← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 21 décembre
2023, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 27 décembre 2023, la Cour d'appel de Bruxelles
a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 30 de la loi du 21 décembre 2009 relative
au régime d'accise des boissons non alcoolisé(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 21 décembre 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 27 décembre 2023, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 30 de la loi du 21 décembre 2009 relative au régime d'accise des boissons non alcoolisé(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 21 december 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 december 2023, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejud « Schendt artikel 30 van de Wet van 21 december 2009 betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrij(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par arrêt du 21 décembre 2023, dont l'expédition est parvenue au | januari 1989 Bij arrest van 21 december 2023, waarvan de expeditie ter griffie van |
| greffe de la Cour le 27 décembre 2023, la Cour d'appel de Bruxelles a | het Hof is ingekomen op 27 december 2023, heeft het Hof van Beroep te |
| posé la question préjudicielle suivante : | Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 30 de la loi du 21 décembre 2009 relative au régime | « Schendt artikel 30 van de Wet van 21 december 2009 betreffende het |
| d'accise des boissons non alcoolisées et du café viole-t-il les | accijnsstelsel van alcoholvrije dranken en koffie de artikelen 10 en |
| articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec | 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het |
| l'article 1er du Protocole additionnel du 20 mars 1952 à la Convention | Aanvullend protocol van 20 maart 1952 bij het verdrag tot bescherming |
| de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, | van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, artikel 17, |
| avec l'article 17, paragraphe 1, de la Charte des droits fondamentaux | eerste lid van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie |
| de l'Union européenne et avec l'article 16 de la Constitution, en ce | en artikel 16 van de Grondwet, doordat het de strafrechter verplicht |
| qu'il oblige le juge pénal à prononcer la confiscation des produits | de accijnsproducten waarop de accijns verschuldigd is en die aan de |
| d'accise pour lesquels l'accise est exigible et qui ont été soustraits | accijnsschorsingsregeling werden onttrokken verbeurd te verklaren |
| au régime suspensif des droits d'accise, avec pour conséquence civile | waarbij, als burgerrechtelijk gevolg van deze strafrechtelijke |
| de cette condamnation pénale que tous les prévenus doivent être | veroordeling, alle beklaagden hoofdelijk moeten worden veroordeeld tot |
| condamnés solidairement au paiement de la contre-valeur en cas de non-représentation des biens concernés, sans que le juge pénal puisse, de manière générale, sur la base de circonstances atténuantes, renoncer, totalement ou partiellement, à la confiscation en matière d'accises ou modérer la confiscation dans le cas où elle porterait à la situation financière de la personne à laquelle elle est infligée une atteinte telle qu'elle constituerait une mesure disproportionnée au but légitime qu'elle poursuit, de sorte qu'elle entraînerait une violation du droit de propriété ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 8129 du rôle de la Cour. Le greffier, | betaling van de tegenwaarde bij de niet-overlegging van de betrokken goederen, zonder dat de strafrechter in het algemeen, op grond van verzachtende omstandigheden, geheel of gedeeltelijk kan afzien van de accijnsrechtelijke verbeurdverklaring, of de strafrechter de verbeurdverklaring kan matigen in het geval dat zij dermate afbreuk zou doen aan de financiële situatie van de persoon aan wie ze is opgelegd dat ze een onevenredige maatregel zou vormen ten aanzien van het ermee nagestreefde wettige doel, waardoor zij een schending met zich zou meebrengen van het eigendomsrecht ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 8129 van de rol van het Hof. De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |