← Retour vers "Arrêt n° 66/99 du 17 juin 1999 Numéro du rôle : 1336 En cause : la question préjudicielle
concernant les articles 20, § 1 er , 31, § 2, et 40, § 4, du décret
de la Communauté flamande du 27 mars 1991 relatif au statut La
Cour d'arbitrage, composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges H. Boel,
(...)"
Arrêt n° 66/99 du 17 juin 1999 Numéro du rôle : 1336 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 20, § 1 er , 31, § 2, et 40, § 4, du décret de la Communauté flamande du 27 mars 1991 relatif au statut La Cour d'arbitrage, composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges H. Boel, (...) | Arrest nr. 66/99 van 17 juni 1999 Rolnummer 1336 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 20, § 1, 31, § 2, en 40, § 4, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van somm Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de rechters H. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 66/99 du 17 juin 1999 | Arrest nr. 66/99 van 17 juni 1999 |
Numéro du rôle : 1336 | Rolnummer 1336 |
En cause : la question préjudicielle concernant les articles 20, § 1er, | In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 20, § 1, 31, § 2, en |
31, § 2, et 40, § 4, du décret de la Communauté flamande du 27 mars | 40, § 4, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 |
1991 relatif au statut de certains membres du personnel de | betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het |
l'enseignement subventionné et des centres psycho-médico-sociaux | gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale |
subventionnés, posée par le Conseil d'Etat. | centra, gesteld door de Raad van State. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents L. De Grève et M. Melchior, et des juges H. | samengesteld uit de voorzitters L. De Grève en M. Melchior, en de |
Boel, L. François, P. Martens, J. Delruelle, G. De Baets, E. Cerexhe, | rechters H. Boel, L. François, P. Martens, J. Delruelle, G. De Baets, |
H. Coremans, A. Arts, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée du greffier | E. Cerexhe, H. Coremans, A. Arts, R. Henneuse en M. Bossuyt, |
L. Potoms, présidée par le président L. De Grève, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter L. De Grève, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen |
Par arrêt n 73.464 du 5 mai 1998 en cause de A. Joye contre l'a.s.b.l. | Bij arrest nr. 73.464 van 5 mei 1998 in zake A. Joye tegen de v.z.w. |
Pedagogisch Centrum Wagenschot, dont l'expédition est parvenue au | Pedagogisch Centrum Wagenschot, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour d'arbitrage le 15 mai 1998, le Conseil d'Etat a posé | het Arbitragehof is ingekomen op 15 mei 1998, heeft de Raad van State |
les questions préjudicielles suivantes : | de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
- « Aux articles 20, § 1er, 31, § 3 [lire : § 2] et 40, § 4, du décret | - « In de artikelen 20, § 1, 31, § 2, en 40, § 4, van het decreet van |
du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de | 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden |
l'enseignement subventionné et des centres psycho-médico-sociaux | van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde |
subventionnés il est fait usage, en ce qui concerne la désignation et | psycho-medisch-sociale centra wordt met betrekking tot de aanstelling |
la nomination des membres du personnel des établissements et centres | en de benoeming van de personeelsleden van de gesubsidieerde vrije |
libres subventionnés, du terme ' convention '; si, de ce fait, il | onderwijsinstellingen en centra de term ' overeenkomst ' gebruikt; als |
convient d'interpréter ces articles en ce sens qu'il en résulte que | deze artikelen daardoor zo geïnterpreteerd moeten worden dat ze tot |
l'accès au Conseil d'Etat en tant que juge d'annulation est dénié à | gevolg hebben dat aan die personeelsleden de toegang tot de Raad van |
ces membres du personnel, n'y a-t-il pas, en présence de cette | State als annulatierechter wordt ontzegd, is er, gegeven die |
interprétation, violation des articles 10 et 11 de la Constitution, en | interpretatie, geen schending van de artikelen 10 en 11 van de |
ce qu'il n'existe aucun motif raisonnable pour leur dénier cet accès, | Grondwet doordat er geen redelijke grond voorhanden is om hun die |
ce contrairement aux membres du personnel, régis par le même décret, | toegang te ontzeggen, in tegenstelling tot de onder hetzelfde decreet |
vallende personeelsleden van de officiële gesubsidieerde | |
des établissements d'enseignement et centres officiels subventionnés - | onderwijsinstellingen en centra - en tot de personeelsleden van het |
ainsi qu'aux membres du personnel de l'enseignement communautaire, | gemeenschapsonderwijs, wier rechtspositie geregeld wordt in het |
dont le statut est réglé par le décret du 27 mars 1991 relatif au | decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde |
statut de certains membres du personnel de l'enseignement | |
communautaire -, et ce alors qu'à tout autre point de vue, leur statut | personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs - en zulks hoewel hun |
ne présente pas de différences fondamentales avec celui de ces autres | rechtspositieregeling in alle andere opzichten geen fundamentele |
membres du personnel ? » | verschillen vertoont met die van die andere personeelsleden ? » |
- Dans le cas où il serait répondu à cette question qu'il n'y a pas | - Voor het geval dat het antwoord op die vraag luidt dat er geen |
violation, la question préjudicielle suivante est posée : « Les | schending is, wordt de volgende prejudiciële vraag gesteld : « |
articles susvisés du décret du 27 mars 1991 violent-ils les articles | Schenden de voormelde artikelen van het decreet van 27 maart 1991 de |
10 et 11 et l'article 24, § 4, de la Constitution, en ce que le | artikelen 10 en 11 en artikel 24, § 4, van de Grondwet doordat de |
législateur décrétal a, en l'absence de tout motif raisonnable, placé | decreetgever zonder enige redelijke grond de personeelsleden van de |
les membres du personnel des établissements et centres libres | gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen en centra onder het |
subventionnés sous le régime contractuel au lieu du régime statutaire, | contractueel in plaats van onder het statutaire stelsel heeft |
avec comme conséquence que ces membres du personnel n'ont pas accès au | geplaatst met het gevolg dat die personeelsleden geen toegang tot de |
Conseil d'Etat en tant que juge d'annulation, ce contrairement aux | Raad van State als annulatierechter hebben in tegenstelling tot de |
membres du personnel des établissements et centres officiels | onder hetzelfde decreet vallende personeelsleden van de officiële |
subventionnés, régis par le même décret - et aux membres du personnel | gesubsidieerde onderwijsinstellingen en centra - en tot de |
de l'enseignement communautaire, dont le statut est réglé par le | personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, wier rechtspositie |
décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du | geregeld wordt in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de |
rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het | |
personnel de l'enseignement communautaire -, et ce alors qu'à tout | gemeenschapsonderwijs - en zulks hoewel hun rechtspositieregeling in |
autre point de vue leur statut ne présente pas de différences | alle andere opzichten geen fundamentele verschillen vertoont met die |
fondamentales avec celui de ces autres membres du personnel ? » | van die andere personeelsleden ? » |
II. Les faits et la procédure antérieure | II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil |
La décision de renvoi et le dossier de la procédure antérieure révèlent que le requérant devant le Conseil d'Etat a, par requête du 12 août 1991, demandé l'annulation d'une décision prise par l'autorité compétente de l'école libre subventionnée où il enseignait, décision par laquelle il a été informé que sa demande de mise en disponibilité pour convenance personnelle pour une période de cinq ans n'était pas accueillie. Dans son rapport, le membre compétent de l'auditorat du Conseil d'Etat conclut à l'incompétence du Conseil d'Etat au motif que la mesure litigieuse n'émane pas d'une autorité administrative, eu égard à l'article 31 du décret du 27 mars 1991, qui prévoit que toute nomination dans l'enseignement libre intervient par convention. L'auditeur renvoie également à un arrêt de la Cour de cassation du 4 octobre 1993, dans lequel cette Cour a considéré que « bien que ces membres du personnel [soient] ainsi soumis à un statut, leur emploi | Uit de verwijzingsbeslissing en het dossier van de rechtspleging in het bodemgeschil blijkt dat de verzoeker voor de Raad van State bij verzoekschrift van 12 augustus 1991 de vernietiging heeft gevorderd van een beslissing genomen door de bevoegde overheid van de gesubsidieerde vrije school waar hij als leraar werkzaam was, en waarbij hem werd meegedeeld dat op zijn vraag tot terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voor een periode van vijf jaar niet wordt ingegaan. In zijn verslag concludeert het bevoegde lid van het auditoraat bij de Raad van State tot de onbevoegdheid van de Raad van State op grond van de vaststelling dat de bestreden maatregel niet uitgaat van een administratieve overheid, waarbij wordt verwezen naar artikel 31 van het decreet van 27 maart 1991, dat bepaalt dat elke benoeming in het vrij onderwijs geschiedt bij overeenkomst. De auditeur verwijst ook naar een arrest van het Hof van Cassatie van 4 oktober 1993 waarbij het Hof heeft geoordeeld dat « hoewel die personeelsleden aldus onder een statuut zijn geplaatst, hun dienstbetrekking niet statutair |
résulte d'un contrat de travail et n'est donc pas réglé statutairement | geregeld is, nu zij uit een arbeidsovereenkomst is ontstaan » en dat « |
» et que « dès lors, les juridictions du travail connaissent des | de arbeidsgerechten derhalve op grond van artikel 578, 1, van het |
contestations relatives aux dispositions précitées, conformément à | Gerechtelijk Wetboek kennis nemen van geschillen betreffende voormelde |
l'article 578, 1°, du Code judiciaire ». | bepalingen ». |
Par suite de cette prise de position de l'auditeur, le requérant | Ten gevolge van die stellingname van de auditeur vraagt de verzoeker |
devant le Conseil d'Etat demande dans son dernier mémoire qu'il soit | voor de Raad van State in zijn laatste memorie dat aan het Hof een |
posé à la Cour une question préjudicielle relative à la compatibilité | prejudiciële vraag zou worden gesteld over de bestaanbaarheid met het |
avec la règle constitutionnelle de l'égalité du choix que le | grondwettelijk gelijkheidsbeginsel van de keuze van de decreetgever om |
législateur décrétal a fait en plaçant le personnel des établissements | het personeel van gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen en |
d'enseignement et centres P.M.S. (centres psycho-médico-sociaux) | P.M.S.-centra (psycho-medisch-sociale centra) onder het contractuele |
libres subventionnés sous le régime contractuel au lieu du régime | in plaats van onder het statutaire stelsel te plaatsen, met het gevolg |
statutaire, ce qui emporte que ces membres du personnel n'ont pas | dat die personeelsleden geen toegang hebben tot de Raad van State. |
accès au Conseil d'Etat. | |
III. La procédure devant la Cour | III. De rechtspleging voor het Hof |
Par ordonnance du 15 mai 1998, le président en exercice a désigné les | Bij beschikking van 15 mei 1998 heeft de voorzitter in functie de |
juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi spéciale | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
des articles 71 ou 72 de la loi organique. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la | Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel |
loi organique, par lettres recommandées à la poste le 8 juin 1998. | 77 van de organieke wet bij op 8 juni 1998 ter post aangetekende brieven. |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 13 juin 1998. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 13 juni 1998. |
Des mémoires ont été introduits par : | Memories zijn ingediend door : |
- le Gouvernement de la Communauté française, place Surlet de Chokier | - de Franse Gemeenschapsregering, Surlet de Chokierplein 15-17, 1000 |
15-17, 1000 Bruxelles, par lettre recommandée à la poste le 22 juillet 1998; | Brussel, bij op 22 juli 1998 ter post aangetekende brief; |
- le Gouvernement flamand, place des Martyrs 19, 1000 Bruxelles, par | - de Vlaamse Regering, Martelaarsplein 19, 1000 Brussel, bij op 24 |
lettre recommandée à la poste le 24 juillet 1998. | juli 1998 ter post aangetekende brief. |
Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi | Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de |
organique, par lettres recommandées à la poste le 6 octobre 1998. | organieke wet bij op 6 oktober 1998 ter post aangetekende brieven. |
Des mémoires en réponse ont été introduits par : | Memories van antwoord zijn ingediend door : |
- le Gouvernement de la Communauté française, par lettre recommandée à | - de Franse Gemeenschapsregering, bij op 5 november 1998 ter post |
la poste le 5 novembre 1998; | aangetekende brief; |
- le Gouvernement flamand, par lettre recommandée à la poste le 10 | - de Vlaamse Regering, bij op 10 november 1998 ter post aangetekende |
novembre 1998. | brief. |
Par ordonnances du 29 octobre 1998 et du 28 avril 1999, la Cour a | Bij beschikkingen van 29 oktober 1998 en 28 april 1999 heeft het Hof |
de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot | |
prorogé respectivement jusqu'aux 15 mai 1999 et 15 novembre 1999 le | respectievelijk 15 mei 1999 en 15 november 1999. |
délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | |
Par ordonnance du 10 février 1999, le président L. De Grève a soumis | Bij beschikking van 10 februari 1999 heeft voorzitter L. De Grève de |
l'affaire à la Cour réunie en séance plénière. | zaak voorgelegd aan het Hof in voltallige zitting. |
Par ordonnance du même jour, la Cour a déclaré l'affaire en état et | Bij beschikking van dezelfde dag heeft het Hof de zaak in gereedheid |
fixé l'audience au 17 mars 1999. | verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 17 maart 1999. |
Cette dernière ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs | Van die laatste beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun |
avocats, par lettres recommandées à la poste le 11 février 1999. | advocaten bij op 11 februari 1999 ter post aangetekende brieven. |
A l'audience publique du 17 mars 1999 : | Op de openbare terechtzitting van 17 maart 1999 : |
- ont comparu : | - zijn verschenen : |
. Me P. Levert, avocat au barreau de Bruxelles, pour le Gouvernement | . Mr. P. Levert, advocaat bij de balie te Brussel, voor de Franse |
de la Communauté française; | Gemeenschapsregering; |
. Me P. Devers, avocat au barreau de Gand, pour le Gouvernement | . Mr. P. Devers, advocaat bij de balie te Gent, voor de Vlaamse |
flamand; | Regering; |
- les juges-rapporteurs M. Bossuyt et R. Henneuse ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers M. Bossuyt en R. Henneuse verslag uitgebracht; |
- les avocats précités ont été entendus; | - zijn de voornoemde advocaten gehoord; |
- l'affaire a été mise en délibéré. | - is de zaak in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
IV. En droit | IV. In rechte |
- A - | - A - |
Position du Gouvernement de la Communauté française | Standpunt van de Franse Gemeenschapsregering |
A.1.1. Selon le Gouvernement de la Communauté française, le décret du | A.1.1. Volgens de Franse Gemeenschapsregering verankert het decreet |
27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de | van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige |
l'enseignement subventionné et des centres psycho-médico-sociaux | personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde |
subventionnés consacre la distinction qui a toujours été établie, | psycho-medisch-sociale centra het onderscheid dat met betrekking tot |
s'agissant de la nature des relations de travail, entre, d'une part, | de aard van de arbeidsverhoudingen steeds werd gemaakt tussen de |
les membres du personnel de l'enseignement organisé directement, dans | personeelsleden van het onderwijs dat in het verleden door de federale |
le passé par l'Etat fédéral, et actuellement par les communautés et | Staat en thans door de gemeenschappen en de inrichtende machten van |
par les pouvoirs organisateurs de l'enseignement officiel subventionné | het gesubsidieerd officieel onderwijs rechtstreeks wordt |
et, d'autre part, les membres du personnel de l'enseignement libre | georganiseerd, enerzijds, en de personeelsleden van het gesubsidieerd |
subventionné. | vrij onderwijs, anderzijds. |
L'emploi du terme « convention » dans le décret précité renvoie | Door het gebruik van de term « overeenkomst » in het voormelde decreet |
clairement à la notion de « contrat de travail », ce qui confirme le | wordt ondubbelzinnig verwezen naar het begrip « arbeidsovereenkomst », |
caractère contractuel de la relation de travail entre les membres du | waardoor de contractuele aard van de arbeidsbetrekking tussen de leden |
personnel subventionné de l'enseignement libre subventionné et les | van het gesubsidieerd personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs |
pouvoirs organisateurs dont ils dépendent. | en de inrichtende machten waarvan zij afhangen wordt bevestigd. |
A.1.2. En ce qui concerne la première question préjudicielle, le | A.1.2. Met betrekking tot de eerste prejudiciële vraag sluit de Franse |
Gouvernement de la Communauté française se rallie à la thèse selon laquelle le Conseil d'Etat est incompétent pour connaître du contentieux qui oppose les membres du personnel de l'enseignement libre subventionné à leur employeur, dès lors que leurs relations de travail sont de nature contractuelle, si bien que les juridictions du travail sont compétentes. Le Gouvernement reconnaît qu'il en découle une distinction pour ce qui est de la protection juridique, puisque, devant les juridictions du travail, et contrairement à la procédure devant le Conseil d'Etat, seule une indemnisation peut être obtenue, mais jamais l'annulation d'un acte entrepris. Cela ne signifie cependant pas que les règles constitutionnelles en matière d'égalité et de non-discrimination soient violées. En premier lieu, les membres du personnel de l'enseignement qui est organisé directement par la communauté ou par les pouvoirs organisateurs et les membres du personnel de l'enseignement libre subventionné ne sont pas comparables, étant donné que leurs relations de travail sont différentes, statutaires pour les uns et contractuelles pour les autres. En outre, dans leurs effets, on ne saurait comparer les voies de recours qui peuvent être utilisées par les deux catégories à l'encontre des décisions prises à leur égard. Le Gouvernement souligne ensuite que la Cour a déjà considéré que l'absence d'un recours en annulation devant le Conseil d'Etat ne signifie pas qu'il soit question de discrimination, dès lors qu'un | Gemeenschapsregering zich aan bij de stelling dat de Raad van State onbevoegd is om kennis te nemen van geschillen waarin de personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en hun werkgever betrokken zijn, nu hun arbeidsbetrekkingen van contractuele aard zijn, zodat de arbeidsgerechten bevoegd zijn. De Regering erkent dat daaruit een onderscheid in rechtsbescherming voortvloeit, nu voor de arbeidsgerechten - in tegenstelling tot de procedure voor de Raad van State - enkel een schadevergoeding en nooit de vernietiging van een bestreden handeling kan worden verkregen. Dit betekent evenwel niet dat de grondwettelijke regels inzake gelijkheid en niet-discriminatie geschonden zouden zijn. In de eerste plaats zijn de personeelsleden van het onderwijs dat rechtstreeks door de gemeenschap of door de inrichtende machten wordt georganiseerd en de personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs, vanwege hun verschillende arbeidsverhouding, die in het ene geval statutair en in het andere geval contractueel van aard is, niet vergelijkbaar. Ook de rechtsmiddelen, die door de ene en de andere categorie kunnen worden aangewend ten aanzien van beslissingen die te hunnen opzichte werden genomen, zijn wat de gevolgen betreft niet met elkaar vergelijkbaar. Voorts wijst de Regering erop dat het Hof reeds eerder heeft geoordeeld dat de ontstentenis van een beroep tot vernietiging bij de Raad van State niet betekent dat een discriminatie bestaat, nu een |
recours était ouvert devant les juridictions de l'ordre judiciaire. | beroep voor de rechtscolleges van de rechterlijke macht voorhanden |
Tel est également le cas en l'espèce. | was. Dit is ook thans het geval. |
Le Gouvernement rappelle que l'article 24, § 4, de la Constitution, qui est déterminant en l'espèce, confirme les principes dégagés du Pacte scolaire, qui a consacré le caractère contractuel de l'engagement des enseignants dans l'enseignement libre subventionné. Enfin, le Gouvernement estime que les voies de recours dont disposent les deux catégories de membres du personnel sont équivalentes. Si le requérant, dans le cas présent, avait accès au Conseil d'Etat, l'annulation de la décision entreprise n'emporterait pas qu'il obtienne le congé demandé. Le seul intérêt de son recours consisterait à faire établir une faute du pouvoir organisateur, sur la base de laquelle il peut exiger une indemnisation devant les juridictions du travail. Le résultat est le même s'il s'adresse directement au tribunal du travail. A.1.3. Relativement à la deuxième question préjudicielle, le Gouvernement renvoie à l'argumentation développée antérieurement. Il ajoute que l'article 24, § 4, de la Constitution ne s'oppose pas, sous certaines conditions, à ce qu'il soit opéré un traitement différencié entre des membres du personnel. | De Regering herinnert er ook aan dat artikel 24, § 4, van de Grondwet, dat te dezen richtinggevend is, de beginselen bevestigt die voortvloeien uit het Schoolpact, waarin het contractuele karakter van de arbeidsverhouding van het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs was vastgelegd. Ten slotte meent de Regering dat de rechtsmiddelen waarover de beide categorieën van personeelsleden beschikken gelijkwaardig zijn. Indien de verzoeker in casu toegang tot de Raad van State zou hebben, zou de vernietiging van de bestreden beslissing er niet toe leiden dat hem het gevraagde verlof wordt verleend. Het enige belang van zijn beroep zou erin bestaan een fout van de inrichtende macht te laten vaststellen op grond waarvan hij voor de arbeidsgerechten schadevergoeding kan eisen. Datzelfde resultaat verkrijgt hij ook indien hij zich rechtstreeks tot de arbeidsrechtbank wendt. A.1.3. In verband met de tweede prejudiciële vraag verwijst de Regering naar de eerder ontwikkelde argumentatie. Ze voegt daaraan toe dat artikel 24, § 4, van de Grondwet zich onder bepaalde voorwaarden niet verzet tegen een gedifferentieerde behandeling van personeelsleden. |
Pour le surplus, le Gouvernement considère que la question | Voor het overige meent de Regering dat in de gestelde vraag een |
préjudicielle porte sur l'opportunité d'un choix, en ce qu'il est | loutere opportuniteitskeuze aan het Hof wordt voorgelegd, doordat een |
demandé à la Cour d'apprécier la décision du législateur décrétal | beoordeling wordt gevraagd van de beslissing van de decreetgever ten |
quant à la nature de la relation de travail entre un membre du | aanzien van de aard van de arbeidsbetrekking die een personeelslid van |
personnel de l'enseignement libre subventionné et un pouvoir | het gesubsidieerd vrij onderwijs bindt aan de inrichtende macht. Het |
organisateur. La Cour est toutefois incompétente pour apprécier si une | Hof is evenwel niet bevoegd te oordelen of een bij decreet ingevoerde |
mesure instaurée par décret est opportune ou souhaitable, ainsi qu'il | maatregel opportuun of wenselijk is, zoals blijkt uit zijn vaste |
ressort de sa jurisprudence constante. Enfin, il est rappelé que la | rechtspraak. Ten slotte wordt herhaald dat de contractuele |
relation de travail contractuelle repose, pour l'enseignement libre | arbeidsverhouding voor het gesubsidieerd vrij onderwijs berust op een |
subventionné, sur une tradition et que de manière générale aussi, la | traditie en dat ook in het algemeen de aard van een arbeidsbetrekking |
relation de travail entre un employeur comme personne privée et un | tussen een werkgever als privé-persoon en een werknemer van |
travailleur est de nature contractuelle. Le Gouvernement conclut que | contractuele aard is. De Regering besluit dat beide prejudiciële |
les deux questions préjudicielles appellent une réponse négative. | vragen negatief moeten worden beantwoord. |
A.1.4. Dans son mémoire en réponse, le Gouvernement de la Communauté | A.1.4. In zijn memorie van antwoord voegt de Franse |
française n'ajoute rien à sa position reproduite ci-avant. Il demande | Gemeenschapsregering niets toe aan haar hiervoor weergegeven |
toutefois que le mémoire en réponse du Gouvernement flamand soit | standpunt. Ze vraagt echter dat de memorie van antwoord van de Vlaamse |
écarté des débats. Dans son mémoire, le Gouvernement flamand avait | Regering uit de debatten zou worden geweerd. In haar memorie heeft |
déclaré qu'il communiquerait sa position après avoir pris connaissance | laatstgenoemde Regering gesteld dat ze haar standpunt zal meedelen |
des mémoires des parties devant le Conseil d'Etat, ce qui est | nadat ze kennis heeft genomen van de memories van de partijen voor de |
contraire aux principes du débat contradictoire. | Raad van State, wat tegen de principes is van het contradictoir debat. |
Position du Gouvernement flamand | Standpunt van de Vlaamse Regering |
A.2.1. Dans son mémoire, le Gouvernement flamand se borne à déclarer | A.2.1. In haar memorie beperkt de Vlaamse Regering zich ertoe te |
qu'il intervient en l'affaire et qu'il se réserve explicitement le | verklaren dat ze tussenkomt in deze zaak en dat ze zich uitdrukkelijk |
droit d'exposer son point de vue dans un mémoire ultérieur, après | het recht voorbehoudt haar standpunt in een latere memorie te bepalen, |
avoir pris connaissance des mémoires des parties dans l'affaire au | nadat ze kennis heeft gekregen van de memories van de partijen in het |
fond. Il renvoie à cet égard à la jurisprudence de la Cour, qui admet | bodemgeschil. Ze verwijst daarbij naar rechtspraak van het Hof waarin |
une telle pratique. | een soortgelijk standpunt wordt aanvaard. |
A.2.2. Dans son mémoire en réponse, le Gouvernement flamand s'en remet | A.2.2. In haar memorie van antwoord verwijst de Vlaamse Regering voor |
à la sagesse de la Cour pour ce qui est de la réponse aux questions | de beantwoording van de prejudiciële vragen naar de wijsheid van het |
préjudicielles et se rallie aux observations du Gouvernement de la | Hof en sluit ze zich aan bij de opmerkingen van de Franse |
Communauté française. | Gemeenschapsregering. |
Il ajoute que la différence de traitement entre les membres du | Voorts stelt ze dat het onderscheid in behandeling tussen de |
personnel de l'enseignement subventionné et ceux de l'enseignement | personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en die van het |
officiel trouve son fondement dans les caractéristiques propres des | officieel onderwijs zijn grondslag vindt in de eigen karakteristieken |
pouvoirs organisateurs et dès lors dans l'article 24, § 4, de la | van de inrichtende machten en derhalve in artikel 24, § 4, van de |
Constitution. Il estime également trouver appui dans la jurisprudence | Grondwet. Ze meent daarvoor ook steun te vinden in de rechtspraak van |
de la Cour. | het Hof. |
Le décret du 27 mars 1991 entend uniformiser les droits et obligations | Het decreet van 27 maart 1991 streeft ernaar de rechten en plichten |
du personnel enseignant des différents réseaux d'enseignement, dans le | van het onderwijzend personeel van de verschillende onderwijsnetten zo |
cadre toutefois des compétences dont dispose la Communauté en matière | uniform mogelijk te maken, weliswaar binnen de bevoegdheden waarover |
d'enseignement. A cet égard, le Gouvernement se demande si la | de Gemeenschap inzake onderwijs beschikt. Wat dat laatste betreft, |
Communauté est compétente pour déterminer, pour l'enseignement | vraagt de Regering zich af of de Gemeenschap wel bevoegd is om voor |
subventionné, quelle est la nature de l'occupation des enseignants et | het gesubsidieerd onderwijs te bepalen welke de aard van de |
donc pour déterminer le caractère contractuel ou statutaire. Si la | tewerkstelling is en dus het contractuele of statutaire karakter te |
Communauté imposait un statut de droit public à l'enseignement | bepalen. Indien de Gemeenschap voor het gesubsidieerd onderwijs een |
subventionné, cela n'aurait, en effet, pas seulement des conséquences | publiekrechtelijk statuut zou opleggen, heeft dit immers niet alleen |
pour la solution du litige au Conseil d'Etat mais également pour le | gevolgen voor de geschillenbeslechting bij de Raad van State maar ook |
droit de la sécurité sociale et le droit du travail, qui sont des | voor het socialezekerheidsrecht en het arbeidsrecht, wat een federale |
matières fédérales. Si l'on part du principe que la Communauté est | aangelegenheid is. Indien men de onbevoegdheid van de Gemeenschap ter |
sans compétence en la matière, la différence de traitement soumise à | zake aanneemt, volgt het aan het Hof voorgelegde onderscheid in |
la Cour résulte directement de la répartition constitutionnelle des | behandeling rechtstreeks uit de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling |
compétences et ne saurait être contraire au principe d'égalité. | en kan het niet strijdig zijn met het gelijkheidsbeginsel. |
- B - | - B - |
Quant au mémoire en réponse du Gouvernement flamand | Ten aanzien van de memorie van antwoord van de Vlaamse Regering |
B.1. Le Gouvernement de la Communauté française conteste la | B.1. De Franse Gemeenschapsregering betwist de ontvankelijkheid van de |
recevabilité du mémoire en réponse du Gouvernement flamand en ce que | memorie van antwoord van de Vlaamse Regering, doordat deze zich in |
celui-ci s'est limité à déclarer dans son premier mémoire qu'il | haar eerste memorie ertoe heeft beperkt te verklaren dat ze tussenkomt |
intervenait dans la procédure et se réservait le droit de préciser son | in de procedure en zich het recht voorbehoudt haar standpunt in een |
point de vue dans un mémoire ultérieur. | latere memorie te bepalen. |
Malgré son caractère sommaire, ce mémoire peut être considéré comme un | Ondanks het summiere karakter ervan kan die memorie worden aangemerkt |
mémoire au sens de l'article 85 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | als een memorie in de zin van artikel 85 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage, en sorte que le Gouvernement flamand | januari 1989 op het Arbitragehof, zodat de Vlaamse Regering op geldige |
intervient valablement dans la procédure; son mémoire en réponse est | wijze tussenkomt in de procedure; haar memorie van antwoord is |
recevable. | ontvankelijk. |
Quant à l'objet des questions préjudicielles | Ten aanzien van het onderwerp van de prejudiciële vragen |
B.2.1. Les questions préjudicielles portent sur les articles 20, § 1er, | B.2.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de artikelen 20, § |
31, § 2, et 40, § 4, du décret du 27 mars 1991 relatif au statut de | 1, 31, § 2, en 40, § 4, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende |
certains membres du personnel de l'enseignement subventionné et des | de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd |
centres psycho-médico-sociaux subventionnés. | onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra. |
Ces dispositions énoncent : | Die bepalingen luiden : |
« Art. 20.§ 1er. Dans les établissements et centres de l'enseignement |
« Art. 20.§ 1. In de instellingen en centra van het gesubsidieerd |
libre subventionné, toute désignation à titre temporaire dans une | vrij onderwijs wordt elke tijdelijke aanstelling in een wervingsambt |
fonction de recrutement et toute modification que l'on y apporte | en elke wijziging ervan schriftelijk vastgesteld. De overeenkomst |
doivent être confirmées par écrit. La convention indiquera au moins : | vermeldt ten minste : |
1° la dénomination et l'adresse du pouvoir organisateur et de | 1° de benaming en het adres van de inrichtende macht en van de |
l'établissement ou du centre où le membre du personnel occupera un | instelling of het centrum waarin het personeelslid tewerkgesteld |
emploi; | wordt; |
2° l'identité du membre du personnel; 3° la fonction à exercer et, s'il s'agit d'un professeur, le cours, la spécialité et le volume de la charge; 4° la désignation dans un emploi vacant ou non vacant, et, dans ce dernier cas, le nom du titulaire de l'emploi et, le cas échéant, le nom du membre du personnel absent qui le remplace temporairement; 5° le cas échéant, les devoirs et incompatibilités complémentaires. La convention de désignation temporaire est établie en deux exemplaires au moins, dont une [est] destinée au membre du personnel. » | 2° de identiteit van het personeelslid; 3° het uit te oefenen ambt en indien het een leraar betreft het vak en de specialiteit en de omvang van de opdracht; 4° de aanstelling in een vacante of een niet-vacante betrekking en, in dit laatste geval, de naam van de titularis van de betrekking en, in voorkomend geval, van het afwezige personeelslid dat de titularis tijdelijk vervangt; 5° in voorkomend geval, de aanvullende verplichtingen en onverenigbaarheden. De overeenkomst van tijdelijke aanstelling wordt opgemaakt in ten minste twee exemplaren, waarvan één bestemd voor het personeelslid. » |
« Art. 31.[...] |
« Art. 31. |
§ 2. Dans les établissements et centres de l'enseignement libre | § 2. In de instellingen en centra van het gesubsidieerd vrij onderwijs |
subventionné, toute nomination dans une fonction de recrutement et | |
toute modification que l'on y apporte, est confirmée par écrit. La | wordt elke benoeming in een wervingsambt en elke wijziging ervan |
convention indiquera au moins : | schriftelijk vastgesteld. De overeenkomst vermeldt ten minste : |
1° la dénomination et l'adresse du pouvoir organisateur et de | 1° de benaming en het adres van de inrichtende macht en van de |
l'établissement ou du centre où le membre du personnel occupe un | instelling of het centrum waarin het personeelslid tewerkgesteld |
emploi; | wordt; |
2° l'identité du membre du personnel; | 2° de identiteit van het personeelslid; |
3° la fonction à exercer et le volume de la charge; | 3° het uit te oefenen ambt en de omvang van de opdracht; |
4° le cas échéant, les devoirs et incompatibilités complémentaires. | 4° in voorkomend geval, de aanvullende verplichtingen en onverenigbaarheden. |
La convention de nomination est établie en deux exemplaires au moins, | De overeenkomst van benoeming wordt opgemaakt in ten minste twee |
dont l'un est destiné au membre du personnel. » | exemplaren, waarvan één bestemd voor het personeelslid. » |
« Art. 40.[...] |
« Art. 40. |
§ 4. La nomination visée au § 1er doit être consignée de la façon | § 4. De benoeming bedoeld in § 1 moet schriftelijk worden vastgesteld |
déterminée à l'article 31, § 2 et § 3. » | op de wijze bepaald in artikel 31, § 2 en § 3. » |
B.2.2. Le Conseil d'Etat demande à la Cour, dans la première question | B.2.2. De Raad van State vraagt het Hof in de eerste prejudiciële |
préjudicielle, si ces dispositions violent les articles 10 et 11 de la | vraag of die bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden |
Constitution dans l'hypothèse où le terme « convention » figurant dans ces dispositions est interprété en ce sens qu'elles ont pour effet que ces membres du personnel se voient, sans « motif raisonnable », refuser l'accès au Conseil d'Etat en tant que juge d'annulation, contrairement aux membres du personnel, entrant dans le champ d'application du décret, des établissements d'enseignement et centres officiels subventionnés et contrairement aux membres du personnel de l'enseignement communautaire, alors qu'à tout autre point de vue, leur situation juridique ne présenterait pas de différences fondamentales. B.2.3. Au cas où la réponse à la première question préjudicielle serait négative, le Conseil d'Etat demande si les dispositions | indien de in die bepalingen voorkomende term « overeenkomst » zo wordt geïnterpreteerd dat zij tot gevolg hebben dat zonder « redelijke grond » aan die personeelsleden de toegang tot de Raad van State als annulatierechter wordt ontzegd, in tegenstelling tot de onder het decreet vallende personeelsleden van de officiële gesubsidieerde onderwijsinstellingen en centra en tot de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, terwijl hun rechtspositieregeling in alle andere opzichten geen fundamentele verschillen zou vertonen. B.2.3. Voor het geval dat het antwoord op de eerste prejudiciële vraag ontkennend zou zijn, vraagt de Raad van State of de voormelde |
précitées du décret du 27 mars 1991 violent les articles 10, 11 et 24, | bepalingen van het decreet van 27 maart 1991 de artikelen 10, 11 en |
§ 4, de la Constitution en ce que le législateur décrétal a, « en l'absence de tout motif raisonnable », placé les membres du personnel des établissements d'enseignement et centres libres subventionnés sous le régime contractuel au lieu du régime statutaire, ce qui emporte que ces membres du personnel n'ont pas accès au Conseil d'Etat, contrairement au personnel des établissements de l'enseignement officiel subventionné et de l'enseignement communautaire, alors qu'à tout autre point de vue, leur situation juridique ne présenterait pas de différences fondamentales. B.2.4. La différence de traitement visée dans les deux questions porte sur la protection juridictionnelle différente accordée au personnel | 24, § 4, van de Grondwet schenden doordat de decreetgever « zonder enige redelijke grond » de personeelsleden van de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen en centra onder het contractuele in plaats van onder het statutaire stelsel heeft geplaatst, met het gevolg dat die personeelsleden geen toegang hebben tot de Raad van State, in tegenstelling tot het personeel van de gesubsidieerde officiële onderwijsinstellingen en van het gemeenschapsonderwijs, terwijl hun rechtspositieregeling voor het overige geen fundamentele verschillen zou vertonen. B.2.4. Het verschil in behandeling dat in beide vragen wordt aangebracht, betreft het onderscheid in de organisatie van de rechtsbescherming verleend aan het onderwijzend personeel in geval van |
enseignant en cas de litige survenant entre le pouvoir organisateur en | geschil tussen de inrichtende macht als werkgever en het onderwijzend |
sa qualité d'employeur et le personnel enseignant qu'il occupe. Dans | personeel dat zij tewerkstelt. In het gesubsidieerd vrij onderwijs |
l'enseignement libre subventionné, ces litiges relèvent de la | behoren die geschillen tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten; in |
compétence des juridictions du travail; dans l'enseignement officiel, | het officieel onderwijs vallen bepaalde geschillen onder de |
certains litiges relèvent de la compétence du Conseil d'Etat. Par | bevoegdheid van de Raad van State. Ten aanzien van dat verschil dienen |
rapport à cette différence, les deux questions appellent la même | de twee vragen op dezelfde wijze te worden beantwoord. |
réponse. | Ten gronde |
Quant au fond B.3.1. La situation juridique du personnel de l'enseignement officiel | B.3.1. De rechtspositie van het personeel van het gesubsidieerd |
subventionné, de même que celle du personnel de l'enseignement de la | officieel onderwijs, evenals die van het personeel van het |
Communauté, telle qu'elle est régie par le décret du 27 mars 1991 | gemeenschapsonderwijs, zoals geregeld bij het decreet van 27 maart |
relatif au statut de certains membres du personnel de l'enseignement | 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het |
communautaire, est fondée sur une désignation unilatérale et est de | gemeenschapsonderwijs, berust op een eenzijdige aanstelling en is |
nature statutaire. | statutair van aard. |
En ce qui concerne la source de la relation juridique dans | Wat het ontstaan van de rechtsverhouding in het gesubsidieerd vrij |
l'enseignement libre subventionné, le décret soumis à la Cour utilise, | onderwijs betreft, wordt in het aan het Hof voorgelegde decreet, in |
par opposition à la situation juridique du personnel de l'enseignement | tegenstelling tot de rechtspositie van het personeel van het |
officiel subventionné, le terme « convention ». Les travaux | gesubsidieerd officieel onderwijs, de term « overeenkomst » gebruikt. |
préparatoires confirment que le personnel de l'enseignement libre | De parlementaire voorbereiding bevestigt dat het personeel van het |
gesubsidieerd vrij onderwijs zich bevindt in een contractuele | |
subventionné est dans un lien contractuel même s'il est désormais régi | rechtsverhouding, zelfs indien die voortaan in hoofdorde wordt |
principalement par les dispositions du décret et non plus par la loi | geregeld door de bepalingen van het decreet en niet meer door de wet |
du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail (Doc., Conseil | van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Parl. St., |
flamand, 1990-1991, n° 471/1, pp. 19, 21 et 22; ibid., n° 470/4, pp. 3 | Vlaamse Raad, 1990-1991, nr. 471/1, pp. 19, 21 en 22; ibid., nr. |
et 12). | 470/4, pp. 3 en 12). |
B.3.2. Le juge a quo demande à la Cour si cette différence de | B.3.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of dat verschil in |
traitement n'est pas contraire aux articles 10 et 11 de la | behandeling niet strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
Constitution et à l'article 24, § 4, de la Constitution, qui précise | en met artikel 24, § 4, van de Grondwet, dat het gelijkheidsbeginsel |
le principe d'égalité en matière d'enseignement. | in onderwijszaken nader specificeert. |
L'article 24, § 4, de la Constitution dispose : | Artikel 24, § 4, van de Grondwet bepaalt : |
« Tous les élèves ou étudiants, parents, membres du personnel et | « Alle leerlingen of studenten, ouders, personeelsleden en |
établissements d'enseignement sont égaux devant la loi ou le décret. | onderwijsinstellingen zijn gelijk voor de wet of het decreet. De wet |
La loi et le décret prennent en compte les différences objectives, | en het decreet houden rekening met objectieve verschillen, waaronder |
notamment les caractéristiques propres à chaque pouvoir organisateur, | de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht, die een |
qui justifient un traitement approprié. » | aangepaste behandeling verantwoorden. » |
B.3.3. Bien que le traitement égal des membres du personnel soit le | B.3.3. Hoewel de gelijke behandeling van personeelsleden het |
principe, l'article 24, § 4, de la Constitution permet un traitement | uitgangspunt is, staat artikel 24, § 4, van de Grondwet een |
différent, à condition qu'il soit fondé sur les caractéristiques | verschillende behandeling toe op voorwaarde dat die gegrond is op de |
propres aux pouvoirs organisateurs. | eigen karakteristieken van de inrichtende machten. |
Une de ces caractéristiques est précisément la nature juridique des | Een van die karakteristieken is precies de juridische aard van de |
pouvoirs organisateurs, qui sont des personnes morales ou des | inrichtende machten, die in het gesubsidieerd vrij onderwijs |
établissements de droit privé dans l'enseignement libre subventionné, | privaatrechtelijke en in het gesubsidieerd officieel onderwijs |
et des personnes morales ou des établissements de droit public dans | publiekrechtelijke instellingen of rechtspersonen zijn, wat de |
l'enseignement officiel subventionné, ce qui peut déterminer la nature | verschillende aard van de rechtsverhouding in het ene en het andere |
différente, dans les deux réseaux respectifs, de la relation juridique | net tussen de personeelsleden en hun werkgever kan bepalen. |
entre les membres du personnel et leur employeur. | |
Les travaux préparatoires de l'article 24, § 4, de la Constitution | In de parlementaire voorbereiding van artikel 24, § 4, van de Grondwet |
renvoient, à titre d'exemple de différence objective fondée sur les | wordt, bij wijze van voorbeeld van een objectief verschil dat gegrond |
caractéristiques propres à chaque pouvoir organisateur, à la situation | is op de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht, verwezen |
juridique du personnel avec lequel un pouvoir organisateur conclut un | naar de rechtspositie van het personeel waarmee een inrichtende macht |
contrat de travail dans l'enseignement libre (Doc. parl., Sénat, S.E., | in het vrij onderwijs een arbeidsovereenkomst sluit (Parl. St., |
1988, n° 100-1°/1, p. 6). | Senaat, B.Z., 1988, nr. 100-1°/1, p. 6). |
B.3.4. Le principe d'égalité en matière d'enseignement ne saurait être | B.3.4. Het gelijkheidsbeginsel inzake onderwijs kan niet los worden |
dissocié des autres garanties contenues à l'article 24 de la | gezien van de andere in artikel 24 van de Grondwet vervatte |
Constitution. | waarborgen. |
L'article 24, § 1er, de la Constitution l'affirme : l'enseignement est | Artikel 24, § 1, van de Grondwet stelt : het onderwijs is vrij. Die |
libre. Cette disposition implique, d'une part, que la dispensation | bepaling houdt in, enerzijds, dat de onderwijsverstrekking geen aan de |
d'un enseignement n'est pas une matière réservée aux pouvoirs publics | overheid voorbehouden aangelegenheid is en, anderzijds, dat een |
et, d'autre part, qu'un pouvoir organisateur de l'enseignement libre | inrichtende macht van het gesubsidieerd vrij onderwijs, zo lang zij |
subventionné, tant qu'il s'en tient aux dispositions concernant le | zich houdt aan de bepalingen ter zake van subsidiëring, |
subventionnement, le contrôle qualitatif et l'équivalence des diplômes | |
et certificats - conditions qui ne sont pas en cause en l'espèce -, | kwaliteitsbewaking en gelijkwaardigheid van diploma's en |
peut offrir un enseignement qui, contrairement à celui de | getuigschriften - welke voorwaarden te dezen niet aan de orde zijn - |
l'enseignement officiel, est basé sur une conception philosophique, | een onderwijs vermag aan te bieden dat, in tegenstelling met dat van |
idéologique ou religieuse de son choix. | het officieel onderwijs, op een filosofische, ideologische of |
La liberté d'enseignement implique la liberté, pour le pouvoir | godsdienstige opvatting van eigen keuze is gebaseerd. |
organisateur, de choisir le personnel qui sera chargé de mener à bien | Die vrijheid van onderwijs impliceert de vrijheid voor de inrichtende |
la réalisation des objectifs pédagogiques propres. La liberté de choix | macht om het personeel te kiezen dat wordt tewerkgesteld met het oog |
a donc des répercussions sur les rapports de travail entre ce pouvoir | op de verwezenlijking van de eigen onderwijsdoelstellingen. De |
organisateur et son personnel et justifie que la désignation et la | vrijheid van keuze werkt derhalve door in de arbeidsverhouding tussen |
nomination du personnel de l'enseignement libre subventionné se | die inrichtende macht en haar personeel en verantwoordt dat de |
aanstelling en benoeming van het personeel in het gesubsidieerd vrij | |
fassent par contrat. | onderwijs bij overeenkomst gebeuren. |
B.4. L'article 144 de la Constitution attribue à la connaissance | B.4. Luidens artikel 144 van de Grondwet behoren de geschillen over |
exclusive des tribunaux judiciaires les litiges qui ont pour objet des | burgerlijke rechten bij uitsluiting tot de bevoegdheid van de gewone |
droits civils. En tant qu'ils désignent et nomment les membres de leur | rechtbanken. In zoverre zij de leden van hun personeel aanstellen en |
personnel de la manière régie par les dispositions soumises à la Cour, | benoemen, op de wijze zoals geregeld door de aan het Hof voorgelegde |
les pouvoirs organisateurs de l'enseignement libre subventionné ne | bepalingen, zijn de inrichtende machten van het gesubsidieerd vrij |
sont pas des autorités administratives et ne relèvent donc pas de la | onderwijs geen administratieve overheden en vallen dus niet onder de |
compétence du Conseil d'Etat. | bevoegdheid van de Raad van State. |
La différence de traitement en cause, sur le plan de la garantie | Het in het geding zijnde verschil in behandeling vindt, op het vlak |
juridictionnelle offerte respectivement au personnel de l'enseignement | van de jurisdictionele waarborg die respectievelijk aan het personeel |
libre et à celui de l'enseignement officiel, trouve dès lors sa | van het vrij onderwijs en aan dat van het officieel onderwijs wordt |
justification dans la Constitution elle-même. | geboden, bijgevolg zijn verantwoording in de Grondwet zelf. |
B.5. Il résulte de ce qui précède que les deux questions | B.5. Uit het bovenstaande volgt dat de twee prejudiciële vragen |
préjudicielles appellent une réponse négative. | ontkennend moeten worden beantwoord. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
Les articles 20, § 1er, 31, § 2, et 40, § 4, du décret de la | De artikelen 20, § 1, 31, § 2, en 40, § 4, van het decreet van de |
Communauté flamande du 27 mars 1991 relatif au statut de certains | Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van |
sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de | |
membres du personnel de l'enseignement subventionné et des centres | gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra schenden niet de |
psycho-médico-sociaux subventionnés ne violent pas les articles 10, 11 | artikelen 10, 11 en 24, § 4, van de Grondwet doordat de decreetgever |
et 24, § 4, de la Constitution en ce que le législateur décrétal a, | die personeelsleden in het gesubsidieerd vrij onderwijs onder een |
dans l'enseignement libre subventionné, placé ces membres du personnel | contractuele rechtspositie heeft geplaatst, met het gevolg dat de Raad |
sous le régime contractuel, avec la conséquence que le Conseil d'Etat | van State niet bevoegd is om kennis te nemen van geschillen met |
n'est pas compétent pour connaître des litiges relatifs à leur | betrekking tot hun aanstelling en hun benoeming. |
désignation et à leur nomination. | |
Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 17 juin 1999. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 17 juni 1999. |
Le griffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
L. De Grève. | L. De Grève. |