← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 66/2003 du 14 mai 2003 Numéro du rôle : 2433 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 319, § 3, du Code civil, posée par le Tribunal de
première instance de Liège. La Cour d'arbitrage, comp après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet
de la question préjudicielle et procédu(...)"
Extrait de l'arrêt n° 66/2003 du 14 mai 2003 Numéro du rôle : 2433 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 319, § 3, du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Liège. La Cour d'arbitrage, comp après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...) | Uittreksel uit arrest nr. 66/2003 van 14 mei 2003 Rolnummer 2433 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 319, § 3, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Het Arbitragehof, sa wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 66/2003 du 14 mai 2003 | Uittreksel uit arrest nr. 66/2003 van 14 mei 2003 |
Numéro du rôle : 2433 | Rolnummer 2433 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 319, § 3, du | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 319, § 3, van het |
Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Liège. | Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. | L. François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. |
Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée | Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, |
du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par jugement du 26 avril 2002 en cause de F. Techy contre S. | Bij vonnis van 26 april 2002 in zake F. Techy tegen S. Metselaar, |
Metselaar, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op |
d'arbitrage le 3 mai 2002, le Tribunal de première instance de Liège a | 3 mei 2002, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Luik de volgende |
posé la question préjudicielle suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 319, § 3, du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 | « Schendt artikel 319, § 3, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 |
de la Constitution en autorisant le Tribunal à tenir compte de | en 11 van de Grondwet doordat het de rechtbank toestaat rekening te |
l'intérêt de l'enfant à reconnaître lorsque celui-ci a plus de 15 ans | houden met de belangen van het te erkennen kind wanneer dit ouder is |
(arrêt [de la Cour d'arbitrage] du 6 juin 1996), tandis que cette | dan vijftien jaar (arrest [van het Arbitragehof] van 6 juni 1996), |
possibilité lui est refusée lorsque l'enfant a moins de 15 ans (arrêt | terwijl het de rechtbank die mogelijkheid ontzegt wanneer het kind |
[de la Cour d'arbitrage] du 8 octobre 1992) ? » | jonger is dan vijftien jaar (arrest [van het Arbitragehof] van 8 |
oktober 1992). » | |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. La partie défenderesse devant le juge a quo demande à la Cour de | B.1. De verwerende partij voor de verwijzende rechter verzoekt het Hof |
reformuler la question, dans des termes qui, en réalité, en modifient | de vraag te herformuleren in bewoordingen die in werkelijkheid de |
le contenu. | inhoud ervan wijzigen. |
Les parties devant la Cour ne peuvent pas modifier ou faire modifier | De partijen voor het Hof kunnen de inhoud van de prejudiciële vragen |
le contenu des questions préjudicielles. La Cour envisage la | niet wijzigen of laten wijzigen. Het Hof onderzoekt het verschil in |
différence de traitement telle qu'elle est présentée par le juge a quo | behandeling zoals het door de verwijzende rechter wordt omschreven. |
. B.2.1. La question préjudicielle porte sur l'article 319, § 3, du Code | B.2.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 319, § 3, van |
civil, qui dispose : | het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt : |
« Si l'enfant est mineur non émancipé, la reconnaissance n'est recevable que moyennant le consentement préalable de la mère. Est en outre requis le consentement préalable de l'enfant s'il a quinze ans accomplis. A défaut de ces consentements, l'homme qui veut reconnaître l'enfant saisit par simple requête le juge de paix du domicile de l'enfant. Le requérant et les personnes dont le consentement est requis sont convoqués en chambre du conseil. S'il concilie les parties, le juge de paix reçoit les consentements nécessaires. Sinon, il renvoie la cause au tribunal de première instance. Le tribunal entend les parties et le ministère public. Il rejette la | « Indien het kind minderjarig en niet ontvoogd is, is de erkenning alleen ontvankelijk mits de moeder vooraf toestemt. Bovendien is de voorafgaande toestemming van het kind vereist, indien het de volle leeftijd van vijftien jaar bereikt heeft. Bij gebreke van die toestemmingen maakt de man die het kind wil erkennen, de zaak bij gewoon verzoekschrift aanhangig bij de vrederechter van de woonplaats van het kind. De verzoeker en de personen wier toestemming vereist is, worden in raadkamer opgeroepen. Indien de vrederechter de partijen tot verzoening brengt, ontvangt hij de nodige toestemmingen. Zo niet, dan verwijst hij de zaak naar de rechtbank van eerste aanleg. De rechtbank hoort de partijen en het openbaar ministerie. Zij wijst het verzoek af indien het bewijs wordt geleverd dat de verzoeker niet |
demande s'il est prouvé que le requérant n'est pas le père. A défaut | de vader is. Ontbreekt dat bewijs, dan beslist de rechtbank, met |
de cette preuve, il décide, en tenant compte de l'intérêt de l'enfant, | inachtneming van de belangen van het kind, of de erkenning kan |
si la reconnaissance peut avoir lieu. » | plaatshebben. » |
B.2.2. Le juge a quo envisage cette disposition dans l'application qui | B.2.2. De verwijzende rechter benadert die bepaling vanuit de |
lui a été donnée à la suite des arrêts de la Cour nos 39/90, 63/92 et | toepassing die eraan gegeven is ingevolge de arresten nrs. 39/90, |
36/96, et s'interroge sur l'existence d'une éventuelle discrimination | 63/92 en 36/96 van het Hof, en vraagt zich af of er sprake zou zijn |
entre les enfants qui font l'objet d'une demande de reconnaissance par | van discriminatie van de kinderen voor wie een verzoek tot erkenning |
un homme dont la paternité biologique n'est pas contestée, selon | is ingediend door een man wiens biologisch vaderschap niet wordt |
betwist, naargelang zij ouder of jonger zijn dan vijftien jaar. | |
qu'ils sont âgés de plus ou de moins de quinze ans. | B.2.3. Uit de toepassing die is gegeven aan de voormelde arresten nrs. |
B.2.3. L'application qui a été donnée aux arrêts nos 39/90 et 63/92 | 39/90 en 63/92 volgt dat, wanneer het biologisch vaderschap niet wordt |
précités a pour conséquence que, lorsque la paternité biologique n'est | betwist, in geval van weigering van de moeder in te stemmen met de |
pas contestée, en cas de refus de consentement de la mère à la | erkenning door de vader van een kind dat jonger is dan vijftien jaar, |
reconnaissance par le père d'un enfant de moins de quinze ans, le | de rechtbank van eerste aanleg waarbij de vader zijn verzoek aanhangig |
tribunal de première instance saisi par le père autorise la | heeft gemaakt, de erkenning in alle gevallen toestaat, zonder dat zij |
reconnaissance dans tous les cas, sans qu'il puisse apprécier si cette | kan oordelen of die erkenning in overeenstemming is met het belang van het kind. |
reconnaissance est conforme à l'intérêt de l'enfant. | B.2.4. Uit de toepassing die is gegeven aan het voormelde arrest nr. |
B.2.4. L'application qui a été donnée à l'arrêt no 36/96 précité a | 36/96 volgt dat, wanneer het biologisch vaderschap niet wordt betwist, |
pour effet que, lorsque la paternité biologique n'est pas contestée, | het kind dat ouder is dan vijftien jaar kan weigeren in te stemmen met |
l'enfant âgé de plus de quinze ans peut refuser de consentir à | het vaststellen van zijn afstamming van vaderszijde via een erkenning. |
l'établissement de sa filiation paternelle par reconnaissance. Dans | In dat geval oordeelt de rechtbank van eerste aanleg waarbij de vader |
cette hypothèse, le tribunal de première instance saisi par le père | zijn verzoek aanhangig heeft gemaakt, of het in het belang van het |
apprécie s'il est de l'intérêt de l'enfant de voir établie sa | kind is dat zijn afstamming van vaderszijde wordt vastgesteld. De |
filiation paternelle. Le tribunal peut autoriser la reconnaissance | rechtbank kan de erkenning toestaan niettegenstaande het verzet van |
malgré l'opposition de l'enfant, ou la refuser lorsqu'il estime que | het kind, of die erkenning weigeren wanneer zij van mening is dat zij |
cette reconnaissance lui porterait préjudice. | voor het kind nadelig zou zijn. |
B.2.5. L'application donnée aux arrêts de la Cour a pour conséquence, ainsi que le relève le juge a quo , qu'il existe une différence de traitement selon l'âge des enfants : seuls ceux qui sont âgés de plus de quinze ans bénéficient d'un contrôle judiciaire sur leur intérêt à voir établie leur filiation paternelle par reconnaissance. B.3. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. | B.2.5. Uit de toepassing die aan de arresten van het Hof is gegeven volgt, zoals de verwijzende rechter opmerkt, dat er een verschil in behandeling is naar gelang van de leeftijd van de kinderen : alleen voor de kinderen ouder dan vijftien jaar is in een rechterlijke controle voorzien wat betreft het belang dat zij erbij hebben dat hun afstamming van vaderszijde via een erkenning wordt vastgesteld. B.3. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.4.1. L'article 3.1 de la Convention relative aux droits de l'enfant, | B.4.1. Artikel 3.1 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, |
adoptée à New York le 20 novembre 1989, dispose : | aangenomen te New-York op 20 november 1989, bepaalt : |
« Dans toutes les décisions qui concernent les enfants, qu'elles | « Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden |
soient le fait des institutions publiques ou privées de protection | genomen door openbare of particuliere instellingen voor |
sociale, des tribunaux, des autorités administratives ou des organes | maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke |
législatifs, l'intérêt supérieur de l'enfant doit être une | autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind |
considération primordiale ». | de eerste overweging ». |
L'article 12 de la même Convention prévoit, pour l'enfant capable de discernement, le droit d'être entendu dans toute procédure judiciaire ou administrative l'intéressant. B.4.2. Cette dernière disposition a été traduite par la loi du 30 juin 1994, qui ajoute à l'article 931 du Code judiciaire un alinéa 3 ainsi rédigé : « Néanmoins, dans toute procédure le concernant, le mineur capable de discernement peut, à sa demande ou sur décision du juge, sans préjudice des dispositions légales prévoyant son intervention volontaire et son consentement, être entendu, hors la présence des parties, par le juge ou la personne désignée par ce dernier à cet effet, aux frais partagés des parties s'il y a lieu. La décision du juge n'est pas susceptible d'appel. » | Artikel 12 van hetzelfde Verdrag voorziet, voor het kind dat in staat is zijn eigen mening te vormen, in het recht gehoord te worden in iedere gerechtelijke en bestuurlijke procedure die het kind betreft. B.4.2. Aan deze laatstvermelde bepaling is gevolg gegeven door de wet van 30 juni 1994, die aan artikel 931 van het Gerechtelijk Wetboek het aldus geformuleerde derde lid toevoegt : « Evenwel kan de minderjarige die over het vereiste onderscheidingsvermogen beschikt, in elk geding dat hem betreft, op zijn verzoek of bij beslissing van de rechter, worden gehoord door de rechter of door de persoon die deze aanwijst, onverminderd de wettelijke bepalingen betreffende zijn vrijwillige tussenkomst en zijn toestemming. De partijen zijn bij dit onderhoud niet aanwezig. De daaraan verbonden kosten worden in voorkomend geval over de partijen verdeeld. Tegen de beslissing van de rechter kan geen hoger beroep worden ingesteld. » |
B.4.3. L'approbation, par la loi du 25 novembre 1991, de la Convention | B.4.3. De goedkeuring, bij de wet van 25 november 1991, van het |
relative aux droits de l'enfant précitée ainsi que l'adoption de la | voormelde Verdrag inzake de rechten van het kind, en het aannemen van |
loi du 30 juin 1994 montrent que le législateur entend imposer la | de wet van 30 juni 1994, tonen aan dat de wetgever de verplichting wil |
prise en compte de l'intérêt de l'enfant dans les procédures | opleggen om rekening te houden met de belangen van het kind in de |
judiciaires le concernant, le cas échéant en recueillant son avis | gerechtelijke procedures die op het kind betrekking hebben, in |
propre lorsqu'il est capable de l'exprimer avec discernement, et en | voorkomend geval door zijn eigen mening te vragen wanneer het in staat |
tout état de cause en invitant le juge à y être spécialement attentif. | is die te vormen, en hoe dan ook door de rechter erom te verzoeken |
bijzondere aandacht eraan te besteden. | |
B.5. Il peut exister des cas dans lesquels l'établissement juridique | B.5. Er kunnen gevallen bestaan waarin het juridisch vastleggen van de |
de la filiation paternelle d'un enfant cause à celui-ci un préjudice. | afstamming van een kind van vaderszijde voor dat kind nadelig is. Ook |
Si, en règle générale, on peut estimer qu'il est de l'intérêt de | al kan men doorgaans ervan uitgaan dat het in het belang van het kind |
l'enfant de voir établie sa double filiation, on ne peut présumer de | is dat zijn afstamming van beide zijden wordt vastgesteld, toch kan |
manière irréfragable que tel soit toujours le cas. | men niet onomstotelijk voorhouden dat dit altijd het geval is. |
B.6. Si l'âge de quinze ans constitue un critère objectif, il ne saurait être considéré comme pertinent au regard de la mesure en cause. Rien ne peut justifier que le juge saisi d'une demande de reconnaissance de paternité prenne en considération l'intérêt de l'enfant lorsqu'il est âgé de plus de quinze ans et qu'il ne puisse en tenir compte lorsque l'enfant a moins de quinze ans. En effet, en ce qu'elle a pour conséquence que l'intérêt d'un enfant âgé de moins de quinze ans n'est jamais pris en compte lors de l'établissement de sa filiation paternelle par reconnaissance, cette mesure porte une atteinte disproportionnée aux droits des enfants concernés. B.7.1. La discrimination en cause provient en réalité de l'absence de | B.6. Ook al is de leeftijd van vijftien jaar een objectief criterium, toch kan hij niet als pertinent worden beschouwd ten aanzien van de in het geding zijnde maatregel. Niets kan verantwoorden dat de rechter bij wie een verzoek tot erkenning van vaderschap aanhangig is gemaakt, het belang van het kind in aanmerking neemt wanneer het ouder is dan vijftien jaar, terwijl hij daarmee geen rekening zou kunnen houden wanneer het kind jonger is dan vijftien jaar. Die maatregel, doordat hij tot gevolg heeft dat nooit rekening wordt gehouden met het belang van een kind dat jonger is dan vijftien jaar bij het vaststellen van zijn afstamming van vaderszijde via een erkenning, doet immers op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten van de betrokken kinderen. B.7.1. De in het geding zijnde discriminatie is eigenlijk het gevolg |
prise en compte, par l'article 319, § 3, du Code civil, du | van het feit dat artikel 319, § 3, van het Burgerlijk Wetboek, niet |
consentement du mineur de moins de quinze ans. En effet, le | bepaalt dat rekening moet worden gehouden met de toestemming van de |
consentement de la mère, tel qu'il est exigé par cette disposition, | minderjarige die jonger is dan vijftien jaar. Er wordt immers van |
est censé traduire la prise en compte de l'intérêt de l'enfant. Toutefois, en prévoyant que seule la mère doit consentir à la reconnaissance par le père d'un enfant de moins de quinze ans, le législateur a présumé que seul le refus du consentement de la mère indiquerait au juge éventuellement saisi l'existence d'un risque de préjudice pour l'intérêt de l'enfant. Il a ainsi exclu que le mineur lui-même, lorsqu'il est capable de discernement, ou d'autres personnes qui assument des obligations à son égard, lorsqu'il est incapable de discernement, puissent amener le juge à tenir compte de son intérêt. B.7.2. Un tel pouvoir donné exclusivement à la mère est, pour les raisons exposées dans les arrêts nos 39/90 et 63/92, contraire aux | uitgegaan dat de toestemming van de moeder, zoals die bij die bepaling vereist is, neerkomt op het in aanmerking nemen van het belang van het kind. Door te bepalen dat alleen de moeder moet instemmen met de erkenning, door de vader, van een kind dat jonger is dan vijftien jaar, is de wetgever echter ervan uitgegaan dat alleen de weigering van de moeder om ermee in te stemmen, voor de eventueel ermee geconfronteerde rechter een aanwijzing zou zijn voor het bestaan van een mogelijk nadeel voor het belang van het kind. Hij heeft op die manier uitgesloten dat de minderjarige zelf, wanneer hij in staat is zijn eigen mening te vormen, of andere personen die, wanneer hij daartoe niet in staat is, voor hem verplichtingen op zich nemen, de rechter ertoe zouden kunnen brengen rekening te houden met zijn belang. B.7.2. Zulk een exclusieve bevoegdheid voor de moeder is, om de redenen uiteengezet in de arresten nrs. 39/90 en 63/92, strijdig met |
articles 10 et 11 de la Constitution. Toutefois, la discrimination | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. De discriminatie is ligt echter |
réside non pas dans le fait qu'à défaut de consentement de la mère, le | niet in het feit dat de rechter, bij ontstentenis van toestemming van |
juge puisse exercer un contrôle sur l'éventuel risque de préjudice | de moeder, controle kan uitoefenen op een eventueel risico van nadeel |
voor het kind dat jonger is dan vijftien jaar in geval van | |
pour l'enfant de moins de quinze ans en cas d'établissement de la | vaststelling van de afstamming van vaderszijde, maar van het ontbreken |
filiation paternelle, mais dans l'absence d'une procédure permettant | van een procedure die de rechter in staat stelt rekening te houden met |
la prise en compte par le juge du consentement du mineur de moins de quinze ans, soit en personne s'il est capable de discernement, soit par voie de représentation du mineur par les personnes qui en assument la charge. B.8. Il n'appartient pas à la Cour de décider de la forme que devrait prendre la possibilité de contrôle, par l'autorité judiciaire, de l'intérêt de l'enfant de moins de quinze ans ou de l'enfant non doué de discernement à l'occasion de sa reconnaissance par son père. Il lui revient, en revanche, de constater que l'absence de toute possibilité, pour le juge, d'exercer un contrôle de l'intérêt de l'enfant âgé de | de toestemming van de minderjarige jonger dan vijftien jaar, hetzij met zijn persoonlijke toestemming indien hij in staat is zijn eigen mening te vormen, hetzij bij wege van vertegenwoordiging van de minderjarige door de personen die voor hem instaan. B.8. Het behoort niet tot de bevoegdheid van het Hof te beslissen over de vorm die moet worden gegeven aan de mogelijke controle, door de gerechtelijke overheid, op het belang van het kind van minder dan vijftien jaar of van het kind dat niet in staat is zijn eigen mening te vormen in geval van erkenning door zijn vader. Het komt het Hof daarentegen wel toe vast te stellen dat het ontbreken van iedere mogelijkheid, voor de rechter, controle uit te oefenen op het belang van het kind jonger dan vijftien jaar in geval van het vaststellen van |
moins de quinze ans en cas d'établissement de la filiation paternelle | de afstamming van vaderszijde via erkenning, strijdig is met de |
par reconnaissance, est contraire aux articles 10 et 11 de la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Constitution. | |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- L'article 319, § 3, alinéa 1er, du Code civil viole les articles 10 | - Artikel 319, § 3, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, schendt de |
et 11 de la Constitution en ce qu'il réserve à la seule mère d'un | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het enkel aan de moeder |
enfant âgé de moins de quinze ans la possibilité de refuser de | van een kind dat jonger is dan vijftien jaar, de mogelijkheid |
consentir à la reconnaissance de celui-ci par un homme dont la | voorbehoudt om te weigeren in te stemmen met de erkenning van die |
paternité n'est pas contestée. | minderjarige door een man wiens vaderschap niet wordt betwist. |
- La même disposition ne viole pas les articles 10 et 11 de la | - Dezelfde bepaling schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
Constitution en ce qu'elle permet au juge, saisi d'une demande de | niet, voor zover zij de rechter, bij wie een verzoek aanhangig is |
reconnaissance d'un enfant âgé de moins de quinze ans par un homme | gemaakt tot erkenning van een kind dat jonger is dan vijftien jaar |
dont la paternité n'est pas contestée, d'exercer un contrôle portant | door een man wiens vaderschap niet wordt betwist, in staat stelt |
sur l'intérêt de l'enfant à voir établie cette filiation. | controle uit te oefenen op het belang dat het kind heeft bij het |
vaststellen van die afstamming. | |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 14 mai 2003. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 14 mei 2003. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior | M. Melchior |