← Retour vers "Arrêté du Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale interdisant les expulsions domiciliaires "
| Arrêté du Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale interdisant les expulsions domiciliaires | Besluit van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat uithuiszettingen verbiedt |
|---|---|
| REGION DE BRUXELLES-CAPITALE | BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
| 17 MARS 2020. - Arrêté du Ministre-Président de la Région de | 17 MAART 2020. - Besluit van de Minister-President van de Brusselse |
| Bruxelles-Capitale interdisant les expulsions domiciliaires | Hoofdstedelijke Regering dat uithuiszettingen verbiedt |
| Le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
| Vu l'article 166, § 2 de la Constitution; | Gelet op artikel 166, § 2 van de Grondwet; |
| Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980; | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
| instellingen; | |
| Vu la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions | Gelet op artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met |
| bruxelloises en son article 48 modifié par la loi du 6 janvier 2014; | betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014; |
| Vu la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police, en son article 11 | Gelet op artikel 11 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, |
| remplacé par la loi du 7 décembre 1998; | zoals vervangen door de wet van 7 december 1998; |
| Vu la loi provinciale du 30 avril 1836 en son article 128; | Gelet op artikel 128 van de provinciewet van 30 april 1836; |
| Vu la loi du 26 juillet 1971 organisant les agglomérations et les | Gelet op artikel 4, § 2quater, 1° van de wet van 26 juli 1971 houdende |
| fédérations de communes en son article 4, § 2quater, 1° tel que | organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten zoals |
| modifié par la loi du 6 janvier 2014; | gewijzigd door de wet van 6 januari 2014; |
| Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, article 3, § 1er alinéa 1er; Vu le principe de précaution dans le cadre de la gestion d'une crise sanitaire internationale; Vu l'urgence et le risque de précaution qui implique que lorsqu'un risque grave et potentiel ayant un certain degré de probabilité a été détecté, il revient aux autorités publiques d'adopter des mesures de protection urgentes et provisoires au niveau le plus approprié pour ce faire; Considérant la déclaration de l'Organisation mondiale de la Santé (OMS) de l'urgence de santé publique de portée internationale (USPPI) | Gelet op artikel 3, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Gelet op het voorzorgsbeginsel naar aanleiding van een internationale sanitaire crisis; Gelet op de dringendheid en het voorzorgsrisico dat inhoudt dat wanneer een ernstig en potentieel risico met een zekere mate van waarschijnlijkheid is vastgesteld, het de taak is van de overheid om dringende en voorlopige beschermingsmaatregelen te treffen op het niveau dat hiervoor het meest aangewezen is; |
| en date du 30 janvier 2020; | Overwegende dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op 30 januari |
| 2020 een Internationale Noodsituatie in de Publieke Gezondheid (PHEIC) | |
| Considérant la qualification de l'OMS du coronavirus COVID-19 comme | heeft uitgeroepen; Overwegende dat de WHO het coronavirus COVID-19 op 11 maart 2020 |
| une pandémie en date du 11 mars 2020; | betiteld heeft als pandemie; |
| Considérant la déclaration de l'OMS sur les caractéristiques du | Overwegende de verklaring van het WHO betreffende de kenmerken van het |
| coronavirus COVID-19, en particulier sur sa forte contagiosité, son | coronavirus COVID-19, en dan in het bijzonder zijn sterke |
| risque de mortalité et le nombre de cas détectés; | besmettelijkheid, het overlijdensrisico en het aantal opgespoorde |
| Considérant la propagation du coronavirus COVID-19 sur le territoire | gevallen; Overwegende dat het coronavirus COVID-19 uitbreidt op het Europees |
| européen et en Belgique; | grondgebied en in België; |
| Considérant le risque sanitaire que présente le coronavirus COVID-19 | Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een gezondheidsrisico inhoudt |
| pour la population belge; | voor de Belgische bevolking; |
| Considérant que l'urgence du fait de la rapidité de la propagation de l'épidémie et de la nécessité de la contenir et de l'atténuer sur le territoire bruxellois afin de préserver la santé des citoyens de même que la capacité d'accueil des infrastructures hospitalières bruxelloises; Considérant que les autorités régionales sont vigilantes et mettent en oeuvre tous les moyens pour préserver la santé publique avec une attention particulière pour les personnes les plus fragilisées et précarisées; Que cela implique d'éviter que des personnes menacées d'expulsion se retrouvent sans domicile fixe ou sans solution pérenne de logement ou à la rue; qu'en ce sens l'exécution des décisions d'expulsion doit être suspendue, Arrête : | Overwegende de dringendheid ingevolge de snelle uitbreiding van de epidemie en de noodzaak om deze in te dijken en af te zwakken op het Brussels grondgebied om de gezondheid van de burgers en de opvangcapaciteit van de ziekenhuizen te vrijwaren; Overwegende dat de gewestelijke overheid waakzaam is en alles in het werk stelt om de volksgezondheid te vrijwaren, met bijzondere aandacht voor wie kwetsbaar en arm is; Dat derhalve voorkomen moet worden dat mensen die met uithuiszetting worden bedreigd dakloos worden, uitzicht op een vaste woonoplossing verliezen of op straat belanden; dat daartoe de uitoefening van beslissingen tot uithuiszetting opgeschort dient te worden, Besluit : |
Article 1er.Est interdite jusqu'au 3 avril 2020 inclus toute |
Artikel 1.Tot en met 3 april 2020 is elke materiële uithuiszetting |
| expulsion physique domiciliaire. | verboden. |
Art. 2.L'exécution de toutes les décisions judiciaires et |
Art. 2.De uitoefening van alle gerechtelijke en administratieve |
| administratives ordonnant une expulsion de domicile est | beslissingen die een uithuiszetting gelasten, wordt automatisch |
| automatiquement suspendue jusqu'au 3 avril 2020 inclus. | opgeschort tot en met 3 april 2020. |
Art. 3.Les forces de police sont chargées de veiller au respect du |
Art. 3.De politie wordt belast met het toezicht op de naleving van |
| présent arrêté, au besoin par la contrainte et/ou la force. | dit besluit, indien nodig onder dwang of met geweld. |
Art. 4.Les dispositions du présent arrêté sont d'application |
Art. 4.De bepalingen van dit besluit gelden met onmiddellijke ingang |
| immédiate jusqu'au 3 avril 2020 inclus et pourront être prolongées par | tot en met 3 april 2020 en kunnen worden verlengd bij besluit van de |
| arrêté du Ministre-Président si la sécurité publique le justifie. | Minister-President indien de openbare veiligheid dit verantwoordt. |
Art. 5.Le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale est |
Art. 5.De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
| chargé de l'exécution du présent arrêté. | wordt belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Bruxelles, le 17 mars 2020. | Brussel, 17 maart 2020. |
| R. VERVOORT | R. VERVOORT |