← Retour vers "Arrêt n° 58/99 du 26 mai 1999 Numéros du rôle : 1380 et 1381 En cause : les questions
préjudicielles relatives à l'article 76, § 1 er , alinéa 3, du Code de la T.V.A.,
posées par le Tribunal de première instance de Bruxelles."
Arrêt n° 58/99 du 26 mai 1999 Numéros du rôle : 1380 et 1381 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 76, § 1 er , alinéa 3, du Code de la T.V.A., posées par le Tribunal de première instance de Bruxelles. | Arrest nr. 58/99 van 26 mei 1999 Rolnummers 1380 en 1381 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 76, § 1, derde lid, van het B.T.W.-Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Het Arbitragehof, sam wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen A. Bij vonnis (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 58/99 du 26 mai 1999 | Arrest nr. 58/99 van 26 mei 1999 |
Numéros du rôle : 1380 et 1381 | Rolnummers 1380 en 1381 |
En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 76, § 1er, | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 76, § 1, derde |
alinéa 3, du Code de la T.V.A., posées par le Tribunal de première | lid, van het B.T.W.-Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste |
instance de Bruxelles. | aanleg te Brussel. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans et A. Arts, assistée du | rechters P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, |
greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet des questions préjudicielles | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen |
A. Par jugement du 13 juillet 1998 en cause de la s.p.r.l. Sivauto | A. Bij vonnis van 13 juli 1998 in zake de b.v.b.a. Sivauto tegen de |
contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
Cour d'arbitrage le 23 juillet 1998, le Tribunal de première instance | is ingekomen op 23 juli 1998, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : | Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« L'article 76 [§ 1er] alinéa 3 du Code de la T.V.A. compris en ce | « Is artikel 76 [, § 1], derde lid, van het B.T.W.-Wetboek, in die zin |
sens que, par le truchement de l'article 8/1, § 3 de l'arrêté royal du | begrepen dat het, via artikel 8/1, § 3, van het koninklijk besluit van |
29 décembre 1969 relatif aux restitutions en matière de taxe sur la | 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting |
over de toegevoegde waarde, zoals het is gewijzigd bij het koninklijk | |
valeur ajoutée tel que modifié par l'arrêté royal du 29 décembre 1992 | besluit van 29 december 1992 en inzonderheid bij het vijfde, zesde, |
et spécialement par ses alinéas 5, 6, 7, 8, 9, 10 et 11, il permet au | zevende, achtste, negende, tiende en elfde lid ervan, de Koning |
Roi de prescrire une retenue des crédits de T.V.A. revenant aux | toestaat een inhouding voor te schrijven van de B.T.W.-kredieten die |
assujettis visés par ces dispositions la condition requise par | aan de door die bepalingen beoogde belastingplichtigen toekomen, |
l'article 1413 du Code judiciaire étant censée remplie et dès lors que | waarbij de voorwaarde vereist bij artikel 1413 van het Gerechtelijk |
Wetboek geacht wordt vervuld te zijn en aangezien de belastingschuld - | |
la dette d'impôt, à la supposer établie, ne constitue pas une créance | gesteld dat zij vaststaat - geen schuldvordering is overeenkomstig |
conforme à l'article 1415 de ce Code en faveur de l'administration, | artikel 1415 van dat Wetboek ten gunste van de administratie, |
est-il compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, | bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
1) en ce qu'il permet à l'administration de déroger de manière | 1) in zoverre het de administratie de mogelijkheid biedt op het stuk |
substantielle en matière de T.V.A. au droit commun des saisies | van de B.T.W. op aanzienlijke wijze af te wijken van het gemeen recht |
conservatoires, plus particulièrement aux articles 1413 et 1415 du | inzake bewarend beslag, en met name van de artikelen 1413 en 1415 van |
Code judiciaire, la compétence du juge des saisies se limitant tout au | het Gerechtelijk Wetboek, vermits de bevoegdheid van de beslagrechter |
plus à un contrôle formel; | zich beperkt tot ten hoogste een controle van de vorm; |
2) en ce qu'il établit une différence de traitement entre les | 2) in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen de |
différents créanciers de l'Etat belge au détriment des créanciers | verschillende schuldeisers van de Belgische Staat, ten nadele van de |
titulaires d'un crédit d'impôt en matière de T.V.A.; | schuldeisers die houder zijn van een belastingkrediet op het stuk van de B.T.W.; |
3) en ce qu'il établit une différence de traitement entre les | 3) in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen de |
différentes catégories de personnes titulaires d'une créance fiscale à | verschillende categorieën van personen die houder zijn van een fiscale |
l'égard de l'Etat belge, celles titulaires d'un crédit d'impôt en matière de T.V.A. pouvant faire l'objet d'une retenue valant saisie-arrêt conservatoire dans les conditions prérappelées; 4) en ce qu'il établit une différence de traitement entre différentes catégories de personnes soumises à des impôts indirects et titulaires d'une créance fiscale à l'égard de l'Etat belge au détriment de celles titulaires d'un crédit d'impôt en matière de T.V.A. pouvant faire l'objet d'une retenue valant saisie-arrêt conservatoire dans les conditions prérappelées; 5) en ce qu'il établit une différence de traitement en faveur de l'administration créancier de l'assujetti titulaire du droit à restitution et les créanciers de cette même personne, désignés à l'article 1628 alinéa 2 du Code judiciaire, avec la circonstance que l'administration n'a en l'espèce pas à faire état d'une créance | schuldvordering ten aanzien van de Belgische Staat, vermits tegen diegenen die houder zijn van een belastingkrediet op het stuk van de B.T.W. een inhouding kan worden gedaan die geldt als bewarend beslag onder derden in de hiervoor in herinnering gebrachte omstandigheden; 4) in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen de verschillende categorieën van personen die aan indirecte belastingen zijn onderworpen en houder zijn van een fiscale schuldvordering ten opzichte van de Belgische Staat, ten nadele van diegenen die houder zijn van een belastingkrediet op het stuk van de B.T.W. en tegen wie een inhouding kan worden gedaan die geldt als bewarend beslag onder derden in de hiervoor in herinnering gebrachte omstandigheden; 5) in zoverre het een verschil in behandeling invoert ten gunste van de administratie die schuldeiser is van de belastingplichtige die houder is van het recht op teruggaaf en de schuldeisers van diezelfde persoon, genoemd in artikel 1628, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, met de omstandigheid dat de administratie te dezen geen gewag dient te maken van welke schuldvordering ook, vermits het vermoeden |
quelconque, le soupçon d'une créance étant suffisant; | dat een schuldvordering bestaat toereikend is; |
6) en ce qu'il prive les assujettis qu'il vise du droit de cantonner | 6) in zoverre het aan de belastingplichtigen die het beoogt, het recht |
prévu à l'article 1403 du Code judiciaire prévu en faveur de tous les | om te kantonneren, waarin artikel 1403 van het Gerechtelijk Wetboek |
voorziet ten gunste van alle schuldenaars die het voorwerp uitmaken | |
débiteurs frappés de saisie conservatoire; | van een bewarend beslag, ontzegt ? |
Si la Cour d'arbitrage constate une discrimination au détriment des | Indien het Arbitragehof een discriminatie vaststelt ten nadele van de |
assujettis concernés, celle-ci est-elle proportionnée à l'objectif | betrokken belastingplichtigen, is die discriminatie dan evenredig met |
poursuivi ? » | de nagestreefde doelstelling ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1380 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1380 van de rol van het Hof. |
B. Par jugement du 13 juillet 1998 en cause de la s.p.r.l. Aline | B. Bij vonnis van 13 juli 1998 in zake de b.v.b.a. Aline tegen de |
contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
Cour d'arbitrage le 23 juillet 1998, le Tribunal de première instance | is ingekomen op 23 juli 1998, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : | Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« L'article 76 [§ 1er] alinéa 3 du Code de la T.V.A. compris en ce | « Is artikel 76 [, § 1], derde lid, van het B.T.W.-Wetboek, in die zin |
sens que, par le truchement de l'article 8/1 § 3 de l'arrêté royal du | begrepen dat het, via artikel 8/1, § 3, van het koninklijk besluit van |
29 décembre 1969 relatif aux restitutions en matière de taxe sur la | 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting |
over de toegevoegde waarde, zoals het is gewijzigd bij het koninklijk | |
valeur ajoutée tel que modifié par l'arrêté royal du 14 avril 1993 et | besluit van 14 april 1993 en inzonderheid bij het vijfde, zesde, |
spécialement par ses alinéas 5, 6, 7, 8, 9, 10 et 11, il permet au Roi | zevende, achtste, negende, tiende en elfde lid ervan, de Koning |
toestaat een inhouding voor te schrijven van de B.T.W.-kredieten die | |
de prescrire une retenue des crédits de T.V.A. revenant aux assujettis | aan de door die bepalingen beoogde belastingplichtigen toekomen, |
visés par ces dispositions la condition requise par l'article 1413 du | waarbij de voorwaarde vereist bij artikel 1413 van het Gerechtelijk |
Code judiciaire étant censée remplie et dès lors que la dette d'impôt, | Wetboek geacht wordt vervuld te zijn en aangezien de belastingschuld - |
à la supposer établie, ne constitue pas une créance conforme à | gesteld dat zij vaststaat - geen schuldvordering is overeenkomstig |
l'article 1415 de ce Code en faveur de l'administration, est-il | artikel 1415 van dat Wetboek ten gunste van de administratie, |
compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, | bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
1) en ce qu'il permet à l'administration de déroger de manière | 1) in zoverre het de administratie de mogelijkheid biedt op het stuk |
substantielle en matière de T.V.A. au droit commun des saisies | van de B.T.W. op aanzienlijke wijze af te wijken van het gemeen recht |
conservatoires, plus particulièrement aux articles 1413 et 1415 du | inzake bewarend beslag, en met name van de artikelen 1413 en 1415 van |
Code judiciaire, la compétence du juge des saisies se limitant tout au | het Gerechtelijk Wetboek, vermits de bevoegdheid van de beslagrechter |
plus à un contrôle formel; | zich beperkt tot ten hoogste een controle van de vorm; |
2) en ce qu'il établit une différence de traitement entre les | 2) in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen de |
différents créanciers de l'Etat belge au détriment des créanciers | verschillende schuldeisers van de Belgische Staat, ten nadele van de |
titulaires d'un crédit d'impôt en matière de T.V.A.; | schuldeisers die houder zijn van een belastingkrediet op het stuk van de B.T.W.; |
3) en ce qu'il établit une différence de traitement entre les | 3) in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen de |
différentes catégories de personnes titulaires d'une créance fiscale à | verschillende categorieën van personen die houder zijn van een fiscale |
l'égard de l'Etat belge, celles titulaires d'un crédit d'impôt en matière de T.V.A. pouvant faire l'objet d'une retenue valant saisie-arrêt conservatoire dans les conditions prérappelées; 4) en ce qu'il établit une différence de traitement entre différentes catégories de personnes soumises à des impôts indirects et titulaires d'une créance fiscale à l'égard de l'Etat belge au détriment de celles titulaires d'un crédit d'impôt en matière de T.V.A. pouvant faire l'objet d'une retenue valant saisie-arrêt conservatoire dans les conditions prérappelées; 5) en ce qu'il établit une différence de traitement en faveur de l'administration créancier de l'assujetti titulaire du droit à restitution et les créanciers de cette même personne, désignés à l'article 1628 alinéa 2 du Code judiciaire, avec la circonstance que l'administration n'a en l'espèce pas à faire état d'une créance | schuldvordering ten aanzien van de Belgische Staat, vermits tegen diegenen die houder zijn van een belastingkrediet op het stuk van de B.T.W. een inhouding kan worden gedaan die geldt als bewarend beslag onder derden in de hiervoor in herinnering gebrachte omstandigheden; 4) in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen de verschillende categorieën van personen die aan indirecte belastingen zijn onderworpen en houder zijn van een fiscale schuldvordering ten opzichte van de Belgische Staat, ten nadele van diegenen die houder zijn van een belastingkrediet op het stuk van de B.T.W. en tegen wie een inhouding kan worden gedaan die geldt als bewarend beslag onder derden in de hiervoor in herinnering gebrachte omstandigheden; 5) in zoverre het een verschil in behandeling invoert ten gunste van de administratie die schuldeiser is van de belastingplichtige die houder is van het recht op teruggaaf en de schuldeisers van diezelfde persoon, genoemd in artikel 1628, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, met de omstandigheid dat de administratie te dezen geen gewag dient te maken van welke schuldvordering ook, vermits het vermoeden |
quelconque, le soupçon d'une créance étant suffisant; | dat een schuldvordering bestaat toereikend is; |
6) en ce qu'il prive les assujettis qu'il vise du droit de cantonner | 6) in zoverre het aan de belastingplichtigen die het beoogt, het recht |
prévu à l'article 1403 du Code judiciaire prévu en faveur de tous les | om te kantonneren, waarin artikel 1403 van het Gerechtelijk Wetboek |
voorziet ten gunste van alle schuldenaars die het voorwerp uitmaken | |
débiteurs frappés de saisie conservatoire; | van een bewarend beslag, ontzegt ? |
Si la Cour d'arbitrage constate une discrimination au détriment des | Indien het Arbitragehof een discriminatie vaststelt ten nadele van de |
assujettis concernés, celle-ci est-elle proportionnée à l'objectif | betrokken belastingplichtigen, is die discriminatie dan evenredig met |
poursuivi ? » | de nagestreefde doelstelling ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1381 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1381 van de rol van het Hof. |
II. Les faits et la procédure antérieure | II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil |
Les parties demanderesses demandent à la chambre des saisies du Tribunal de première instance de Bruxelles de faire lever des retenues valant saisies-arrêts conservatoires auxquelles a procédé l'Etat belge. Le Tribunal de première instance relève que l'Etat a en l'espèce la possibilité d'obtenir le bénéfice d'une saisie conservatoire dans des conditions à tous égards dérogatoires au droit commun dès lors que la condition de célérité est réputée remplie et qu'il n'a pas à prouver l'existence en sa faveur d'une créance certaine, liquide et exigible ou susceptible d'une évaluation provisoire. Il relève en outre que le recours devant le juge des saisies est vidé de toute efficacité réelle puisqu'aucun débat ne peut être noué sur | De eisende partijen vorderen voor de beslagkamer van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de opheffing van inhoudingen die gelden als bewarend beslag onder derden, waartoe de Belgische Staat is overgegaan. De Rechtbank van eerste aanleg wijst erop dat de Belgische Staat te dezen over de mogelijkheid beschikt het voordeel van een bewarend beslag te verkrijgen in omstandigheden die in alle opzichten afwijken van het gemeen recht, vermits de voorwaarde van het spoedeisende karakter geacht wordt vervuld te zijn en hij het bestaan, te zijnen gunste, van een schuldvordering die zeker, vaststaande en opeisbaar is of voorlopig kan worden begroot, niet hoeft te bewijzen. De Rechtbank merkt bovendien op dat aan het beroep voor de beslagrechter iedere werkelijke doeltreffendheid wordt ontnomen, vermits geen enkel debat kan worden aangeknoopt over de fundamentele |
les paramètres fondamentaux contenus dans les articles 1413 et 1415 du | parameters die vervat zijn in de artikelen 1413 en 1415 van het |
Code judiciaire, que l'administration a la maîtrise du matériau | Gerechtelijk Wetboek, dat de administratie meester is over het |
probatoire dans la mesure où les procès-verbaux font foi jusqu'à | bewijsmateriaal, in zoverre de processen-verbaal bewijs opleveren tot |
preuve du contraire, laquelle est soumise à sa seule appréciation et | het tegendeel is bewezen, hetgeen aan de enkele |
en fonction d'éléments sur lesquels l'assujetti ne peut influer, et | beoordelingsbevoegdheid van de administratie wordt overgelaten en |
que toute erreur de procédure peut être réparée par l'administration sans conséquence sur le maintien de la retenue. Le Tribunal relève en outre que dans la mesure où l'administration n'est pas tenue de chiffrer - fût-ce sous réserve - le montant de la T.V.A. éventuellement éludée par l'assujetti, celui-ci est mis dans l'impossibilité de critiquer le rapport entre le montant de l'irrégularité présumée et celui dont il attend la restitution. Il relève encore que cette situation prive l'assujetti du droit de | bepaald wordt door elementen waarop de belastingplichtige geen enkele invloed kan uitoefenen, en dat iedere procedurefout door de administratie kan worden rechtgezet zonder dat zulks gevolgen teweegbrengt voor de handhaving van de inhouding. De Rechtbank stipt bovendien aan dat, in zoverre de administratie er niet toe is gehouden om - zij het onder voorbehoud - het bedrag van de eventueel door de belastingplichtige ontdoken B.T.W. te berekenen, die belastingplichtige in de onmogelijkheid wordt gebracht de verhouding te kritiseren tussen het bedrag van de vermeende onregelmatigheid en het bedrag waarvan hij de teruggave verwacht. Zij merkt bovendien op dat die situatie de belastingplichtige het recht ontneemt om te |
cantonner conformément à l'article 1403 du Code judiciaire puisqu'il | kantonneren overeenkomstig artikel 1403 van het Gerechtelijk Wetboek, |
aangezien hij het bedrag dat toereikend is om tot waarborg te strekken | |
ne peut déterminer le montant suffisant pour répondre de la créance en | voor de schuld in hoofdsom, interest en kosten niet kan bepalen, zodat |
principal, intérêts et frais, de sorte qu'il lui est interdit de | het hem verboden is de gevolgen van het beslag en de bekendmaking |
ervan te verhelpen. | |
remédier aux effets de la saisie et de sa publicité. | De Rechtbank merkt tot slot op dat het Hof in zijn arrest nr. 80/95 |
Le Tribunal relève enfin qu'en son arrêt n° 80/95 du 14 décembre 1995, | van 14 december 1995 een methode heeft afgekeurd die in verscheidene |
la Cour a censuré un schéma à maints égards comparable créé par la loi | opzichten vergelijkbaar is en die door de wet is ingesteld ten bate |
en faveur de l'INAMI. Il décide dès lors de poser les questions | van het RIZIV. Zij beslist dan ook de hiervoor weergegeven |
préjudicielles mentionnées ci-dessus. | prejudiciële vragen te stellen. |
III. La procédure devant la Cour | III. De rechtspleging voor het Hof |
a) Dans l'affaire portant le numéro 1380 du rôle | a) In de zaak met rolnummer 1380 |
Par ordonnance du 23 juillet 1998, le président en exercice a désigné | Bij beschikking van 23 juli 1998 heeft de voorzitter in functie de |
les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
des articles 71 ou 72 de la loi organique. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la | Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel |
loi organique, par lettres recommandées à la poste le 20 août 1998. | 77 van de organieke wet bij op 20 augustus 1998 ter post aangetekende |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | brieven. Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 15 septembre 1998. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 15 september 1998. |
b) Dans l'affaire portant le numéro 1381 du rôle | b) In de zaak met rolnummer 1381 |
Par ordonnance du 23 juillet 1998, le président en exercice a désigné | Bij beschikking van 23 juli 1998 heeft de voorzitter in functie de |
les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
des articles 71 ou 72 de la loi organique. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la | Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel |
loi organique, par lettres recommandées à la poste le 20 août 1998. | 77 van de organieke wet bij op 20 augustus 1998 ter post aangetekende |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | brieven. Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 15 septembre 1998. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 15 september 1998. |
c) Dans les deux affaires | c) In de twee zaken |
Par ordonnance du 16 septembre 1998, la Cour a joint les affaires. | Bij beschikking van 16 september 1998 heeft het Hof de zaken |
Cette ordonnance a été notifiée aux parties par lettres recommandées à | samengevoegd. |
la poste le 17 septembre 1998. | Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen bij op 17 |
september 1998 ter post aangetekende brieven. | |
Le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, et le | De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, en de ontvanger van het |
receveur du bureau des recettes de la T.V.A. de Bruxelles III, 1050 | B.T.W.-ontvangkantoor Brussel III, 1050 Brussel, Louizalaan 243-245, |
Bruxelles, avenue Louise 243-245, ont introduit un mémoire par lettre | hebben een memorie ingediend bij op 5 september 1998 ter post |
recommandée à la poste le 5 septembre 1998. | aangetekende brief. |
Par ordonnance du 16 décembre 1998, la Cour a prorogé jusqu'au 23 | Bij beschikking van 16 december 1998 heeft het Hof de termijn |
juillet 1999 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 23 juli 1999. |
Par ordonnance du 13 janvier 1999, la Cour a déclaré les affaires en | Bij beschikking van 13 januari 1999 heeft het Hof de zaken in |
état et fixé l'audience au 17 février 1999. | gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 17 |
Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leur avocat par | februari 1999. Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaat |
lettres recommandées à la poste le 15 janvier 1999. | bij op 15 januari 1999 ter post aangetekende brieven. |
A l'audience publique du 17 février 1999 : | Op de openbare terechtzitting van 17 februari 1999 : |
- a comparu Me F. T'Kint, avocat à la Cour de cassation, pour le | - is verschenen : Mr. F. T'Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, |
Conseil des ministres et le receveur du bureau des recettes de la | voor de Ministerraad en de ontvanger van het B.T.W.-ontvangkantoor |
T.V.A. de Bruxelles III; | Brussel III; |
- les juges-rapporteurs J. Delruelle et A. Arts ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers J. Delruelle en A. Arts verslag uitgebracht; |
- l'avocat précité a été entendu; | - is de voornoemde advocaat gehoord; |
- les affaires ont été mises en délibéré. | - zijn de zaken in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
IV. En droit | IV. In rechte |
- A - | - A - |
Position du Conseil des ministres et de l'Etat belge | Standpunt van de Ministerraad en van de Belgische Staat |
A.1.1. Concernant les cinq premières questions préjudicielles, il est | A.1.1. Ten aanzien van de eerste vijf prejudiciële vragen kan worden |
permis de se référer à l'arrêt de la Cour n° 78/98 du 7 juillet 1998. | verwezen naar het arrest van het Hof nr. 78/98 van 7 juli 1998. Er |
Il faut toutefois préciser que cet arrêt n'a pas condamné les | dient evenwel te worden gepreciseerd dat dat arrest de afwijkingen van |
dérogations au droit commun des saisies conservatoires en matière de | het gemeen recht inzake bewarend beslag op het stuk van de inhouding |
van belastingkredieten, zij het omvangrijke, niet heeft veroordeeld, | |
retenue de crédits d'impôts, fussent-elles importantes, mais | maar enkel de afschaffing van iedere daadwerkelijke |
uniquement la suppression de tout pouvoir d'appréciation effectif | beoordelingsbevoegdheid ten aanzien van de regelmatigheid, in de zin |
quant à la régularité, au sens de l'article 1415 du Code judiciaire, | van artikel 1415 van het Gerechtelijk Wetboek, die het jurisdictioneel |
rendant hypothétique le recours juridictionnel prévu par l'article 8 | beroep waarin artikel 8 van het koninklijk besluit nr. 4 voorziet, |
de l'arrêté royal n° 4. | uitholt. |
Dès lors à l'encontre de ce qu'indique le jugement a qou dans ses | In tegenstelling tot hetgeen in de motivering van het |
motifs, la circonstance que les procès-verbaux, conformément à | verwijzingsvonnis is aangegeven, is de omstandigheid dat de |
l'article 59, § 1er, du Code de la T.V.A., qui ne fait pas l'objet des | processen-verbaal, overeenkomstig artikel 59, § 1, van het |
questions préjudicielles, font foi jusqu'à preuve du contraire et | B.T.W.-Wetboek, waarover de prejudiciële vragen niet handelen, bewijs |
suffisent à démontrer l'existence de la dette de T.V.A. dans le chef | leveren tot bewijs van het tegendeel en volstaan om het bestaan van de |
du contribuable constitue une dérogation au droit commun de la | B.T.W.-schuld van de belastingplichtige aan te tonen, een afwijking |
saisie-arrêt conservatoire qui est raisonnablement justifiée et ne | van het gemeen recht inzake het bewarend beslag onder derden die in |
crée aucune discrimination contraire aux articles 10 et 11 de la | redelijkheid is verantwoord en geen enkele met de artikelen 10 en 11 |
Constitution, le contribuable ayant le droit de combattre les éléments | van de Grondwet strijdige discriminatie in het leven roept, aangezien |
contenus dans les procès-verbaux par toutes voies de droit. | de belastingplichtige het recht heeft de in de processen-verbaal |
vervatte elementen met alle rechtsmiddelen te betwisten. | |
L'arrêt de la Cour n° 48/97 du 14 juillet 1997 est par ailleurs | Het arrest van het Hof nr. 48/97 van 14 juli 1997 wordt bovendien in |
rappelé. Il est certain que la procédure en matière de retenue de | herinnering gebracht. Het staat vast dat de procedure inzake inhouding |
crédit d'impôts, en ce que le Roi, faisant usage du pouvoir qui Lui a | van belastingkrediet, doordat de Koning, gebruik makend van de |
été conféré par l'article 76 du Code de la T.V.A., a pris les | bevoegdheid die Hem werd verleend door artikel 76 van het |
B.T.W.-Wetboek, de maatregelen heeft genomen die zijn vervat in | |
dispositions contenues à l'article 8, § 3, alinéas 6 et 7, de l'arrêté | artikel 8, § 3, zesde en zevende lid, van het koninklijk besluit van |
royal du 29 décembre 1969, est légitimement et raisonnablement | 29 december 1969, legitiem en in redelijkheid wordt verantwoord door |
justifiée par l'objectif poursuivi par le législateur dans un domaine | de doelstelling die de wetgever heeft nagestreefd in een domein waarin |
où la fraude et ses conséquences sont particulièrement furtives et | de fraude en de gevolgen ervan bijzonder heimelijk en clandestien |
clandestines. La lutte contre les mécanismes de fraude très | zijn. De strijd tegen gesofistikeerde fraudemechanismen is een |
wezenlijke en prioritaire doelstelling. | |
sophistiqués constitue un objectif essentiel et prioritaire. | Gelet op die doelstelling beperkt de omstandigheid dat de |
Eu égard à cet objectif, la circonstance que la créance de | schuldvordering van de administratie geacht wordt zeker, vaststaand en |
l'administration est présumée certaine, liquide et exigible jusqu'à ce | opeisbaar te zijn tot het tegendeel wordt bewezen van de feiten die |
que la preuve contraire des faits rapportés dans les procès-verbaux | zijn aangebracht in de door de bevoegde ambtenaren overeenkomstig |
dressés par les agents compétents conformément à l'article 59 du Code | artikel 59 van het B.T.W.-Wetboek opgestelde processen-verbaal en die |
de la T.V.A., qui constituent des présomptions sérieuses ou des | ernstige vermoedens of bewijzen zijn die die belastingschuld aantonen |
preuves démontrant ou tendant à démontrer cette dette d'impôt, soit | of ertoe strekken ze aan te tonen, of die zijn aangebracht door de |
rapportée par le contribuable, ne limite pas déraisonnablement les | belastingplichtige, niet op onredelijke wijze de rechten van de |
droits du contribuable, qui est autorisé à en administrer la preuve | belastingplichtige, aan wie wordt toegestaan het zekere tegenbewijs te |
contraire, mais certaine, par toutes voies de droit. | leveren met alle rechtsmiddelen. |
A.1.2. La sixième question est différente de celles qui ont été posées | A.1.2. De zesde vraag is verschillend van die welke aan het Hof werd |
à la Cour dans le cadre de l'affaire qui a abouti à l'arrêt du 7 | gesteld in het kader van de zaak die tot het arrest van 7 juli 1998 |
juillet 1998. Elle interroge la Cour sur la compatibilité avec les | heeft geleid. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de |
articles 10 et 11 de la Constitution de la disposition qui prive | verenigbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van de |
l'assujetti, à l'encontre de l'article 1403 du Code judiciaire, du droit de cantonner sur saisie-arrêt conservatoire. Il faut tout d'abord relever que la retenue en cause n'est pas une saisie-arrêt au sens de la cinquième partie du Code judiciaire, même si elle a des effets équivalents. La volonté du législateur résulte clairement des travaux préparatoires : la retenue n'est gouvernée par les dispositions du Code judiciaire applicables aux saisies conservatoires que si les règles particulières contenues dans l'arrêté royal y renvoient, la retenue constituant une construction juridique sui generis. Le cantonnement sur les causes de la saisie, tel que le prévoit l'article 1405, alinéa 1er, n'est d'ailleurs pas compatible avec la procédure de retenue qui ne prévoit nullement l'intervention d'un huissier de justice qui est toujours requise lorsqu'il s'agit d'une véritable saisie conservatoire, et singulièrement d'une saisie-arrêt conservatoire. Par ailleurs, la mise en oeuvre du cantonnement par prélèvement, propre à la saisie-arrêt, en vertu duquel le montant que doit déposer le saisi est prélevé sur la dette du tiers saisi envers lui, est subordonnée à l'existence d'une dette certaine, exigible et liquide du tiers envers le saisi d'un montant au moins égal à celui de la dette du saisi envers le saisissant et à l'accord des parties. Or, s'agissant d'une retenue valant saisie-arrêt conservatoire que le ministère des Finances, Administration de la T.V.A., pratique sur lui-même, en raison de l'existence de présomptions sérieuses ou de preuves de fraude ou d'inexactitude, il est évident que la créance du saisi n'est ni certaine, ni liquide ni exigible. Quant aux mesures de publicité, si elles sont supprimées par le cantonnement avant toute saisie (article 1405, alinéa 1er, du Code judiciaire), impossible en tout cas en matière fiscale, elles ne le sont nullement en cas de cantonnement autorisé par le juge des saisies, le principe de la saisie subsistant. Enfin et surtout, la circonstance que l'assujetti, qui fait l'objet de la retenue, ne peut cantonner les causes de la retenue ne crée nullement une inégalité par rapport aux autres débiteurs, inégalité qui ne serait pas raisonnablement justifiée ou qui serait disproportionnée par rapport au but poursuivi par le législateur fiscal. | bepaling die de belastingplichtige tegen artikel 1403 van het Gerechtelijk Wetboek in het recht ontneemt om te kantonneren op bewarend beslag onder derden. Allereerst moet worden opgemerkt dat de desbetreffende inhouding geen bewarend beslag is in de zin van het vijfde deel van het Gerechtelijk Wetboek, zelfs al heeft zij een soortgelijke werking. De wil van de wetgever blijkt duidelijk uit de parlementaire voorbereiding : de inhouding wordt slechts beheerst door de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek die toepasselijk zijn op het bewarend beslag indien de in het koninklijk besluit vervatte bijzondere regelen ernaar verwijzen, vermits de inhouding een juridische constructie sui generis is. Het kantonnement op de gronden van het beslag, zoals artikel 1405, eerste lid, erin voorziet, is overigens niet verenigbaar met de procedure van inhouding, die geenszins voorziet in het optreden van een gerechtsdeurwaarder, dat steeds is vereist wanneer het gaat om een bewarend beslag in de eigenlijke betekenis van het woord, en in het bijzonder om een bewarend beslag onder derden. Bovendien is de inwerkingstelling van het kantonnement door inhouding, eigen aan het bewarend beslag, krachtens hetwelk het bedrag dat de beslagene moet neerleggen, wordt afgehouden van de schuld van de derde die jegens hem beslagen is, afhankelijk van het bestaan van een zekere, vaststaande en opeisbare schuldvordering van de derde jegens de beslagene van een bedrag dat ten minste gelijk is aan het bedrag van de beslagene jegens de beslaglegger en van het akkoord van de partijen. Vermits het echter gaat om een inhouding die geldt als bewarend beslag dat het Ministerie van Financiën, B.T.W.-administratie, op zichzelf heeft gelegd wegens het bestaan van ernstige vermoedens of bewijzen van fraude of onjuistheid, ligt het voor de hand dat de schuldvordering van de beslagene noch zeker, noch vaststaande, noch opeisbaar is. Ten aanzien van de maatregelen van bekendmaking moet worden opgemerkt dat zij weliswaar worden opgeheven door het kantonnement vóór iedere vorm van beslag (artikel 1405, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek), wat in ieder geval onmogelijk is in fiscale zaken, maar dat zij geenszins worden opgeheven in geval van kantonnement toegestaan door de beslagrechter, vermits het beginsel van het beslag blijft bestaan. Tot slot, en vooral, moet worden opgemerkt dat de omstandigheid dat de belastingplichtige die het voorwerp uitmaakt van de inhouding de gronden van de inhouding niet kan kantonneren, geenszins een ongelijkheid in het leven roept ten opzichte van de andere schuldenaars, die niet in redelijkheid verantwoord zou zijn of die onevenredig zou zijn ten opzichte van het door de fiscale wetgever nagestreefde doel. |
Une « saisie conservatoire » qui échappe aux formes prévues par le | Een « bewarend beslag » dat ontsnapt aan de door het Gerechtelijk |
Code judiciaire n'est discriminatoire que si elle laisse le | Wetboek vastgestelde vormvoorschriften is slechts discriminerend |
justiciable sans défense contre les retenues arbitraires. L'arrêt de | indien het de rechtzoekende geen verweer biedt tegen willekeurige |
la Cour n° 80/95 du 14 décembre 1995 est invoqué à l'appui de cette | inhoudingen. Het arrest van het Hof nr. 80/95 van 14 december 1995 |
thèse. Le législateur fiscal peut déroger, même substantiellement, aux | wordt aangevoerd tot staving van die stelling. De fiscale wetgever kan |
zelfs substantieel afwijken van de bepalingen van het Gerechtelijk | |
dispositions du Code judiciaire sans méconnaître les règles d'égalité | Wetboek zonder de regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie te |
et de non-discrimination, pourvu qu'il ne prive pas le justiciable de | miskennen, als hij de rechtzoekende maar niet de wezenlijke waarborg |
la garantie essentielle que constitue le contrôle juridictionnel | ontneemt die bestaat in de daadwerkelijke jurisdictionele toetsing met |
effectif portant sur la régularité et la validité de la retenue en | betrekking tot de regelmatigheid en de geldigheid van de inhouding in |
matière fiscale. | fiscale zaken. |
L'interdiction ou l'impossibilité de cantonner les causes de la | Het verbod of de onmogelijkheid om de gronden van de inhouding te |
retenue, par application des articles 1403 et suivants du Code | kantonneren, met toepassing van de artikelen 1403 en volgende van het |
judiciaire, ne prive nullement l'assujetti à la T.V.A. d'un recours | Gerechtelijk Wetboek, ontneemt de B.T.W.-plichtige geenszins de |
effectif devant le juge des saisies et est une mesure raisonnablement | mogelijkheid een daadwerkelijk beroep in te stellen voor de |
justifiée par les objectifs poursuivis par le législateur fiscal en | beslagrechter en is een maatregel die redelijkerwijze is verantwoord |
ten aanzien van de doelstellingen die de fiscale wetgever op het stuk | |
matière de T.V.A. | van de B.T.W. heeft nagestreefd. |
- B - | - B - |
Quant aux cinq premières questions préjudicielles | Ten aanzien van de eerste vijf prejudiciële vragen |
B.1.1. Le Tribunal de première instance de Bruxelles interroge la Cour | B.1.1. De Rechtbank van eerste aanleg te Brussel ondervraagt het Hof |
sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 de la Constitution, | over de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van |
de l'article 76, § 1er, du Code de la T.V.A. en ce qu'il permet au Roi | artikel 76, § 1, van het B.T.W.-Wetboek, in zoverre het de Koning |
de prévoir au profit de l'Administration de la T.V.A., de | toestaat ten gunste van de Administratie van de B.T.W., registratie en |
l'enregistrement et des domaines une retenue des crédits d'impôt | domeinen te voorzien in een inhouding van de belastingkredieten |
valant saisie-arrêt conservatoire, la condition requise par l'article | geldend als bewarend beslag onder derden waarbij de voorwaarde vereist |
1413 du Code judiciaire étant censée remplie, même quand la dette | door artikel 1413 van het Gerechtelijk Wetboek wordt geacht vervuld te |
zijn, en zelfs wanneer de belastingschuld niet de kenmerken vertoont | |
fiscale n'a pas les caractères requis par l'article 1415 de ce Code. | die vereist zijn door artikel 1415 van dat Wetboek. De schending zou |
La violation résulterait de ce que cette disposition permet de déroger | voortvloeien uit het feit dat die bepaling het mogelijk maakt op |
de manière substantielle au droit commun des saisies, plus | substantiële wijze af te wijken van het gemeen beslagrecht, meer |
particulièrement aux articles 1413 et suivants du Code judiciaire, la | bepaald van de artikelen 1413 en volgende van het Gerechtelijk |
compétence matérielle du juge des saisies se limitant tout au plus à | Wetboek, waarbij de materiële bevoegdheid van de beslagrechter zich |
un contrôle formel. | hooguit beperkt tot een formele controle. |
Il en résulterait une première différence de traitement entre, d'une | Daaruit zou een eerste verschil in behandeling voortvloeien tussen de |
part, les créanciers titulaires d'un crédit d'impôt en matière de T.V.A. et, d'autre part, les autres créanciers de l'Etat belge, les catégories de personnes titulaires d'une créance fiscale à l'égard de l'Etat belge et les catégories de personnes soumises à des impôts indirects. Il en résulterait une seconde différence de traitement en faveur de l'Etat belge créancier du titulaire du crédit d'impôt par rapport aux créanciers de cette même personne, désignés à l'article 1628, alinéa 2, du Code judiciaire, qui ont fait procéder à une saisie conservatoire selon le droit commun. B.1.2. Ces cinq questions reviennent à interroger la Cour sur la | schuldeisers die houder zijn van een belastingkrediet inzake B.T.W., enerzijds, en de andere schuldeisers van de Belgische Staat, de categorieën van personen die een fiscale schuldvordering op de Belgische Staat hebben en de categorieën van personen die onderworpen zijn aan indirecte belastingen, anderzijds. Een tweede verschil in behandeling zou eruit voortvloeien ten gunste van de Belgische Staat als schuldeiser van de houder van het belastingkrediet, ten opzichte van de schuldeisers van diezelfde persoon, genoemd in artikel 1628, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, die een bewarend beslag volgens het gemeen recht hebben laten uitvoeren. B.1.2. Die vijf vragen komen erop neer dat het Hof wordt ondervraagd |
compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution des | over de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van |
limitations apportées par le régime de la T.V.A. à l'effectivité du | de beperkingen die door de B.T.W.-regeling zijn gesteld aan de |
contrôle juridictionnel en matière de saisie-arrêt conservatoire. | effectiviteit van de jurisdictionele toetsing inzake bewarend beslag onder derden. |
B.2. L'article 76, § 1er, du Code de la T.V.A., tel qu'il a été | B.2. Artikel 76, § 1, van het B.T.W.-Wetboek, zoals het is gewijzigd |
modifié par l'article 86 de la loi du 28 décembre 1992, dispose : | bij artikel 86 van de wet van 28 december 1992, bepaalt : |
« Lorsque le montant des déductions prévues par les articles 45 à 48 excède à la fin de l'année civile le montant des taxes dues par l'assujetti qui est établi en Belgique, qui a en Belgique un établissement stable ou qui, en vertu de l'article 55, a fait agréer en Belgique un représentant responsable, l'excédent est restitué, aux conditions fixées par le Roi, dans les trois mois sur demande expresse de l'assujetti. Le Roi peut prévoir la restitution de l'excédent avant la fin de l'année civile dans les cas qu'Il détermine et aux conditions qu'Il fixe. En ce qui concerne les conditions visées aux alinéas 1er et 2, le Roi peut prévoir, au profit de l'administration de la T.V.A., de l'enregistrement et des domaines, une retenue valant saisie-arrêt | « Wanneer het bedrag van de belasting die ingevolge de artikelen 45 tot 48 voor aftrek in aanmerking komt, aan het einde van het kalenderjaar meer bedraagt dan de belasting die verschuldigd is door de belastingplichtige die in België is gevestigd, in België een vaste inrichting heeft of die, overeenkomstig artikel 55, in België een aansprakelijke vertegenwoordiger heeft doen erkennen, dan wordt, onder de voorwaarden bepaald door de Koning, het verschil teruggegeven binnen drie maanden op uitdrukkelijk verzoek van de belastingplichtige. De Koning kan bepalen dat het overschot, in de door Hem te bepalen gevallen en onder de door Hem te stellen voorwaarden, vóór het einde van het kalenderjaar wordt teruggegeven. Met betrekking tot de in het eerste en tweede lid bedoelde voorwaarden kan de Koning ten voordele van de Administratie van de B.T.W., registratie en domeinen, een inhouding voorzien die geldt als bewarend |
conservatoire au sens de l'article 1445 du Code judiciaire. » | beslag onder derden in de zin van artikel 1445 van het Gerechtelijk Wetboek. » |
L'article 1445 du Code judiciaire dispose : | Artikel 1445 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« Tout créancier peut, en vertu de titres authentiques ou privés, | « Iedere schuldeiser kan, op grond van authentieke of onderhandse |
saisir-arrêter par huissier de justice, à titre conservatoire, entre | stukken, bij gerechtsdeurwaarder, onder een derde, bewarend beslag |
les mains d'un tiers, les sommes et effets que celui-ci doit à son | leggen op de bedragen of zaken die deze aan zijn schuldenaar |
débiteur. | verschuldigd is. |
En cas d'inaction de son débiteur, le créancier peut, par application | Bij stilzitten van zijn schuldenaar kan de schuldeiser, met toepassing |
de l'article 1166 du Code civil, former la même procédure. | van artikel 1166 van het Burgerlijk wetboek, dezelfde procedure |
L'acte de saisie contient le texte des articles 1451 à 1456 et | voeren. De akte van beslag bevat de tekst van de artikelen 1451 tot 1456 en de |
l'avertissement au tiers saisi qu'il devra se conformer à ces | waarschuwing aan de derde-beslagene dat hij zich naar de bepalingen |
dispositions. » | ervan moet gedragen. » |
L'article 8.1, § 3, alinéas 5, 6, 7, 9, 10 et 11, de l'arrêté royal du | Artikel 8.1, § 3, vijfde, zesde, zevende, negende, tiende en elfde lid |
29 décembre 1969 relatif aux restitutions en matière de taxe sur la | van het koninklijk besluit van 29 december 1969 met betrekking tot de |
teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, gewijzigd bij | |
valeur ajoutée, modifié par l'arrêté royal du 14 avril 1993 pris en | het koninklijk besluit van 14 april 1993, genomen ter uitvoering van |
exécution de l'article 76, § 1er, précité, dispose : | artikel 76, § 1, voormeld, bepaalt : |
« Art. 8.1. § 3. [ . ] | « Art. 8.1. § 3. [...] |
Si, à l'égard du solde restituable qui résulte de la déclaration visée | Indien ten aanzien van een voor teruggaaf vatbaar overschot dat blijkt |
à l'article 53, alinéa 1er, 3°, du Code, et pour lequel l'assujetti a | uit de aangifte als bedoeld in artikel 53, eerste lid, 3°, van het |
ou non opté pour la restitution, il existe soit des présomptions | Wetboek en waarvoor de belastingplichtige al dan niet voor de |
teruggaaf heeft geopteerd, hetzij ernstige vermoedens, hetzij bewijzen | |
sérieuses, soit des preuves que la déclaration précitée ou les | bestaan dat de voormelde aangifte of de aangiften voor daaraan |
déclarations relatives à des périodes antérieures contiennent des | voorafgaande perioden gegevens bevatten die onjuist zijn en een |
données inexactes et si ces présomptions ou preuves laissent entrevoir | belastingschuld in het vooruitzicht stellen zonder dat een |
une dette d'impôt sans que la réalité de celle-ci puisse toutefois | daadwerkelijke bepaling ervan vóór het tijdstip van de genoemde |
être établie avant le moment dudit ordonnancement ou de l'opération | ordonnancering of de verrichting gelijkgesteld met een betaling kan |
équivalente à un paiement, l'ordonnancement de ce solde ou son report | geschieden, heeft de ordonnancering van dit overschot of de |
sur la période de déclaration suivante n'a pas lieu et le crédit | overbrenging ervan naar het volgend aangiftetijdvak niet plaats en |
d'impôt est retenu afin de permettre à l'administration de vérifier la | wordt het belastingkrediet ingehouden teneinde de administratie toe te |
véracité de ces données. Les présomptions sérieuses ou les preuves visées à l'alinéa précédent, qui démontrent ou tendent à démontrer la dette d'impôt, doivent être justifiées dans des procès-verbaux conformes à l'article 59, § 1er, du Code. Ces procès-verbaux sont portés à la connaissance de l'assujetti par lettre recommandée. La retenue visée aux alinéas 4 et 5 vaut saisie-arrêt conservatoire jusqu'au moment où la preuve, contenue dans les procès-verbaux visés à l'alinéa précédent, est réfutée, ou jusqu'au moment où la véracité des transactions apparaît des données obtenues conformément aux procédures prévues par la réglementation établie par les Communautés européennes en matière d'échange de renseignements entre les Etats membres de la Communauté. Pour l'application de cette retenue, la condition exigée | laten de waarachtigheid van die gegevens na te gaan. De ernstige vermoedens of bewijzen bedoeld in het vorige lid, die de belastingschuld aantonen of helpen aantonen, dienen te worden gerechtvaardigd in processen-verbaal conform artikel 59, § 1, van het Wetboek en worden per aangetekende brief vooraf ter kennis gebracht van de belastingplichtige. De inhouding bedoeld in het vierde en het vijfde lid geldt als bewarend beslag onder derden tot op het ogenblik dat het bewijs vervat in de in het vorige lid bedoelde processen-verbaal is weerlegd, of tot op het ogenblik dat de waarachtigheid van de handelingen blijkt uit gegevens verkregen overeenkomstig de procedures van de door de Europese Gemeenschappen uitgevaardigde reglementering inzake het uitwisselen van inlichtingen tussen Lid-Staten van de Gemeenschap. Voor de toepassing van deze inhouding wordt de voorwaarde vereist door |
par l'article 1413 du Code judiciaire est censée être remplie. | artikel 1413 van het Gerechtelijk Wetboek geacht te zijn vervuld. |
La retenue visée aux alinéas 4 et 5 donne lieu à l'établissement et à | [...] De inhouding bedoeld in het vierde en het vijfde lid geeft aanleiding |
l'envoi par le fonctionnaire chargé du recouvrement, d'un avis de | tot het opmaken en het verzenden, door de met de invordering belaste |
saisie comme prévu à l'article 1390 du Code judiciaire. Cet avis est transmis, dans les vingt-quatre heures du dépôt à la poste du pli recommandé, au greffier du tribunal de première instance. L'assujetti peut uniquement faire opposition à la retenue visée aux alinéas 4 et 5 en faisant application de l'article 1420 du Code judiciaire. Néanmoins, le juge des saisies ne peut pas ordonner la mainlevée de la saisie aussi longtemps que la preuve administrée par les procès-verbaux visés à l'alinéa 6 n'est pas réfutée, aussi longtemps que les données issues des renseignements entre les Etats membres de la Communauté ne sont pas obtenues ou pendant le temps d'une information du parquet ou d'une instruction du juge d'instruction. La retenue prend fin à la suite de la mainlevée par l'administration ou d'une décision judiciaire. En cas de mainlevée par | ambtenaar, van een bericht van beslag als bedoeld in artikel 1390 van het Gerechtelijk Wetboek. Dit bericht wordt binnen de vierentwintig uur na het neerleggen ter post van het aangetekend schrijven verzonden aan de griffier van de rechtbank van eerste aanleg. De belastingplichtige kan enkel verzet doen tegen de inhouding bedoeld in het vierde en het vijfde lid door toepassing te maken van artikel 1420 van het Gerechtelijk Wetboek. De beslagrechter kan evenwel de opheffing van het beslag niet gelasten zolang het door de processen-verbaal, bedoeld in het zesde lid, geleverde bewijs niet is weerlegd, zolang de gegevens overeenkomstig de procedures van de door de Europese Gemeenschappen uitgevaardigde reglementering inzake het uitwisselen van inlichtingen tussen de Lid-Staten van de Gemeenschap niet werden bekomen of gedurende een opsporingsonderzoek van het Parket of een gerechtelijk onderzoek van de onderzoeksrechter. De inhouding neemt een einde ten gevolge van de opheffing ervan door de administratie of ten gevolge van een rechterlijke beslissing. In geval van opheffing door de administratie wordt de belastingplichtige |
l'administration, l'assujetti est averti par une lettre recommandée | in kennis gesteld per aangetekend schrijven met vermelding van de |
sur laquelle est mentionnée la date de la mainlevée. » | datum van opheffing. » |
Les créanciers titulaires d'un crédit d'impôt en matière de T.V.A., | De schuldeisers die houder zijn van een belastingkrediet inzake |
par ailleurs débiteurs d'une dette fiscale vis-à-vis de l'Etat, font | B.T.W., overigens schuldenaars van een fiscale schuld ten aanzien van |
l'objet d'un traitement différent puisque le crédit d'impôt peut être | de Staat, worden verschillend behandeld, vermits het belastingkrediet |
retenu à concurrence de leur dette, selon une procédure qui déroge aux | kan worden ingehouden tot beloop van hun schuld, volgens een procedure |
articles 1413 et 1415 du Code judiciaire. | die afwijkt van de artikelen 1413 en 1415 van het Gerechtelijk Wetboek. |
Ces articles disposent : | Die artikelen bepalen : |
« Art. 1413.Tout créancier peut, dans les cas qui requièrent |
« Art. 1413.Iedere schuldeiser kan in spoedeisende gevallen aan de |
célérité, demander au juge l'autorisation de saisir conservatoirement | rechter toelating vragen om op de voor beslag vatbare goederen van |
les biens saisissables qui appartiennent à son débiteur. » | zijn schuldenaar bewarend beslag te leggen. » |
« Art. 1415.La saisie conservatoire ne peut être autorisée que pour |
« Art. 1415.Verlof om bewarend beslag te leggen mag niet worden |
une créance certaine et exigible, liquide ou susceptible d'une | verleend dan wegens een schuldvordering die zeker en opeisbaar is, en |
estimation provisoire. | die vaststaande is of vatbaar voor een voorlopige raming. |
L'article 76, § 1er, du Code de la T.V.A., tel qu'il est interprété | [...] » Artikel 76, § 1, van het B.T.W.-Wetboek, zoals geïnterpreteerd door de |
par le juge a qou, établit également une différence de traitement | verwijzende rechter, stelt eveneens een verschil in behandeling in |
entre l'Etat en tant que créancier du titulaire du crédit d'impôt et | tussen de Staat als schuldeiser van de houder van het belastingkrediet |
les autres créanciers de cette personne, désignés à l'article 1628, | en de andere schuldeisers van die persoon, aangewezen in artikel 1628, |
alinéa 2, du Code judiciaire, qui ont fait procéder à une saisie | tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, die een bewarend beslag |
conservatoire selon le droit commun. | hebben doen uitvoeren volgens het gemeen recht. |
B.3. La Cour ne peut se prononcer sur le caractère justifié ou non | B.3. Het Hof vermag zich enkel uit te spreken over het ten aanzien van |
d'une différence de traitement au regard des articles 10 et 11 de la | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet al dan niet verantwoorde |
Constitution que si cette différence est imputable à une norme | karakter van een verschil in behandeling als dat verschil aan een norm |
législative. A cet égard, il y a lieu de relever que lorsqu'un | met wetgevend karakter kan worden toegeschreven. In dat verband moet |
législateur délègue, il faut supposer, sauf indication contraire, | worden opgemerkt dat, wanneer een wetgever een machtiging verleent, |
aangenomen dient te worden - behoudens aanwijzingen in | |
qu'il n'entend habiliter le délégué qu'à faire de son pouvoir un usage | tegenovergestelde zin - dat hij de gemachtigde enkel de bevoegdheid |
verleent om die machtiging aan te wenden in overeenstemming met de | |
conforme aux articles 10 et 11 de la Constitution. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
La Cour analysera la mesure exprimée dans l'article 8.1, § 3, de | Het Hof zal de in artikel 8.1, § 3, van het voormelde koninklijk |
besluit tot uitdrukking gebrachte maatregel analyseren, niet om zich | |
l'arrêté royal précité, non afin de se prononcer sur la | uit te spreken over de grondwettigheid van een koninklijk besluit, wat |
constitutionnalité d'un arrêté royal, ce qui n'est pas de sa | niet tot zijn bevoegdheid behoort, maar uitsluitend door het geval te |
compétence, mais seulement en se plaçant, conformément aux termes de | beschouwen waarin, overeenkomstig de bewoordingen van de prejudiciële |
la question préjudicielle, dans l'hypothèse où l'article 76, § 1er, du | vraag, artikel 76, § 1, van het B.T.W.-Wetboek in die zin dient te |
Code de la T.V.A. doit s'interpréter comme autorisant le Roi à prendre | worden geïnterpreteerd dat het de Koning ertoe machtigt die maatregel |
cette mesure. | te nemen. |
B.4. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. | B.4. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. |
B.5. Le produit de l'impôt étant affecté à des dépenses publiques qui | B.5. Aangezien de opbrengst van de belasting wordt aangewend voor |
visent à la satisfaction de l'intérêt général, il doit être admis que | overheidsuitgaven die gericht zijn op het algemeen belang, moet worden |
les mesures conservatoires des intérêts de l'Etat puissent déroger à | aangenomen dat de bewarende maatregelen ten gunste van de Staat mogen |
certaines règles du droit commun. Le législateur fiscal peut donc | afwijken van sommige regels van het gemeen recht. De fiscale wetgever |
déroger à des dispositions du Code judiciaire sans pour autant | vermag dus van bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek af te wijken |
méconnaître nécessairement les règles d'égalité et de | zonder daarom noodzakelijkerwijze de regels van gelijkheid en |
non-discrimination. | niet-discriminatie te miskennen. |
B.6. La Cour doit cependant vérifier si, compte tenu de ses effets, la | B.6. Het Hof moet evenwel nagaan of, rekening houdend met de gevolgen |
mesure en cause n'est pas disproportionnée à l'objectif poursuivi. | ervan, de in het geding zijnde maatregel niet onevenredig is ten |
opzichte van het nagestreefde doel. | |
B.7. Il résulte des travaux préparatoires de l'article 76, § 1er, du | B.7. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 76, § 1, van het |
Code de la T.V.A. que le législateur s'est soucié de protéger les | B.T.W.-Wetboek blijkt dat de wetgever ernaar heeft gestreefd de |
intérêts du Trésor et de prévenir la fraude et l'évasion fiscale « | belangen van de Schatkist te vrijwaren en de fraude en |
sans toutefois léser les droits de l'assujetti. A cette fin, le | belastingontwijking te voorkomen, « zonder evenwel de rechten van de |
Gouvernement est d'avis que la meilleure solution est d'accorder à | belastingplichtige te schaden. De Regering is van oordeel dat dit het |
cette retenue la valeur d'une saisie conservatoire à exercer dans les | best kan geschieden door aan deze inhouding de waarde te geven van een |
bewarend beslag onder derden dat uitgeoefend zou worden overeenkomstig | |
limites et dans les conditions à déterminer par le Roi. Pour ce qui ne | de regelen en onder de voorwaarden die door de Koning te bepalen zijn. |
serait pas déterminé de façon spécifique par le Roi, il y aurait alors | Wat niet specifiek door de Koning bepaald wordt, zou uiteraard |
application du Code judiciaire ou des autres dispositions légales | overeenkomstig het Gerechtelijk Wetboek of andere wetsbepalingen die |
applicables vis-à-vis de l'Etat » (Doc. parl., Chambre, 1992-1993, n° | specifiek van toepassing zijn op de Staat, dienen te gebeuren » (Parl. |
684/2, p. 10; Doc. parl., Chambre, 1992-1993, n° 684/4, p. 54). | St., Kamer, 1992-1993, nr. 684/2, p. 10; Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 684/4, p. 54). |
B.8. S'il est légitime que le législateur, par souci de justice et | B.8. Al is het gewettigd dat de wetgever, vanuit de zorg voor |
pour remplir au mieux les tâches d'intérêt général dont il a la | gerechtigheid en om de taken van algemeen belang waarmee hij is belast |
charge, veille à prévenir la fraude fiscale et à protéger les intérêts | zo goed mogelijk te vervullen, ernaar streeft de fiscale fraude te |
du Trésor, il convient toutefois que les mesures prises n'aillent pas | voorkomen en de belangen van de Schatkist te vrijwaren, toch dient hij |
au-delà de ce qui est nécessaire à cette fin. Le contrôle de la Cour | ervoor te zorgen dat de genomen maatregelen niet verder gaan dan |
hetgeen daartoe noodzakelijk is. De door het Hof uitgeoefende toetsing | |
est plus strict si des principes fondamentaux sont en cause. | is strikter wanneer fundamentele beginselen in het geding zijn. |
B.9. Selon le juge qui pose les questions préjudicielles, l'article | B.9. Volgens de rechter die de prejudiciële vragen stelt, zou artikel |
76, § 1er, ne permettrait qu'un contrôle formel du juge des saisies. | 76, § 1, slechts een formele toetsing door de beslagrechter mogelijk |
La Cour doit donc vérifier si les dérogations au droit commun des | maken. Het Hof moet dus nagaan of de afwijkingen van het gemeen |
saisies n'ont pas pour effet de priver les contribuables concernés de | beslagrecht niet tot gevolg hebben dat de betrokken |
la garantie essentielle que constitue le contrôle juridictionnel | belastingplichtigen de essentiële waarborg wordt ontzegd die bestaat |
effectif portant sur la régularité et la validité de la retenue d'une | in de daadwerkelijke jurisdictionele controle betreffende de |
dette d'impôt dans une procédure de saisie. | regelmatigheid en de geldigheid van de inhouding van een |
belastingschuld in een beslagprocedure. | |
A cet égard, il faut relever qu'il résulte de l'alinéa 10 de l'article | In dat verband dient erop te worden gewezen dat uit het tiende lid van |
8.1, § 3, de l'arrêté royal du 29 décembre 1969 précité que le juge | artikel 8.1, § 3, van het voormelde koninklijk besluit van 29 december |
des saisies ne peut se prononcer que sur la régularité formelle de la | 1969 voortvloeit dat de beslagrechter zich enkel kan uitspreken over |
procédure de retenue et non sur les conditions de fond de celle-ci. | de formele regelmatigheid van de inhoudingsprocedure en niet over de |
Dès lors que le pouvoir d'appréciation du juge des saisies quant au | |
caractère certain, liquide et exigible de la créance de | grondvoorwaarden ervan. Aangezien de beoordelingsbevoegdheid van de |
l'administration fiscale est exclu, et qu'en outre, selon l'alinéa 4 | beslagrechter ten aanzien van het zekere, vaststaande en opeisbare |
de l'article 8.1, § 3, de l'arrêté, les effets de la retenue | karakter van de schuldvordering van de belastingadministratie |
persistent tant que n'intervient pas un jugement ou un arrêt passé en | uitgesloten is en bovendien volgens het vierde lid van artikel 8.1, § |
force de chose jugée, les personnes visées par la mesure sont | 3, van het besluit de gevolgen van de inhouding blijven bestaan zolang |
geen in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest is gewezen, worden | |
atteintes de manière disproportionnée dans leur droit à un contrôle | de door de maatregel beoogde personen op onevenredige wijze geraakt in |
juridictionnel effectif. | hun recht op een daadwerkelijk jurisdictioneel toezicht. |
L'article 76, § 1er, du Code de la T.V.A., modifié par la loi du 28 | Artikel 76, § 1, van het B.T.W.-Wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 |
décembre 1992, interprété comme autorisant le Roi à prescrire une | december 1992, in die zin geïnterpreteerd dat het de Koning toestaat |
een inhouding van belastingkredieten geldend als bewarend beslag onder | |
retenue des crédits d'impôt valant saisie-arrêt conservatoire, la | derden voor te schrijven, waarbij de voorwaarde vereist door artikel |
condition requise par l'article 1413 du Code judiciaire étant censée | 1413 van het Gerechtelijk Wetboek wordt geacht vervuld te zijn, zelfs |
remplie même quand la dette d'impôt ne constitue pas une créance | wanneer de belastingschuld geen schuldvordering is overeenkomstig |
conforme à l'article 1415 de ce Code, viole les articles 10 et 11 de | artikel 1415 van dat Wetboek, schendt de artikelen 10 en 11 van de |
la Constitution en ce qu'il aboutit à priver les personnes faisant | Grondwet, in zoverre het ertoe leidt dat de personen die het voorwerp |
l'objet d'une retenue de tout contrôle juridictionnel effectif sur la | van een inhouding uitmaken, iedere daadwerkelijke rechterlijke |
régularité et la validité de la retenue. | toetsing van de regelmatigheid en de geldigheid van de inhouding wordt |
B.10. La Cour constate cependant que l'article 76, § 1er, lui-même, en | ontzegd. B.10. Het Hof stelt evenwel vast dat, op zich, artikel 76, § 1, derde |
son alinéa 3, se borne à permettre au Roi de prévoir « au profit de | lid, zich ertoe beperkt de Koning toe te staan « ten voordele van de |
l'administration de la T.V.A., de l'enregistrement et des domaines, | Administratie van de B.T.W., registratie en domeinen, een inhouding |
une retenue valant saisie-arrêt conservatoire au sens de l'article | [te] voorzien die geldt als bewarend beslag onder derden in de zin van |
1445 du Code judiciaire ». | artikel 1445 van het Gerechtelijk Wetboek ». |
Die tekst kan ook in die zin worden geïnterpreteerd dat hij de Koning | |
Ce texte peut aussi être interprété comme n'autorisant pas le Roi à | niet toestaat dermate van het gemeen recht inzake bewarend beslag |
déroger à ce point au droit commun en matière de saisie-arrêt | onder derden af te wijken dat Hij de personen die het voorwerp |
conservatoire qu'Il puisse priver les personnes qui font l'objet d'une | uitmaken van een inhouding ieder daadwerkelijk jurisdictioneel |
retenue de tout contrôle juridictionnel effectif quant à la régularité | toezicht op de regelmatigheid en de geldigheid van die inhouding zou |
et à la validité de cette retenue. Dans cette interprétation, | vermogen te ontzeggen. In die interpretatie schendt artikel 76, § 1, |
l'article 76, § 1er, ne viole pas les articles 10 et 11 de la | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Constitution. | Ten aanzien van de zesde prejudiciële vraag |
Quant à la sixième question préjudicielle | B.11. De zesde prejudiciële vraag heeft betrekking op de |
B.11. La sixième question préjudicielle porte sur la compatibilité | bestaanbaarheid van artikel 76, § 1, derde lid, van het B.T.W.-Wetboek |
avec les articles 10 et 11 de la Constitution de l'article 76, § 1er, | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre er een verschil |
alinéa 3, du Code de la T.V.A., en ce qu'il en découle une différence | |
de traitement des assujettis à la T.V.A. par rapport aux débiteurs | in behandeling uit voortvloeit van de B.T.W.-plichtigen ten opzichte |
soumis au droit commun, frappés de saisie conservatoire, quant au | van de aan het gemeen recht onderworpen schuldenaars, die het voorwerp |
droit de cantonner prévu à l'article 1403 du Code judiciaire. | uitmaken van een bewarend beslag, wat betreft het in artikel 1403 van |
het Gerechtelijk Wetboek bedoelde recht om te kantonneren. | |
B.12. L'article 1403 du Code judiciaire dispose : | B.12. Artikel 1403 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
« Le débiteur sur qui une saisie a été faite ou permise à titre conservatoire, peut, en tout état de cause, libérer les avoirs sur lesquels elle porte ou faire obstacle à la saisie, en déposant soit à la Caisse des dépôts et consignations, soit aux mains d'un séquestre agréé ou commis, un montant suffisant pour répondre de la créance en principal, intérêts et frais. Quand la saisie porte sur des sommes, ce dépôt peut être fait au moyen des fonds saisis; quand elle porte sur d'autres biens, il peut avoir lieu au moyen du produit de la vente de tout ou partie de ceux-ci. Le débiteur se pourvoit préalablement devant le juge des saisies, lequel règle le mode et les conditions du dépôt des fonds et s'il échet, de la vente de tout ou partie des biens saisis. » B.13. Selon le juge a quo, l'impossibilité dans laquelle se trouve | « De schuldenaar tegen wie bewarend beslag is gedaan of toegestaan, kan in elke stand van het geding het beslagene bevrijden of het beslag verhinderen door in de Deposito- en Consignatiekas of in handen van een erkende of aangestelde sekwester een bedrag in bewaring te geven, toereikend om tot waarborg te strekken voor de schuld in hoofdsom, intrest en kosten. Is het beslag gedaan op geldsommen, dan kan deze bewaargeving geschieden met het in beslag genomen geld; is het op andere goederen gedaan, dan kan de bewaargeving geschieden met de opbrengst van de verkoop van al die goederen of van een deel ervan. De schuldenaar wendt zich vooraf tot de beslagrechter, die bepaalt op welke wijze en onder welke voorwaarden de gelden in bewaring worden gegeven en, indien daartoe grond bestaat, de in beslag genomen goederen geheel of ten dele worden verkocht. » B.13. Volgens de verwijzende rechter zou de onmogelijkheid waarin de |
l'assujetti de procéder à un cantonnement selon la procédure prévue | belastingplichtige zich bevindt om over te gaan tot een kantonnement |
par l'article 1403 du Code judiciaire découlerait du fait que | volgens de procedure bedoeld in artikel 1403 van het Gerechtelijk |
l'administration n'est pas tenue de chiffrer - fût-ce sous réserve le | Wetboek voortvloeien uit het feit dat de administratie niet ertoe |
montant de la T.V.A. éventuellement éludée par l'assujetti. Par voie | gehouden is al was het onder voorbehoud het bedrag te becijferen van |
de conséquence, celui-ci ne pourrait déterminer le montant suffisant | de B.T.W. die mogelijkerwijze door de belastingplichtige is omzeild. |
pour répondre à la créance en principal, aux intérêts et aux frais. Il | Bijgevolg zou laatstgenoemde niet het bedrag kunnen vaststellen dat |
s'agirait non d'une interdiction de cantonner en matière fiscale mais | volstaat om te voldoen aan de hoofdvordering, de interesten en de |
kosten. Het zou niet gaan om een verbod op kantonnement in fiscale | |
d'une impossibilité qui découle des caractéristiques de la procédure. | zaken maar om een onmogelijkheid die voortvloeit uit de karakteristieken van de procedure. |
B.14. Pour les motifs rappelés sous B.5, le législateur fiscal peut | B.14. Om de in B.5 in herinnering gebrachte motieven kan de fiscale |
déroger à des dispositions du Code judiciaire sans pour autant | wetgever afwijken van bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek zonder |
méconnaître nécessairement les articles 10 et 11 de la Constitution. | daarom noodzakelijkerwijze de artikelen 10 en 11 van de Grondwet te miskennen. |
En droit commun des saisies, le cantonnement permet au débiteur de se | In het gemeen beslagrecht maakt het kantonnement het de schuldenaar |
prémunir contre les abus ou l'insolvabilité du créancier qui pourrait | mogelijk zich te wapenen tegen de misbruiken of insolventie van de |
être condamné à lui rembourser des sommes payées. En l'espèce, le | schuldeiser die ertoe zou kunnen worden veroordeeld hem betaalde |
risque d'insolvabilité du saisissant, à savoir l'Administration de la | sommen terug te betalen. Te dezen is het risico van insolventie van de |
T.V.A., est inexistant, de sorte que la possibilité d'un cantonnement | beslaglegger, namelijk de B.T.W.-administratie, onbestaand zodat de |
ne s'impose pas. | mogelijkheid van kantonnement niet geboden is. |
B.15. L'article 76, § 1er, alinéa 3, dans la mesure où il prive les | B.15. In zoverre artikel 76, § 1, derde lid, de beoogde |
assujettis qu'il vise du droit de cantonner prévu à l'article 1403 du | belastingplichtigen het in artikel 1403 van het Gerechtelijk Wetboek |
Code judiciaire, ne viole pas les articles 10 et 11 de la | bedoelde recht om te kantonneren ontzegt, schendt het de artikelen 10 |
Constitution. | en 11 van de Grondwet niet. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
- L'article 76, § 1er, du Code de la T.V.A., modifié par la loi du 28 | - Artikel 76, § 1, van het B.T.W.-Wetboek, gewijzigd bij de wet van 28 |
décembre 1992, interprété comme autorisant le Roi à prévoir, au profit | december 1992, in die zin geïnterpreteerd dat het de Koning toestaat, |
de l'Administration de la T.V.A., de l'enregistrement et des domaines, | ten voordele van de Administratie van de B.T.W., registratie en |
une retenue des crédits d'impôt valant saisie-arrêt conservatoire, la | domeinen, te voorzien in een inhouding van belastingkredieten geldend |
als bewarend beslag onder derden, waarbij de voorwaarde vereist door | |
condition requise par l'article 1413 du Code judiciaire étant censée | artikel 1413 van het Gerechtelijk Wetboek wordt geacht vervuld te |
remplie même quand la dette fiscale n'a pas les caractères requis par | zijn, zelfs wanneer de belastingschuld niet de kenmerken vertoont |
l'article 1415 de ce Code, viole les articles 10 et 11 de la | vereist door artikel 1415 van dat Wetboek, schendt de artikelen 10 en |
11 van de Grondwet, in zoverre het ertoe leidt dat aan de personen die | |
Constitution en ce qu'il aboutit à priver les personnes faisant | het voorwerp van een inhouding uitmaken, iedere daadwerkelijke |
l'objet d'une retenue de tout contrôle juridictionnel effectif sur la | rechterlijke toetsing van de regelmatigheid en geldigheid van de inhouding wordt ontzegd. |
régularité et la validité de la retenue. | - In die zin geïnterpreteerd dat het de Koning niet toestaat de |
- Interprété comme n'autorisant pas le Roi à priver les personnes qui | personen die het voorwerp uitmaken van een inhouding van een |
font l'objet d'une retenue de crédit d'impôt, valant saisie-arrêt | belastingkrediet, geldend als bewarend beslag onder derden, iedere |
conservatoire, de tout contrôle juridictionnel effectif quant à la | daadwerkelijke rechterlijke toetsing van de regelmatigheid en |
régularité et à la validité de cette retenue, l'article 76, § 1er, du | geldigheid van die inhouding te ontzeggen, schendt artikel 76, § 1, |
Code de la T.V.A ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | van het B.T.W.-Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
- L'article 76, § 1er, du Code de la T.V.A., dans la mesure où il | - In zoverre artikel 76, § 1, van het B.T.W.-Wetboek de beoogde |
prive les assujettis qu'il vise du droit de cantonner prévu à | belastingplichtigen het in artikel 1403 van het Gerechtelijk Wetboek |
l'article 1403 du Code judiciaire, ne viole pas les articles 10 et 11 | bedoelde recht om te kantonneren ontzegt, schendt het de artikelen 10 |
de la Constitution. | en 11 van de Grondwet niet. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 26 mai 1999. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 26 mei 1999. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |