← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 23 mai 2023,
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 11 juillet 2023, la Cour d'appel de Gand a posé
les questions préjudicielles suivantes : « 1. 2. L'article 59 du Code des impôts sur
les revenus 1992, tel qu'il était applicable aux exercices d(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt du 23 mai 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 11 juillet 2023, la Cour d'appel de Gand a posé les questions préjudicielles suivantes : « 1. 2. L'article 59 du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il était applicable aux exercices d(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 23 mei 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 juli 2023, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vrage « 1. Schendt artikel 59 WIB92, zoals van toepassing voor de aanslagjaren 2016 en 2017, het grondwet(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par arrêt du 23 mai 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe de | januari 1989 Bij arrest van 23 mei 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| la Cour le 11 juillet 2023, la Cour d'appel de Gand a posé les | Hof is ingekomen op 11 juli 2023, heeft het Hof van Beroep te Gent de |
| questions préjudicielles suivantes : | volgende prejudiciële vragen gesteld : |
| « 1. L'article 59 du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il | « 1. Schendt artikel 59 WIB92, zoals van toepassing voor de |
| était applicable aux exercices d'imposition 2016 et 2017, viole-t-il | aanslagjaren 2016 en 2017, het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel, |
| le principe constitutionnel d'égalité, contenu dans les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle toutes les pensions complémentaires constituées durant l'ensemble de la carrière doivent être prises en compte pour calculer la limite de 80 % (et pas uniquement les pensions complémentaires constituées au moyen des cotisations payées pour les années de service qui sont valorisées en vertu de l'article 59, § 1er, alinéa 3, du CIR 1992), en ce qu'il crée une distinction entre (1) l'entreprise qui paie des cotisations et des primes pour des prestations de pension complémentaire au profit d'un dirigeant d'entreprise qui travaille dans cette entreprise pendant toute sa carrière, entreprise qui peut déduire intégralement ces cotisations et primes, et (2) l'entreprise qui paye des cotisations et des primes pour des prestations de pension complémentaire au profit d'un dirigeant d'entreprise qui ne travaille pas dans cette entreprise pendant toute sa carrière, entreprise qui ne peut pas déduire intégralement ces cotisations et primes étant donné qu'elle doit tenir compte des pensions complémentaires constituées chez un employeur précédent/dans une entreprise précédente, indépendamment du fait que ces pensions ont été constituées au moyen de cotisations et primes payées pour les années d'activité | zoals vervat in de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, indien het aldus wordt uitgelegd dat alle aanvullende pensioenen die gedurende een gehele loopbaan zijn opgebouwd in aanmerking moeten worden genomen bij de berekening van de 80%-regel (en niet enkel de aanvullende pensioenen die gevormd zijn met bijdragen betaald voor de dienstjaren die worden gevaloriseerd op grond van artikel 59, § 1, derde lid WIB92), doordat het een onderscheid creëert tussen (i) ondernemingen die bijdragen en premies betalen voor aanvullende pensioenuitkeringen ten behoeve van een bedrijfsleider die gedurende zijn ganse loopbaan bij die onderneming werkzaam is, en die deze bijdragen en premies integraal in aftrek kunnen nemen, en (ii) ondernemingen die bijdragen en premies betalen voor aanvullende pensioenuitkeringen ten behoeve van een bedrijfsleider die niet gedurende zijn ganse loopbaan bij die onderneming werkzaam is, die deze bijdragen en premies niet integraal in aftrek kunnen nemen aangezien deze rekening moet houden met de bij een vorige werkgever/onderneming opgebouwde aanvullende pensioenen ongeacht of deze pensioenen werden opgebouwd middels bijdragen en premies betaald voor jaren van beroepswerkzaamheid die worden |
| professionnelle qui sont valorisées sur la base de l'article 59, § | gevaloriseerd op grond van artikel 59, § 1, derde lid WIB92, in acht |
| 1er, alinéa 3, du CIR 1992, compte tenu du fait que le même capital de | genomen dat voor de bedrijfsleiders over de volledige normale duur van |
| pension complémentaire est constitué pour les dirigeants d'entreprise | de beroepsloopbaan eenzelfde aanvullend pensioenkapitaal wordt |
| sur l'ensemble de la durée normale de la carrière professionnelle ? | opgebouwd ? |
| 2. L'article 59 du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il | 2. Schendt artikel 59 WIB92, zoals van toepassing voor de aanslagjaren |
| était applicable aux exercices d'imposition 2016 et 2017, viole-t-il | 2016 en 2017, het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel, zoals vervat in |
| le principe constitutionnel d'égalité, contenu dans les articles 10, | |
| 11 et 172 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle | de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, indien het aldus wordt |
| toutes les pensions complémentaires constituées lors de l'ensemble de | uitgelegd dat alle aanvullende pensioenen die gedurende een gehele |
| la carrière doivent être prises en compte pour calculer la limite de 80 % (et donc également les pensions constituées dans le cadre d'une activité professionnelle antérieure effectuée dans une autre entreprise), quel que soit le nombre d'années qui peut être financé par l'employeur actuel/l'entreprise actuelle au moyen de primes de pension fiscalement déductibles conformément à l'article 59, § 1er, alinéa 3, du CIR 1992, alors que le nombre d'années qui peut être financé au moyen de primes de pension fiscalement déductibles diffère selon que le bénéficiaire de la pension a changé d'employeur/d'entreprise au cours de sa carrière, ce qui signifie qu'un montant total plus élevé de pension complémentaire peut être constitué au moyen de primes déductibles pour un travailleur ou un dirigeant d'entreprise qui n'a pas changé d'employeur/d'entreprise que pour un travailleur ou un dirigeant d'entreprise qui a changé | loopbaan zijn opgebouwd, in aanmerking moeten worden genomen bij de berekening van de 80%-regel (en dus ook de pensioenen die zijn opgebouwd in het kader van een vroegere beroepswerkzaamheid bij een andere onderneming), ongeacht het aantal jaren dat door de huidige werkgever/onderneming gefinancierd kan worden met pensioenpremies die fiscaal aftrekbaar zijn overeenkomstig artikel 59 § 1, lid 3 WIB92, terwijl het aantal jaren dat kan worden gefinancierd met pensioenpremies die fiscaal aftrekbaar zijn, verschilt naargelang de pensioengerechtigde tijdens diens loopbaan van werkgever/onderneming is veranderd, hetgeen betekent dat voor een werknemer of bedrijfsleider die niet van werkgever/onderneming is veranderd, in totaal een hoger bedrag aan aanvullende pensioenen kan worden opgebouwd door middel van aftrekbare premies dan voor een werknemer of |
| d'employeur/d'entreprise ? ». | bedrijfsleider die wel van werkgever/onderneming is veranderd ? ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 8063 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 8063 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |