Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêt du --
← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 198/2004 du 8 décembre 2004 Numéro du rôle : 2894 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 19, § 4, de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les entreprises de sécurité La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...)"
Extrait de l'arrêt n° 198/2004 du 8 décembre 2004 Numéro du rôle : 2894 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 19, § 4, de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les entreprises de sécurité La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...) Uittreksel uit arrest nr. 198/2004 van 8 december 2004 Rolnummer 2894 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 19, § 4, van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne be Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...)
COUR D'ARBITRAGE ARBITRAGEHOF
Extrait de l'arrêt n° 198/2004 du 8 décembre 2004 Uittreksel uit arrest nr. 198/2004 van 8 december 2004
Numéro du rôle : 2894 Rolnummer 2894
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 19, § 4, de In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 19, § 4, van de
la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, sur les wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de
entreprises de sécurité et sur les services internes de gardiennage, beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, zoals
tel qu'il a été remplacé par l'article 17, 4°, de la loi du 10 juin vervangen bij artikel 17, 4°, van de wet van 10 juni 2001, gesteld
2001, posée par le Tribunal de première instance de Liège. door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik.
La Cour d'arbitrage, Het Arbitragehof,
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters
Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot et J.-P. Moerman, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Moerman,
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van
Melchior, voorzitter M. Melchior,
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Par jugement du 20 janvier 2004 en cause de F. D'Antuono contre l'Etat Bij vonnis van 20 januari 2004 in zake F. D'Antuono tegen de Belgische
belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is
le 26 janvier 2004, le Tribunal de première instance de Liège a posé ingekomen op 26 januari 2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te
la question préjudicielle suivante : Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« L'article 19, § 4, de la loi du 10 avril 1990 [sur les entreprises « Schendt artikel 19, § 4, van de wet van 10 april 1990 [op de
de gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur les services bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne
internes de gardiennage] (modifié par l'article 17 de la loi du 10 bewakingsdiensten](gewijzigd bij artikel 17 van de wet van 10 juni
juin 2001, Moniteur belge du 19 juillet 2001) viole-t-il les articles 2001, Belgisch Staatsblad van 19 juli 2001) de artikelen 10 en 11 van
10 et 11 de la Constitution en ce qu'il prévoit la compétence de Grondwet doordat het voorziet in de exclusieve territoriale
territoriale exclusive du Tribunal de première instance de Bruxelles bevoegdheid van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel, waardoor
instaurant ainsi une différence de traitement entre les personnes een verschil in behandeling wordt ingevoerd tussen de verzoekende
(rechts- of natuurlijke) personen die gevestigd zijn in het
(physiques ou morales) requérantes sises dans l'arrondissement gerechtelijk arrondissement Brussel (Rechtbank of Hof van Beroep) en
judiciaire de Bruxelles (Tribunal ou Cour d'appel) et les autres ? » de anderen ? »
(...) (...)
III. En droit III. In rechte
(...) (...)
B.1. L'article 19, § 4, de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises B.1. Artikel 19, § 4, van de wet van 10 april 1990 op de
de gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur les services bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne
internes de gardiennage, tel qu'il a été modifié par la loi du 10 juin bewakingsdiensten, zoals gewijzigd bij de wet van 10 juni 2001,
2001, dispose : bepaalt :
« Celui qui contrevient à la loi ou la personne civilement responsable « Degene die de wet schendt of de burgerrechtelijk aansprakelijke
peut, dans le délai fixé par le Roi pour le paiement de l'amende, persoon kan binnen de door de Koning bepaalde termijn voor de betaling
contester l'application de l'amende administrative par requête auprès van de geldboete bij verzoekschrift voor de rechtbank van eerste
du tribunal de première instance de Bruxelles. Ce recours suspend aanleg te Brussel de toepassing van de administratieve geldboete
l'exécution de la décision. betwisten. Dit beroep schorst de uitvoering van de beslissing.
[...] » [...] »
B.2. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de cette B.2. De verwijzende rechter legt het Hof een vraag voor over de
disposition avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de
qu'elle prévoit la compétence territoriale exclusive du Tribunal de Grondwet doordat zij voorziet in de exclusieve territoriale
première instance de Bruxelles, instaurant ainsi une différence de bevoegdheid van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel, waardoor
traitement entre les personnes physiques ou morales requérantes een verschil in behandeling wordt ingevoerd tussen de verzoekende
rechts- of natuurlijke personen die gevestigd zijn in het gerechtelijk
établies dans l'arrondissement judiciaire de Bruxelles et les arrondissement Brussel en de personen die gevestigd zijn in andere
personnes sises dans d'autres arrondissements judiciaires. gerechtelijke arrondissementen.
B.3. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 10 juin 2001 B.3. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 10 juni 2001
que la modification « est inspirée par le souci de ne pas charger blijkt dat de wijziging « wordt ingegeven door de bekommernis het
inutilement l'appareil judiciaire » (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, justitieel apparaat niet nodeloos te belasten » (Parl. St., Kamer,
DOC 50-1142/001, pp. 17). 2000-2001, DOC 50-1142/001, pp. 17 en 18).
Si le principe de la décentralisation régit l'organisation et le Ook al geldt voor de organisatie en de werking van het gerechtelijk
fonctionnement de l'appareil judiciaire, rien n'interdit au apparaat het beginsel van decentralisatie, toch is het de wetgever
législateur de déroger à cette règle générale, pour autant que cette niet verboden van die algemene regel af te wijken voor zover die
dérogation puisse se justifier. En l'espèce, cette justification tient afwijking kan worden verantwoord. Te dezen houdt die verantwoording
au fait que l'administration compétente pour infliger une amende verband met het feit dat de administratie die bevoegd is voor het
administrative est sise à Bruxelles et qu'il n'existe aucune opleggen van administratieve geldboetes, in Brussel gevestigd is, en
décentralisation de ce service. Il est dès lors pertinent de dat die dienst niet gedecentraliseerd is. Het is dan ook pertinent het
centraliser l'ensemble du contentieux lié aux recours exercés devant hele contentieux met betrekking tot de beroepen te centraliseren bij
le Tribunal de première instance de Bruxelles, ce qui est de nature à de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel, wat van dien aard is dat de
favoriser une unité de jurisprudence. Il n'y a par ailleurs pas eenheid van rechtspraak erdoor wordt bevorderd. Er wordt overigens
d'atteinte au principe de proportionnalité, dès lors que les justiciables ne sont pas atteints de manière essentielle dans l'exercice d'une garantie juridictionnelle. Il résulte de ce qui précède que la différence de traitement opérée par la disposition en cause entre les requérants établis dans l'arrondissement judiciaire de Bruxelles et les autres requérants est raisonnablement justifiée. B.4. La question préjudicielle appelle dès lors une réponse négative. Par ces motifs, la Cour geen afbreuk gedaan aan het evenredigheidsbeginsel omdat de rechtsonderhorigen niet op fundamentele wijze worden geraakt bij de uitoefening van een jurisdictionele waarborg. Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat het verschil in behandeling dat door de in het geding zijnde bepaling wordt ingevoerd tussen de verzoekers die gevestigd zijn in het gerechtelijk arrondissement Brussel en de andere verzoekers, in redelijkheid verantwoord is. B.4. De prejudiciële vraag dient bijgevolg ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof
dit pour droit : zegt voor recht :
L'article 19, § 4, de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de Artikel 19, § 4, van de wet van 10 april 1990 op de
gardiennage, sur les entreprises de sécurité et sur les services bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne
internes de gardiennage, modifié par l'article 17 de la loi du 10 juin bewakingsdiensten, gewijzigd bij artikel 17 van de wet van 10 juni
2001, ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. 2001, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 8 décembre 2004. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 8 december 2004.
Le greffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
Le président, De voorzitter,
M. Melchior. M. Melchior.
^