← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° 220.536 du
10 septembre 2012 en cause de Marleen Peleman et autres contre la province de Flandre orientale et la
Région flamande, parties intervenantes : la ville d « L'article 7.4.1/2 du Code flamand de l'aménagement du territoire, tel qu'il a
été inséré par le d(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° 220.536 du 10 septembre 2012 en cause de Marleen Peleman et autres contre la province de Flandre orientale et la Région flamande, parties intervenantes : la ville d « L'article 7.4.1/2 du Code flamand de l'aménagement du territoire, tel qu'il a été inséré par le d(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 220.536 van 10 september 2012 in zake Marleen Peleman en anderen tegen de provincie Oost-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest, tussenkomende partijen : de « Schendt artikel 7.4.1/2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals ingevoegd door het decre(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par arrêt n° 220.536 du 10 septembre 2012 en cause de Marleen Peleman | januari 1989 Bij arrest nr. 220.536 van 10 september 2012 in zake Marleen Peleman |
| et autres contre la province de Flandre orientale et la Région | en anderen tegen de provincie Oost-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest, |
| flamande, parties intervenantes : la ville de Termonde et la Régie des | tussenkomende partijen : de stad Dendermonde en de Regie der Gebouwen, |
| Bâtiments, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 13 | waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 |
| septembre 2012, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle | september 2012, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag |
| suivante : | gesteld : |
| « L'article 7.4.1/2 du Code flamand de l'aménagement du territoire, | « Schendt artikel 7.4.1/2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, |
| zoals ingevoegd door het decreet van (11.05).2012, de artikelen 10 en | |
| tel qu'il a été inséré par le décret du 11 mai 2012, viole-t-il les | 11 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met het |
| articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec le principe de la sécurité juridique : - en ce qu'il confirme les règles contenues dans l'arrêté du Gouvernement flamand du 18 avril 2008 relatif au mode d'intégration de l'évaluation des incidences sur l'environnement dans le cadre d'un plan d'exécution spatial, alors que ces règles établissaient une distinction discriminatoire entre, d'une part, les personnes souhaitant être associées à la consultation publique relative à la délimitation du contenu de l'évaluation des incidences sur l'environnement réalisée, dans le cadre d'un plan d'exécution spatial, selon les règles applicables lorsque le mode d'intégration est suivi, et, d'autre part, les personnes souhaitant être associées à la consultation publique relative à l'évaluation des incidences sur l'environnement concernant un plan, réalisée selon les règles générales; - en ce que la disposition attaquée établit une distinction injustifiée entre, d'une part, les personnes lésées par l'arrêté | rechtszekerheidsbeginsel : - doordat het de in het besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2008 ' betreffende het integratiespoor voor de milieu-effectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan ' vervatte regeling bekrachtigt, terwijl deze een discriminatoir onderscheid inhield tussen enerzijds personen die wensen betrokken te worden bij de publieke consultatie over de inhoudsafbakening van een plan-MER voor een RUP dat wordt opgemaakt volgens de regels die gelden wanneer het integratiespoor wordt gevolgd, en anderzijds de personen die wensen betrokken te worden bij de publieke consultatie over een plan-MER volgens de algemene regeling; - en doordat de bestreden bepaling een onverantwoord onderscheid maakt tussen personen die nadeel ondervinden van het discriminatoire besluit |
| discriminatoire du 18 avril 2008 et, d'autre part, les personnes | van 18 april 2008 enerzijds en anderzijds personen die geconfronteerd |
| confrontées à d'autres règles problématiques en matière d'enquêtes | worden met een andere problematische regeling inzake openbare |
| publiques, cette dernière catégorie de personnes étant la seule à | onderzoeken, waarbij enkel laatstgenoemde categorie van personen zich |
| pouvoir encore invoquer l'article 159 de la Constitution; | nog kan beroepen op artikel 159 Grondwet; |
| - et en ce que, par suite de la disposition attaquée, une distinction | - en doordat ten gevolge van de bestreden bepaling een discriminatoir |
| discriminatoire est établie entre, d'une part, les personnes | onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds personen die betrokken zijn |
| impliquées dans un litige pendant qui met en cause l'arrêté du 18 | in een hangend rechtsgeschil waarin het besluit van 18 april 2008 in |
| avril 2008 et, d'autre part, les personnes impliquées dans un litige | het geding is en anderzijds personen die betrokken zijn in een |
| ne concernant pas cette disposition, les premières se voyant retirer, | rechtsgeschil waarin deze bepaling niet in het geding is, vermits |
| en cours de litige, la possibilité d'invoquer l'illégalité de l'arrêté | eerstgenoemden hangende het geschil de mogelijkheid wordt ontnomen |
| précité, de sorte que leur droit à la sécurité juridique est limité de | zich op de onwettigheid van genoemd besluit te beroepen, waardoor hun |
| manière discriminatoire ? ». | recht op rechtszekerheid op discriminatoire wijze wordt beperkt ? ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 5479 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 5479 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |