← Retour vers "Extrait de l'arrêt n° 82/2000 du 21 juin 2000 Numéro du rôle : 1946 En cause : la
question préjudicielle relative à l'article 1733 du Code civil, posée par la Cour d'appel d'Anvers. La
Cour d'arbitrage, composée des présidents G. De Bae après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question
préjudicielle Par arr(...)"
Extrait de l'arrêt n° 82/2000 du 21 juin 2000 Numéro du rôle : 1946 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1733 du Code civil, posée par la Cour d'appel d'Anvers. La Cour d'arbitrage, composée des présidents G. De Bae après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par arr(...) | Uittreksel uit arrest nr. 82/2000 van 21 juni 2000 Rolnummer 1946 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1733 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het Arbitragehof, samengesteld uit de v wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 4(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Extrait de l'arrêt n° 82/2000 du 21 juin 2000 | Uittreksel uit arrest nr. 82/2000 van 21 juni 2000 |
Numéro du rôle : 1946 | Rolnummer 1946 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1733 du Code | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1733 van het |
civil, posée par la Cour d'appel d'Anvers. | Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents G. De Baets et M. Melchior, et des juges L. | samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de |
François, J. Delruelle, E. Cerexhe, A. Arts et M. Bossuyt, assistée du | rechters L. François, J. Delruelle, E. Cerexhe, A. Arts en M. Bossuyt, |
greffier L. Potoms, présidée par le président G. De Baets, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter G. De Baets, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par arrêt du 4 avril 2000 en cause de P. Thijs contre J. Vermeulen, H. | Bij arrest van 4 april 2000 in zake P. Thijs tegen J. Vermeulen, H. De |
De Molenaer et la s.a. Commercial Union, dont l'expédition est | Molenaer en de n.v. Commercial Union, waarvan de expeditie ter griffie |
parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 12 avril 2000, la Cour | van het Arbitragehof is ingekomen op 12 april 2000, heeft het Hof van |
d'appel d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : | Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 1733 du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de la | « Schendt artikel 1733 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en |
Constitution coordonnée du 17 février 1994 en tant qu'il impose au | 11 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994 in zoverre |
preneur d'un immeuble une charge spéciale de la preuve pour pouvoir | voornoemd voorschrift aan de huurder van een onroerend goed een |
renverser la présomption de responsabilité en matière d'incendie et | bijzondere bewijslast ter weerlegging van het vermoeden van |
dispense le bailleur d'administrer la preuve de toute faute en cas | aansprakelijkheid voor brand oplegt en het de verhuurder ontslaat van |
d'incendie par l'institution d'une présomption de faute dans le chef du preneur ? » IV. En droit B.1. La question invite à comparer, sur le plan de la responsabilité en matière d'incendie dans un immeuble loué, d'une part, la situation du preneur, qui doit répondre de l'incendie en vertu de la disposition en cause, à moins qu'il ne prouve que l'incendie s'est déclaré sans sa faute et, d'autre part, la situation du bailleur du bien concerné, sur lequel ne pèse pas cette présomption. | het bewijs van elke schuld voor het ontstaan van brand ingevolge de instelling van een vermoeden van schuld in hoofde van de huurder ? » (...) IV. In rechte (...) B.1. De vraag roept op tot een vergelijking, op het stuk van de aansprakelijkheid voor brand in een verhuurd onroerend goed, van, enerzijds, de situatie van de huurder, die op grond van de in het geding zijnde bepaling vermoed wordt aansprakelijk te zijn voor brand tenzij hij bewijst dat die buiten zijn schuld is ontstaan, en, anderzijds, de situatie van de verhuurder van het betrokken goed, ten aanzien van wie dat vermoeden niet geldt. De appellant voor het verwijzende rechtscollege is van oordeel dat |
L'appelant devant la juridiction a quo estime que l'article 1733 du | artikel 1733 van het Burgerlijk Wetboek, al dan niet samen met artikel |
Code civil, lu ou non en combinaison avec l'article 1732 de ce Code, | 1732 ervan, in strijd is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en |
viole les articles 10 et 11 de la Constitution et qu'il y a | dat er een discriminatie is niet alleen ten aanzien van de huurders, |
discrimination non seulement dans le chef des preneurs, mais également | |
par rapport à d'autres catégories de personnes, comme les | maar ook ten opzichte van andere categorieën van personen zoals |
dépositaires, emprunteurs et titulaires d'un droit d'usage ou | bewaarnemers, ontleners en houders van een recht van gebruik of |
d'habitation. | bewoning. |
La Cour excéderait toutefois les limites de sa saisine si elle | Het Hof zou evenwel de perken van zijn saisine te buiten gaan indien |
het zijn toetsing zou uitbreiden tot andere bepalingen dan die van | |
étendait son contrôle à d'autres dispositions que l'article 1733 du | artikel 1733 van het Burgerlijk Wetboek en tot andere vergelijkingen |
Code civil et si elle procédait à d'autres comparaisons que celle | |
entre le preneur et le bailleur. | dan die tussen de huurder en de verhuurder. |
B.2. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la | B.2. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de |
non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit | niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling |
établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose | tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat |
sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. | verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. |
L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het |
lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de | gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen |
proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. | redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
B.3. La différence de traitement qui consiste en ce que le preneur | middelen en het beoogde doel. |
doit répondre de l'incendie du bien loué, à l'inverse du bailleur, est | B.3. Het verschil in behandeling waarbij de huurder vermoed wordt |
objective et présente un rapport raisonnable avec l'intention du | aansprakelijk te zijn voor brand in het gehuurde goed en de verhuurder |
législateur de régler l'ensemble des droits et obligations réciproques | niet, is objectief en houdt redelijk verband met het oogmerk van de |
en matière de baux à loyer à défaut de dispositions contractuelles | wetgever om het geheel van wederzijdse rechten en verplichtingen |
inzake huur te regelen bij ontstentenis van bijzondere contractuele | |
particulières et plus précisément de garantir au bailleur que le | bepalingen en meer bepaald aan de verhuurder te waarborgen dat de |
preneur use du bien loué en bon père de famille et qu'il le restitue au terme du bail à loyer. B.4. La responsabilité du preneur en cas d'incendie du bien loué est une responsabilité contractuelle qui dérive uniquement de l'obligation de restitution, qui est une obligation de résultat. Il résulte de la disposition en cause qu'il suffit que le preneur prouve que l'incendie s'est déclaré sans sa faute pour décliner sa responsabilité. Par ailleurs, le preneur peut contracter une assurance couvrant sa responsabilité en cas d'incendie du bien loué, s'il n'est pas déjà obligé de le faire en vertu de la convention qu'il a conclue. | huurder het gehuurde goed als een goed huisvader gebruikt en op het einde van de huur teruggeeft. B.4. De aansprakelijkheid van de huurder voor brand van het gehuurde goed is een contractuele aansprakelijkheid die louter voortvloeit uit de plicht tot teruggave, die een resultaatverbintenis is. Uit de in het geding zijnde bepaling volgt dat het volstaat dat de huurder aantoont dat de brand buiten zijn schuld is ontstaan om zijn aansprakelijkheid af te wijzen. De huurder kan overigens een verzekering afsluiten die zijn aansprakelijkheid voor brand van het gehuurde goed dekt, indien hij zich daartoe al niet contractueel heeft verbonden. |
La présomption - réfragable - de responsabilité du preneur en cas | Het - weerlegbare - vermoeden van aansprakelijkheid van de huurder |
d'incendie du bien loué n'est pas disproportionnée, ni, partant, | voor brand van het gehuurde goed is niet onevenredig en derhalve niet |
discriminatoire. | discriminerend. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 1733 du Code civil ne viole pas les articles 10 et 11 de la | Artikel 1733 van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 |
Constitution en tant qu'il impose au preneur d'un immeuble une charge | van de Grondwet niet in zoverre het aan de huurder van een onroerend |
spéciale de la preuve pour pouvoir renverser la présomption de | goed een bijzondere bewijslast ter weerlegging van het vermoeden van |
responsabilité en matière d'incendie. | aansprakelijkheid voor brand oplegt. |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 juin 2000. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 juni 2000. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
G. De Baets. | G. De Baets. |