Extait de l'arrêt n° 176/2013 du 19 décembre 2013 Numéro du rôle : 5574 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 418, alinéa 1 er , et 419, al(...) | Uittreksel uit arrest nr. 176/2013 van 19 december 2013 Rolnummer : 5574 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 418, eerste lid, en 419, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vóór de wij Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, en de rechte(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Extait de l'arrêt n° 176/2013 du 19 décembre 2013 | Uittreksel uit arrest nr. 176/2013 van 19 december 2013 |
Numéro du rôle : 5574 | Rolnummer : 5574 |
En cause : la question préjudicielle concernant les articles 418, | In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 418, eerste lid, en |
alinéa 1er, et 419, alinéa 1er, du Code des impôts sur les revenus | 419, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, |
1992, tels qu'ils étaient applicables avant leur modification par la | zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij de wet van 15 maart |
loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière fiscale, et | 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, en artikel |
l'article 419, alinéa 1er, 4°, du même Code, tel qu'il est applicable | 419, eerste lid, 4°, van hetzelfde Wetboek, zoals van toepassing sinds |
depuis cette modification, posée par la Cour de cassation. | die wijziging, gesteld door het Hof van Cassatie. |
La Cour constitutionnelle, | Het Grondwettelijk Hof, |
composée des présidents J. Spreutels et M. Bossuyt, et des juges E. De | samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, en de |
Groot, A. Alen, J.-P. Snappe, T. MerckxVan Goey et F. Daoût, assistée | rechters E. De Groot, A. Alen, J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goey en F. |
du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, | Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle et procédure | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Par arrêt du 31 janvier 2013 en cause de l'Etat belge contre l'ASBL « | Bij arrest van 31 januari 2013 in zake de Belgische Staat tegen de vzw |
Fonds du Centre Reine Fabiola », dont l'expédition est parvenue au | « Fonds du Centre Reine Fabiola », waarvan de expeditie ter griffie |
greffe de la Cour le 15 février 2013, la Cour de cassation a posé la | van het Hof is ingekomen op 15 februari 2013, heeft het Hof van |
question préjudicielle suivante : | Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Interprétés comme excluant l'allocation d'intérêts moratoires aux | « Schenden de artikelen 418, eerste lid, en 419, eerste lid, WIB 1992, |
redevables qui obtiennent la restitution de précomptes professionnels | zoals ze van toepassing waren vóór de wijziging ervan bij de wet van |
qu'ils ont payés spontanément sur la base d'un contrat de travail | |
ultérieurement résolu par le juge, les articles 418, alinéa 1er, et | |
419, alinéa 1er, du Code des impôts sur les revenus 1992, tels qu'ils | |
étaient applicables avant leur modification par la loi du 15 mars 1999 | 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, en |
relative au contentieux en matière fiscale, et l'article 419, alinéa 1er, | |
4°, de ce code, tel qu'il est libellé depuis cette modification, | artikel 419, eerste lid, 4°, van dat wetboek, zoals het sinds die |
violent-ils les articles 10, 11 et 172 de la Constitution en établissant une discrimination 1° entre ces redevables et les redevables qui obtiennent la restitution d'un impôt, d'un précompte mobilier ou d'un précompte professionnel qu'ils ont payé après que cet impôt ou ce précompte eut été enrôlé à tort à leur charge, des intérêts moratoires étant accordés à ces derniers redevables ? 2° entre ces redevables et les redevables qui obtiennent la restitution des mêmes précomptes qu'ils n'ont pas payés spontanément | wijziging is verwoord, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de uitlegging dat ze uitsluiten dat er moratoire interest wordt toegekend aan de belastingplichtigen die de terugbetaling verkrijgen van de bedrijfsvoorheffingen die zij spontaan hebben betaald op grond van een door de rechter achteraf ontbonden arbeidsovereenkomst, doordat ze een discriminatie invoeren : 1° tussen die belastingplichtigen en de belastingplichtigen die de terugbetaling verkrijgen van een belasting, roerende voorheffing of bedrijfsvoorheffing die zij betaald hebben nadat die belasting of voorheffing ten onrechte jegens hen werd ingekohierd, waarbij aan de laatstgenoemde belastingplichtigen moratoire interest wordt toegekend ? 2° tussen die belastingplichtigen en de belastingplichtigen die de terugbetaling verkrijgen van dezelfde voorheffingen, die zij niet |
dans le délai prévu par l'article 412 dudit code mais seulement après | spontaan hebben betaald binnen de termijn bepaald in artikel 412 van |
que l'administration les eut enrôlés à leur charge, conformément à | dat wetboek, maar pas nadat de administratie ze jegens hen had |
l'article 304, § 1er, alinéa 2, du même code, des intérêts moratoires | ingekohierd, overeenkomstig artikel 304, § 1, tweede lid, van |
datzelfde wetboek, waarbij aan de laatstgenoemde belastingplichtigen | |
étant accordés à ces derniers redevables ? ». | moratoire interest wordt toegekend ? ». |
(...) | (...) |
III. En droit | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. Les articles 418 et 419 du Code des impôts sur les revenus 1992 | B.1.1. De artikelen 418 en 419 van het Wetboek van de |
(CIR 1992), tels qu'ils étaient d'application avant leur modification | inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992), zoals zij van toepassing waren |
par l'article 48 de la loi du 22 décembre 1998 portant des | vóór de wijziging ervan bij artikel 48 van de wet van 22 december 1998 |
dispositions fiscales et autres (Moniteur belge, 15 janvier 1999) et | houdende fiscale en andere bepalingen (Belgisch Staatsblad, 15 januari |
par les articles 43 et 44 de la loi du 15 mars 1999 relative au | 1999) en de artikelen 43 en 44 van de wet van 15 maart 1999 |
contentieux en matière fiscale (Moniteur belge, 27 mars 1999), disposaient : « Art. 418.En cas de restitution d'impôts, des intérêts moratoires sont alloués au taux de 0,8 p.c. par mois civil. Le Roi peut adapter ce taux lorsque les fluctuations du taux de l'intérêt pratiqué sur le marché financier le justifient. Les intérêts sont calculés sur le montant de chaque paiement arrondi au millier inférieur; le mois pendant lequel a eu lieu le paiement est négligé, mais le mois au cours duquel est envoyé au redevable l'avis mettant à sa disposition la somme à restituer est compté pour un mois entier. Art. 419.Aucun intérêt moratoire n'est alloué en cas de restitution : |
betreffende de beslechting van fiscale geschillen (Belgisch Staatsblad, 27 maart 1999), bepaalden : « Art. 418.Bij terugbetaling van belastingen worden moratoriuminteresten toegekend tegen een rentevoet van 0,8 pct. per kalendermaand. De Koning kan, wanneer zulks ingevolge de op de geldmarkt toegepaste rentevoeten verantwoord is, dit tarief aanpassen. Die interesten worden berekend op het bedrag van elke betaling, afgerond op het lagere duizendtal; de maand waarin de betaling is geschied wordt niet medegerekend, doch de maand waarin aan de belastingschuldige het bericht wordt gestuurd dat de terug te betalen som te zijner beschikking stelt, wordt voor een gehele maand geteld. Art. 419.Geen interest wordt toegekend bij terugbetaling : |
1° de précomptes professionnels visés aux articles 270 à 275, | 1° van de bedrijfsvoorheffingen als bedoeld bij de artikelen 270 tot |
effectuée au profit du redevable de ces précomptes; | 275, die ten voordele van de schuldenaar van die voorheffingen |
2° de l'excédent de précomptes et versements anticipés visés à | geschiedt; 2° van het overschot van voorheffingen en voorafbetalingen als bedoeld |
l'article 304, § 2, effectuée au profit du contribuable intéressé; | bij artikel 304, § 2, die ten voordele van de betrokken belastingplichtige geschiedt; |
3° de surtaxes visées à l'article 376, §§ 1er et 2, effectuée | 3° van de overbelastingen als bedoeld bij artikel 376, §§ 1 en 2, die |
d'office, après l'expiration des délais de réclamation et de recours; | na het verstrijken van de termijnen van bezwaar en beroep van ambtswege geschiedt; |
4° de réductions visées à l'article 376, § 3, 2°, effectuée d'office, | 4° van de verminderingen als bedoeld bij artikel 376, § 3, 2°, die na |
après l'expiration des délais de réclamation et de recours. | het verstrijken van de termijnen van bezwaar en beroep van ambtswege |
Aucun intérêt moratoire n'est non plus alloué lorsque son montant | geschiedt. |
n'atteint pas 200 F par mois ». | Evenmin wordt moratoriuminterest toegekend wanneer hij geen 200 frank |
per maand bedraagt ». | |
B.1.2. L'article 418, alinéa 1er, du CIR 1992, tel qu'il a été modifié | B.1.2. Artikel 418, eerste lid, van het WIB 1992, zoals gewijzigd bij |
par l'article 43 de la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en | artikel 43 van de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van |
matière fiscale, dispose : | fiscale geschillen, bepaalt : |
« En cas de remboursement d'impôts, de précomptes, de versements | « Bij terugbetaling van belastingen, voorheffingen, voorafbetalingen, |
anticipés, d'intérêts de retard, d'accroissements d'impôts ou | nalatigheidsinterest, belastingverhogingen of administratieve boeten, |
d'amendes administratives, un intérêt moratoire est alloué au taux de | wordt moratoriuminterest toegekend tegen de wettelijke rentevoet, |
l'intérêt légal, calculé par mois civil ». | berekend per kalendermaand ». |
L'article 419 du CIR 1992, tel qu'il a été remplacé par l'article 44 | Artikel 419 van het WIB 1992, zoals vervangen bij artikel 44 van de |
de la loi précitée du 15 mars 1999, dispose : | voormelde wet van 15 maart 1999, bepaalt : |
« Aucun intérêt moratoire n'est alloué : | « Geen moratoriuminterest wordt toegekend : |
1° lorsque son montant n'atteint pas 200 francs par mois; | 1° wanneer hij geen 200 frank per maand bedraagt; |
2° lorsque le remboursement résulte de la remise ou de la modération | 2° wanneer de terugbetaling voortvloeit uit de kwijtschelding of de |
d'une amende ou d'un accroissement, accordée à titre de grâce; | vermindering van een boete of een belastingverhoging toegekend als |
3° en cas de remboursement d'excédent de précompte professionnel, de | genademaatregel; 3° in geval van terugbetaling van het overschot van |
précompte mobilier ou de versements anticipés, au bénéficiaire des | bedrijfsvoorheffing, roerende voorheffing of voorafbetalingen aan de |
revenus, au plus tard à l'expiration du deuxième mois qui suit le mois | verkrijger van de inkomsten, uiterlijk op het einde van de tweede |
au cours duquel le délai d'imposition visé à l'article 359 ou à | maand die volgt op de maand waarin de aanslagtermijn vermeld in |
l'article 353, a expiré; | artikel 359 of in artikel 353 is verstreken; |
4° en cas de remboursement de sommes versées à titre de précompte | 4° in geval van terugbetaling van als roerende voorheffing of als |
mobilier ou à titre de précompte professionnel, à leurs redevables visés aux articles 261 et 270; | bedrijfsvoorheffing gestorte bedragen aan de in de artikelen 261 en 270 bedoelde schuldenaars ervan; |
5° en cas de remboursement de versements anticipés, en application de | 5° in geval van terugbetaling van voorafbetalingen, met toepassing van |
l'article 376, § 4. | artikel 376, § 4. |
Lorsque le remboursement intervient après l'expiration du délai fixé à | Wanneer de terugbetaling plaatsheeft na het verstrijken van de in het |
l'alinéa 1er, 3°, l'intérêt moratoire est dû à partir du jour suivant | eerste lid, 3°, vastgestelde termijn, is de moratoriuminterest |
ce délai ». | verschuldigd vanaf de dag volgend op die termijn ». |
B.2.1. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité avec les | B.2.1. De verwijzende rechter stelt aan het Hof een vraag over de |
articles 10, 11 et 172 de la Constitution des dispositions en cause en ce qu'elles sont interprétées comme excluant l'allocation d'intérêts moratoires aux redevables qui obtiennent la restitution de précomptes professionnels qu'ils ont payés spontanément sur la base d'un contrat de travail ultérieurement résolu par le juge, dès lors qu'elles établiraient une discrimination, d'une part, entre ces redevables et les redevables qui obtiennent la restitution d'un impôt, d'un précompte mobilier ou d'un précompte professionnel qu'ils ont payé après que cet impôt ou ce précompte eut été enrôlé à tort à leur charge, des intérêts moratoires étant accordés à ces derniers redevables, et, d'autre part, entre ces redevables et les redevables qui obtiennent la restitution des mêmes précomptes qu'ils n'ont pas | bestaanbaarheid, met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, van de in het geding zijnde bepalingen in zoverre zij in die zin worden geïnterpreteerd dat zij de toekenning uitsluiten van moratoriuminteresten aan de belastingschuldigen die de terugbetaling verkrijgen van bedrijfsvoorheffingen die zij spontaan hebben betaald op grond van een arbeidsovereenkomst die later door de rechter werd ontbonden, daar zij een discriminatie zouden invoeren, enerzijds, tussen die belastingschuldigen en de belastingschuldigen die de terugbetaling verkrijgen van een belasting, een roerende voorheffing of een bedrijfsvoorheffingdie zij hebben betaald nadat die belasting of die voorheffing ten onrechte te hunnen laste was ingekohierd, waarbij aan die laatstgenoemde belastingschuldigen moratoriuminteresten worden toegekend en, anderzijds, tussen die belastingschuldigen en de belastingschuldigen die de terugbetaling verkrijgen van dezelfde voorheffingen die zij niet spontaan hebben |
payés spontanément dans le délai prévu par l'article 412 dudit Code | betaald binnen de termijn bedoeld in artikel 412 van het voormelde |
mais seulement après que l'administration les eut enrôlés à leur | Wetboek, maar enkel nadat de administratie die te hunnen laste had |
charge, conformément à l'article 304, § 1er, alinéa 2, du même Code, | ingekohierd, overeenkomstig artikel 304, § 1, tweede lid, van |
des intérêts moratoires étant accordés à ces derniers redevables. | hetzelfde Wetboek, waarbij moratoriuminteresten worden toegekend aan |
die laatstgenoemde belastingschuldigen. | |
B.2.2. Il ressort des motifs de la décision de renvoi que le litige | B.2.2. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het |
concerne le remboursement de précomptes professionnels versés à l'Etat | geschil betrekking heeft op de terugbetaling van bedrijfsvoorheffingen |
belge par la partie défenderesse devant le juge a quo, redevable selon | die de verwerende partij voor de verwijzende rechter, |
l'article 270 du CIR 1992, et retenus sur des rémunérations payées en | belastingschuldige volgens artikel 270 van het WIB 1992, aan de |
Belgische Staat heeft betaald en die zijn ingehouden op bezoldigingen | |
die zijn uitgekeerd op grond van een later ontbonden | |
vertu d'un contrat d'emploi ultérieurement résolu, sans qu'ils n'aient | arbeidsovereenkomst, zonder dat die het voorwerp hebben uitgemaakt van |
fait l'objet d'un enrôlement par les services de l'Etat belge. La Cour | een inkohiering door de diensten van de Belgische Staat. Het Hof |
limite son examen à cette hypothèse. | beperkt zijn onderzoek tot die hypothese. |
C'est au juge saisi du litige qu'il revient d'apprécier si l'impôt a | Het staat aan de rechter waarvoor het geschil aanhangig is gemaakt, te |
oordelen of de belasting al dan niet is ingekohierd en of de | |
ou non été enrôlé et si les précomptes professionnels ont été imputés | bedrijfsvoorheffingen zijn verrekend met de belasting. |
sur l'impôt. B.3. Les articles 418 et 419 du CIR 1992 trouvent leur origine dans | B.3. De artikelen 418 en 419 van het WIB 1992 vinden hun oorsprong in |
les alinéas 5 et 6 de l'article 74 des lois coordonnées du 15 janvier | artikel 74, vijfde en zesde lid, van de gecoördineerde wetten van 15 |
1948 relatives aux impôts sur les revenus, insérés par l'article 5 de | januari 1948 betreffende de inkomstenbelastingen, ingevoegd bij |
la loi du 27 juillet 1953. Après avoir posé le principe du paiement | artikel 5 van de wet van 27 juli 1953. Nadat die bepalingen het |
d'intérêts moratoires par l'Etat en cas de restitution d'impôt, ces | beginsel hadden gesteld van de betaling van moratoriuminteresten door |
dispositions prévoyaient une exception, notamment lorsque le | de Staat in geval van terugbetaling van belasting, voorzagen zij in |
remboursement concernait des « impôts dus à la source », qualifiés | een uitzondering, met name wanneer de terugbetaling « aan de bron |
aujourd'hui de « précomptes ». | verschuldigde belastingen » betrof, thans « voorheffingen » genoemd. |
L'exposé des motifs de la loi du 27 juillet 1953 indique que « cette | De memorie van toelichting van de wet van 27 juli 1953 stelt dat « |
disposition, qui remonte à la loi du 28 février 1924, était justifiée | deze bepaling, die dateert van de wet van 28 februari 1924, was |
par des raisons d'équité » (Doc. parl., Chambre, 1952-1953, n° 277, p. | gesteund op redenen van billijkheid » (Parl. St., Kamer, 1952-1953, |
9) et que, de même que les contribuables négligents doivent payer des | nr. 277, p. 9) en dat, zoals de nalatige belastingplichtigen |
intérêts de retard à l'Etat, « par identité de motifs, il n'est que | verwijlinteresten moeten betalen aan de Staat, « om dezelfde redenen |
[...] het dan ook billijk [is] moratoire interesten aan de | |
juste d'accorder des intérêts moratoires aux contribuables, chaque | belastingplichtigen toe te kennen telkens de Staat een gekweten |
fois que l'Etat restitue un impôt payé [...] » (ibid., p. 10). | belasting terugbetaalt [...] » (ibid., p. 10). |
L'exception, relative notamment à la restitution des impôts dus à la | De uitzondering, inzonderheid in verband met de terugbetaling van de |
source, correspondant aujourd'hui à l'excédent de précompte, est | aan de bron verschuldigde belastingen, thans overeenstemmende met het |
motivée de la manière suivante dans les travaux préparatoires de cette | overschot van voorheffing, wordt in de parlementaire voorbereiding van |
loi : | de wet als volgt gemotiveerd : |
« [...] la restitution peut résulter notamment d'erreurs commises par | « [...] de terugbetaling [kan] voortspruiten namelijk uit vergissingen |
le débiteur du revenu, responsable du versement de l'impôt au Trésor, | begaan door de schuldenaar van het inkomen die verantwoordelijk is |
mais ne supportant pas lui-même ou n'étant pas censé supporter | voor de storting van de belasting in de Schatkist maar deze last niet |
personnellement cette charge, de l'application de l'article 52 qui | zelf draagt of niet geacht wordt hem zelf te dragen, uit de toepassing |
van artikel 52, waarbij maatregelen voorzien worden ten einde de | |
prévoit des mesures en vue d'éviter la double taxation des mêmes | dubbele belasting van dezelfde inkomsten in hoofde van dezelfde |
revenus dans le chef du même redevable, et enfin de la régularisation | belastingplichtige te vermijden, en ten slotte uit de regularisatie |
de la situation fiscale des appointés, salariés, pensionnés, etc., | van de fiscale toestand van de wedde-, loon-, pensioentrekkenden, |
lorsque le montant de l'impôt retenu à la source excède celui des | enz., wanneer het bedrag van de bij de bron ingehouden belasting hoger |
impôts réellement exigibles sur l'ensemble des revenus professionnels | is dan dit der belastingen werkelijk vorderbaar op het geheel der |
du contribuable. | bedrijfsinkomsten van de belastingplichtige. |
L'allocation d'intérêts moratoires dans les cas précités se heurterait | De toekenning van moratoire interesten in voormelde gevallen zou |
en général à des difficultés matérielles considérables et sans réelle | doorgaans op aanzienlijk materiële moeilijkheden stuiten, en zulks |
utilité. Elle serait d'ailleurs injustifiée lorsqu'elle est la | zonder werkelijk nut. Zij zou anderdeels ongerechtvaardigd zijn |
conséquence d'erreurs dans le versement des impôts dus à la source ou | wanneer zij het gevolg is van vergissingen in de storting der bij de |
de l'application de l'article 52, puisque, dans le premier cas, il | bron verschuldigde belastingen, of van de toepassing van artikel 52, |
serait pratiquement impossible au débiteur de l'impôt de répartir les intérêts moratoires entre les véritables contribuables, à savoir les bénéficiaires des revenus imposables et, dans la deuxième éventualité, le remboursement est accordé non pas aux véritables bénéficiaires des revenus mais à la société qui n'a pas elle-même supporté ou n'est pas censée avoir supporté la charge de la taxe mobilière » (ibid., p. 10). B.4.1. Ainsi que la Cour l'a jugé par ses arrêts nos 35/99, 113/2001, 20/2007 et 24/2008, il peut se justifier qu'aucun intérêt ne soit dû sur le remboursement de précomptes lorsque le redevable a payé spontanément plus qu'il ne devait ou lorsqu'il est pratiquement | vermits in het eerste geval, het de schuldenaar van de belasting practisch onmogelijk zou zijn de moratoire interesten te verdelen over de werkelijke belastingplichtigen, te weten de begunstigden der belastbare inkomsten en, in de tweede onderstelling, de terugbetaling niet toegestaan wordt aan de werkelijke begunstigden van de inkomsten, doch aan de vennootschap die de last van de mobiliënbelasting niet zelf droeg of niet geacht wordt die last te hebben gedragen » (ibid., p. 10). B.4.1. Zoals het Hof in zijn arresten nrs. 35/99, 113/2001, 20/2007 en 24/2008 heeft geoordeeld, kan het worden verantwoord dat geen enkele interest verschuldigd is bij terugbetaling van voorheffingen wanneer de schuldenaar spontaan meer heeft betaald dan hij verschuldigd was of |
impossible de déterminer la date à laquelle commencent à courir des | wanneer het praktisch onmogelijk is de datum vast te stellen waarop de |
intérêts qui doivent être répartis entre les contribuables en faveur | interesten zijn beginnen te lopen die moeten worden verdeeld onder de |
de qui les retenues ont été opérées par le redevable des précomptes. | belastingplichtigen ten gunste van wie de inhoudingen zijn gebeurd |
Tel est le cas notamment de l'excédent de précomptes professionnels | door de schuldenaar van de voorheffingen. Zulks is met name het geval |
voor het overschot van bedrijfsvoorheffingen wanneer zij niet het | |
lorsque ceux-ci n'ont pas fait l'objet d'un enrôlement au nom du | voorwerp hebben uitgemaakt van een inkohiering op naam van de |
redevable. | schuldenaar. |
En revanche, rien ne justifie que des intérêts moratoires soient | Niets verantwoordt daarentegen dat moratoriuminteresten worden |
refusés lorsqu'il s'agit de précomptes mobiliers, que le remboursement | geweigerd wanneer het gaat om roerende voorheffingen, wanneer de niet |
tijdig uitgevoerde terugbetaling van hun overschot is toe te schrijven | |
tardif de leur excédent est imputable à une erreur de l'administration | aan een vergissing van de administratie en wanneer het mogelijk is de |
et que la détermination de la date à laquelle les intérêts commencent | datum vast te stellen waarop de interesten beginnen te lopen (arresten |
à courir est possible (arrêts nos 35/99 et 20/2007). Rien ne justifie | nrs. 35/99 en 20/2007). Het is evenmin verantwoord |
non plus que des intérêts moratoires soient refusés lorsqu'il s'agit | moratoriuminteresten te weigeren wanneer het gaat om roerende |
de précomptes mobiliers, que le remboursement est rendu nécessaire par | voorheffingen, wanneer de terugbetaling ervan noodzakelijk wordt |
l'expiration du délai légal d'imposition entraînant l'impossibilité de | gemaakt door het verstrijken van de wettelijke aanslagtermijn zodat |
les imputer sur les impôts et que la date à laquelle les intérêts | het onmogelijk is ze aan te rekenen op de belasting en wanneer het |
commencent à courir peut être déterminée (arrêt n° 113/2001 du 20 septembre 2001). Introduire une distinction supplémentaire, selon que le précompte a fait l'objet d'un enrôlement, repose sur un critère qui est sans pertinence par rapport au but poursuivi (arrêts nos 35/99 et 20/2007). B.4.2. Par son arrêt n° 85/2004 du 12 mai 2004, la Cour a jugé qu'il n'apparaissait pas justifié d'accorder des intérêts moratoires dans le cas du remboursement d'un impôt et non dans celui d'un accroissement d'impôt. Il s'agit en effet, dans les deux cas, de restituer une somme indûment perçue par l'Etat, qui a été détenue par l'administration fiscale, privant les contribuables d'intérêts sur les sommes dont ils ont été indûment privés. Les caractéristiques propres à l'impôt et à l'accroissement d'impôt sont sans pertinence pour justifier que leur remboursement fasse l'objet d'un traitement différent en ce qui concerne les intérêts moratoires. A la suite de cet arrêt, un recours | mogelijk is de datum vast te stellen waarop de interesten beginnen te lopen (arrest nr. 113/2001 van 20 september 2001). Een bijkomend onderscheid invoeren, naargelang de voorheffing het voorwerp heeft uitgemaakt van een inkohiering, berust op een criterium dat niet pertinent is ten aanzien van het nagestreefde doel (arresten nrs. 35/99 en 20/2007). B.4.2. Bij zijn arrest nr. 85/2004 van 12 mei 2004 oordeelt het Hof dat het niet verantwoord blijkt moratoriumintresten toe te kennen in het geval van terugbetaling van een belasting en niet in het geval van een belastingverhoging. In beide gevallen gaat het immers om het terugbetalen van een door de Staat onterecht ontvangen som, die door de belastingadministratie is ingehouden en die aan de belastingplichtigen interesten ontzegt op de sommen die hun onterecht zijn ontnomen. De eigen kenmerken van de belasting en van de belastingverhoging zijn niet relevant om te verantwoorden dat de terugbetaling ervan het voorwerp zou zijn van een verschillende behandeling wat de moratoriumintresten betreft. Ten gevolge van dat |
en annulation a été introduit contre l'article 418, alinéa 1er, du CIR | arrest werd een beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 418, |
1992, tel qu'il était applicable avant sa modification par la loi du | eerste lid, van het WIB 1992, zoals van toepassing vóór de wijziging |
15 mars 1999. Ce recours a été rejeté par l'arrêt n° 52/2006 du 19 | ervan bij de wet van 15 maart 1999. Bij het arrest nr. 52/2006 van 19 |
april 2006 werd dat beroep verworpen, nu het artikel 418 van het WIB | |
avril 2006, l'article 418 du CIR 1992 (anciennement l'article 308 du | 1992 (vroeger artikel 308 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
Code des impôts sur les revenus 1964), avant sa modification par | 1964), vóór de wijziging ervan bij artikel 43 van de wet van 15 maart |
l'article 43 de la loi du 15 mars 1999 relatif au contentieux en matière fiscale, devant être interprété comme permettant l'allocation d'intérêts moratoires en cas de remboursement d'accroissements d'impôts. B.5. Par son arrêt n° 24/2008 du 21 février 2008, la Cour a jugé que les principes qui ont été pris en considération dans les arrêts précités, qui portent sur la restitution de précomptes mobiliers et d'accroissements d'impôts, doivent aussi être appliqués lorsque sont en cause des précomptes professionnels non imputés. Il s'ensuit qu'il peut être justifié qu'aucun intérêt ne soit dû en cas de restitution d'un précompte professionnel non imputé, lorsque le débiteur a payé spontanément plus que ce dont il était redevable ou lorsqu'il est pratiquement impossible de déterminer la date à laquelle commencent à courir les intérêts qui doivent être répartis entre les contribuables au bénéfice desquels les retenues ont été effectuées par le débiteur des précomptes. Rien ne justifie, par contre, que les intérêts moratoires soient refusés lorsqu'il s'agit de précomptes professionnels non imputés, que la restitution tardive de leur excédent est imputable à une erreur de l'administration, qu'il est possible de déterminer la date à laquelle les intérêts prennent cours et que ceux-ci ne doivent pas être répartis entre divers contribuables. B.6. Dans la présente affaire, la restitution des précomptes professionnels non imputés payés spontanément par la partie | 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, in die zin moet worden geïnterpreteerd dat het toestaat dat moratoriuminteresten worden toegekend bij de terugbetaling van belastingverhogingen. B.5. Bij zijn arrest nr. 24/2008 van 21 februari 2008 heeft het Hof geoordeeld dat de beginselen waarmee rekening is gehouden in de voormelde arresten, die betrekking hebben op de terugbetaling van roerende voorheffingen en belastingverhogingen, ook moeten worden toegepast wanneer niet-verrekende beroepsvoorheffingen in het geding zijn. Daaruit volgt dat het kan worden verantwoord dat geen enkele interest verschuldigd is bij terugbetaling van een niet-verrekende bedrijfsvoorheffing wanneer de schuldenaar spontaan meer heeft betaald dan hij verschuldigd is of wanneer het praktisch onmogelijk is de datum vast te stellen waarop de interesten zijn beginnen te lopen die moeten worden verdeeld onder de belastingplichtigen ten gunste van wie de inhoudingen zijn gebeurd door de schuldenaar van de voorheffingen. Niets verantwoordt daarentegen dat moratoriuminteresten worden geweigerd wanneer het gaat om niet verrekende bedrijfsvoorheffingen, wanneer de niet-tijdig uitgevoerde terugbetaling van hun overschot is toe te schrijven aan een vergissing van de administratie, en wanneer het mogelijk is de datum vast te stellen waarop de interesten beginnen te lopen die niet moeten worden verdeeld tussen verschillende belastingplichtigen. B.6. In de onderhavige zaak is de terugbetaling van de niet-verrekende bedrijfsvoorheffingen die de verwerende partij voor de verwijzende rechter spontaan heeft betaald op grond van een arbeidsovereenkomst, |
défenderesse devant le juge a quo sur la base d'un contrat de travail | niet toe te schrijven aan een vergissing van de administratie. Zij |
n'est pas imputable à une erreur de l'administration. Elle tient à la | houdt verband met de ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de |
résolution par le juge du contrat de travail. Elle ne peut cependant | rechter. Zij kan evenwel, in het licht van het doel van de wetgever, |
pas justifier, au regard de l'objectif du législateur, tel qu'il | zoals het voortvloeit uit de in B.3 aangehaalde parlementaire |
résulte des travaux préparatoires cités en B.3, le refus d'intérêts | voorbereiding, de weigering van moratoriuminteresten niet |
moratoires puisqu'au moment du paiement, le débiteur ne payait pas | verantwoorden vermits op het ogenblik van de betaling de schuldenaar |
spontanément plus que ce dont il était redevable et qu'il n'est pas | niet spontaan meer heeft betaald dan hetgeen hij verschuldigd was en |
pratiquement impossible de déterminer la date à laquelle commencent à | het niet praktisch onmogelijk is de datum vast te stellen waarop de |
courir les intérêts. Par la résolution du contrat de travail, le | interesten beginnen te lopen. Door de ontbinding van de |
paiement des précomptes professionnels a perdu sa cause, avec effet | arbeidsovereenkomst is de grond van de betaling van de |
rétroactif. Dès lors que le juge a décidé que la partie défenderesse | bedrijfsvoorheffingen met retroactieve werking verdwenen. Aangezien de |
doit obtenir la restitution des précomptes professionnels payés | rechter heeft geoordeeld dat de verwerende partij de terugbetaling van |
spontanément en raison du fait que le contrat de travail a été | de spontaan betaalde bedrijfsvoorheffingen moet verkrijgen, omdat de |
ultérieurement résolu par le juge, il n'est pas raisonnablement | arbeidsovereenkomst later door de rechter is ontbonden, is het niet |
justifié que des intérêts moratoires soient refusés. | redelijk verantwoord dat moratoriuminteresten worden geweigerd. |
B.7. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. | B.7. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
En ce qu'ils excluent l'allocation d'intérêts moratoires aux | In zoverre zij de toekenning uitsluiten van moratoriuminteresten aan |
redevables qui obtiennent la restitution de précomptes professionnels | de belastingschuldigen die de terugbetaling verkrijgen van |
bedrijfsvoorheffingen die zij spontaan hebben betaald op grond van een | |
qu'ils ont payés spontanément sur la base d'un contrat de travail | later door de rechter ontbonden arbeidsovereenkomst, schenden de |
ultérieurement résolu par le juge, les articles 418, alinéa 1er, et | artikelen 418, eerste lid, en 419, eerste lid, van het Wetboek van de |
419, alinéa 1er, du Code des impôts sur les revenus 1992, tels qu'ils | inkomstenbelastingen 1992, zoals zij van toepassing waren vóór de |
étaient applicables avant leur modification par la loi du 15 mars 1999 | wijziging ervan bij de wet van 15 maart 1999 betreffende de |
relative au contentieux en matière fiscale, et l'article 419, alinéa 1er, | beslechting van fiscale geschillen, en artikel 419, eerste lid, 4°, |
4°, de ce Code, tel qu'il est libellé depuis cette modification, | van dat Wetboek, in de bewoordingen ervan sinds die wijziging, de |
violent les articles 10, 11 et 172 de la Constitution. | artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 19 décembre 2013. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 19 december 2013. |
Le greffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
Le président, | De voorzitter, |
J. Spreutels | J. Spreutels |