Extrait de l'arrêt n° 136/2003 du 22 octobre 2003 Numéro du rôle : 2526 En cause : les questions préjudicielles concernant l'arrêté-loi du 29 décembre 1945 portant interdiction des inscriptions sur la voie publique, posées par la Cour d'ap La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges R. Henneuse, E(...) | Uittreksel uit arrest nr. 136/2003 van 22 oktober 2003 Rolnummer 2526 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de besluitwet van 29 december 1945 « houdende verbod tot het aanbrengen van opschriften op den openbaren weg », gesteld door Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters R. Henn(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 136/2003 du 22 octobre 2003 | Uittreksel uit arrest nr. 136/2003 van 22 oktober 2003 |
Numéro du rôle : 2526 | Rolnummer 2526 |
En cause : les questions préjudicielles concernant l'arrêté-loi du 29 | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de besluitwet van 29 |
décembre 1945 portant interdiction des inscriptions sur la voie | december 1945 « houdende verbod tot het aanbrengen van opschriften op |
publique, posées par la Cour d'appel de Gand. | den openbaren weg », gesteld door het Hof van Beroep te Gent. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges R. | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe et E. Derycke, | R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en E. Derycke, |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
Arts, | voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Par arrêt du 2 octobre 2002 en cause du ministère public contre X. | Bij arrest van 2 oktober 2002 in zake het openbaar ministerie tegen X. |
Depourcq, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Depourcq, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
d'arbitrage le 11 octobre 2002, la Cour d'appel de Gand a posé les | ingekomen op 11 oktober 2002, heeft het Hof van Beroep te Gent de |
questions préjudicielles suivantes : | volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « L'arrêté-loi du 29 décembre 1945, publié au Moniteur belge du 4 | 1. « Is de besluitwet van 29 december 1945, zoals gepubliceerd in het |
janvier 1946, eu égard à son objectif défini dans le ' rapport au | Belgisch Staatsblad van 4 januari 1946, gelet op de doelstelling |
Régent ' préliminaire et eu égard au principe de proportionnalité, | ervan, zoals omschreven in het voorafgaandelijk ' rapport au régent ' |
notamment en ce que sont visées toutes sortes d'affichages sans | en gelet op het evenredigheidsbeginsel, onder meer doordat alle |
soorten van affichage, zonder onderscheid, geviseerd worden, strijdig | |
distinction, est-il contraire aux articles 10 et/ou 11, et/ou 21 de la | met de artikelen 10 en/of 11, en/of 21 van de Grondwet, gelezen in |
Constitution, lus en combinaison avec le droit à la liberté | samenhang met het recht op vrije meningsuiting zoals omschreven in |
d'expression défini, entre autres mais pas exclusivement, à l'article | o.a., doch niet uitsluitend, het artikel 19 van de Grondwet, het |
19 de la Constitution, à l'article 10 de la Convention européenne des | artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het |
droits de l'homme et à l'article 19 du Pacte international du 19 | artikel 19 van het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake |
décembre 1966 relatif aux droits civils et politiques et cet | burgerrechten en politieke rechten en voert deze besluitwet een |
arrêté-loi instaure-t-il un traitement disproportionné entre, d'une | onevenredige behandeling in tussen, enerzijds, de categorie van |
part, la catégorie de citoyens qui souhaitent diffuser leur opinion | burgers die hun mening wensen te verspreiden door middel van een |
par voie d'affiche et, d'autre part, la catégorie de citoyens qui | affiche en, anderzijds, de categorie van burgers die hun mening wensen |
souhaitent diffuser leur opinion par d'autres canaux ? » | te verspreiden via andere kanalen ? » |
2. « L'arrêté-loi du 29 décembre 1945, publié au Moniteur belge du 4 | 2. « Is de besluitwet van 29 december 1945, zoals gepubliceerd in het |
janvier 1946, eu égard à son objectif défini dans le ' rapport au | Belgisch Staatsblad van 4 januari 1946, gelet op de doelstelling |
Régent ' préliminaire et eu égard au principe de proportionnalité, | ervan, zoals omschreven in het voorafgaandelijk ' rapport au régent ' |
notamment en ce que sont visées toutes sortes d'affichages sans | en gelet op het evenredigheidsbeginsel, onder meer doordat alle |
soorten van affichage, zonder onderscheid, geviseerd worden, strijdig | |
distinction, est-il contraire aux articles 10 et/ou 11, et/ou 21 de la | met de artikelen 10 en/of 11, en/of 21 van de Grondwet, gelezen in |
Constitution, lus en combinaison avec le droit à la liberté | samenhang met het recht op vrije meningsuiting zoals omschreven in |
d'expression défini, entre autres mais pas exclusivement, à l'article | o.a., doch niet uitsluitend, het artikel 19 van de Grondwet, het |
19 de la Constitution, à l'article 10 de la Convention européenne des | artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het |
droits de l'homme et à l'article 19 du Pacte international du 19 | artikel 19 van het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake |
décembre 1966 relatif aux droits civils et politiques et cet | burgerrechten en politieke rechten en voert deze besluitwet een |
arrêté-loi instaure-t-il un traitement disproportionné entre, d'une | onevenredige behandeling in tussen, enerzijds, de categorie van |
part, la catégorie de citoyens qui diffusent leur opinion au moyen | burgers die hun mening verspreiden door middel van een affiche zonder |
d'une affiche sans autorisation écrite préalable du propriétaire ou de | voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar of de |
celui qui a la jouissance du lieu, et d'autre part, la catégorie de | gebruiksgerechtigde en, anderzijds, de categorie van burgers die hun |
citoyens qui diffusent leur opinion par d'autres canaux parmi lesquels | mening verspreiden via andere kanalen waaronder moderne |
des moyens de communication modernes comme le fax, l'e-mail, le SMS, | communicatiemiddelen zoals fax, e-mail, SMS en dergelijke en derhalve |
etc. qui ne sont donc pas soumis aux restrictions imposées par | niet gebonden zijn aan de beperkingen, opgelegd door de besluitwet van |
l'arrêté-loi du 29 décembre 1945 et qui le font également sans | 29 december 1945, en die dit eveneens doen zonder voorafgaande |
autorisation écrite préalable du propriétaire et/ou de l'utilisateur | schriftelijke toestemming van de eigenaar en/of gebruiker van de |
du support du message ? » | drager van de boodschap ? » |
3. « L'arrêté-loi du 29 décembre 1945, publié au Moniteur belge du 4 | 3. « Is de besluitwet van 29 december 1945, zoals gepubliceerd in het |
janvier 1946, eu égard à son objectif défini dans le ' rapport au | Belgisch Staatsblad van 4 januari 1946, gelet op de doelstelling |
Régent ' préliminaire et eu égard au principe de proportionnalité, | ervan, zoals omschreven in het voorafgaandelijk ' rapport au régent ' |
notamment en ce que sont visées toutes sortes d'affichages sans | en gelet op het evenredigheidsbeginsel, onder meer doordat alle |
soorten van affichage, zonder onderscheid, geviseerd worden, strijdig | |
distinction, est-il contraire aux articles 10 et/ou 11, et/ou 21 de la | met de artikelen 10 en/of 11, en/of 21 van de Grondwet, gelezen in |
Constitution, lus en combinaison avec le droit à la liberté | samenhang met het recht op vrije meningsuiting zoals omschreven in |
d'expression défini, entre autres mais pas exclusivement, à l'article | o.a., doch niet uitsluitend, het artikel 19 van de Grondwet, het |
19 de la Constitution, à l'article 10 de la Convention européenne des | artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het |
droits de l'homme et à l'article 19 du Pacte international du 19 | artikel 19 van het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake |
décembre 1966 relatif aux droits civils et politiques et cet | burgerrechten en politieke rechten en voert deze besluitwet een |
arrêté-loi instaure-t-il un traitement disproportionné entre, d'une | |
part, la catégorie de citoyens qui, par le biais de l'affichage, | onevenredige behandeling in tussen, enerzijds, de categorie van |
souhaitent diffuser une opinion ou une information contenant des | burgers die via aanplakking een mening of informatie, inhoudende |
écrits subversifs contre l'autorité établie et de nature à troubler | opruiende taal tegen het gevestigd gezag en van aard de openbare orde |
l'ordre public et la sécurité et, d'autre part, la catégorie de | en veiligheid in het gedrang te brengen, wensen te verspreiden en, |
citoyens qui, par le biais de l'affichage, souhaitent diffuser une | anderzijds, de categorie van burgers die via aanplakking een mening of |
opinion ou une information qui ne contient pas d'écrits subversifs | informatie, die geen opruiende taal tegen het gevestigd gezag inhoudt |
contre l'autorité établie et qui n'est pas de nature à troubler | en niet van aard is de openbare orde en veiligheid in het gedrang te |
l'ordre public et la sécurité ? » | brengen, wensen te verspreiden ? » |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Le juge a quo pose trois questions préjudicielles relatives à la | B.1. De verwijzende rechter stelt drie prejudiciële vragen over de |
compatibilité de l'arrêté-loi du 29 décembre 1945 « portant | bestaanbaarheid van de besluitwet van 29 december 1945 « houdende |
interdiction des inscriptions sur la voie publique » avec les articles | verbod tot het aanbrengen van opschriften op den openbaren weg » met |
10, 11 et 21 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 19 | de artikelen 10, 11 en 21 van de Grondwet, in samenhang gelezen met |
de la Constitution, avec l'article 10 de la Convention européenne des | artikel 19 van de Grondwet, met artikel 10 van het Europees Verdrag |
droits de l'homme et avec l'article 19 du Pacte international relatif | voor de Rechten van de Mens en met artikel 19 van het Internationaal |
aux droits civils et politiques, qui garantissent la liberté | Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, waarin het recht op |
d'expression. | vrije meningsuiting wordt gewaarborgd. |
B.2. En tant que la Cour est interrogée au sujet de la compatibilité | B.2. In zoverre het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid met |
avec l'article 21 de la Constitution, ces questions ne peuvent être | artikel 21 van de Grondwet, kunnen die vragen niet in aanmerking |
prises en compte, dès lors que la Cour n'aperçoit pas le rapport entre | worden genomen nu het Hof niet inziet wat het verband is tussen de in |
l'arrêté-loi litigieux et cette disposition constitutionnelle. | het geding zijnde besluitwet en die grondwetsbepaling. |
Quant à l'arrêté-loi du 29 décembre 1945 | Ten aanzien van de besluitwet van 29 december 1945 |
B.3.1. L'arrêté-loi du 29 décembre 1945, dans la rédaction applicable | B.3.1. De besluitwet van 29 december 1945, in de redactie zoals van |
à l'instance principale, dispose : | toepassing op het bodemgeschil, bepaalt : |
« Art.1. Il est interdit d'apposer des inscriptions, des affiches, des reproductions picturales et photographiques, des tracts et des papillons sur la voie publique et sur les arbres, plantations, panneaux, pignons, façades, murs, clôtures, supports, poteaux, bornes, ouvrages d'art, monuments et autres objets qui la bordent ou sont situés à proximité immédiate de la voie publique à des endroits autres que ceux déterminés pour les affichages par les autorités communales ou autorisés, au préalable et par écrit, par le propriétaire ou par celui qui en a la jouissance, pour autant que le propriétaire ait également marqué son accord préalable et écrit. Art.2. Les infractions aux dispositions de l'article 1er sont punies | « Art. 1.Is verboden het aanbrengen van opschriften, affiches, beeld- en photographische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes op den openbaren weg en op de boomen, aanplantingen, plakborden, voor- en zijgevels, muren, omheiningen, pijlers, palen, zuilen, bouwwerken, monumenten en andere langs den openbaren weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden, op andere plaatsen dan die welke door de gemeenteoverheden tot aanplakking zijn bestemd of vooraf en schriftelijk werden vergund door den eigenaar of door den gebruiksgerechtigde voor zoover de eigenaar insgelijks zijn akkoordbevinding vooraf en schriftelijk heeft betuigd. Art. 2.De inbreuken op de bepalingen van artikel 1 worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van |
d'un emprisonnement de huit jours à un an et d'une amende de 26 à | 26 tot 1.000 frank. |
1.000 francs. | |
Les dispositions du Livre I du Code pénal, y compris le chapitre VII | De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van |
et l'article 85, sont applicables aux infractions prévues à l'article | hoofdstuk VII en van artikel 85, zijn op de bij artikel 1 voorziene |
1er. | inbreuken van toepassing. |
Art. 3.Le présent arrêté-loi entrera en vigueur le jour de sa |
Art. 3.Deze besluitwet treedt in werking op den dag harer |
publication au Moniteur . » | bekendmaking in het Staatsblad . » |
B.3.2. Le Rapport au Régent précédant l'arrêté-loi litigieux énonce : | B.3.2. Het Verslag aan de Regent dat de in het geding zijnde |
« La loi du 7 septembre 1939 donnant au Roi des pouvoirs | besluitwet voorafgaat, stelt : |
extraordinaires, Lui permet de prendre les mesures urgentes et | « Krachtens de buitengewone bevoegdheden die Hem bij de wet van 7 |
nécessaires, notamment pour assurer la tranquillité publique. | september 1939 zijn verleend, is de Koning bevoegd tot het treffen van |
Des éléments qui cherchent manifestement à troubler l'ordre, recourent | dringende en noodzakelijke maatregelen, daaronder begrepen die welke |
systématiquement à l'apposition d'inscriptions, d'affiches, de | de openbare rust moeten verzekeren. |
reproductions picturales et photographiques, de tracts et de papillons | Klaarblijkend op ordeverstoring beluste elementen gaan stelselmatig |
sur la voie publique et sur les arbres, plantations, panneaux, | over tot het aanbrengen van opschriften, affiches, beeld- en |
pignons, façades, murs, clôtures, supports, poteaux, bornes, ouvrages | photographische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes op den |
d'art, monuments et autres objets qui la bordent ou sont situés à | openbaren weg en op de boomen, aanplantingen, plakborden, voor- en |
proximité immédiate de la voie publique. De tels agissements ont pour effet d'introduire dans le pays une atmosphère de troubles qui non seulement porte atteinte à la tranquillité publique et incite dans bien des cas à des actes délictueux mais qui est également de nature à compromettre les résultats de la politique de rénovation nationale poursuivie par le gouvernement. Il importe donc de mettre un terme à ces pratiques. A cette fin, il y a lieu d'interdire toute apposition d'inscriptions, d'affiches, de reproductions picturales et photographiques, de tracts et de papillons, quelle qu'en soit la teneur, à des endroits autres que ceux déterminés pour les affichages par les autorités communales ou autorisées, au préalable et par écrit, par le propriétaire ou par | zijgevels, muren, omheiningen, pijlers, palen, zuilen, bouwwerken, monumenten en andere langs den openbaren weg of in de onmiddellijke nabijheid er van liggende opstanden. Zulke praktijken scheppen in het land een atmosfeer van verwarring, welke niet enkel de openbare rust schaadt en vrij vaak tot strafbare daden aanzet, doch ook van dien aard is dat de resultaten van de door de regeering gevoerde politiek van nationale heropbeuring in gevaar worden gebracht. Het is noodig dat aan zulke praktijken een einde komt. Daarom bestaat er reden toe verbod te stellen op het aanbrengen van opschriften, affiches, beeld- en photographische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes, van welken inhoud ook, op andere plaatsen dan die welke door de gemeenteoverheden tot aanplakking zijn bestemd of vooraf en schriftelijk werden vergund door den eigenaar of door den gebruiksgerechtigde voor zoover de eigenaar insgelijks zijn |
celui qui en a la jouissance, pour autant que le propriétaire ait | akkoordbevinding vooraf en schriftelijk heeft betuigd. » (Belgisch |
également marqué son accord préalable et écrit » (Moniteur belge , 4 | Staatsblad, 4 januari 1946, pp. 65-66) |
janvier 1946, pp. 65-66). | |
B.3.3. Le préambule de l'arrêté-loi du 29 décembre 1945 indique que | B.3.3. De aanhef van de besluitwet van 29 december 1945 geeft aan dat |
celui-ci a été adopté sur la base de la loi du 7 septembre 1939 | die wet is aangenomen op grond van de wet van 7 september 1939, |
donnant au Roi des pouvoirs extraordinaires, notamment « pour assurer | waarbij aan de Koning buitengewone bevoegdheden werden verleend, onder |
la tranquillité publique ». Le Rapport au Régent précité fait | meer « ter verzekering van de openbare rust ». Uit het voormelde |
apparaître que l'arrêté-loi litigieux visait en particulier à assurer | Verslag aan de Regent blijkt dat de in het geding zijnde besluitwet |
l'ordre public. | inzonderheid ertoe strekte de openbare orde te handhaven. |
Dat belet evenwel niet dat de besluitwet een algemene draagwijdte | |
Il n'empêche que l'arrêté-loi revêt une portée générale, ainsi qu'il | heeft, zoals blijkt uit artikel 1, dat geen enkel onderscheid maakt |
ressort de l'article 1er, qui n'établit aucune distinction en fonction | naar gelang van de aard en de inhoud van de « opschriften » en de |
de la nature et du contenu des « inscriptions » et des affiches. C'est | affiches. Die zienswijze wordt bevestigd in het Verslag aan de Regent, |
ce que confirme le Rapport au Régent, selon lequel l'arrêté-loi porte | volgens hetwelk de besluitwet betrekking heeft op affiches « van |
sur les affiches « quelle qu'en soit la teneur ». | welken inhoud ook ». |
Quant aux première et deuxième questions préjudicielles | Ten aanzien van de eerste en de tweede prejudiciële vraag |
B.4.1. L'arrêté-loi litigieux violerait le principe d'égalité et de | B.4.1. De in het geding zijnde besluitwet zou een schending inhouden |
non-discrimination, lu en combinaison avec la liberté d'expression, | van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in samenhang |
garantie par les dispositions invoquées dans les questions, en ce | gelezen met het recht op vrije meningsuiting, gewaarborgd door de in |
qu'il concernerait tous les types d'affichage, sans distinction. | de vragen aangehaalde bepalingen, doordat zij alle soorten van |
affichage, zonder onderscheid, zou beogen. | |
Des discriminations seraient ainsi établies entre : | Aldus zouden discriminaties ontstaan tussen : |
- d'une part, la catégorie des personnes qui souhaitent diffuser leur | - enerzijds, de categorie van personen die hun mening wensen te |
opinion au moyen d'affiches et, d'autre part, la catégorie des | verspreiden door middel van een affiche en, anderzijds, de categorie |
personnes qui souhaitent diffuser leur opinion via d'autres canaux | van personen die hun mening wensen te verspreiden via andere kanalen |
(première question); | (eerste vraag); |
- d'une part, la catégorie des personnes qui diffusent leur opinion au | - enerzijds, de categorie van personen die hun mening verspreiden door |
moyen d'affiches, sans accord écrit préalable du propriétaire ou de | middel van een affiche, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming |
l'usager et, d'autre part, la catégorie des personnes qui diffusent | van de eigenaar of de gebruiksgerechtigde en, anderzijds, de categorie |
leur opinion via d'autres canaux, notamment les moyens de | van personen die hun mening verspreiden via andere kanalen, waaronder |
communication modernes (fax, courrier électronique, SMS), mais ne sont | de moderne communicatiemiddelen (fax, e-mail, SMS), doch niet |
pas soumises aux restrictions émises par l'arrêté-loi litigieux | onderworpen zijn aan de in het geding zijnde besluitwet opgelegde |
(deuxième question). | beperkingen (tweede vraag). |
B.4.2. Eu égard à leur connexité, la Cour examine les deux questions | B.4.2. Gelet op hun samenhang onderzoekt het Hof beide vragen samen. |
ensemble. B.5.1. Il ressort de l'article 1er de l'arrêté-loi litigieux que la possibilité d'afficher est limitée à certains endroits, notamment ceux qui sont désignés à cet effet par la commune et ceux pour lesquels le propriétaire ou l'usager ont donné au préalable leur autorisation écrite. L'arrêté-loi règle de la sorte une série de modalités de l'affichage, sans toutefois prévoir des mesures préventives. Ainsi la possibilité d'afficher n'est-elle nullement subordonnée à une appréciation préalable du contenu du message. En effet, l'arrêté-loi litigieux n'habilite aucunement l'autorité à contrôler ou interdire a priori la manifestation d'une opinion et ce, quelle qu'en soit la nature, mais il ne fait que prévoir des sanctions a posteriori . B.5.2. Dans l'hypothèse où, sans justification, les communes omettraient toutefois d'indiquer les endroits auxquels des affiches peuvent être apposées, le droit d'afficher selon les modalités prévues par l'arrêté-loi pourrait être compromis. Pareille négligence, dans l'hypothèse où elle serait commise, ne pourrait cependant être justifiée par référence à l'arrêté-loi litigieux. | B.5.1. Uit artikel 1 van de in het geding zijnde besluitwet blijkt dat de mogelijkheid om te afficheren wordt beperkt tot bepaalde plaatsen, namelijk degene die door de gemeente daartoe zijn bestemd en degene waarvoor de eigenaar of de gebruiksgerechtigde vooraf schriftelijk zijn toestemming heeft gegeven. Aldus regelt de besluitwet een aantal modaliteiten wat de affichage betreft, zonder evenwel te voorzien in preventieve maatregelen. Zo wordt de mogelijkheid om te afficheren geenszins afhankelijk gemaakt van een voorafgaande inhoudelijke beoordeling van de boodschap. De in het geding zijnde besluitwet verleent de overheid immers geen enkele bevoegdheid om een meningsuiting, van welke aard ook, a priori te controleren of te verbieden, maar voorziet enkel in sancties a posteriori. B.5.2. In de hypothese echter dat de gemeenten zonder verantwoording zouden nalaten plaatsen aan te wijzen waarop affiches kunnen worden aangebracht, zou het recht om te afficheren volgens de modaliteiten waarin de besluitwet voorziet, in het gedrang kunnen worden gebracht. Zulk een nalatigheid, indien ze zich zou voordoen, zou evenwel niet met verwijzing naar de in het geding zijnde besluitwet kunnen worden verantwoord. |
B.6.1. En soumettant l'apposition d'affiches à certaines formalités, | B.6.1. Door het aanbrengen van affiches aan bepaalde formaliteiten te |
l'arrêté-loi litigieux limite la mise en oeuvre concrète de la liberté | onderwerpen, beperkt de in het geding zijnde besluitwet de concrete |
d'expression garantie par la Constitution et par des dispositions | uitoefening van de vrijheid van meningsuiting die door de Grondwet en |
conventionnelles internationales. | door internationale verdragsbepalingen is gewaarborgd. |
L'article 19 de la Constitution énonce : | Artikel 19 van de Grondwet bepaalt : |
« La liberté des cultes, celle de leur exercice public, ainsi que la | « De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, |
liberté de manifester ses opinions en toute matière, sont garanties, | alsmede de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn |
sauf la répression des délits commis à l'occasion de l'usage de ces | gewaarborgd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter |
libertés. » | gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd. » |
L'article 10 de la Convention européenne des droits de l'homme dispose | Artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens |
: | bepaalt : |
« 1. Toute personne a droit à la liberté d'expression. Ce droit | « 1. Eenieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht |
comprend la liberté d'opinion et la liberté de recevoir ou de communiquer des informations ou des idées sans qu'il puisse y avoir ingérence d'autorités publiques et sans considération de frontière. Le présent article n'empêche pas les Etats de soumettre les entreprises de radiodiffusion, de cinéma ou de télévision à un régime d'autorisations. 2. L'exercice de ces libertés comportant des devoirs et des responsabilités peut être soumis à certaines formalités, conditions, restrictions ou sanctions, prévues par la loi, qui constituent des mesures nécessaires, dans une société démocratique, à la sécurité nationale, à l'intégrité territoriale ou à la sûreté publique, à la | omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of door te geven, zonder inmenging van overheidswege en ongeacht grenzen. Dit artikel belet niet dat Staten radio-omroep-, bioscoop- of televisieondernemingen kunnen onderwerpen aan een systeem van vergunningen. 2. Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, welke bij de wet worden voorzien en die in een democratische samenleving nodig zijn in het belang van 's lands veiligheid, de bescherming van |
défense de l'ordre et à la prévention du crime, à la protection de la | de openbare orde en het voorkomen van strafbare feiten, de bescherming |
van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam | |
santé ou de la morale, à la protection de la réputation ou des droits | of de rechten van anderen om de verspreiding van vertrouwelijke |
d'autrui, pour empêcher la divulgation d'informations confidentielles | mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de |
ou pour garantir l'autorité et l'impartialité du pouvoir judiciaire. » | rechterlijke macht te waarborgen. » |
L'article 19 du Pacte international relatif aux droits civils et | Artikel 19 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en |
politiques dispose : « 1. Nul ne peut être inquiété pour ses opinions. 2. Toute personne a droit à la liberté d'expression; ce droit comprend la liberté de rechercher, de recevoir et de répandre des informations et des idées de toute espèce, sans considération de frontières, sous une forme orale, écrite, imprimée ou artistique, ou par tout autre moyen de son choix. 3. L'exercice des libertés prévues au paragraphe 2 du présent article comporte des devoirs spéciaux et des responsabilités spéciales. Il peut en conséquence être soumis à certaines restrictions qui doivent toutefois être expressément fixées par la loi et qui sont nécessaires : a) au respect des droits ou de la réputation d'autrui; | politieke rechten bepaalt : « 1. Een ieder heeft het recht zonder inmenging een mening te koesteren. 2. Een ieder heeft het recht op vrijheid van meningsuiting; dit recht omvat mede de vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard ook op te sporen, te ontvangen en door te geven, ongeacht grenzen, hetzij mondeling, hetzij in geschreven of gedrukte vorm, in de vorm van kunst, of met behulp van andere media naar zijn keuze. 3. Aan de uitoefening van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde rechten zijn bijzondere plichten en verantwoordelijkheden verbonden. Deze kan derhalve aan bepaalde beperkingen worden gebonden, doch alleen beperkingen die bij de wet worden voorzien en nodig zijn : a) in het belang van de rechten of de goede naam van anderen; |
b) à la sauvegarde de la sécurité nationale, de l'ordre public, de la | b) in het belang van de nationale veiligheid of ter bescherming van de |
santé ou de la moralité publiques. » | openbare orde, de volksgezondheid of de goede zeden. » |
B.6.2. La liberté d'expression constitue l'un des fondements | B.6.2. De vrijheid van meningsuiting is een van de pijlers van een |
essentiels d'une société démocratique. Elle vaut non seulement pour | democratische samenleving. Zij geldt niet alleen voor de « informatie |
les « informations » ou « idées » accueillies avec faveur ou | » of de « ideeën » die gunstig worden onthaald of die als onschuldig |
considérées comme inoffensives ou indifférentes, mais aussi pour | en onverschillig worden beschouwd, maar ook voor die welke de Staat of |
celles qui choquent, inquiètent ou heurtent l'Etat ou une fraction | een of andere groep van de bevolking schokken, verontrusten of |
quelconque de la population. Ainsi le veulent le pluralisme, la | kwetsen. Zo willen het het pluralisme, de verdraagzaamheid en de geest |
tolérance et l'esprit d'ouverture sans lequel il n'est pas de société | van openheid, zonder welke de democratische samenleving niet bestaat |
démocratique (Cour européenne des droits de l'homme, 7 décembre 1976, | (Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 7 december 1976, Handyside |
Handyside c/ Royaume-Uni, § 49; 20 septembre 1994, | t/ Verenigd Koninkrijk, § 49; 20 september 1994, |
Otto-Preminger-Institut c/ Autriche, § 49). | Otto-Preminger-Institut t/ Oostenrijk, § 49). |
La liberté d'expression n'est toutefois pas absolue. | Het recht op vrije meningsuiting is evenwel niet absoluut. |
Indépendamment de ce que chacun est tenu de respecter la liberté | Ongeacht het gegeven dat eenieder ertoe is gehouden de grondwettelijk |
d'opinion d'autrui constitutionnellement protégée, il résulte de | beschermde vrijheid van meningsuiting van anderen te eerbiedigen, |
l'article 19 de la Constitution combiné avec l'article 10.2 de la | volgt uit artikel 19 van de Grondwet in samenhang met artikel 10.2 van |
Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 19.3 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques que la liberté d'expression peut être soumise à certaines formalités, conditions, restrictions ou sanctions, prévues par la loi, qui constituent, dans une société démocratique, des mesures nécessaires à la protection des objectifs explicitement mentionnés dans les dispositions conventionnelles précitées. B.6.3. En interdisant l'affichage à d'autres endroits que ceux qui sont désignés par les autorités communales ou en subordonnant l'affichage à l'autorisation préalable et écrite de l'usager ou du propriétaire, l'arrêté-loi litigieux vise à assurer l'ordre public et à protéger les droits d'autrui. Les dispositions litigieuses répondent ainsi à une nécessité sociale impérieuse et ne sont pas disproportionnées aux objectifs poursuivis par le législateur. En effet, une possibilité d'affichage illimitée aux endroits faisant partie du domaine public ou de propriétés privées pourrait conduire à une perturbation de l'ordre public, à une | het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 19.3 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten dat de vrijheid van meningsuiting kan worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties welke bij wet zijn vastgesteld en die in een democratische samenleving nodig zijn tot bescherming van de in bovenvermelde verdragsbepalingen uitdrukkelijk vermelde doelstellingen. B.6.3. Door het afficheren te verbieden op andere plaatsen dan diegene die door de gemeenteoverheid daartoe zijn bestemd of het afficheren enkel toe te staan na een voorafgaande en schriftelijke toestemming van de gebruiksgerechtigde of de eigenaar, strekt de in het geding zijnde besluitwet ertoe de openbare orde te handhaven en de rechten van anderen te beschermen. De in het geding zijnde bepalingen beantwoorden aldus aan een dwingende maatschappelijke noodwendigheid en zijn niet onevenredig met de door de wetgever nagestreefde doelstellingen. Een onbeperkte mogelijkheid om te afficheren op plaatsen die deel uitmaken van het openbaar domein of van privé-eigendommen, zou immers kunnen leiden tot |
pollution visuelle, à des nuisances environnementales et à une | verstoring van de openbare orde, visuele vervuiling, milieuhinder, en |
atteinte aux droits de propriété de tiers. | aantasting van de eigendomsrechten van derden. |
Les interdictions édictées par l'arrêté-loi du 29 décembre 1945 | De verbodsbepalingen waarin de besluitwet van 29 december 1945 |
n'excèdent dès lors pas les limites et conditions dans lesquelles le | voorziet, overschrijden bijgevolg niet de grenzen en de voorwaarden |
législateur peut restreindre la mise en oeuvre de la liberté | waarin de wetgever de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting |
d'expression. On ne se trouve donc pas en présence d'une atteinte | kan beperken. Van een ongeoorloofde en discriminatoire inbreuk op de |
illicite et discriminatoire à la liberté d'expression. | vrijheid van meningsuiting is aldus geen sprake. |
Ne change en rien ce constat que d'autres moyens de communication | Daaraan wordt geen afbreuk gedaan door de vaststelling dat andere, |
modernes (notamment le fax et le courrier électronique) ne sont pas | moderne communicatiemiddelen (onder meer fax en e-mail) niet aan de in |
soumis aux règles litigieuses. Abstraction faite de la question de | het geding zijnde regeling zijn onderworpen. Nog afgezien van de vraag |
savoir si l'apposition d'affiches peut être comparée utilement à | of het aanbrengen van affiches dienstig met het gebruik van die |
l'usage de ces moyens de communication modernes à la lumière d'un | moderne communicatiemiddelen kan worden vergeleken in het licht van |
contrôle au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, la Cour | een toetsing aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, stelt het Hof |
constate que l'usage de moyens de communication modernes ne génère pas | vast dat de aanwending van de moderne communicatiemiddelen niet |
les mêmes problèmes qu'en cas d'apposition d'affiches, de sorte que la | dezelfde problemen doet rijzen als bij het aanbrengen van affiches, |
non-application de l'arrêté-loi à ces moyens de communication n'est | zodat de niet-toepassing van de besluitwet op die communicatiemiddelen |
pas dénuée de justification. | niet zonder verantwoording is. |
B.6.4. Les première et deuxième questions préjudicielles appellent une | B.6.4. De eerste en de tweede prejudiciële vraag dienen ontkennend te |
réponse négative. | worden beantwoord. |
Quant à la troisième question préjudicielle | Ten aanzien van de derde prejudiciële vraag |
B.7.1. L'arrêté-loi litigieux établirait en outre une discrimination | B.7.1. De in het geding zijnde besluitwet zou tevens een discriminatie |
entre, d'une part, la catégorie des personnes qui souhaitent diffuser, | doen ontstaan tussen, enerzijds, de categorie van personen die via |
par voie d'affiches, une opinion subversive et, d'autre part, la | affichage een opruiende mening wensen te verspreiden en, anderzijds, |
catégorie des personnes qui souhaitent diffuser par voie d'affiches | de categorie van personen die via affichage een niet opruiende mening |
une opinion non subversive. | wensen te verspreiden. |
B.7.2. La Cour n'aperçoit pas en quoi ce traitement différent pourrait | B.7.2. Het Hof ziet niet in hoe dat verschil in behandeling uit de |
découler de l'arrêté-loi du 29 décembre 1945, dès lors que cet | besluitwet van 29 december 1945 zou voortvloeien, nu die wet, zoals in |
arrêté-loi, ainsi qu'il est indiqué en B.3.3, revêt une portée | B.3.3 aangegeven, een algemene draagwijdte heeft en geen enkel |
générale et n'établit aucune distinction fondée sur le contenu du | onderscheid maakt op grond van de inhoud van de geafficheerde |
message affiché. | boodschap. |
La troisième question préjudicielle procède dès lors d'une lecture | De derde prejudiciële vraag gaat bijgevolg uit van een verkeerde |
erronée de l'arrêté-loi litigieux. | lezing van de in het geding zijnde besluitwet. |
B.7.3. La troisième question préjudicielle appelle une réponse | B.7.3. De derde prejudiciële vraag dient ontkennend te worden |
négative. | beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'arrêté-loi du 29 décembre 1945 « portant interdiction des | De besluitwet van 29 december 1945 « houdende verbod tot het |
aanbrengen van opschriften op den openbaren weg » schendt niet de | |
inscriptions sur la voie publique » ne viole pas les articles 10 et 11 | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen |
de la Constitution, lus ou non en combinaison avec l'article 19 de la | |
Constitution, avec l'article 10 de la Convention européenne des droits | met artikel 19 van de Grondwet, met artikel 10 van het Europees |
de l'homme et avec l'article 19 du Pacte international relatif aux | Verdrag voor de Rechten van de Mens en met artikel 19 van het |
droits civils et politiques. | Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 22 octobre 2003. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 22 oktober 2003. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
Le président, | De voorzitter, |
A. Arts. | A. Arts. |