 292. » |
B.4. L'article litigieux trouve son origine dans la disposition que | B.4. Het in het geding zijnde artikel gaat terug op de bepaling die |
l'article 32 de la loi du 20 août 1947 « apportant des modifications : | door artikel 32 van de wet van 20 augustus 1947 « waarbij wijzigingen |
a) aux lois et arrêtés relatifs aux impôts sur les revenus et à la | worden gebracht : a) aan de wetten en besluiten betreffende de |
contribution nationale de crise; b) aux lois et arrêtés relatifs aux | inkomstenbelastingen en de nationale crisisbelasting; b) aan de wetten |
en besluiten betreffende de met de directe belastingen gelijkgestelde | |
taxes spéciales assimilées aux impôts directs » (Moniteur belge , 28 | speciale taxes » (Belgisch Staatsblad , 28 augustus 1947) in de bij |
août 1947) a insérée en tant qu'article 74bis dans les lois relatives aux impôts sur les revenus coordonnées par arrêté royal du 22 septembre 1936. Cette disposition a été justifiée comme suit : « Le retard dans les travaux concernant l'examen des réclamations par l'Administration et par les Cours de Justice est devenu considérable. L'article [32] permet d'éviter que l'Etat ne soit privé d'impôts légitimement dus, mais dont le titre d'établissement a été, à la suite de réclamations et recours, en tout ou en partie annulé par des décisions qui ne sont intervenues définitivement qu'après l'expiration du délai légal fixé pour l'établissement des impôts. Lorsque l'Administration a commis une erreur dans l'application des lois, la juste répartition des charges fiscales ne doit pas en être influencée, sauf si le contribuable a acquis le bénéfice de la | koninklijk besluit van 22 september 1936 samengeordende wetten op de inkomstenbelastingen werd ingevoegd als artikel 74bis. Zij werd als volgt verantwoord : « Het onderzoek van de reclamatiën door de Administratie en door de Gerechtshoven staat nu ver ten achter. Artikel [32] maakt het mogelijk te voorkomen dat de Staat verstoken blijft van rechtmatig verschuldigde belastingen waarvan de vestigingstitel ingevolge reclamatiën en beroepen gansch of gedeeltelijk te niet werd gedaan door beslissingen welke slechts definitief werden getroffen na het verstrijken van den voor het vestigen van deze belastingen gestelden wettelijken termijn. Wanneer de administratie in de toepassing der wetten een vergissing heeft begaan, moet de billijke verdeeling van de fiscale lasten daardoor niet worden beïnvloed, behalve wanneer de belastingplichtige het voordeel van het rechtsverval heeft verkregen. » (Parl. St., |
forclusion. » (Doc. parl., Chambre, 1946-1947, n° 59, pp. 24-25) | Kamer, 1946-1947, nr. 59, pp. 24-25) |
Il y fut ajouté en Commission des finances et du budget : « La portée de l'article 74bis est de permettre à l'Etat de cotiser valablement le contribuable à raison du montant des impôts que celui-ci doit légitimement et ce, quelles que soient les circonstances, le cas de forclusion excepté. La multiplicité des travaux dont sont chargés les fonctionnaires taxateurs, la complexité des lois d'impôts et des formalités d'imposition font que des cotisations sont parfois annulées soit par l'administration elle-même, soit par les cours d'appel ou de cassation. | Daaraan werd in de Commissie voor de financiën en de begroting toegevoegd : « Het doel van artikel 74bis is aan de Staat toe te laten de belastingplichtige geldig aan te slaan, naar rato van het bedrag der door hem rechtmatig verschuldigde belastingen, en dit in alle omstandigheden, met uitzondering van het geval van rechtsverval. De menigvuldigheid van de werken waarmede de ambtenaren-aanslagers belast zijn, de ingewikkeldheid van de belastingwetten en van de aanslagformaliteiten, hebben ten gevolge dat de aanslagen soms worden vernietigd hetzij door het Bestuur zelf, hetzij door de Hoven van Beroep of van Verbreking. |
[...] | [...] |
Cependant l'intéressé doit un impôt à l'Etat. Ce dernier va-t-il en | Belanghebbende is nochtans een belasting verschuldigd aan de Staat. |
être privé par suite de l'interprétation erronée, quoique | Zal deze laatste daarvan beroofd worden tengevolge van de verkeerde, |
compréhensible, du fonctionnaire taxateur. Ce serait une injustice | hoewel begrijpelijke, interpretatie van de ambtenaar-aanslager ? Dit |
vis-à-vis de la collectivité. Tout citoyen doit contribuer suivant ses | zou een onrechtvaardigheid zijn tegenover de gemeenschap. Elke burger |
revenus aux charges de l'Etat et il est inadmissible qu'à la faveur | moet, volgens zijn inkomsten, bijdragen in de lasten van de Staat en |
het is ontoelaatbaar dat een belastingplichtige, dank zij een | |
d'une erreur d'appréciation un contribuable puisse éluder l'impôt | verkeerde beoordeling, de door hem rechtmatig verschuldigde belasting |
qu'il doit légitimement. | zou kunnen ontduiken. |
L'article 74bis permettra de redresser cette iniquité. | Artikel 74bis zal toelaten die ongerechtigheid te herstellen. |
[...] | [...] |
Un membre [de la Commission] avait proposé la suppression pure et | Een lid [van de Commissie] had de weglating zonder meer van dit |
simple dudit article. | artikel voorgesteld. |
Cette suggestion a été rejetée par la majorité des membres de la | Dit voorstel werd door de meerderheid van de leden van de Commissie |
verworpen. Deze was immers van mening dat het een zaak van eenvoudige | |
commission qui a estimé qu'il est de justice élémentaire que tout | rechtvaardigheid is, dat elk belastingplichtige zijn bijdrage aan de |
contribuable paie sa redevance à l'Etat même si l'agent de | Staat betaalt, zelfs zo de ambtenaar van het Bestuur een |
l'administration a commis quelque erreur de procédure. » (Doc. parl., | procedurevergissing heeft begaan. » (Parl. St., Kamer, 1946-1947, nr. |
Chambre, 1946-1947, n° 407, pp. 58-59) | 407, pp. 58-59) Een amendement tot opheffing van het toen nog gelijkluidende (maar |
inmiddels vervangen doch inhoudelijk nog steeds soortgelijke) artikel | |
Un amendement visant à abroger l'article 355 du Code des impôts sur | 355 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, dat werd |
les revenus 1992, à l'époque encore au libellé identique (mais qui a | |
été remplacé dans l'intervalle, son contenu restant similaire), déposé | |
en 1998 lors de l'examen du projet de loi relative au contentieux en | ingediend bij de behandeling van het wetsontwerp betreffende de |
matière fiscale, n'a pas été adopté : | beslechting van fiscale geschillen in 1998, werd niet aanvaard : |
« [Un membre] présente un amendement (n° 6, Doc. n° 1341/2) tendant à | « [Een lid] stelt bij amendement nr. 6 (Stuk nr. 1341/2) de opheffing |
abroger l'article 355 du CIR 1992. L'auteur estime qu'il est | van artikel 355 van het WIB 1992 voor. Voor hem kan het niet dat de |
inadmissible que, lorsqu'une imposition a été annulée pour n'avoir pas | fiscus, wanneer een aanslag nietig werd verklaard omdat hij niet werd |
été établie conformément à une règle légale, le fisc puisse, même si | gevestigd overeenkomstig een wettelijke regel, zelfs buiten termijn |
le délai fixé est écoulé, établir une nouvelle cotisation à charge du même redevable. A la limite, le fisc pourrait, en corrigeant de manière répétée ses erreurs successives, plonger le redevable concerné dans l'insécurité fiscale pendant des années. Le principe de la ' réimposition ' n'existe d'ailleurs pas en matières d'impôts indirects. Le ministre renvoie à la Constitution. Tous les Belges doivent être traités sur un pied d'égalité en matière fiscale. Si l'imposition n'est pas prescrite mais a été annulée, par exemple, pour des vices de procédure, l'impôt n'en demeure pas moins dû et il faut établir une nouvelle cotisation à charge du même redevable. » | ten name van dezelfde belastingschuldige een nieuwe aanslag kan vestigen. Op de keper beschouwd is het zelfs mogelijk dat de fiscus via het telkens weer rechtzetten van zijn opeenvolgende vergissingen gedurende jaren een instabiele belastingtoestand voor de betrokken belastingplichtige veroorzaakt. Dit principe van het ' herbelasten ' bestaat trouwens niet inzake indirecte belastingen. De minister verwijst naar de Grondwet. Alle Belgen moeten inzake belastingen gelijk worden behandeld. Wanneer de aanslag niet verjaard is maar bijvoorbeeld omwille van procedurefouten werd vernietigd, blijft de belasting niettemin verschuldigd en moet een nieuwe ten name van dezelfde belastingplichtige worden gevestigd. » (Parl. St., Kamer, 1997-1998, |
(Doc. parl., Chambre, 1997-1998, n° 1341/17, p. 50) | nr. 1341/17, p. 50) |
S'agissant de la différence de traitement entre l'administration et le | Wat betreft het verschil in behandeling tussen de administratie en de |
contribuable à l'impôt sur les revenus | belastingplichtige in de inkomstenbelasting |
B.5.1. La différence de traitement entre l'administration et le | B.5.1. Het verschil in behandeling tussen de administratie en de |
contribuable à l'impôt sur les revenus repose sur un critère objectif, | belastingplichtige in de inkomstenbelasting steunt op een objectief |
à savoir la qualité de la partie au procès qui est, dans un cas, | criterium, namelijk de hoedanigheid van de procespartij die in het ene |
l'Etat, lequel poursuit un objectif d'intérêt général, et, dans | geval de Staat is, die het algemeen belang behartigt, en die in het |
l'autre cas, un particulier, qui peut se laisser guider par un intérêt | andere geval een particulier is, die zich door een persoonlijk belang |
personnel. | mag laten leiden. |
B.5.2. La mesure qui établit la différence de traitement est pertinente pour réaliser l'objectif poursuivi par le législateur, exposé au B.4. B.5.3. La différence de traitement n'est pas dénuée de justification raisonnable. En vue de sauvegarder les intérêts du Trésor et de garantir l'égalité des citoyens devant la loi fiscale, dans le but d'assurer un recouvrement efficace de l'impôt sur les revenus légalement dû, le législateur a pu estimer que l'administration devait pouvoir établir à nouveau une cotisation annulée du fait qu'elle n'avait pas été établie conformément à une règle légale, à l'exception d'une règle relative à la prescription. En effet, l'établissement d'une cotisation, dans les cas où l'impôt est dû conformément à la | B.5.2. De maatregel waarbij het verschil in behandeling wordt ingesteld, is pertinent om de doelstelling die de wetgever voor ogen stond en in B.4 werd verwoord, te verwezenlijken. B.5.3. Het verschil in behandeling is niet zonder redelijke verantwoording. De wetgever heeft ter vrijwaring van de belangen van de Schatkist en van de gelijkheid van de burgers voor de belastingwet, met het oog op een efficiënte invordering van de wettelijk verschuldigde inkomstenbelasting, kunnen oordelen dat een aanslag die nietig is verklaard omdat hij niet werd gevestigd overeenkomstig een wettelijke regel, met uitzondering van een regel betreffende de verjaring, door de administratie opnieuw moest kunnen worden gevestigd. Het vestigen van een aanslag in de gevallen waarin de |
loi, constitue, dans le chef de l'administration, une obligation qui | belasting krachtens de wet is verschuldigd, is immers een verplichting |
doit permettre de garantir l'égalité du citoyen devant la loi fiscale. | voor de administratie waardoor de gelijkheid van de burger voor de |
fiscale wet wordt gewaarborgd. | |
De surcroît, la mesure ne limite pas de manière disproportionnée les | De maatregel beperkt bovendien niet op onevenredige wijze de rechten |
droits du contribuable à l'impôt sur les revenus, dès lors que | van de belastingplichtige in de inkomstenbelastingen nu de nieuwe |
l'établissement d'une nouvelle cotisation est exclu lorsque la violation de la règle légale concerne le délai de prescription et que la cotisation doit être établie au nom du même contribuable et en raison de tout ou partie des mêmes éléments d'imposition. En ce qui concerne la différence de traitement entre le contribuable à l'impôt sur les revenus et le débiteur d'autres impôts ou perceptions B.6. Le législateur peut, sans violer le principe constitutionnel d'égalité et de non-discrimination, ne prévoir que pour l'impôt sur les revenus une mesure consistant à établir à nouveau une cotisation | vestiging van de aanslag uitgesloten is in de gevallen waarin de schending van de wettelijke regel betrekking heeft op de verjaringstermijn en de aanslag dient te worden gevestigd ten name van dezelfde belastingplichtige en op grond van dezelfde belastingelementen of op een gedeelte ervan. Wat betreft het verschil in behandeling tussen de belastingplichtige in de inkomstenbelasting en de schuldenaar van andere belastingen of heffingen B.6. De wetgever vermag, zonder het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie te schenden, uitsluitend in de inkomstenbelasting te voorzien in een maatregel tot het opnieuw vestigen van een nietig verklaarde aanslag, rekening houdend met de |
annulée, compte tenu de la spécificité de la procédure d'imposition à | specificiteit van de te volgen aanslagprocedure, de omvang van de |
respecter, de l'ampleur des éléments d'imposition et de la matière | belastingelementen en de belastbare materie, het grote aantal |
imposable, du grand nombre de contribuables et de la complexité de la législation applicable. | belastingplichtigen en de complexiteit van de toepasselijke wetgeving. |
Le principe constitutionnel d'égalité et de non-discrimination en | Het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie in |
matière fiscale n'impose pas au législateur de réaliser une uniformité | fiscale aangelegenheden verplicht de wetgever niet tot volstrekte |
parfaite des procédures d'établissement des divers impôts ou | gelijkvormigheid van de procedures waarbij de onderscheiden |
perceptions. | belastingen of heffingen worden ingevoerd. |
B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 260 du Code des impôts sur les revenus 1964 ne viole pas les | Artikel 260 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 schendt |
articles 10 et 11 de la Constitution. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en in het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 décembre 2004. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 december 2004. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
A. Arts. | A. Arts. |