← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
arrêt n° 145.129 du 30 mai 2005 en cause de J. De Blauwe contre l'Institut belge de normalisation, dont
l'expédition est parvenue au greffe de la Co « L'article 43, § 3, des lois sur l'emploi des langues
en matière administrative, coordonnées (...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt n° 145.129 du 30 mai 2005 en cause de J. De Blauwe contre l'Institut belge de normalisation, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Co « L'article 43, § 3, des lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 145.129 van 30 mei 2005 in zake J. De Blauwe tegen het Belgisch Instituut voor Normalisatie, waarvan de expeditie ter griffie van « Schendt artikel 43, § 3, van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de (...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Par arrêt n° 145.129 du 30 mai 2005 en cause de J. De Blauwe contre | Bij arrest nr. 145.129 van 30 mei 2005 in zake J. De Blauwe tegen het |
| l'Institut belge de normalisation, dont l'expédition est parvenue au | Belgisch Instituut voor Normalisatie, waarvan de expeditie ter griffie |
| greffe de la Cour d'arbitrage le 15 juin 2005, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 43, § 3, des lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966, viole-t-il l'article 10 de la Constitution en ce qu'il impose une attribution égale aux deux cadres linguistiques pour les fonctions de directeur et au-dessus, même lorsque le volume de travail qui concerne chacune des régions linguistiques présente un déséquilibre, ce qui a pour effet que les citoyens, utilisateurs du service public, qui appartiennent à la région linguistique à laquelle a trait la plus grande partie du volume de travail sont préjudiciés par rapport à ceux qui appartiennent à l'autre région linguistique, parce qu'ils ont moins de possibilités d'être servis dans leur langue et que les fonctionnaires du rôle linguistique correspondant à la région linguistique nommée en premier lieu ont moins de possibilités de promotion aux emplois de direction que leurs collègues du rôle linguistique correspondant à l'autre région linguistique ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 3725 du rôle de la Cour. Le greffier, | van het Arbitragehof is ingekomen op 15 juni 2005, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 43, § 3, van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken artikel 10 van de Grondwet doordat het voor functies van directeur en hoger een gelijke toewijzing aan beide taalkaders oplegt, ook wanneer het werkvolume dat op elk der taalgebieden betrekking heeft een onevenwicht vertoont waardoor de burgers, gebruikers van de openbare dienst, die behoren tot het taalgebied waarop het grootste deel van het werkvolume betrekking heeft, benadeeld zijn ten overstaan van deze die behoren tot het andere taalgebied omdat zij minder mogelijkheden krijgen om in hun taal te worden bediend en de ambtenaren die behoren tot de met het eerstgenoemde taalgebied overeenstemmende taalrol minder bevorderingskansen hebben tot de directiebetrekkingen dan hun collega's die behoren tot de taalrol die overeenstemt met het andere taalgebied ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 3725 van de rol van het Hof. De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |