← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 137/2002 du 25 septembre 2002 Numéro du rôle : 2452 En cause
: les questions préjudicielles concernant l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 9 septembre
1993 « portant modification du Code du logement pour l La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée
du président M. Melchior et des juges-rapporte(...)"
Extrait de l'arrêt n° 137/2002 du 25 septembre 2002 Numéro du rôle : 2452 En cause : les questions préjudicielles concernant l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 9 septembre 1993 « portant modification du Code du logement pour l La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée du président M. Melchior et des juges-rapporte(...) | Uittreksel uit arrest nr. 137/2002 van 25 september 2002 Rolnummer 2452 In zake : de prejudiciële vragen over de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 9 september 1993 « houdende de wijziging [van de Huisvestingscode] voor Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslag(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 137/2002 du 25 septembre 2002 | Uittreksel uit arrest nr. 137/2002 van 25 september 2002 |
Numéro du rôle : 2452 | Rolnummer 2452 |
En cause : les questions préjudicielles concernant l'ordonnance de la | In zake : de prejudiciële vragen over de ordonnantie van het Brusselse |
Région de Bruxelles-Capitale du 9 septembre 1993 « portant | Hoofdstedelijke Gewest van 9 september 1993 « houdende de wijziging |
modification du Code du logement pour la Région de Bruxelles-Capitale | [van de Huisvestingscode] voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en |
et relative au secteur du logement social » et ses arrêtés d'exécution | betreffende de sector van de sociale huisvesting » en de |
dont, notamment, l'arrêté du Gouvernement de la Région de | uitvoeringsbesluiten ervan, inzonderheid het besluit van de Brusselse |
Bruxelles-Capitale du 23 décembre 1993 « organisant la location des | Hoofdstedelijke Regering van 23 december 1993 « houdende de regeling |
habitations gérées par la Société du logement de la Région bruxelloise | van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse |
ou par les sociétés immobilières de service public », posées par le | Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare |
Tribunal de première instance de Bruxelles. | vastgoedmaatschappijen », gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg |
La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, | te Brussel. Het Arbitragehof, beperkte kamer, |
composée du président M. Melchior et des juges-rapporteurs J.-P. | samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers |
Snappe et A. Alen, assistée du greffier L. Potoms, | J.-P. Snappe en A. Alen, bijgestaan door de griffier L. Potoms, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen |
Par jugement du 21 mai 2002 en cause de la Région de | Bij vonnis van 21 mei 2002 in zake het Brusselse Hoofdstedelijke |
Bruxelles-Capitale, représentée par son Gouvernement, en la personne | Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering, in de persoon van zijn |
de son ministre-président et en la personne de son secrétaire d'Etat | Minister-President en in de persoon van zijn Staatssecretaris voor |
au Logement, et de la Société du logement de la Région bruxelloise | Huisvesting, en de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij |
contre la société coopérative de locataires et de propriétaires | tegen de coöperatieve vennootschap van huurders en eigenaars c.v.b.a. |
s.c.r.l. Le Home, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Le Home, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
d'arbitrage le 31 mai 2002, le Tribunal de première instance de | ingekomen op 31 mei 2002, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
Bruxelles a posé les questions préjudicielles visant à savoir : | Brussel de prejudiciële vragen gesteld |
« 1. si [la] jurisprudence [de la Cour d'arbitrage] établie par son | « 1. of [de] rechtspraak [van het Arbitragehof] gevestigd bij zijn |
arrêt n° 10/93 apparaît pouvoir être transposée dans le cas d'espèce, | arrest nr. 10/93 lijkt te kunnen worden overgedragen in huidige zaak, |
2. si l'ordonnance du 9 septembre 1993 portant modification du code du | 2. of de ordonnantie van 9 september 1993 houdende de wijziging van de |
Huisvestingscode voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en | |
Logement pour la Région de Bruxelles-Capitale et relative au secteur | betreffende de sector van de sociale huisvesting en de |
du logement social et ses arrêtés d'exécution dont, notamment, | uitvoeringsbesluiten ervan, inzonderheid het besluit van de Brusselse |
l'arrêté du 23 décembre 1993 du Gouvernement de la Région de | Hoofdstedelijke Regering van 23 december 1993 houdende de regeling van |
Bruxelles-Capitale organisant la location des habitations gérées par | de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse |
la Société du Logement de la Région bruxelloise ou par les sociétés | Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare |
immobilières de service public, est contraire au principe des règles | vastgoedmaatschappijen in strijd zijn met het beginsel van de |
constitutionnelles de la liberté d'association, d'égalité des belges | grondwettelijke regels van de verenigingsvrijheid, de gelijkheid van |
devant la loi et de non discrimination, articles 10, 11 et 20 de la | de Belgen voor de wet en de niet-discriminatie, de artikelen 10, 11 en |
Constitution, si elle interdisait à un organisme exerçant une fonction | 20 van de Grondwet, indien zij een instelling die een functie van |
de service public, tel qu'en l'espèce, la société coopérative de | openbare dienstverlening vervult, zoals te dezen de coöperatieve |
locataires et de propriétaires S.C.R.L. de pouvoir renoncer à sa | vennootschap van huurders en eigenaars C.V.B.A., verbiedt te kunnen |
qualité de société immobilière de service public ». | afzien van haar hoedanigheid van openbare vastgoedmaatschappij ». |
(...) | (...) |
IV. En droit | IV. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. L'article 26 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour | B.1. Artikel 26 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
d'arbitrage, adoptée en exécution de l'article 142 de la Constitution, | Arbitragehof, aangenomen ter uitvoering van artikel 142 van de |
dispose : | Grondwet, bepaalt : |
« § 1er. La Cour d'arbitrage statue, à titre préjudiciel, par voie | « § 1. Het Arbitragehof doet, bij wijze van prejudiciële beslissing, |
d'arrêt, sur les questions relatives à : | uitspraak bij wege van arrest op vragen omtrent : |
1° la violation par une loi, un décret ou une règle visée à l'article | 1° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis |
26bis [devenu l'article 134] de la Constitution, des règles qui sont | [thans artikel 134] van de Grondwet bedoelde regel van de regels die |
établies par la Constitution ou en vertu de celle-ci pour déterminer | door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de |
les compétences respectives de l'Etat, des Communautés et des Régions; | onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten; |
2° sans préjudice du 1°, tout conflit entre décrets ou entre règles | 2° onverminderd 1°, elk conflict tussen decreten of tussen regels |
visées à l'article 26bis [devenu l'article 134] de la Constitution | bedoeld in artikel 26bis [thans artikel 134] van de Grondwet, die |
émanant de législateurs distincts et pour autant que le conflit | uitgaan van verschillende wetgevers en voor zover het conflict |
résulte de leur champ d'application respectif; | ontstaan is uit hun onderscheiden werkingssfeer; |
3° la violation par une loi, un décret ou une règle visée à l'article | 3° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis |
26bis [devenu l'article 134] de la Constitution, des articles 6, 6bis | [thans artikel 134] van de Grondwet bedoelde regel van de artikelen 6, |
et 17 [devenus les articles 10, 11 et 24] de la Constitution. § 2. Lorsqu'une telle question est soulevée devant une juridiction, celle-ci doit demander à la Cour d'arbitrage de statuer sur cette question. Toutefois, la juridiction n'y est pas tenue lorsque l'action est irrecevable pour des motifs de procédure tirés de normes ne faisant pas elles-mêmes l'objet de la demande de question préjudicielle. La juridiction, dont la décision est susceptible, selon le cas, d'appel, d'opposition, de pourvoi en cassation ou de recours en annulation au Conseil d'Etat, n'y est pas tenue non plus : 1° lorsque la Cour a déjà statué sur une question ou un recours ayant le même objet; 2° lorsqu'elle estime que la réponse à la question préjudicielle n'est | 6bis en 17 [thans de artikelen 10, 11 en 24] van de Grondwet. § 2. Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen voor een rechtscollege, dan moet dit college het Arbitragehof verzoeken op deze vraag uitspraak te doen. Het rechtscollege is daartoe echter niet gehouden wanneer de vordering niet ontvankelijk is om procedureredenen die ontleend zijn aan normen die zelf niet het onderwerp uitmaken van het verzoek tot het stellen van de prejudiciële vraag. Het rechtscollege waarvan de beslissing vatbaar is voor, al naar het geval, hoger beroep, verzet, voorziening in cassatie of beroep tot vernietiging bij de Raad van State, is daartoe evenmin gehouden : 1° wanneer het Arbitragehof reeds uitspraak heeft gedaan op een vraag of een beroep met hetzelfde onderwerp; 2° wanneer het rechtscollege meent dat het antwoord op de prejudiciële |
pas indispensable pour rendre sa décision; | vraag niet onontbeerlijk is om uitspraak te doen; |
3° si la loi, le décret ou la règle visée à l'article 26bis [devenu | 3° wanneer de wet, het decreet of de in artikel 26bis [thans artikel |
l'article 134] de la Constitution ne viole manifestement pas une règle | 134] van de Grondwet bedoelde regel een regel of een artikel van de |
ou un article de la Constitution visés au § 1er. » | Grondwet bedoeld in § 1 klaarblijkelijk niet schendt. » |
B.2. L'article 26 de la loi du 6 janvier 1989 précitée ne permet pas à | B.2. Het voormeld artikel 26 van de wet van 6 januari 1989 staat het |
la Cour de répondre à une question préjudicielle portant sur le fait | Hof niet toe te antwoorden op een prejudiciële vraag die ertoe strekt |
de savoir si un de ses arrêts est transposable à un litige dont est | te vernemen of één van zijn arresten overdraagbaar is op een geschil |
saisi un juge. | dat voor een rechter is gebracht. |
B.3. Il résulte de ce qui précède que la Cour est manifestement | B.3. Uit wat voorafgaat volgt dat het Hof klaarblijkelijk niet bevoegd |
incompétente pour répondre à la première question préjudicielle. | is om te antwoorden op de eerste prejudiciële vraag. |
B.4. La seconde question préjudicielle interroge la Cour sur la | B.4. In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof ondervraagd over de |
compatibilité de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 9 | bestaanbaarheid van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke |
septembre 1993 « portant modification du Code du logement pour la | Gewest van 9 september 1993 « houdende de wijziging [van de |
Huisvestingscode] voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en | |
Région de Bruxelles-Capitale et relative au secteur du logement social | betreffende de sector van de sociale huisvesting » en de |
» et de ses arrêtés d'exécution avec les articles 10, 11 et 20 de la | uitvoeringsbesluiten ervan met de artikelen 10, 11 en 20 van de |
Constitution. A défaut de préciser quelle(s) disposition(s) de | Grondwet. Aangezien niet wordt aangegeven welke bepaling of bepalingen |
l'ordonnance précitée violerai(en)t les dispositions | van de voormelde ordonnantie de voormelde grondwettelijke bepalingen |
constitutionnelles précitées, la question préjudicielle ne permet pas | zouden schenden, maakt de prejudiciële vraag het niet mogelijk te |
de déceler en quoi ni comment cette ordonnance interdirait « à un | bepalen in welk opzicht of op welke wijze die ordonnantie « een |
organisme exerçant une fonction de service public, tel qu'en l'espèce, | instelling die een functie van openbare dienstverlening vervult, zoals |
la société coopérative de locataires et de propriétaires S.C.R.L. de | te dezen de coöperatieve vennootschap van huurders en eigenaars |
pouvoir renoncer à sa qualité de société immobilière de service public | C.V.B.A., verbiedt te kunnen afzien van haar hoedanigheid van openbare |
». La question omet en outre d'indiquer quelles catégories de | vastgoedmaatschappij ». In de vraag wordt bovendien niet aangegeven |
personnes ou quelles situations doivent être comparées en l'espèce. | welke categorieën van personen of welke situaties te dezen met elkaar |
dienen te worden vergeleken. | |
B.5. Il résulte de ceci que la seconde question préjudicielle est | B.5. Daaruit volgt dat de tweede prejudiciële vraag klaarblijkelijk |
manifestement irrecevable. | onontvankelijk is. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour, chambre restreinte, | het Hof, beperkte kamer, |
statuant à l'unanimité des voix, | met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, |
1. déclare que la Cour est incompétente pour répondre à la première | 1. verklaart dat het Hof niet bevoegd is om te antwoorden op de eerste |
question préjudicielle; | prejudiciële vraag; |
2. constate que la seconde question préjudicielle est irrecevable. | 2. stelt vast dat de tweede prejudiciële vraag onontvankelijk is. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 25 septembre 2002. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 25 september 2002. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms | L. Potoms |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior | M. Melchior |