← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 25 janvier
2024, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 20 février 2024, la Cour de cassation a
posé la question préjudicielle suivante : « L'ar Cette affaire est inscrite
sous le numéro 8167 du rôle de la Cour. Le greffier, Frank M(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 25 janvier 2024, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 20 février 2024, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : « L'ar Cette affaire est inscrite sous le numéro 8167 du rôle de la Cour. Le greffier, Frank M(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 25 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 februari 2024, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vra « Schendt artikel 51 WIB92 het door de gecoördineerde Grondwet in de artikelen 10, 11 en 172 gewaar(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par arrêt du 25 janvier 2024, dont l'expédition est parvenue au greffe | januari 1989 Bij arrest van 25 januari 2024, waarvan de expeditie ter griffie van |
| de la Cour le 20 février 2024, la Cour de cassation a posé la question | het Hof is ingekomen op 20 februari 2024, heeft het Hof van Cassatie |
| préjudicielle suivante : | de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 51 du Code des impôts sur les revenus 1992 viole-t-il le | « Schendt artikel 51 WIB92 het door de gecoördineerde Grondwet in de |
| principe d'égalité et de non-discrimination garanti par les articles | |
| 10, 11 et 172 de la Constitution coordonnée, en ce que le contribuable | artikelen 10, 11 en 172 gewaarborgde gelijkheids- en |
| qui perçoit des rémunérations de travailleur provenant de différentes activités doit choisir entre la déduction des frais professionnels réels et la déduction des frais professionnels forfaitaires pour l'ensemble des rémunérations perçues, sans pouvoir choisir la déduction des frais professionnels forfaitaires pour les rémunérations provenant d'une activité et la déduction des frais professionnels réels pour les rémunérations provenant d'une autre activité, alors que le contribuable qui perçoit des rémunérations de travailleur et des profits peut combiner la déduction des frais professionnels réels liés aux rémunérations de travailleur avec la déduction des frais | non-discriminatiebeginsel, in zoverre de belastingplichtige die bezoldigingen van werknemers uit verschillende activiteiten ontvangt voor alle ontvangen bezoldigingen hetzij voor de aftrek van werkelijke beroepskosten hetzij voor de aftrek van forfaitaire beroepskosten dient te kiezen, zonder over de mogelijkheid te beschikken om voor de bezoldigingen uit de ene activiteit te opteren voor de aftrek van forfaitaire beroepskosten en voor de bezoldigingen uit de andere activiteit voor de aftrek van werkelijke beroepskosten, terwijl de belastingplichtige die werknemersbezoldigingen en baten ontvangt, de aftrek van werkelijke beroepskosten verbonden aan de werknemersbezoldigingen mag combineren met de aftrek van forfaitaire |
| professionnels forfaitaires liés aux profits et vice versa ? ». | beroepskosten verbonden aan baten en vice versa ? ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 8167 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 8167 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| Frank Meersschaut | Frank Meersschaut |