← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 143/2002 du 9 octobre 2002 Numéro du rôle : 2451 En cause
: la question préjudicielle relative à l'article 17, § 4ter , des lois coordonnées sur le Conseil
d'Etat, posée par le Conseil d'Etat. La Cour d'arbit composée des présidents
A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, L(...)"
Extrait de l'arrêt n° 143/2002 du 9 octobre 2002 Numéro du rôle : 2451 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 17, § 4ter , des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posée par le Conseil d'Etat. La Cour d'arbit composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, L(...) | Uittreksel uit arrest nr. 143/2002 van 9 oktober 2002 Rolnummer 2451 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 17, § 4ter , van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gesteld door de Raad van State. Het Arbitrageh samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 143/2002 du 9 octobre 2002 | Uittreksel uit arrest nr. 143/2002 van 9 oktober 2002 |
Numéro du rôle : 2451 | Rolnummer 2451 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 17, § 4ter , | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 17, § 4ter , van |
des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posée par le Conseil | de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gesteld door de Raad |
d'Etat. | van State. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, L. Lavrysen et J.-P. Snappe, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, L. Lavrysen en J.-P. Snappe, |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
Arts, | voorzitter A. Arts, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par arrêt n° 106.635 du 17 mai 2002 en cause de R. Vandecasteele et P. | Bij arrest nr. 106.635 van 17 mei 2002 in zake R. Vandecasteele en P. |
Vandecasteele contre la commune de Schoten et la Région flamande, dont | Vandecasteele tegen de gemeente Schoten en het Vlaamse Gewest, waarvan |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 30 mai | de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 30 mei |
2002, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : | 2002, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 17, § 4ter , des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat ne | « Schendt het artikel 17, § 4ter , van de Gecoördineerde Wetten op de |
viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution, considérés | Raad van State niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
isolément et combinés avec les articles 23 et 160 de la Constitution, | afzonderlijk beschouwd en in samenhang beschouwd met de artikelen 23 |
en tant que la présomption de désistement d'instance s'applique | en 160 van de Grondwet inzoverre het vermoeden van afstand van geding |
également, malgré l'introduction d'une demande de poursuite de la | ook geldt ondanks het indienen van een aanvraag voor de voortzetting |
procédure avant le quinzième jour de la nouvelle année judiciaire et | van de procedure voor de 15de dag van het nieuw gerechtelijk jaar en |
dans les 45 jours à compter de la notification de l'arrêt, lorsque le | binnen de 45 dagen volgend op de betekening, wanneer deze termijn voor |
délai fixé pour la demande de poursuite de la procédure prend cours et | de aanvraag tot voortzetting van de procedure aanvangt in de |
expire pendant les vacances judiciaires, alors que cette règle est | gerechtelijke vakantie en ook verstrijkt binnen de gerechtelijke |
prescrite par les articles 2 et 50, alinéa 2, du Code judiciaire, | vakantie, terwijl deze regel voorgeschreven is door de artikelen 2 en |
50, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in acht genomen dat | |
compte tenu du fait que les parties requérantes ont élu domicile chez | verzoekende partijen woonstkeuze hebben gedaan bij een advocaat en in |
un avocat et du fait que le prononcé de l'arrêt rejetant la demande de | acht genomen dat de uitspraak van het arrest tot verwerping van de |
suspension est intervenu après le délai prévu à l'article 17, § 4, des | schorsingsaanvraag gewezen is na de termijn, voorzien bij het artikel |
lois coordonnées sur le Conseil d'Etat et que les parties requérantes | 17, § 4, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en dat |
ne peuvent pas non plus déterminer à l'avance la date de notification | verzoekende partijen evenmin de datum van betekening van het arrest op |
de l'arrêt ? » | voorhand kunnen bepalen ? » |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Dans leur mémoire justificatif, les parties requérantes devant le | B.1. In hun memorie met verantwoording stellen de verzoekende partijen |
Conseil d'Etat déclarent que la question préjudicielle doit être | voor de Raad van State dat de prejudiciële vraag moet worden |
reformulée en deux sous-questions. | geherformuleerd tot twee subvragen. |
La loi spéciale du 6 janvier 1989 ne permet pas de modifier ou de | De bijzondere wet van 6 januari 1989 maakt het niet mogelijk de |
faire modifier la portée de la question préjudicielle posée par la | draagwijdte van de prejudiciële vraag door het verwijzende |
juridiction a quo . La demande des parties ne peut être accueillie. | rechtscollege gesteld te wijzigen of te laten wijzigen. Het verzoek |
van de partijen kan niet worden ingewilligd. | |
B.2. La question préjudicielle concerne l'article 17, § 4ter , des | B.2. De prejudiciële vraag betreft artikel 17, § 4ter , van de |
lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, lequel dispose : | gecoördineerde wetten op de Raad van State, dat luidt : |
« Il existe dans le chef de la partie requérante une présomption de | « Ten aanzien van de verzoekende partij geldt een vermoeden van |
désistement d'instance lorsque, la demande de suspension d'un acte ou | afstand van geding wanneer de verzoekende partij, nadat de vordering |
d'un règlement ayant été rejetée, la partie requérante n'introduit | tot schorsing van een akte of een reglement afgewezen is, geen verzoek |
aucune demande de poursuite de la procédure dans un délai de trente | tot voortzetting van de rechtspleging indient binnen een termijn van |
jours à compter de la notification de l'arrêt. » | dertig dagen die ingaat met de kennisgeving van het arrest. » |
B.3. Il ressort des faits de la cause et de la formulation de la | B.3. Uit de feiten van het geding en uit de formulering van de |
question préjudicielle que le juge a quo souhaite savoir si la | prejudiciële vraag blijkt dat de verwijzende rechter wenst te vernemen |
disposition en cause viole les articles 10 et 11 combinés ou non avec | of de in het geding zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de |
les articles 23 et 160 de la Constitution, du fait que, lorsque le | Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 23 en 160 |
délai de trente jours prévu dans cette disposition pour introduire une | van de Grondwet, schendt door het feit dat, wanneer de in die bepaling |
demande de poursuite de la procédure prend cours et expire au cours | voorgeschreven termijn van dertig dagen om een verzoek tot |
des vacances judiciaires, il n'est pas prorogé jusqu'au quinzième jour | voortzetting van de rechtspleging in te dienen aanvangt en verstrijkt |
de la nouvelle année judiciaire, conformément au prescrit de l'article | tijdens de gerechtelijke vakantie, hij niet wordt verlengd tot de |
vijftiende dag van het nieuwe gerechtelijke jaar, overeenkomstig het | |
50, alinéa 2, du Code judiciaire. | bepaalde in artikel 50, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek. |
B.4. La différence de traitement entre certaines catégories de | B.4. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van |
personnes qui résulte de l'application de procédures différentes dans | personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende |
des circonstances différentes n'est pas discriminatoire en soi. Il ne | procedureregels in verschillende omstandigheden, houdt op zich geen |
discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake kunnen zijn, | |
pourrait y avoir de discrimination que si la différence de traitement | indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing |
résultant de l'application de ces procédures allait de pair avec une | van die procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van |
limitation disproportionnée des droits des personnes concernées. | de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. |
B.5.1. Dans son arrêt n° 88/98 du 15 juillet 1998, la Cour a considéré | B.5.1. In het arrest nr. 88/98 van 15 juli 1998 oordeelde het Hof, ten |
à propos de la mesure contenue dans l'article 17, § 4ter , des lois | aanzien van de in artikel 17, § 4ter , van de gecoördineerde wetten op |
coordonnées sur le Conseil d'Etat que, quelque lourde que soit pour la | de Raad van State vervatte maatregel, dat, hoe zwaar ook het gevolg |
partie requérante la conséquence de l'inobservation du délai fixé pour | van de niet-naleving van de termijn die geldt voor de indiening van |
l'introduction d'une demande de poursuite de la procédure, une telle | een verzoek tot voortzetting van de rechtspleging voor een verzoekende |
partij moge zijn, een dergelijke maatregel niet kennelijk onevenredig | |
mesure n'est pas manifestement disproportionnée au regard de | is ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstelling, die |
l'objectif poursuivi par le législateur, à savoir réduire la durée de | erin bestaat de duur van de rechtspleging in te korten en de |
la procédure et inciter la partie requérante à ne pas poursuivre | verzoekende partij ertoe aan te zetten de procedure niet onnodig te |
inutilement les procédures, compte tenu du principe général du droit | rekken, gelet op het algemeen rechtsbeginsel dat de gestrengheid van |
selon lequel la rigueur de la loi peut être tempérée en cas de force | de wet in geval van overmacht of van onoverwinnelijke dwaling kan |
majeure ou d'erreur invincible, principe auquel la loi en cause n'a | worden gemilderd, beginsel waarvan de betrokken wet niet is afgeweken |
pas dérogé (voir point 6 de l'arrêt précité). | (zie punt 6 van voormeld arrest). |
Partant du double objectif mentionné ci-dessus et compte tenu des | Uitgaande van die voormelde dubbele doelstelling en rekening houdend |
règles propres à la procédure devant le Conseil d'Etat en matière de | met de regeling van de termijnen eigen aan de procedure voor de Raad |
délais et de la nature spécifique du contentieux de la suspension et | van State en met de specifieke aard van het schorsings- en |
de l'annulation, on ne peut pas non plus considérer comme | annulatiecontentieux, kan het evenmin als onevenredig worden beschouwd |
disproportionné le fait que le délai de trente jours ne puisse être | dat die termijn van dertig dagen niet verlengbaar is overeenkomstig de |
prorogé conformément à la règle fixée à l'article 50, alinéa 2, du | regel bepaald in artikel 50, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek. |
Code judiciaire. L'obligation d'introduire, dans un délai de trente | De verplichting om binnen de termijn van dertig dagen na kennisgeving |
jours à compter de la notification de l'arrêt, une pièce de procédure | van het arrest, een procedurestuk in te dienen, waarvan de inhoud zich |
dont le contenu peut se limiter à la simple confirmation de ce que la | kan beperken tot de loutere bevestiging dat de verzoekende partij in |
partie requérante persiste dans sa demande est une formalité qui, au | haar vordering volhardt, is een vormvoorschrift dat, ten aanzien van |
regard des objectifs précités, ne saurait entraîner une charge | de voormelde doelstellingen, geen onevenredige last teweeg kan |
disproportionnée, même si celle-ci doit être accomplie au cours des | brengen, zelfs al dient dit te gebeuren tijdens de gerechtelijke |
vacances judiciaires. | vakantie. |
B.5.2. Le fait que le délai de quarante-cinq jours fixé à l'article | B.5.2. Het gegeven dat de termijn van vijfenveertig dagen bepaald in |
17, § 4, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, dans lequel le | artikel 17, § 4, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, |
président de la chambre ou le conseiller d'Etat qu'il désigne doit | waarbinnen de voorzitter van de kamer of de staatsraad die hij |
statuer sur la demande de suspension, ne soit qu'un délai d'ordre, | aanwijst uitspraak moet doen over de vordering tot schorsing, slechts |
ainsi que le fait que les parties requérantes aient fait élection de | een termijn van orde is, alsmede het feit dat de verzoekende partijen |
domicile chez leur avocat, n'enlèvent rien à ce qui est observé ci-dessus. | keuze van woonplaats hebben gedaan bij hun advocaat, zijn niet van die |
aard dat zij afbreuk kunnen doen aan hetgeen voorafgaat. | |
B.6. Le contrôle de la disposition en cause au regard des articles 10 | B.6. De toetsing van de in het geding zijnde bepaling aan de artikelen |
et 11 combinés avec les articles 23 et 160 de la Constitution ne | 10 en 11, in samenhang gelezen met de artikelen 23 en 160, van de |
saurait conduire en l'espèce à d'autres conclusions que celles qui | Grondwet zou te dezen niet tot een andere conclusie kunnen leiden dan |
résultent du contrôle de cette disposition au regard du principe | de toetsing van die bepaling aan het grondwettelijk beginsel van |
constitutionnel d'égalité et de non-discrimination en soi. | gelijkheid en niet-discriminatie op zich. |
B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. | B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 17, § 4ter , des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat ne | Artikel 17, § 4ter , van de gecoördineerde wetten op de Raad van State |
viole pas les articles 10 et 11 combinés ou non avec les articles 23 | schendt niet de artikelen 10 en 11, al dan niet in samenhang gelezen |
et 160 de la Constitution en ce que le délai de trente jours prévu | met de artikelen 23 en 160, van de Grondwet, door het feit dat, |
dans cette disposition pour introduire une demande de poursuite de la | wanneer de in die bepaling voorgeschreven termijn van dertig dagen om |
procédure, s'il prend cours et expire au cours des vacances | een verzoek tot voortzetting van de rechtspleging in te dienen |
judiciaires, n'est pas prolongé jusqu'au quinzième jour de la nouvelle | aanvangt en verstrijkt tijdens de gerechtelijke vakantie, hij niet |
wordt verlengd tot de vijftiende dag van het nieuwe gerechtelijke | |
année judiciaire, conformément à l'article 50, alinéa 2, du Code | jaar, overeenkomstig artikel 50, tweede lid, van het Gerechtelijk |
judiciaire. | Wetboek. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 9 octobre 2002. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 oktober 2002. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
A. Arts | A. Arts |