← Retour vers "Arrêt n° 73/99 du 30 juin 1999 Numéro du rôle : 1316 En cause : la question préjudicielle
relative aux articles 620 et 621 du Code judiciaire, posée par la Cour d'appel de Liège. La
Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de
la question préjudicielle Par ar(...)"
Arrêt n° 73/99 du 30 juin 1999 Numéro du rôle : 1316 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 620 et 621 du Code judiciaire, posée par la Cour d'appel de Liège. La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle Par ar(...) | Arrest nr. 73/99 van 30 juni 1999 Rolnummer 1316 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitter wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 2(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 73/99 du 30 juin 1999 | Arrest nr. 73/99 van 30 juni 1999 |
Numéro du rôle : 1316 | Rolnummer 1316 |
En cause : la question préjudicielle relative aux articles 620 et 621 | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 620 en 621 |
du Code judiciaire, posée par la Cour d'appel de Liège. | van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée | rechters H. Boel, L. François, J. Delruelle, R. Henneuse en M. |
du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par arrêt du 25 mars 1998 en cause de la société de droit | Bij arrest van 25 maart 1998 in zake de vennootschap naar Luxemburgs |
luxembourgeois s.a. Le Foyer et R. Trienekens contre la s.a. Axa | recht s.a. Le Foyer en R. Trienekens tegen de n.v. Axa Belgium en |
Belgium et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
d'arbitrage le 31 mars 1998, la Cour d'appel de Liège a posé la | ingekomen op 31 maart 1998, heeft het Hof van Beroep te Luik de |
question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 620 et 621 du Code judiciaire violent-ils les articles | « Schenden de artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek de |
10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils excluent, pour la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij, voor het bepalen van |
détermination du taux du ressort, que soient cumulés : | het bedrag van de aanleg, uitsluiten dat de volgende bedragen worden samengevoegd : |
- le montant de la demande en intervention dirigée par une personne | - het bedrag van de vordering tot tussenkomst die een benadeelde |
lésée contre l'assureur de celui qu'elle estime responsable de son | persoon heeft gericht tegen de verzekeraar van diegene die hij |
dommage, sans mettre l'assuré à la cause, et le montant de la demande | aansprakelijk acht voor zijn schade, zonder de verzekerde bij het |
principale dirigée contre le même défendeur sur intervention | geding te betrekken, en het bedrag van de hoofdvordering gericht tegen |
volontaire, alors que ladite demande en intervention ne dérive pas du | dezelfde verweerder op vrijwillige tussenkomst, terwijl de voormelde |
vordering tot tussenkomst haar oorsprong niet vindt in het feit dat | |
fait qui sert de fondement à l'action originaire; | tot grondslag dient voor de oorspronkelijke vordering; |
- le montant de la demande en intervention qui ne constitue pas une | - het bedrag van de vordering tot tussenkomst die geen tegenvordering |
demande reconventionnelle et celui de la demande principale ? » | is en dat van de hoofdvordering ? » |
II. Les faits et la procédure antérieure | II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil |
A Liège, le 27 avril 1992, survient un accident de la circulation | Op 27 april 1992 vindt te Luik een verkeersongeval plaats waarbij vier |
impliquant quatre véhicules automobiles se suivant sur la même bande : | motorvoertuigen betrokken zijn die elkaar volgden op dezelfde strook : |
ceux de B. Noël, de R. Trienekens, de T. Boveroux (conduit par V. | dat van B. Noël, dat van R. Trienekens, dat van T. Boveroux (bestuurd |
Rosko) et celui de la s.a. Overlease (conduit par P. Bailly). | door V. Rosko) en dat van de n.v. Overlease (bestuurd door P. Bailly). |
Le Tribunal de première instance de Liège est saisi par une demande | Bij de Rechtbank van eerste aanleg te Luik wordt een hoofdvordering |
principale en réparation du préjudice résultant de dégâts matériels. | tot herstel van het nadeel dat uit de materiële schade voortvloeit |
Lors de cette instance, B. Noël introduit une demande en intervention | aanhangig gemaakt. Tijdens dat geding stelt B. Noël een vordering tot |
volontaire (tendant à obtenir réparation de son préjudice) contre les | vrijwillige tussenkomst in (die ertoe strekt het herstel van zijn |
demandeurs originaires R. Trienekens et la s.a. Le Foyer. Par sa | nadeel te verkrijgen) tegen de oorspronkelijke eisers R. Trienekens en |
décision du 9 janvier 1995, le Tribunal déboute les demandeurs | de s.a. Le Foyer. Bij haar beslissing van 9 januari 1995, wijst de |
originaires et déclare fondée la demande sur intervention volontaire, | Rechtbank de oorspronkelijke eisers af en verklaart de vordering tot |
condamnant ainsi R. Trienekens et la s.a. Le Foyer à payer la somme de | vrijwillige tussenkomst gegrond, en veroordeelt aldus R. Trienekens en |
26.124 francs en principal. | de s.a. Le Foyer tot het betalen van het bedrag van 26.124 frank in |
R. Trienekens et la s.a. Le Foyer ont fait appel de ce jugement devant | hoofdsom. R. Trienekens en de s.a. Le Foyer hebben tegen dat vonnis voor de |
le juge a quo. Ils sollicitent notamment que la demande en | verwijzende rechter hoger beroep ingesteld. Zij vorderen met name dat |
intervention volontaire de B. Noël soit déclarée recevable mais non | de vordering tot vrijwillige tussenkomst van B. Noël ontvankelijk maar |
fondée. | niet gegrond wordt verklaard. |
La Cour d'appel a ordonné la réouverture des débats en vue de | Het Hof van Beroep heeft de heropening van de debatten gelast teneinde |
permettre aux parties de s'expliquer sur la recevabilité de l'appel | de partijen in staat te stellen zich nader te verklaren over de |
ontvankelijkheid van het hoger beroep dat is gericht tegen het vonnis | |
dirigé contre le jugement de première instance en ce qu'il concerne | in eerste aanleg wat de vrijwillige tussenkomst betreft. In zijn |
l'intervention volontaire. Dans son arrêt de renvoi, la Cour d'appel, | verwijzingsarrest stelt het Hof van Beroep, na geoordeeld te hebben |
après avoir estimé que les données de fait et de droit de la cause ne | dat de gegevens in feite en in rechte van de zaak niet overeenstemmen |
correspondent pas à celles dont la Cour d'arbitrage eut à connaître | met die waarvan het Arbitragehof kennis diende te nemen in zijn arrest |
dans son arrêt n° 15/97, interroge celle-ci à titre préjudiciel. | nr. 15/97, aan dit Hof een prejudiciële vraag. |
III. La procédure devant la Cour | III. De rechtspleging voor het Hof |
Par ordonnance du 31 mars 1998, le président en exercice a désigné les | Bij beschikking van 31 maart 1998 heeft de voorzitter in functie de |
juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
des articles 71 ou 72 de la loi organique. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la | Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel |
loi organique, par lettres recommandées à la poste le 8 mai 1998. | 77 van de organieke wet bij op 8 mei 1998 ter post aangetekende brieven. |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 20 mai 1998. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 20 mei 1998. |
Le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, a | De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft een memorie |
introduit un mémoire par lettre recommandée à la poste le 19 juin | ingediend bij op 19 juni 1998 ter post aangetekende brief. |
1998. Par ordonnances du 30 juin 1998 et du 24 février 1999, la Cour a | Bij beschikkingen van 30 juni 1998 en 24 februari 1999 heeft het Hof |
de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot | |
prorogé respectivement jusqu'aux 31 mars 1999 et 30 septembre 1999 le | respectievelijk 31 maart 1999 en 30 september 1999. |
délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | |
Par ordonnance du 31 mars 1999, la Cour a déclaré l'affaire en état et | Bij beschikking van 31 maart 1999 heeft het Hof de zaak in gereedheid |
fixé l'audience au 5 mai 1999 après avoir reformulé la question et a | verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 5 mei 1999 na de |
invité le Conseil des ministres à s'expliquer quant à l'incidence | vraag te hebben geherformuleerd en de Ministerraad te hebben |
éventuelle sur la question préjudicielle de la modification de | uitgenodigd zich nader te verklaren over de eventuele weerslag op de |
prejudiciële vraag van de wijziging van artikel 620 van het | |
l'article 620 du Code judiciaire par la loi du 10 février 1999 | Gerechtelijk Wetboek door de wet van 10 februari 1999 (bekendgemaakt |
(publiée au Moniteur belge du 17 mars 1999), dans un mémoire | in het Belgisch Staatsblad van 17 maart 1999) in een aanvullende |
complémentaire à introduire le 26 avril 1999 au plus tard. | memorie in te dienen uiterlijk op 26 april 1999. |
Cette ordonnance a été notifiée au Conseil des ministres ainsi qu'à | Van die beschikking is kennisgegeven aan de Ministerraad en zijn |
son avocat par lettres recommandées à la poste le 1er avril 1999. | advocaat bij op 1 april 1999 ter post aangetekende brieven. |
Le Conseil des ministres a introduit un mémoire complémentaire, par lettre recommandée à la poste le 23 avril 1999. | De Ministerraad heeft een aanvullende memorie ingediend bij op 23 april 1999 ter post aangetekende brief. |
A l'audience publique du 5 mai 1999 : | Op de openbare terechtzitting van 5 mei 1999 : |
- a comparu Me W. Timmermans loco Me P. Traest, avocats au barreau de | - is verschenen : Mr. W. Timmermans loco Mr. P. Traest, advocaten bij |
Bruxelles, pour le Conseil des ministres; | de balie te Brussel, voor de Ministerraad; |
- les juges-rapporteurs R. Henneuse et M. Bossuyt ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers R. Henneuse en M. Bossuyt verslag uitgebracht; |
- l'avocat précité a été entendu; | - is de voornoemde advocaat gehoord; |
- l'affaire a été mise en délibéré. | - is de zaak in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
IV. En droit | IV. In rechte |
- A - | - A - |
Mémoire du Conseil des ministres | Memorie van de Ministerraad |
A.1. Le Conseil des ministres rappelle le dispositif de l'arrêt n° | A.1. De Ministerraad brengt het beschikkend gedeelte van het arrest |
15/97. Dans ce dernier, la Cour d'arbitrage a estimé que si, en | nr. 15/97 in herinnering. Daarin heeft het Arbitragehof geoordeeld dat |
général, il existe un critère objectif de distinction entre le demandeur reconventionnel et le demandeur sur intervention, ce critère objectif n'existait pas dans le cas d'espèce, parce que l'intervention en question présentait une telle similitude avec une demande reconventionnelle qu'il n'était pas raisonnablement justifié de la traiter différemment d'une telle demande. Quant à la première question préjudicielle A.2. Relevant sa méconnaissance des faits, le Conseil des ministres déduit néanmoins des termes de la question que celle-ci vise le cumul du montant d'une demande en intervention qui ne dérive pas du fait qui | er weliswaar, in het algemeen, een objectief criterium van onderscheid bestaat tussen de wedereiser en de eiser tot tussenkomst, maar dat dit objectieve criterium in dat geval niet bestond, omdat de tussenkomst waarvan sprake een dusdanige gelijkenis met een tegenvordering vertoonde dat het niet redelijkerwijze verantwoord was ze anders te behandelen dan een dergelijke vordering. Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag A.2. De Ministerraad, die erop wijst geen kennis te hebben van de feiten, leidt echter uit de bewoordingen van de vraag af dat zij de samenvoeging beoogt van het bedrag van een vordering tot tussenkomst die niet haar oorsprong vindt in het feit dat ten grondslag ligt aan |
sert de fondement à l'action originaire et du montant de la demande | de oorspronkelijke vordering, met het bedrag van de hoofdvordering. |
principale. En vertu de l'article 621 du Code judiciaire, le traitement des | Krachtens artikel 621 van het Gerechtelijk Wetboek is de behandeling |
demandes reconventionnelles et en intervention, quant à la | van de tegenvorderingen en vorderingen tot tussenkomst, ten aanzien |
détermination du taux du ressort, est identique, lorsque ces demandes | van de vaststelling van het bedrag van de aanleg, identiek wanneer die |
incidentes ne dérivent pas du fait ou du contrat qui sert de fondement | tussenvorderingen niet hun oorsprong vinden in het feit of het |
à l'action originaire. Cette identité de traitement est raisonnable. A.3. La différence de traitement se situe entre les demandes en intervention, selon qu'elles dérivent ou non du fait qui sert de fondement à l'action originaire. A l'origine, s'agissant d'une demande en intervention, le législateur voulait éviter tout cumul avec le montant d'une demande principale, pour sauvegarder la cohérence de la procédure. La Cour y a cependant vu une discrimination dans le cas visé au dispositif de l'arrêt n° 15/97, en se fondant sur la grande similitude évoquée ci-dessus sous A.1. Dès lors que cette similitude n'existe pas entre la demande en intervention qui ne dérive pas du | contract dat ten grondslag ligt aan de oorspronkelijke vordering. Die identieke behandeling is redelijk. A.3. Het verschil in behandeling doet zich voor onder de vorderingen tot tussenkomst, naargelang zij al dan niet hun oorsprong vinden in het feit dat ten grondslag ligt aan de oorspronkelijke vordering. Aanvankelijk wilde de wetgever, wanneer het ging om een vordering tot tussenkomst, elke samenvoeging met het bedrag van een hoofdvordering vermijden, om de coherentie van de rechtspleging te vrijwaren. Het Hof heeft hierin echter een discriminatie gezien in het geval bedoeld in het dictum van het arrest nr. 15/97, door zich te baseren op de grote gelijkenis die hiervoor onder A.1 is aangehaald. Aangezien die gelijkenis niet bestaat tussen de vordering tot tussenkomst die niet haar oorsprong vindt in het feit (of het contract) dat ten grondslag |
fait (ou du contrat) qui sert de fondement à l'action originaire | ligt aan de oorspronkelijke vordering (zoals te dezen) en de |
(comme en l'espèce) et la demande reconventionnelle qui dérive du fait | tegenvordering die haar oorsprong vindt in het feit dat ten grondslag |
qui sert de fondement à l'action originaire, la première question doit | ligt aan de oorspronkelijke vordering, dient de eerste vraag |
recevoir une réponse négative. | ontkennend te worden beantwoord. |
Quant à la seconde question préjudicielle | Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag |
A.4. Relevant encore sa méconnaissance des faits, le Conseil des | A.4. De Ministerraad, die nogmaals erop wijst dat hij geen kennis |
ministres renvoie à l'arrêt n° 15/97 et en déduit que, dans le cas que | heeft van de feiten, verwijst naar het arrest nr. 15/97 en leidt eruit |
celui-ci envisage, il y a lieu désormais d'appliquer la règle du cumul | af dat, in het daarin beoogde geval, voortaan de regel van de |
des montants visée à l'article 620 du Code judiciaire. Mais, dans un | samenvoeging van de bedragen bedoeld in artikel 620 van het |
cas différent (lorsque la demande en intervention n'est pas introduite | Gerechtelijk Wetboek moet worden toegepast. In een verschillend geval |
echter (wanneer de vordering tot tussenkomst niet is ingesteld door de | |
genoemde verzekerde of wanneer diezelfde vordering haar oorsprong niet | |
par ledit assuré ou lorsque cette même demande ne dérive pas du fait | vindt in het feit dat ten grondslag ligt aan de oorspronkelijke |
qui sert de fondement à l'action originaire), les articles incriminés | vordering) schenden de in de prejudiciële vraag betwiste artikelen de |
dans la question préjudicielle ne violent pas les articles 10 et 11 de | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in zoverre zij de |
la Constitution en ce qu'ils excluent le cumul. | samenvoeging uitsluiten. |
A.5. Enfin, le Conseil des ministres note qu'il existe « une | A.5. Ten slotte bestaat er volgens de Ministerraad « een objectief |
distinction objective entre la demande reconventionnelle et la demande | onderscheid tussen de tegenvordering en de vordering tot tussenkomst, |
en intervention, fondée sur la qualité des personnes en cause, selon | gebaseerd op de hoedanigheid van de in het geding zijnde personen, |
qu'elles sont ou non parties à la demande initiale. Le caractère | naargelang zij al dan niet partij zijn bij de oorspronkelijke |
vordering. Het objectieve karakter van dat onderscheid wordt niet | |
objectif de cette distinction n'est pas altéré lorsque les demandes | gewijzigd wanneer de vorderingen hun oorsprong vinden in eenzelfde |
trouvent leur origine dans un même fait, parce que sa justification | feit, omdat de verantwoording ervan diegene blijft die erin bestaat de |
reste celle d'assurer la cohérence de la procédure entre parties | coherentie van de rechtspleging onder tegenpartijen te verzekeren, dit |
adverses, c'est-à-dire entre parties ayant formulé mutuellement des | wil zeggen onder partijen die ten opzichte van elkaar aanspraken |
prétentions l'une vis-à-vis de l'autre, indépendamment du fait (ou du | hebben geformuleerd, los van het feit (of het contract) dat aan de |
contrat) à l'origine de ses demandes ». | oorsprong van die vorderingen ligt ». |
Quant à l'incidence sur la question préjudicielle de la loi du 10 | Ten aanzien van de weerslag op de prejudiciële vraag, van de wet van |
février 1999 modifiant l'article 620 du Code judiciaire | 10 februari 1999 tot wijziging van artikel 620 van het Gerechtelijk |
A.6. Dans son mémoire complémentaire, le Conseil des ministres expose | Wetboek A.6. In zijn aanvullende memorie zet de Ministerraad uiteen dat die |
que cette modification législative, d'une part, n'est pas applicable à | wetswijziging, enerzijds, niet van toepassing is op de eerste vraag |
la première question et, d'autre part, s'agissant de la seconde | en, anderzijds, wat betreft de tweede vraag, het verschil in |
question, fait disparaître la différence de traitement entre les | behandeling tussen de vorderingen tot tussenkomst en de |
demandes en intervention et les demandes reconventionnelles. | tegenvorderingen doet verdwijnen. Aangezien het echter aan de |
Toutefois, dès lors qu'il appartient au juge a quo de déterminer | verwijzende rechter staat de toepasbaarheid in de tijd van de nieuwe |
l'applicabilité dans le temps de la nouvelle loi, il est suggéré, à | wet vast te stellen, wordt in hoofdorde gesuggereerd de zaak naar de |
titre principal, de renvoyer l'affaire au juge a quo, afin qu'il | verwijzende rechter terug te zenden, opdat hij beslist of al dan niet |
décide s'il y a lieu ou non de poser une nouvelle question. | een nieuwe vraag dient te worden gesteld. |
- B - | - B - |
La question préjudicielle et les dispositions en cause | De prejudiciële vraag en de in het geding zijnde bepalingen |
B.1. Par arrêt du 25 mars 1998, la Cour d'appel de Liège interroge la | B.1. Bij arrest van 25 maart 1998 stelt het Hof van Beroep te Luik aan |
Cour sur la compatibilité des articles 620 et 621 du Code judiciaire | het Hof de vraag naar de bestaanbaarheid van de artikelen 620 en 621 |
avec les articles 10 et 11 de la Constitution. La Cour a reformulé la | van het Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de |
question préjudicielle en ces termes : | Grondwet. Het Hof heeft de vraag als volgt geherformuleerd : |
« Les articles 620 et 621 du Code judiciaire violent-ils les articles | « Schenden de artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek de |
10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils excluent, pour la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij, voor het bepalen van |
détermination du taux du ressort, que soient cumulés : | het bedrag van de aanleg, uitsluiten dat de volgende bedragen worden samengevoegd : |
- le montant de la demande en intervention dirigée par une personne | - het bedrag van de vordering tot tussenkomst die een benadeelde |
lésée contre l'assureur de celui qu'elle estime responsable de son | persoon heeft gericht tegen de verzekeraar van diegene die hij |
aansprakelijk acht voor zijn schade, en tegen deze laatste, enerzijds, | |
dommage et contre ce dernier, d'une part, et le montant de la demande | en het bedrag van de oorspronkelijke hoofdvordering ingesteld door die |
principale originaire formée par ces défendeurs sur intervention, | verweerders tot tussenkomst, anderzijds, terwijl de voormelde |
d'autre part, alors que ladite demande en intervention ne dérive pas | vordering tot tussenkomst niet voortvloeit uit het feit dat ten |
du fait qui sert de fondement à l'action principale originaire ? | grondslag ligt aan de oorspronkelijke hoofdvordering ? |
- le montant de la demande en intervention qui ne constitue pas une | - het bedrag van de vordering tot tussenkomst die geen tegenvordering |
demande reconventionnelle et celui de la demande principale ? » | is en dat van de hoofdvordering ? » |
B.2. L'article 616 du Code judiciaire dispose : | B.2. Artikel 616 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« Tout jugement peut être frappé d'appel, sauf si la loi en dispose | « Tegen ieder vonnis kan hoger beroep worden ingesteld, tenzij de wet |
autrement. » | anders bepaalt. » |
En vertu de l'article 617 du même Code : | Artikel 617 van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
« Les jugements du tribunal de première instance et du tribunal de | « De vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg en van de rechtbank |
commerce qui statuent sur une demande dont le montant ne dépasse pas | van koophandel, waarbij uitspraak wordt gedaan over een vordering |
75.000 francs, sont rendus en dernier ressort. [...] » | waarvan het bedrag 75.000 frank niet overschrijdt, worden gewezen in laatste aanleg. [...] » |
Selon l'article 560 du même Code : | Artikel 560 van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
« Lorsqu'un ou plusieurs demandeurs agissent contre un ou plusieurs | « Wanneer een of meer eisers optreden tegen een of meer verweerders, |
défendeurs, la somme totale réclamée fixe la compétence, sans égard à | wordt de bevoegdheid bepaald door de totale gevorderde som, ongeacht |
la part de chacun d'eux dans cette somme. » | ieders aandeel daarin. » |
L'article 618 rend cette disposition applicable à la détermination du ressort. | Artikel 618 doet die bepaling gelden voor het bepalen van de aanleg. |
B.3.1. La règle exprimée à l'article 560 n'est toutefois pas | B.3.1. De in artikel 560 uitgedrukte regel is echter niet van |
applicable en cas d'intervention volontaire. L'article 621 dispose en | toepassing in geval van vrijwillige tussenkomst. Artikel 621 bepaalt |
effet : | immers : |
« A l'exception des décisions rendues sur les demandes | « Met uitzondering van de beslissingen inzake tegenvorderingen en |
reconventionnelles et sur les demandes en intervention tendant à la | vorderingen tot tussenkomst strekkend tot het uitspreken van een |
prononciation d'une condamnation, les jugements rendus sur incidents | veroordeling, wordt met betrekking tot de ontvankelijkheid van het |
et les jugements d'instruction suivent pour la recevabilité de l'appel | hoger beroep tegen de vonnissen op tussengeschil en tegen de |
le sort de la demande principale. » | onderzoeksvonnissen gehandeld zoals inzake de hoofdvorderingen. » |
B.3.2. Le Code prévoit cependant une dérogation à l'égard de certaines | B.3.2. Het Wetboek voorziet evenwel in een uitzondering ten aanzien |
demandes incidentes. | van bepaalde incidentele vorderingen. |
L'article 620, tel qu'il était en vigueur au moment où le juge a quo a | Artikel 620, zoals het van kracht was op het ogenblik waarop de |
posé la question préjudicielle, disposait : | verwijzende rechter de prejudiciële vraag heeft gesteld, bepaalde : |
« Lorsque la demande reconventionnelle dérive soit du contrat ou du | « Wanneer de tegenvordering ontstaat uit het contract of het feit dat |
fait qui sert de fondement à l'action originaire, soit du caractère | aan de oorspronkelijke rechtsvordering ten grondslag ligt, ofwel uit |
vexatoire ou téméraire de cette demande, le ressort se détermine en | de tergende of roekeloze aard van deze vordering, wordt de aanleg |
cumulant le montant de la demande principale et le montant de la | bepaald door samenvoeging van het bedrag van de hoofdvordering en het |
demande reconventionnelle. » | bedrag van de tegenvordering. » |
Cet article 620, modifié par la loi du 10 février 1999, dispose : | Dat artikel 620, gewijzigd bij de wet van 10 februari 1999, bepaalt : |
« Lorsque la demande reconventionnelle et la demande en intervention, | « Wanneer de tegenvordering en de vordering tot tussenkomst, |
tendant à la prononciation d'une condamnation, dérivent soit du | strekkende tot het uitspreken van een veroordeling, ontstaan uit een |
contrat ou du fait qui sert de fondement à l'action originaire, ou | contract of het feit dat aan de oorspronkelijke rechtsvordering ten |
lorsque la demande reconventionnelle dérive soit du caractère | grondslag ligt, of wanneer de tegenvordering ontstaat uit de tergende |
vexatoire ou téméraire de cette demande, le ressort se détermine en | of roekeloze aard van deze vordering, wordt de aanleg bepaald door |
cumulant le montant de la demande principale et le montant de la | samenvoeging van het bedrag van de hoofdvordering en het bedrag van de |
demande reconventionnelle et de la demande en intervention. » | tegenvordering en de vordering tot tussenkomst. » |
Les travaux préparatoires indiquent que cette modification tend à | De parlementaire voorbereiding geeft aan dat die wijziging ertoe |
intégrer la jurisprudence de la Cour en la matière (Doc. parl., Sénat, | strekt de rechtspraak van het Hof ter zake te integreren (Parl. St., |
1998-1999, n° 1-575/3, pp. 2 et 3). | Senaat, 1998-1999, nr. 1-575/3, pp. 2 en 3). |
B.4. Il ressort de la question préjudicielle que deux différences de | B.4. Uit de prejudiciële vraag volgt dat twee verschillen in |
traitement sont soumises à l'appréciation de la Cour. D'une part, il | behandeling aan het Hof ter beoordeling worden voorgelegd. Enerzijds, |
wordt aan het Hof gevraagd of het bestaanbaar is met het | |
lui est demandé s'il est compatible avec le principe d'égalité que | gelijkheidsbeginsel dat de regel van de samenvoeging met het bedrag |
soit ou non appliquée la règle du cumul avec le montant de la demande | van de hoofdvordering al dan niet wordt toegepast naargelang de |
principale, selon que la demande en intervention doit ou non être | vordering tot tussenkomst al dan niet gelijk moet worden gesteld met |
assimilée à une demande reconventionnelle, au sens donné par la Cour à | een tegenvordering, in de zin die door het Hof aan dat begrip wordt |
cette notion dans ses arrêts n° 15/97 du 18 mars 1997 et n° 14/98 du | gegeven in zijn arresten nr. 15/97 van 18 maart 1997 en nr. 14/98 van |
11 février 1998 (seconde question). D'autre part, il lui est demandé s'il est compatible avec le même principe que soit ou non appliquée la règle du cumul du montant de la demande en intervention avec celui de la demande principale, selon que cette demande en intervention dérive ou non du fait qui sert de fondement à l'action principale (première question). En ce qui concerne la différence de traitement relevée dans la seconde question B.5. L'examen de cette question implique d'envisager deux hypothèses différentes, selon que la demande en intervention est considérée comme dérivant ou non du même fait que celui qui sert de fondement à la demande principale. B.6. Les termes de la décision de renvoi donnent à penser que le juge a quo considère que la demande en intervention qui lui est soumise ne dérive pas du fait qui sert de fondement à l'action principale. | 11 februari 1998 (tweede vraag). Anderzijds, wordt aan het Hof gevraagd of het bestaanbaar is met hetzelfde beginsel dat de regel van de samenvoeging van het bedrag van de vordering tot tussenkomst met dat van de hoofdvordering al dan niet wordt toegepast naargelang die vordering tot tussenkomst al dan niet ontstaat uit het feit dat ten grondslag ligt aan de hoofdvordering (eerste vraag). Wat betreft het in de tweede vraag vermelde verschil in behandeling B.5. Het onderzoek van die vraag impliceert dat twee verschillende stellingen moeten worden overwogen, naargelang de vordering tot tussenkomst al dan niet wordt beschouwd als voortvloeiend uit hetzelfde feit als datgene dat ten grondslag ligt aan de hoofdvordering. B.6. De bewoordingen van de verwijzingsbeslissing laten vermoeden dat de verwijzende rechter van oordeel is dat de vordering tot tussenkomst die hem wordt voorgelegd niet voortvloeit uit het feit dat ten grondslag ligt aan de hoofdvordering. |
Dans cette hypothèse, l'article 620 est inapplicable et l'exception | In dat geval is artikel 620 niet van toepassing en de uitzondering |
prévue à l'article 621, relative aux demandes en intervention, est dès | waarin is voorzien in artikel 621 in verband met de vorderingen tot |
lors d'application. Il en résulte que le montant de la demande en | tussenkomst, is bijgevolg van toepassing. Daaruit vloeit voort dat het |
intervention ne sera pas cumulé, pour la détermination du ressort, | bedrag van de vordering tot tussenkomst, voor het bepalen van de |
avec le montant de la demande principale, que cette demande en | aanleg, niet zal worden samengevoegd met het bedrag van de |
intervention doive ou non être assimilée à une demande | hoofdvordering, ongeacht of die vordering tot tussenkomst al dan niet |
reconventionnelle au sens de l'arrêt de la Cour n° 15/97 du 18 mars | moet worden gelijkgesteld met een tegenvordering in de zin van het |
1997 (considérant B.11). | arrest nr. 15/97 van 18 maart 1997 (overweging B.11). |
Il s'ensuit que, dans cette hypothèse, aucune différence n'est faite | Daaruit volgt dat, in dat geval, door de wetgever geen enkel verschil |
par le législateur entre les deux types de demande en intervention; en | in behandeling wordt gemaakt tussen de beide types van vordering tot |
ce qu'ils s'appliquent à cette hypothèse, les articles 620 et 621 du | tussenkomst; in zoverre zij van toepassing zijn op dat geval, schenden |
Code judiciaire ne violent pas les articles 10 et 11 de la | de artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 |
Constitution. | en 11 van de Grondwet niet. |
B.7. Dans l'hypothèse inverse où la demande en intervention dérive du | B.7. In het tegenovergestelde geval waarin de vordering tot |
fait qui sert de fondement à l'action principale, il résulte des articles 617, 620 ancien et 621 du Code judiciaire que le montant de cette demande en intervention ne s'additionne pas au montant de la demande originaire, alors que tel est le cas pour une demande reconventionnelle. Les parties intervenantes - que leur demande doive ou non être assimilée à une demande reconventionnelle - et les parties demanderesses sur reconvention sont dès lors traitées différemment sur le plan de la détermination du montant du dernier ressort. | tussenkomst ontstaat uit het feit dat ten grondslag ligt aan de hoofdvordering, vloeit uit artikel 617, het vroegere artikel 620 en artikel 621 van het Gerechtelijk Wetboek voort dat het bedrag van die vordering tot tussenkomst niet wordt gevoegd bij het bedrag van de oorspronkelijke vordering, terwijl zulks het geval is voor een tegenvordering. De tussenkomende partijen - ongeacht of hun vordering al dan niet moet worden gelijkgesteld met een tegenvordering B en de eisende partijen op tegenvordering worden bijgevolg verschillend behandeld op het vlak van de vaststelling van het bedrag van de laatste aanleg. Om de redenen aangegeven in B.9 van het arrest van het Hof nr. 81/98 |
Pour les motifs énoncés au B.9 de l'arrêt de la Cour n° 81/98 du 7 | van 7 juli 1998, vertonen de vorderingen tot tussenkomst, in zoverre |
juillet 1998, en tant qu'elles s'appuient sur le fait qui sert de | zij hun oorsprong vinden in het feit dat ten grondslag ligt aan de |
fondement à la demande originaire, les demandes en intervention - en | oorspronkelijke vordering, - met inbegrip van die welke niet kunnen |
ce compris celles qui ne peuvent être assimilées à une demande | |
reconventionnelle - présentent la même unité de procédure que les | worden gelijkgesteld met een tegenvordering - dezelfde eenheid van |
demandes reconventionnelles; il s'ensuit que la différence de | procesvoering als de tegenvorderingen; daaruit volgt dat het in |
traitement faite par l'article 620 entre ces deux catégories de | artikel 620 gemaakte verschil in behandeling tussen die twee |
parties à la cause n'est pas justifiée. | categorieën van partijen in het geding niet verantwoord is. |
Il résulte de ce qui précède que les articles 620 ancien et 621 du | Uit wat voorafgaat volgt dat het vroegere artikel 620 en artikel 621 |
Code judiciaire violent les articles 10 et 11 de la Constitution en ce | van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
que, lorsque ces demandes trouvent leur origine dans le même fait, ils | schenden doordat, wanneer die vorderingen hun oorsprong vinden in |
interdisent le cumul du montant de la demande principale avec celui | hetzelfde feit, zij de samenvoeging van het bedrag van de |
des demandes en intervention, notamment de celles qui ne peuvent être | hoofdvordering met dat van de vorderingen tot tussenkomst verbieden, |
assimilées à une demande reconventionnelle. | met name die welke niet kunnen worden gelijkgesteld met een |
tegenvordering. | |
En ce qui concerne la différence de traitement relevée dans la | Wat betreft het in de eerste vraag vermelde verschil in behandeling |
première question B.8.1. Comme il ressort du B.7, le principe d'égalité et de | B.8.1. Zoals volgt uit B.7, vereist het beginsel van gelijkheid en |
non-discrimination requiert que, lorsque ces demandes résultent du | niet-discriminatie dat, wanneer die vorderingen voortvloeien uit |
même fait que celui qui sert de fondement à l'action principale, tant | hetzelfde feit als datgene dat ten grondslag ligt aan de |
les demandes en intervention que les demandes reconventionnelles | hoofdvordering, zowel het bedrag van de vorderingen tot tussenkomst |
voient leur montant cumulé avec celui de la demande principale; tel | als dat van de tegenvorderingen wordt samengevoegd met het bedrag van |
est le cas depuis la modification, par la loi du 10 février 1999, de | de hoofdvordering; zulks is het geval sinds de wijziging, bij de wet |
l'article 620 du Code judiciaire. | van 10 februari 1999, van artikel 620 van het Gerechtelijk Wetboek. |
C'est par contre le principe d'autonomie des demandes qui s'applique | Het is daarentegen het beginsel van autonomie van de vorderingen dat |
lorsque les demandes en intervention et les demandes | van toepassing is wanneer de vorderingen tot tussenkomst en de |
reconventionnelles ne dérivent pas du fait qui sert de fondement à la | tegenvorderingen niet voortvloeien uit het feit dat ten grondslag ligt |
demande principale; dans ce cas, le montant des demandes n'est dès | aan de hoofdvordering; in dat geval kan het bedrag van de vorderingen |
lors pas cumulé pour la détermination du taux du ressort. | bijgevolg niet worden samengevoegd voor de vaststelling van het tarief |
B.8.2. La différence de traitement qui en résulte entre demandes | van de aanleg. B.8.2. Het verschil in behandeling dat daaruit onder tussenvorderingen |
incidentes - et notamment entre les demandes en intervention -, selon | voortvloeit - en met name onder vorderingen tot tussenkomst -, |
qu'elles dérivent ou non du fait qui sert de fondement à la demande | naargelang zij al dan niet voortvloeien uit het feit dat ten grondslag |
originaire, repose sur un critère objectif. L'unité de procédure | ligt aan de oorspronkelijke vordering, berust op een objectief |
justifie raisonnablement que les montants des demandes incidentes | criterium. De eenheid van procesvoering verantwoordt redelijkerwijze |
soient cumulés avec celui de la demande principale lorsqu'il s'agit du | dat de bedragen van de tussenvorderingen worden samengevoegd met het |
même fait, et non lorsque tel n'est pas le cas. Cette différence de | bedrag van de hoofdvordering, wanneer het om hetzelfde feit gaat, en |
niet wanneer zulks niet het geval is. Dat verschil in behandeling | |
traitement ne viole dès lors pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | schendt bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- Les articles 620 et 621 du Code judiciaire ne violent pas les | - De artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek schenden de |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils excluent, pour la | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet in zoverre zij, voor de |
détermination du taux du ressort, le cumul du montant des demandes en | vaststelling van het tarief van de aanleg, de samenvoeging uitsluiten |
intervention avec le montant de la demande principale lorsque ces | van het bedrag van de vorderingen tot tussenkomst met het bedrag van |
demandes ne dérivent pas du même fait. | de hoofdvordering wanneer die vorderingen niet voortvloeien uit |
hetzelfde feit. | |
- Les articles 620 ancien et 621 du Code judiciaire violent les | - Het vroegere artikel 620 en artikel 621 van het Gerechtelijk Wetboek |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils excluent, pour la | schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij, voor de |
détermination du taux du ressort, que soient cumulés le montant de la | vaststelling van het tarief van de aanleg, uitsluiten dat het bedrag |
demande en intervention qui ne constitue pas une demande | van de vordering tot tussenkomst die geen tegenvordering vormt en dat |
reconventionnelle et celui de la demande principale, lorsque ces | van de hoofdvordering worden samengevoegd, wanneer die vorderingen |
demandes dérivent du même fait. | voortvloeien uit hetzelfde feit. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 30 juin 1999. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 juni 1999. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |