← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
arrêt n° 89.734 du 20 septembre 2000 en cause de P. Beelen contre l'Institut national d'assurance maladie-invalidité,
dont l'expédition est parvenue « 1. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées
sur le Conseil d'Etat n'est-il pas contraire aux (...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt n° 89.734 du 20 septembre 2000 en cause de P. Beelen contre l'Institut national d'assurance maladie-invalidité, dont l'expédition est parvenue « 1. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat n'est-il pas contraire aux (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 89.734 van 20 september 2000 in zake P. Beelen tegen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, waarvan de expedi « 1. Is artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State niet in strijd me(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt n° 89.734 du 20 septembre 2000 en cause de P. Beelen contre | Bij arrest nr. 89.734 van 20 september 2000 in zake P. Beelen tegen |
l'Institut national d'assurance maladie-invalidité, dont l'expédition | het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, waarvan |
est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 10 octobre 2000, le | de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 10 |
Conseil d'Etat a posé les questions préjudicielles suivantes : | oktober 2000, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil | « 1. Is artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de |
d'Etat n'est-il pas contraire aux articles 10 et 11 de la | Raad van State niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution, combinés avec l'article 6, § 1er, de la Convention | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6, § 1, van het Europees |
européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés | Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele |
fondamentales, en ce qu'il prévoit que lorsque la partie requérante ne | vrijheden, doordat het bepaalt dat wanneer de verzoekende partij de |
respecte pas les délais prévus pour l'envoi des mémoires, le Conseil | termijnen voor het neerleggen van memories niet in acht neemt, de Raad |
d'Etat constate l'absence d'intérêt requis, et ce alors même que | van State vaststelt dat het vereiste belang niet aanwezig is, en zulks |
contrairement à ce qui est prévu dans la procédure devant les | zelfs wanneer in tegenstelling met wat is voorgeschreven in de |
juridictions de l'ordre judiciaire l'avocat, conseil du requérant, n'a | procedure voor de gewone rechtscolleges de advocaat, raadsman van de |
verzoeker, niet op de hoogte is gebracht van de kennisgeving aan zijn | |
pas été informé de la notification à son client du mémoire en réponse, | cliënt van de memorie van antwoord, vertrekpunt voor de termijn voor |
point de départ du délai pour déposer un mémoire en réplique ? | het neerleggen van een memorie van wederantwoord ? |
2. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat | 2. Is artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad |
n'est-il pas contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, | van State niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in |
combinés avec l'article 6, § 1er, de la Convention européenne de | samenhang gelezen met artikel 6, § 1, van het Europees Verdrag tot |
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce | bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, |
que sa sanction s'applique indifféremment à la partie qui a fait | doordat de sanctie ervan zonder onderscheid van toepassing is op de |
partij die woonplaats heeft gekozen ten kantore van haar raadsman (en | |
élection de domicile au cabinet de son conseil (et dont le conseil | van wie de raadsman dus een kopie van de memorie van antwoord |
reçoit donc une copie du mémoire en réponse) et à celle qui n'a pas | ontvangt) en de partij die niet een dergelijke keuze van woonplaats |
heeft gemaakt (en van wie de raadsman geen kopie van de memorie | |
procédé à une telle élection de domicile (et dont le conseil ne reçoit | ontvangt, en door de griffie zelfs niet op de hoogte wordt gebracht |
pas copie du mémoire, ni même n'est informé par le greffe du dépôt) ? | van het neerleggen ervan) ? |
3. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat | 3. Is artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad |
n'est-il pas contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, | van State niet in strijd met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in |
combinés avec l'article 6, § 1er, de la Convention européenne de | samenhang gelezen met artikel 6, § 1, van het Europees Verdrag tot |
sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce | bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, |
doordat de sanctie ervan zonder onderscheid van toepassing is op de | |
que sa sanction s'applique indifféremment à la partie qui bénéficie | partij die het voordeel geniet van een arrest waarin de schorsing van |
d'un arrêt prononçant la suspension de l'acte administratif dont | de administratieve handeling waarvan de vernietiging wordt gevorderd, |
l'annulation est poursuivie, et à celle qui ne bénéficierait pas d'un | wordt uitgesproken, en op de partij die het voordeel van een dergelijk |
tel arrêt ? » | arrest niet zou hebben ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2051 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2051 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt du 14 septembre 2000 en cause de l'Office national de | Bij arrest van 14 september 2000 in zake de Rijksdienst voor |
l'emploi contre E. Oguz, dont l'expédition est parvenue au greffe de | Arbeidsvoorziening tegen E. Oguz, waarvan de expeditie ter griffie van |
la Cour d'arbitrage le 12 octobre 2000, la Cour du travail de Liège a | het Arbitragehof is ingekomen op 12 oktober 2000, heeft het Arbeidshof |
posé la question préjudicielle suivante : | te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 171, alinéa 2, de la loi-programme du 22 décembre 1989, | « Schendt artikel 171, tweede lid, van de programmawet van 22 december |
telle que modifié par l'article 112 de la loi du 20 juillet 1991, | 1989, zoals gewijzigd bij artikel 112 van de wet van 20 juli 1991, in |
interprété comme établissant une présomption irréfragable d'occupation | die zin geïnterpreteerd dat het een onweerlegbaar vermoeden van |
à temps plein opposable au travailleur ou à l'assuré social, en | voltijdse tewerkstelling instelt dat aan de werknemer of aan de |
sociaal verzekerde, te dezen een werkloze, door een instelling van | |
l'espèce à un chômeur, par une institution de sécurité sociale, en | sociale zekerheid, te dezen de R.V.A., kan worden tegengeworpen, de artikelen |
l'espèce, l'ONEm, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution | 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, in voorkomend geval in |
coordonnée le cas échéant, lus conjointement avec l'article 6 de la | samenhang gelezen met artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de |
Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales en ce que notamment : | rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, doordat met name : |
1. cette disposition sanctionne avec la même rigueur, d'une part, | 1. die bepaling met eenzelfde gestrengheid, enerzijds, de werkgever |
l'employeur qui ne respecte pas une obligation susceptible d'être | bestraft die een verplichting waarvan de niet-naleving strafrechtelijk |
pénalement sanctionnée, à savoir l'affichage de l'horaire variable, | kan worden bestraft, niet nakomt, namelijk de aanplakking van het |
obligation qui lui est propre et qu'il peut seul remplir et, d'autre | veranderlijk werkrooster, verplichting die hem eigen is en waaraan hij |
part, le travailleur occupé à temps partiel auquel n'est imposé aucune | alleen kan voldoen en, anderzijds, de deeltijds tewerkgestelde |
obligation personnelle relative à cet affichage, rompant ainsi | werknemer aan wie geen persoonlijke verplichting in verband met die |
l'égalité des armes puisque ce travailleur ne peut suppléer au | aanplakking wordt opgelegd, waarbij aldus de gelijkheid van wapens |
manquement et se verra néanmoins opposer, par les institutions de | wordt verbroken, vermits die werknemer de tekortkoming niet kan |
sécurité sociale dont l'ONEm, le caractère irréfragable de la présomption avec toutes les conséquences qui en découlent, 2. et en ce que conformément à la jurisprudence bien établie, la présomption irréfragable d'occupation à temps plein n'est pas opposable par le travailleur à l'employeur fautif, empêchant par là le travailleur d'obtenir à tout le moins la rémunération correspondante, en telle sorte que s'il doit rembourser les allocations de chômage perçues au cours de son occupation, il est sanctionné, sans pouvoir se défendre ni obtenir réparation de son dommage, pour une faute qu'il | goedmaken en toch aan hem door de instellingen van sociale zekerheid, waaronder de R.V.A., het onweerlegbare karakter van het vermoeden zal worden tegengeworpen, met alle gevolgen die daaruit voortvloeien, 2. en doordat overeenkomstig de gevestigde rechtspraak het onweerlegbare vermoeden van voltijdse tewerkstelling door de werknemer niet aan de in gebreke blijvende werkgever kan worden tegengeworpen, waarbij de werknemer aldus wordt belet ten minste de overeenstemmende bezoldiging te verkrijgen, zodat, wanneer hij verplicht wordt de werkloosheidsuitkeringen die hij tijdens zijn tewerkstelling heeft ontvangen terug te betalen, hij wordt gestraft zonder zich te kunnen verdedigen noch herstel van de door hem geleden schade te verkrijgen, |
n'a pas commise et qu'il n'est pas en mesure d'empêcher, alors que | voor een fout die hij niet heeft begaan en die hij niet in staat is te |
l'employeur ne doit, à l'égard du même travailleur, pas subir les | beletten, terwijl de werkgever ten aanzien van dezelfde werknemer de |
conséquences de son manquement ? » | gevolgen van zijn tekortkoming niet moet ondergaan ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2052 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2052 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugement du 10 octobre 2000 en cause de A. Posilovic et I. Vausort | Bij vonnis van 10 oktober 2000 in zake A. Posilovic en I. Vausort |
contre la s.a. P & V Assurances, dont l'expédition est parvenue au | tegen de n.v. P & V Verzekeringen, waarvan de expeditie ter griffie |
greffe de la Cour d'arbitrage le 27 octobre 2000, le Tribunal de commerce de Charleroi a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 444 de la loi du 18 avril 1851, que le Tribunal de céans est tenue d'appliquer par l'effet des dispositions régissant les conflits de lois dans le temps, en tant que cette disposition opère un dessaisissement général et absolu du failli et qu'elle s'oppose à ce que le failli puisse percevoir personnellement les indemnités destinées à réparer un préjudice présent et un préjudice postérieur à la date où aura lieu la clôture de faillite, quelle que soit la nature de ces préjudices et alors que les autres catégories de personnes, dont notamment les travailleurs salariés, voient ces mêmes indemnités généralement être insaisissables, n'est-il pas contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 2065 du rôle de la Cour. Le greffier, | van het Arbitragehof is ingekomen op 27 oktober 2000, heeft de Rechtbank van Koophandel te Charleroi de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Is artikel 444 van de wet van 18 april 1851, dat deze Rechtbank dient toe te passen ingevolge de bepalingen die de wetsconflicten in de tijd regelen, niet strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat die bepaling een absolute en algemene buitenbezitstelling van de gefailleerde instelt en zij zich ertegen verzet dat de gefailleerde persoonlijk de vergoedingen kan ontvangen die bestemd zijn voor het herstel van huidige schade en schade van na de datum van het sluiten van het faillissement, ongeacht de aard van die schade, terwijl ten aanzien van de andere categorieën van personen, waaronder met name de werknemers, diezelfde vergoedingen over het algemeen niet voor beslag vatbaar zijn ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 2065 van de rol van het Hof. De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |