← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 142/2002 du 9 octobre 2002 Numéro du rôle : 2257 En cause
: les questions préjudicielles relatives aux articles 32, 2°, 46 et 1253quater du Code judiciaire, combinés
avec d'autres dispositions de ce Code, posées par l La
Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. François, (...)"
Extrait de l'arrêt n° 142/2002 du 9 octobre 2002 Numéro du rôle : 2257 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 32, 2°, 46 et 1253quater du Code judiciaire, combinés avec d'autres dispositions de ce Code, posées par l La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. François, (...) | Uittreksel uit arrest nr. 142/2002 van 9 oktober 2002 Rolnummer 2257 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 32, 2°, 46 en 1253quater van het Gerechtelijk Wetboek, gelezen in samenhang met andere bepalingen van dat Wetbo Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Fra(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 142/2002 du 9 octobre 2002 | Uittreksel uit arrest nr. 142/2002 van 9 oktober 2002 |
Numéro du rôle : 2257 | Rolnummer 2257 |
En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 32, 2°, | |
46 et 1253quater du Code judiciaire, combinés avec d'autres | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 32, 2°, 46 |
en 1253quater van het Gerechtelijk Wetboek, gelezen in samenhang met | |
dispositions de ce Code, posées par le Tribunal de première instance | andere bepalingen van dat Wetboek, gesteld door de Rechtbank van |
de Bruxelles. | eerste aanleg te Brussel. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
François, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe et J.-P. Moerman, | L. François, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe en J.-P. Moerman, |
assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
Melchior, | voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen |
Par jugement du 25 septembre 2001 en cause d'A. Benrahib contre A. | Bij vonnis van 25 september 2001 in zake A. Benrahib tegen A. Khaliss, |
Khaliss, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op |
d'arbitrage le 3 octobre 2001, le Tribunal de première instance de | 3 oktober 2001, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de |
Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : | volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. Les articles 32, 2°, 46 et 1253quater joints à l'article 1051 du | « 1. Schenden de artikelen 32, 2°, 46 en 1253quater juncto artikel |
Code judiciaire violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution | 1051 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de |
dès lors qu'ils font une distinction dans la détermination de la prise | Grondwet, doordat zij bij de bepaling van de aanvang van de |
de cours du délai d'appel entre les contestations visées à l'article | beroepstermijn een onderscheid maken tussen de in artikel 1253quater |
1253quater du Code judiciaire, pour lesquelles la notification par pli | van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde geschillen, waarvoor de |
judiciaire fait courir le délai d'appel, et les contestations pour | kennisgeving bij gerechtsbrief de termijn van hoger beroep doet |
lesquelles la règle de droit commun de la signification par exploit | aanvangen, en de geschillen waarvoor de gemeenrechtelijke regel van de |
d'huissier est applicable, dans l'hypothèse où le magistrat cantonal, | betekening bij gerechtsdeurwaardersexploot toepasselijk is, in het |
geval waarin de kantonrechter, hoewel de zaak bij hem middels een | |
quoique saisi par une requête fondée sur les articles 221 et 223 du | verzoekschrift op grond van de artikelen 221 en 223 van het Burgerlijk |
Code civil, statue comme si la demande avait été formée sur pied des | Wetboek aanhangig werd gemaakt, recht doet alsof de vordering steunt |
articles 203 et/ou 213 du Code civil ? | op de artikelen 203 en/of 213 van het Burgerlijk Wetboek ? |
2. Les articles 32, 2°, 46 et 1253quater joints à l'article 1051 du | 2. Schenden de artikelen 32, 2°, 46 en 1253quater juncto artikel 1051 |
Code judiciaire violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution | van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
dès lors qu'ils font une distinction dans la détermination de la prise | doordat zij bij de bepaling van de aanvang van de beroepstermijn een |
de cours du délai d'appel entre les contestations visées à l'article | onderscheid maken tussen de in artikel 1253quater van het Gerechtelijk |
1253quater du Code judiciaire, pour lesquelles la notification par pli | Wetboek bedoelde geschillen, waarvoor de kennisgeving bij |
judiciaire fait courir le délai d'appel, et les contestations pour | gerechtsbrief de termijn van hoger beroep doet aanvangen, en de |
lesquelles la règle de droit commun de la signification par exploit | geschillen waarvoor de gemeenrechtelijke regel van de betekening bij |
d'huissier est applicable ? | gerechtsdeurwaardersexploot toepasselijk is ? |
3. Les articles 32, 2°, 46 et 1253quater du Code judiciaire | 3. Schenden de artikelen 32, 2°, 46 en 1253quater van het Gerechtelijk |
violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution dès lors qu'ils | Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij in de |
font une distinction dans les modalités de la notification entre les | modaliteiten van de kennisgeving een onderscheid maken tussen de in |
contestations visées à l'article 704, alinéa 1er, du Code judiciaire, | artikel 704, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde |
pour lesquelles la notification par pli judiciaire doit être réalisée, | geschillen, waarvoor de kennisgeving bij gerechtsbrief moet gebeuren, |
à peine de nullité, selon les modalités de l'article 792, alinéas 2 et | op straffe van nietigheid, volgens de modaliteiten van artikel 792, |
3, du Code judiciaire (à savoir faire mention des voies de recours, du | tweede en derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek (namelijk vermelding |
délai dans lequel ce ou ces recours doivent être introduits ainsi que | van de rechtsmiddelen, van de termijn binnen welke ze moeten worden |
de la dénomination et de l'adresse de la juridiction compétente pour | ingesteld, alsmede van de benaming en van het adres van de rechtsmacht |
die bevoegd is om er kennis van te nemen) en de gemeenrechtelijke | |
en connaître) et les notifications de droit commun de l'article 46 du | kennisgevingen van artikel 46 van het Gerechtelijk Wetboek, die niet, |
Code judiciaire qui ne doivent pas, à peine de nullité, prévoir ces mentions ? » | op straffe van nietigheid, die vermeldingen moeten bevatten ? » |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. Les questions préjudicielles concernent la compatibilité des | B.1.1. De prejudiciële vragen betreffen de bestaanbaarheid van de |
articles 32, 2°, 46 et 1253quater du Code judiciaire avec les articles | artikelen 32, 2°, 46 en 1253quater van het Gerechtelijk Wetboek met de |
10 et 11 de la Constitution, compte tenu de l'article 1051 et des | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, rekening houdend met artikel 1051 |
articles 704, alinéa 1er, et 792, alinéas 2 et 3, du Code judiciaire. | en met de artikelen 704, eerste lid, en 792, tweede en derde lid, van |
Il ressort des questions préjudicielles que seul le deuxième | het Gerechtelijk Wetboek. Uit de prejudiciële vragen blijkt dat van |
paragraphe de l'article 46 du Code judiciaire est en cause. | artikel 46 van het Gerechtelijk Wetboek alleen paragraaf 2 in het geding is. |
B.1.2. Les dispositions en cause énoncent : | B.1.2. De in het geding zijnde bepalingen luiden : |
« Art. 32.Au sens du présent Code, il faut entendre : |
« Art. 32.In dit wetboek wordt verstaan : |
1° par signification : la remise d'une copie de l'acte; elle a lieu | 1° onder betekening : de afgifte van een afschrift van de akte; zij |
par exploit d'huissier; | geschiedt bij deurwaardersexploot; |
2° par notification : l'envoi d'un acte de procédure en original ou en | 2° onder kennisgeving : de toezending van een akte van rechtspleging |
copie; elle a lieu par la poste, ou, dans les cas déterminés par la | in origineel of in afschrift; zij geschiedt langs de post of, in de |
loi, suivant les formes que celle-ci prescrit. » | gevallen die de wet bepaalt, in de vormen die deze voorschrijft. » |
« Art. 46.[...] |
« Art. 46.[...] |
§ 2. Dans les cas prévus par la loi, le greffier fait procéder à la | § 2. In de gevallen die de wet bepaalt, zorgt de griffier ervoor dat |
notification par pli judiciaire. | de kennisgeving bij gerechtsbrief geschiedt. |
Le pli judiciaire est remis par les services de la poste à la personne | De gerechtsbrief wordt door de postdienst ter hand gesteld aan de |
du destinataire ou à son domicile ainsi qu'il est prévu aux articles | geadresseerde in persoon of aan diens woonplaats zoals bepaald in de |
33, 35 et 39. La personne à qui le pli est remis signe l'accusé de | artikelen 33, 35 en 39. De persoon aan wie de brief wordt ter hand |
réception, qui est renvoyé par la poste à l'expéditeur; le refus de signer est relaté par le préposé de la poste au bas de l'accusé de réception. Lorsque le pli judiciaire ne peut être remis à la personne du destinataire ou à son domicile, le préposé de la poste laisse un avis de passage. Le pli est tenu en dépôt au bureau des postes pendant huit jours. Il peut être retiré pendant ce délai par le destinataire en personne ou par le porteur d'une procuration écrite. Toutefois, lorsque le destinataire du pli judiciaire a demandé la réexpédition de sa correspondance ou lorsqu'il en a demandé la conservation au bureau des postes, le pli est, pendant la période couverte par la demande, renvoyé ou conservé à l'adresse que le destinataire a désignée. Le pli adressé à un failli est remis au curateur. Le Roi règle les modalités d'application des alinéas 3 à 5. | gesteld, tekent het ontvangstbewijs, dat door de post aan de afzender wordt teruggezonden. Weigert die persoon te tekenen, dan maakt de postbeambte van die weigering melding onderaan op het ontvangstbewijs. Ingeval de gerechtsbrief noch aan de geadresseerde in persoon noch aan diens woonplaats ter hand kan worden gesteld, laat de postbeambte een bericht achter dat hij is langsgekomen. De brief wordt gedurende acht dagen op het postkantoor in bewaring gehouden. Hij kan tijdens die termijn afgehaald worden door de geadresseerde in persoon of door de houder van een schriftelijke volmacht. Wanneer evenwel de geadresseerde van de gerechtsbrief om de terugzending van zijn briefwisseling heeft verzocht of hij de bewaring ervan op het postkantoor heeft gevraagd, wordt de brief tijdens de periode die door het verzoek wordt gedekt, terug gezonden naar of bewaard op het adres dat de geadresseerde heeft aangewezen. De aan een gefailleerde geadresseerde brief wordt aan de curator ter hand gesteld. De Koning regelt de wijze waarop de leden 3 tot 5 worden toegepast. |
[...] » | [...] » |
« Art. 1253quater . Lorsque les demandes sont fondées sur les articles | « Art. 1253quater . Wanneer de vorderingen gegrond zijn op de |
214, 215, 216, 221, 223, 1420, 1421, 1426, 1442, 1463 et 1469 du Code | artikelen 214, 215, 216, 221, 223, 1420, 1421, 1426, 1442, 1463 en |
civil : | 1469 van het Burgerlijk Wetboek : |
a) le juge fait convoquer les parties en chambre du conseil et tente | a) doet de rechter de partijen oproepen in raadkamer en poogt ze te |
de les concilier; | verzoenen; |
b) l'ordonnance est rendue dans les quinze jours du dépôt de la | b) wordt de beschikking gewezen binnen 15 dagen na de indiening van |
requête; elle est notifiée aux deux époux par le greffier; | het verzoek; de griffier geeft ervan kennis aan beide echtgenoten; |
c) si l'ordonnance est rendue par défaut, le défaillant peut dans le | c) kan, indien de beschikking bij verstek is gewezen, de partij die |
mois de la notification former opposition par requête déposée au | niet verschenen is, binnen een maand na de kennisgeving verzet doen |
greffe du tribunal; | bij verzoekschrift ingediend ter griffie van de rechtbank; |
d) l'ordonnance est susceptible d'appel quel que soit le montant de la | d) is de beschikking vatbaar voor hoger beroep ongeacht het bedrag van |
demande : l'appel est interjeté dans le mois de la notification; | de eis : hoger beroep wordt ingesteld binnen een maand na de kennisgeving; |
e) chacun des époux peut à tout moment demander, dans les mêmes | e) kan elk der echtgenoten te allen tijde in dezelfde vorm wijziging |
formes, la modification ou la rétractation de l'ordonnance ou de | of intrekking vorderen van de beschikking of het arrest. » |
l'arrêt. » B.2. Le juge a quo demande à la Cour si les dispositions précitées | B.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of de voormelde bepalingen |
jointes à l'article 1051 du Code judiciaire violent le principe | juncto artikel 1051 van het Gerechtelijk Wetboek het grondwettelijk |
constitutionnel d'égalité et de non-discrimination dès lors que, d'une | gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel schenden, doordat, |
part, elles font une distinction dans la détermination de la prise de | enerzijds, zij bij de bepaling van de aanvang van de termijn van hoger |
cours du délai d'appel entre les contestations visées à l'article | beroep een onderscheid maken tussen de in artikel 1253quater van het |
1253quater du Code judiciaire pour lesquelles la notification par pli | Gerechtelijk Wetboek bedoelde geschillen, waarvoor de kennisgeving bij |
judiciaire fait courir le délai d'appel et les contestations pour | gerechtsbrief de termijn van hoger beroep doet lopen, en de geschillen |
lesquelles la règle de droit commun de la signification par exploit | waarvoor de gemeenrechtelijke regel van de betekening bij |
d'huissier est applicable (première et deuxième questions) et dès lors | gerechtsdeurwaardersexploot toepasselijk is (eerste en tweede vraag), |
que, d'autre part, elles font une distinction dans les modalités de la | en, anderzijds, zij in de modaliteiten van de kennisgeving van een |
notification d'une décision judiciaire entre les contestations visées | rechterlijke beslissing een onderscheid maken tussen de in artikel |
à l'article 704, alinéa 1er, du Code judiciaire - pour lesquelles la | 704, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde geschillen - |
notification conformément à l'article 792, alinéa 3, du Code | waarvoor de kennisgeving, overeenkomstig artikel 792, derde lid, van |
judiciaire doit mentionner à peine de nullité les voies de recours, le | het Gerechtelijk Wetboek op straffe van nietigheid melding moet maken |
délai dans lequel le recours doit être introduit ainsi que la | van de rechtsmiddelen, van de termijn binnen welke het rechtsmiddel |
dénomination et l'adresse de la juridiction compétente pour en | moet worden ingesteld, alsmede van de benaming en van het adres van de |
connaître - et les notifications de droit commun visées à l'article | rechtsmacht die bevoegd is om er kennis van te nemen - en de |
46, § 2, du Code judiciaire qui ne doivent pas prévoir ces mentions | gemeenrechtelijke kennisgevingen bedoeld in artikel 46, § 2, van het |
(troisième question). La première question préjudicielle se réfère en | Gerechtelijk Wetboek, die niet die vermeldingen moeten bevatten (derde |
particulier à l'hypothèse où le juge de paix, quoique saisi par une | vraag). De eerste prejudiciële vraag gaat inzonderheid uit van de |
veronderstelling dat de vrederechter, hoewel de zaak bij hem middels | |
requête fondée sur les articles 221 et 223 du Code civil, modifie | een verzoekschrift op grond van de artikelen 221 en 223 van het |
d'office la cause de la demande, l'articulant sur les articles 203 | Burgerlijk Wetboek aanhangig werd gemaakt, ambtshalve de oorzaak van |
et/ou 213 du Code civil. | de vordering wijzigt door de vordering op de artikelen 203 en/of 213 |
B.3. Contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres, la Cour | van het Burgerlijk Wetboek te doen steunen. |
est compétente pour répondre à la première question préjudicielle, | B.3. In tegenstelling tot wat de Ministerraad beweert, is het Hof |
telle qu'elle est libellée par le juge a quo , puisque ce dernier | bevoegd te antwoorden op de eerste prejudiciële vraag, zoals die door |
soumet à la Cour des questions de constitutionnalité fondées sur une | de verwijzende rechter is verwoord, omdat die laatste aan het Hof |
interprétation aux termes de laquelle il considère qu'il doit | grondwettigheidsvragen voorlegt op basis van een interpretatie volgens |
appliquer au litige en cours l'article 1253quater du Code judiciaire. B.4. Il appartient au législateur de déterminer de quelle manière est réglée la communication des actes de procédure. Comme il ne peut être dérogé à la signification par exploit d'huissier - qui est la règle générale en droit judiciaire privé - que dans les cas prévus par la loi, il est possible, en principe, de déterminer objectivement quel mode de communication doit être utilisé. Il n'appartient pas à la Cour d'examiner chacun de ces cas, dès lors qu'elle n'est pas interrogée à ce sujet. Il suffit d'observer que le | welke hij naar zijn mening artikel 1253quater van het Gerechtelijk Wetboek op het hangende geschil moet toepassen. B.4. Het behoort tot de beleidskeuze van de wetgever om te bepalen op welke wijze het meedelen van akten van rechtspleging wordt geregeld. Aangezien enkel kan worden afgeweken van de betekening bij deurwaardersexploot - die de algemene regel is in het gerechtelijk privaatrecht - in de gevallen die de wet bepaalt, is in beginsel objectief vast te stellen welke wijze van meedelen moet worden aangewend. Het staat niet aan het Hof om elk van die gevallen te onderzoeken, nu het Hof daarover niet wordt ondervraagd. Men kan ermee volstaan op te |
choix du pli judiciaire en ce qui concerne les demandes fondées sur | merken dat de keuze voor de gerechtsbrief, wat betreft de vorderingen |
les articles 221 et 223 du Code civil se justifie par le souci de | op grond van de artikelen 221 en 223 van het Burgerlijk Wetboek, |
réduire les frais de la procédure ou d'accélérer le déroulement de | verantwoord is door de zorg om de kosten van de rechtspleging te |
celle-ci, parce qu'il s'agit de demandes d'époux en situation de crise. B.5.1. Les dispositions des articles 32, 2°, et 46, § 2, du Code judiciaire offrent en principe au destinataire d'un pli judiciaire des garanties suffisantes pour prendre connaissance, à bref délai et sans efforts démesurés, des pièces qui lui sont adressées, si elles ne lui sont pas remises personnellement. En soi, cette réglementation n'est pas discriminatoire par rapport à celle qui s'applique au destinataire d'une signification par exploit d'huissier. B.5.2. La Cour constate qu'en l'espèce, la demanderesse originaire a choisi d'opter pour la procédure fondée sur les articles 221 et 223 du Code civil qui permet au juge de paix de prendre sans délai des | drukken of om de vooruitgang ervan te bespoedigen, nu het gaat om vorderingen van echtgenoten die in een crisissituatie verkeren. B.5.1. De regeling van de artikelen 32, 2°, en 46, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek biedt aan de geadresseerde van een gerechtsbrief in beginsel afdoende waarborgen om op korte termijn en zonder buitengewone inspanningen kennis te nemen van de stukken die hem worden toegezonden, indien zij hem niet persoonlijk zijn overhandigd. Op zich genomen is die regeling niet discriminatoir ten opzichte van die welke geldt voor de geadresseerde van een betekening bij deurwaardersexploot. B.5.2. Het Hof stelt vast dat de oorspronkelijke eiseres te dezen heeft gekozen voor de rechtspleging op grond van de artikelen 221 en 223 van het Burgerlijk Wetboek op basis waarvan de vrederechter onverwijld maatregelen kan nemen ten aanzien van echtgenoten die in |
mesures à l'égard d'époux en situation de crise. Le législateur a pu | een crisissituatie verkeren. De wetgever heeft de modaliteiten |
valablement fixer les modalités attachées à la procédure que les | verbonden met de rechtspleging die de partijen hebben kunnen kiezen, |
parties ont pu choisir, comme il a été rappelé en B.4. La circonstance | geldig kunnen vastleggen, zoals in B.4 in herinnering is gebracht. De |
que le premier juge a décidé de modifier la cause de la demande, sur | omstandigheid dat de eerste rechter heeft beslist de oorzaak van de |
laquelle il n'appartient pas à la Cour de se prononcer, a pour | vordering te wijzigen, waarover het Hof niet vermag zich uit te |
conséquence que les deux premières questions préjudicielles ont en | spreken, heeft tot gevolg dat de eerste twee prejudiciële vragen in |
réalité le même objet. | werkelijkheid hetzelfde onderwerp hebben. |
B.6. Enfin, en ce qui concerne la comparaison faite avec l'article | B.6. Wat ten slotte de vergelijking met artikel 704, eerste lid, van |
704, alinéa 1er, du Code judiciaire, la Cour observe que les | het Gerechtelijk Wetboek betreft, merkt het Hof op dat de in die |
procédures visées par cette disposition sont relatives au droit social | bepaling bedoelde rechtsplegingen betrekking hebben op het sociaal |
et relèvent de la compétence exclusive du tribunal du travail. Le | recht en tot de exclusieve bevoegdheid van de arbeidsrechtbank |
législateur a pu prévoir dans ces matières particulières des règles | behoren. In die bijzondere aangelegenheden heeft de wetgever kunnen |
procédurales spécifiques. | voorzien in specifieke procedurele regels. |
B.7. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative. | B.7. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les articles 32, 2°, 46 et 1253quater du Code judiciaire ne violent | De artikelen 32, 2°, 46 en 1253quater van het Gerechtelijk Wetboek |
pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils font une | schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, doordat zij bij |
distinction dans la détermination de la prise de cours du délai | de bepaling van de aanvang van de beroepstermijn een onderscheid maken |
d'appel entre les contestations visées à l'article 1253quater du Code | tussen de in artikel 1253quater van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde |
judiciaire et les contestations pour lesquelles la règle de droit | geschillen en de geschillen waarvoor de gemeenrechtelijke regel van |
commun est applicable. | toepassing is. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 9 octobre 2002. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 oktober 2002. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior | M. Melchior |