← Retour vers "Arrêt n° 5/99 du 20 janvier 1999 Numéro du rôle : 1260 En cause : la question préjudicielle
concernant l'article 1 er de la loi du 6 février 1970 relative à la prescription des
créances à charge ou au profit de l'Etat et des provinc La Cour
d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...)"
Arrêt n° 5/99 du 20 janvier 1999 Numéro du rôle : 1260 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 1 er de la loi du 6 février 1970 relative à la prescription des créances à charge ou au profit de l'Etat et des provinc La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...) | Arrest nr. 5/99 van 20 januari 1999 Rolnummer 1260 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën en artikel Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 5/99 du 20 janvier 1999 | Arrest nr. 5/99 van 20 januari 1999 |
Numéro du rôle : 1260 | Rolnummer 1260 |
En cause : la question préjudicielle concernant l'article 1er de la | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1 van de wet van 6 |
loi du 6 février 1970 relative à la prescription des créances à charge | februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste |
ou au profit de l'Etat et des provinces et l'article 34 de la loi du | of ten voordele van de Staat en de provinciën en artikel 34 van de wet |
15 mai 1846 sur la comptabilité de l'Etat, posée par le Tribunal de | van 15 mei 1846 op de Rijkscomptabiliteit, gesteld door de Rechtbank |
première instance de Bruxelles. | van eerste aanleg te Brussel. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans et A. Arts, assistée du | rechters P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, |
greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par jugement du 12 décembre 1997 en cause de B. Gendebien et autres | Bij vonnis van 12 december 1997 in zake B. Gendebien en anderen tegen |
contre le Collège de la Commission communautaire commune et autres, | het College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en |
anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op | |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 22 décembre | 22 december 1997, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de |
1997, le Tribunal de première instance de Bruxelles a posé la question | |
préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« A L'article 1er de la loi du 6 février 1970 relative à la | "Schenden artikel 1 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de |
prescription des créances à charge ou au profit de l'Etat et des | verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat |
provinces et l'article 34 de la loi du 15 mars [lire : mai] 1846 sur | en de provinciën en artikel 34 van de wet van 15 maart [lees : mei] |
la comptabilité de l'Etat, violent-ils les articles 10 et 11 de la | 1846 op de Rijkscomptabiliteit de artikelen 10 en 11 van de |
gecoördineerde Grondwet in zoverre die bepalingen de | |
Constitution coordonnée en ce que ces dispositions soumettent à la | schadevergoedingsschuldvorderingen ten laste van een provincie, die |
prescription quinquennale les créances d'indemnité à l'égard d'une | zijn ontstaan als gevolg van een door haar begane fout die bestaat in |
province, nées à la suite d'une faute de celle-ci consistant en une | een ongelijke verloning van de werknemers, aan de vijfjarige verjaring |
inégalité de traitement entre travailleurs, alors que ces mêmes | onderwerpen, terwijl diezelfde schuldvorderingen aan de dertigjarige |
créances sont soumises à la prescription trentenaire lorsque le | verjaring zijn onderworpen wanneer het nadeel aan een privé-werkgever |
préjudice est imputable à un employeur privé ? » | wordt toegeschreven ?" |
II. Les faits et la procédure antérieure | II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil |
Les demandeurs devant le Tribunal de première instance de Bruxelles | De eisers voor de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel oefenden |
exerçaient tous la fonction de psychologue au service de santé mentale | allen de functie van psycholoog uit in de dienst voor geestelijke |
de l'Institut médico-social du Brabant, institution qui dépendait de | gezondheidszorg van het Medisch-Sociaal Instituut van Brabant, |
la province de Brabant avant sa scission. | instelling die van de provincie Brabant afhing vóór de splitsing |
Ils percevaient un traitement moindre que celui attribué aux | ervan. Zij ontvingen een bezoldiging die lager lag dan die welke was |
psychologues dépendant d'un centre médico-social de la province de | toegekend aan de psychologen die afhingen van een medisch-sociaal |
Brabant. | centrum van de provincie Brabant. |
Par jugement du 21 novembre 1990, le Tribunal a dit pour droit que la | Bij vonnis van 21 november 1990 heeft de Rechtbank voor recht gezegd |
différence entre les traitements des demandeurs et ceux des | dat het verschil tussen de wedden van de eisers en die van de |
psychologues attachés aux centres psycho-médico-sociaux était non | psychologen verbonden aan de psycho-medisch-sociale centra niet in |
conforme à l'article 6 (actuellement l'article 10) de la Constitution | overeenstemming was met artikel 6 (thans artikel 10) van de Grondwet |
et à l'article 71 de la loi du 14 février 1971, a condamné la province | en artikel 71 van de wet van 14 februari 1971, heeft zij de provincie |
de Brabant, au titre de réparation en nature, à rémunérer les | Brabant veroordeeld, als schadevergoeding in natura, tot het toekennen |
demandeurs de façon égale à celle des psychologues des centres | van dezelfde wedde aan de eisers als aan de psychologen van de |
psycho-médico-sociaux, a condamné la province à payer à chacun des | |
demandeurs un franc de dommages et intérêts à titre provisionnel et a | psycho-medisch-sociale centra, heeft zij de provincie veroordeeld tot |
renvoyé la cause au rôle particulier pour le surplus. | het betalen van een frank provisionele schadevergoeding aan ieder van |
Dans la présente affaire, les demandeurs fondent leur action sur | de eisers en heeft zij de zaak voor het overige naar de bijzondere rol verwezen. |
l'article 1382 du Code civil. Ils postulent la condamnation des | In deze zaak gronden de eisers hun vordering op artikel 1382 van het |
défendeurs, la Commission communautaire commune, la "Vlaamse | Burgerlijk Wetboek. Zij vragen dat de verweerders, namelijk de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Vlaamse | |
Gemeenschapscommissie", la province du Brabant wallon, la "Provincie | Gemeenschapscommissie, de provincie Waals-Brabant, de provincie |
Vlaams Brabant", la Commission communautaire française et la Région de | Vlaams-Brabant, de Franse Gemeenschapscommissie en het Brusselse |
Bruxelles-Capitale, à leur payer des dommages et intérêts d'un montant | Hoofdstedelijke Gewest, zouden worden veroordeeld tot het betalen van |
équivalent à la différence entre le traitement qu'ils ont perçu et le | een schadevergoeding gelijk aan het verschil tussen de wedde die zij |
traitement auquel ils avaient droit. Ils relèvent que le jugement du | hebben ontvangen en de wedde waarop zij recht hadden. Zij merken op |
21 novembre 1990 n'a pas statué définitivement sur cette demande de | dat het vonnis van 21 november 1990 niet definitief uitspraak heeft |
gedaan over die eis tot schadevergoeding vermits het enkel een frank | |
dommages et intérêts puisqu'il a uniquement alloué un franc | provisionele schadevergoeding aan de eisers heeft toegekend. Zij |
provisionnel aux demandeurs. Ils précisent qu'ils ne réclament ni ne | preciseren dat zij geen achterstallig loon als dusdanig vragen, noch |
réclameront à l'avenir les arriérés de traitement en tant que tels. | in de toekomst zullen vragen. |
Les défendeurs invoquent pour leur part la prescription des créances à | De verweerders voeren van hun kant de verjaring aan van de |
charge de l'Etat et des provinces pour la période antérieure de cinq | schuldvorderingen jegens de Staat en de provincies voor de periode van |
ans à la citation, soit pour la période antérieure au 9 février 1983. | vóór vijf jaar vóór de dagvaarding, dus voor de periode die aan 9 |
februari 1983 voorafgaat. Zij baseren zich op artikel 1 van de wet van | |
Ils se fondent sur l'article 1er de la loi du 6 février 1970 relative | 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten |
à la prescription des créances à charge ou au profit de l'Etat et des | laste of ten voordele van de Staat en de provinciën. De Rechtbank van |
provinces. Le Tribunal de première instance relève que cette | eerste aanleg merkt op dat die bepaling in die zin moet worden |
disposition doit être interprétée comme s'appliquant à toutes les | geïnterpreteerd dat zij van toepassing is op alle ontstane |
créances nées à charge de l'Etat, y compris les créances de réparation | schuldvorderingen ten laste van de Staat, met inbegrip van de |
schuldvorderingen tot herstel van een delictuele of quasi-delictuele | |
d'une faute délictuelle ou quasi délictuelle, compte tenu de la | fout, rekening houdend met de algemene bewoordingen. De Rechtbank |
généralité des termes. Rappelant l'arrêt de la Cour du 15 mai 1996 (n° | herinnert aan het arrest van het Hof van 15 mei 1996 (nr. 32/96) en is |
32/96), il estime que la question de la compatibilité de l'article 1er | van oordeel dat de vraag rijst naar de bestaanbaarheid van artikel 1 |
de la loi du 6 février 1970 et de l'article 34 de la loi du 15 mai | van de wet van 6 februari 1970 en artikel 34 van de wet van 15 mei |
1846 avec les articles 10 et 11 de la Constitution se pose. Il relève | 1846 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Zij merkt op dat te |
qu'en l'espèce, la situation des demandeurs est comparable à celle de | dezen de situatie van de eisers vergelijkbaar is met die van personen |
personnes travaillant dans le secteur privé et intentant une action | die in de privé-sector werken en tegen hun werkgever een vordering |
contre leur employeur afin de lui réclamer des dommages et intérêts | instellen om van hem schadevergoeding te eisen voor een bedrag dat |
d'un montant équivalent aux arriérés de rémunération perdus à la suite | gelijk is aan het achterstallig loon dat zij hebben verloren als |
de la faute de leur employeur consistant en une illégalité de | gevolg van een fout van hun werkgever die neerkomt op een onwettige |
traitement. Une telle action se prescrirait par trente ans, même si | verloning. Een dergelijke vordering zou na dertig jaar verjaren, zelfs |
l'employeur avait commis une infraction en payant un traitement | indien de werkgever een inbreuk had gepleegd door een onwettig loon te |
illégal (arrêt n° 25/95 de la Cour d'arbitrage du 21 mars 1995). L'on | betalen (arrest nr. 25/95 van het Arbitragehof van 21 maart 1995). Te |
peut s'interroger sur la proportionnalité en l'espèce de la | dezen kan men zich vragen stellen over de evenredigheid tussen de |
prescription abrégée des créances contre l'Etat et les provinces avec | verkorte verjaringstermijn voor schuldvorderingen tegen de Staat en de |
le but poursuivi par le législateur qui est la protection de l'intérêt | provincies en het door de wetgever nagestreefde doel, namelijk de |
général et compte tenu du fait que la dette née de la responsabilité | bescherming van het algemeen belang, en rekening houdend met het feit |
de la province de Brabant était une dette prévisible pour elle et | dat de schuld die door de verantwoordelijkheid van de provincie |
Brabant is ontstaan, kon worden voorzien en gemakkelijk onder controle | |
aisément contrôlable. Le Tribunal décide dès lors de poser la question | kon worden gehouden. De Rechtbank besluit derhalve de hierboven |
préjudicielle mentionnée ci-dessus. | vermelde prejudiciële vraag te stellen. |
III. La procédure devant la Cour | III. De rechtspleging voor het Hof |
Par ordonnance du 22 décembre 1997, le président en exercice a désigné | Bij beschikking van 22 december 1997 heeft de voorzitter in functie de |
les juges du siège conformément aux articles 58 et 59 de la loi | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
des articles 71 ou 72 de la loi organique. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
La décision de renvoi a été notifiée conformément à l'article 77 de la | Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel |
loi organique, par lettres recommandées à la poste le 10 février 1998. | 77 van de organieke wet bij op 10 februari 1998 ter post aangetekende brieven. |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 12 février 1998. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 februari 1998. |
Des mémoires ont été introduits par : | Memories zijn ingediend door : |
- le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, par | - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 19 maart 1998 |
lettre recommandée à la poste le 19 mars 1998; | ter post aangetekende brief; |
- le Collège de la Commission communautaire commune, rue du Champ de | - het College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, |
Mars 25, 1050 Bruxelles, le Collège de la Commission communautaire | Marsveldstraat 25, 1050 Brussel, het College van de Vlaamse |
flamande, avenue Louise 4, boîte 4, 1050 Bruxelles, la province du | Gemeenschapscommissie, Louizalaan 4, bus 4, 1050 Brussel, de provincie |
Brabant wallon, Hôtel de ville, 1300 Wavre, la province du Brabant | Waals-Brabant, Stadhuis, 1300 Waver, de provincie Vlaams-Brabant, |
flamand, Diestsesteenweg 52/54, 3010 Louvain, le Collège de la | Diestsesteenweg 52-54, 3010 Leuven, het College van de Franse |
Commission communautaire française, avenue Louise 166, 1050 Bruxelles, | Gemeenschapscommissie, Louizalaan 166, 1050 Brussel, de Brusselse |
le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, rue Ducale 7-9, | |
1000 Bruxelles, par lettre recommandée à la poste le 24 mars 1998; | Hoofdstedelijke Regering, Hertogsstraat 7-9, 1000 Brussel, bij op 24 |
maart 1998 ter post aangetekende brief; | |
- G. Monnoye, demeurant à 1410 Waterloo, rue de l'Infante 181, B. | - G. Monnoye, wonende te 1410 Waterloo, rue de l'Infante 181, B. |
Paulet, demeurant à 3000 Louvain, Van Monsstraat 27, H. Van Mulders, | Paulet, wonende te 3000 Leuven, Van Monsstraat 27, H. Van Mulders, |
demeurant à 1150 Bruxelles, avenue des Eglantines 72, J. Mey, | wonende te 1150 Brussel, Egelantierenlaan 72, J. Mey, wonende te 1190 |
demeurant à 1190 Bruxelles, avenue des Sept Bonniers 179, M. | |
Billen-Pohl, demeurant à 1060 Bruxelles, rue de la Victoire 81, M. | Brussel, Zeven Bunderslaan 179, M. Billen-Pohl, wonende te 1060 |
Dekkers, demeurant à 1380 Lasne, rue d'Aquinot 11, M. Baruh, demeurant | Brussel, Overwinningsstraat 81, M. Dekkers, wonende te 1380 Lasne, rue |
à 1180 Bruxelles, avenue Montjoie 182, boîte 3, Y. Smets, demeurant à | d'Aquinot 11, M. Baruh, wonende te 1180 Brussel, Montjoielaan 182, bus |
1180 Bruxelles, avenue de l'Echevinage 33, S. Hauman, demeurant à 1380 | 3, Y. Smets, wonende te 1180 Brussel, Schepenijlaan 33, S. Hauman, |
Lasne, chaussée de Charleroi 74, F.-R. Hauman, demeurant à 1180 | wonende te 1380 Lasne, chaussée de Charleroi 74, F.-R. Hauman, wonende |
Bruxelles, avenue Coghen 246, A. Hiel, demeurant à 9250 Waasmunster, | te 1180 Brussel, Coghenlaan 246, A. Hiel, wonende te 9250 Waasmunster, |
Vlaszakstraat 14, L. Elsoucht, demeurant à 1502 Lembeek, | Vlaszakstraat 14, L. Elsoucht, wonende te 1502 Lembeek, |
Bergensesteenweg 570, G. Partous, demeurant à 1652 Alsemberg, Frans | Bergensesteenweg 570, G. Partous, wonende te 1652 Alsemberg, Frans |
Depreefstraat 24, F. Graas, demeurant à 1330 Rixensart, rue du | Depreefstraat 24, F. Graas, wonende te 1330 Rixensart, rue du |
Réservoir 12, P. Bronchart, demeurant à 1180 Bruxelles, avenue | Réservoir 12, P. Bronchart, wonende te 1180 Brussel, Langeveldlaan |
Langeveld 110, C. Moortgat-Graulich, demeurant à 3221 Nieuwenrode, | 110, C. Moortgat-Graulich, wonende te 3221 Nieuwenrode, Meiselaan 77, |
Meiselaan 77, et A. Tondeur, demeurant à 1170 Bruxelles, avenue du | en A. Tondeur, wonende te 1170 Brussel, Gaailaan 26, bij op 26 maart |
Geai 26, par lettre recommandée à la poste le 26 mars 1998. | 1998 ter post aangetekende brief. |
Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi | Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de |
organique, par lettres recommandées à la poste le 26 mai 1998. | organieke wet bij op 26 mei 1998 ter post aangetekende brieven. |
Des mémoires en réponse ont été introduits par : | Memories van antwoord zijn ingediend door : |
- G. Monnoye et autres, par lettre recommandée à la poste le 23 juin | - G. Monnoye en anderen, bij op 23 juni 1998 ter post aangetekende |
1998; | brief; |
- le Conseil des ministres, par lettre recommandée à la poste le 23 | - de Ministerraad, bij op 23 juni 1998 ter post aangetekende brief. |
juin 1998. Par ordonnances du 27 mai 1998 et du 26 novembre 1998, la Cour a | Bij beschikkingen van 27 mei 1998 en 26 november 1998 heeft het Hof de |
prorogé respectivement jusqu'aux 22 décembre 1998 et 22 juin 1999 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot respectievelijk 22 december 1998 en 22 juni 1999. |
Par ordonnance du 23 septembre 1998, la Cour a déclaré l'affaire en | Bij beschikking van 23 september 1998 heeft het Hof de zaak in |
état et fixé l'audience au 21 octobre 1998. | gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 21 |
Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats | oktober 1998. Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten |
par lettres recommandées à la poste le 24 septembre 1998. | bij op 24 september 1998 ter post aangetekende brieven. |
A l'audience publique du 21 octobre 1998 : | Op de openbare terechtzitting van 21 oktober 1998 : |
- ont comparu : | - zijn verschenen : |
. Me B. Gribomont loco Me R.O. Dalcq et Me D. Lagasse, avocats au | . Mr. B. Gribomont loco Mr. R.O. Dalcq en Mr. D. Lagasse, advocaten |
barreau de Bruxelles, pour les parties demanderesses dans l'instance principale; | bij de balie te Brussel, voor de eisende partijen in het bodemgeschil; |
. Me P. Nicodème, avocat au barreau de Bruxelles, loco Me J. Putzeys, | . Mr. P. Nicodème, advocaat bij de balie te Brussel, loco Mr. J. |
avocat au barreau d'Anvers, et loco Me T. Vandeput, avocat au barreau | Putzeys, advocaat bij de balie te Antwerpen, en loco Mr. T. Vandeput, |
de Bruxelles, pour les parties défenderesses dans l'instance | advocaat bij de balie te Brussel, voor de verwerende partijen in het |
principale; | bodemgeschil; |
. B. Druart, auditeur général au ministère des Finances, pour le | . B. Druart, auditeur-generaal bij het Ministerie van Financiën, voor |
Conseil des ministres; | de Ministerraad; |
- les juges-rapporteurs J. Delruelle et A. Arts ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers J. Delruelle en A. Arts verslag |
- les parties précitées ont été entendues; | uitgebracht; - zijn de voornoemde partijen gehoord; |
- l'affaire a été mise en délibéré. | - is de zaak in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
IV. En droit | IV. In rechte |
- A - | - A - |
Mémoire des demandeurs devant le Tribunal de première instance de Bruxelles | Memorie van de eisers voor de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel |
A.1.1. La différence de traitement entre les travailleurs titulaires | A.1.1. Het verschil in behandeling tussen de werknemers die houder |
zijn van een schuldvordering als gevolg van een nadeel dat aan hun | |
d'une créance résultant d'un préjudice imputable à leur employeur | werkgever kan worden toegeschreven, naargelang die werkgever een |
selon que ce dernier est une personne privée ou une personne morale de | privé-persoon of een publiekrechtelijke rechtspersoon is, kan niet |
droit public ne peut se justifier. | worden verantwoord. |
Si elle se fonde sur une différence objective - l'Etat sert l'intérêt | Ook al is de schuldvordering op een objectief verschil gegrond - de |
général; les particuliers agissent en considération de leur intérêt | Staat dient het algemeen belang; de particulieren handelen in hun |
personnel - et si le législateur a pris des mesures en rapport avec le | persoonlijk belang - en al heeft de wetgever maatregelen genomen die |
but poursuivi - clôturer les comptes de l'Etat dans un délai | in verband staan met het nagestreefde doel - de rekeningen van de |
raisonnable -, il n'en demeure pas moins que la mesure est | Staat binnen een redelijke termijn afsluiten -, toch is de maatregel |
disproportionnée par rapport au but poursuivi et n'apparaît dès lors | onevenredig ten opzichte van het nagestreefde doel en lijkt hij |
pas raisonnablement justifiée. Il s'agit en effet de créances nées | derhalve niet redelijk te kunnen worden verantwoord. Het gaat immers |
d'une faute dont le travailleur n'a que rarement connaissance au | om schuldvorderingen die zijn ontstaan als gevolg van een fout waarvan |
moment où elle a été commise et ce, sans que la prise de connaissance | de werknemer slechts zelden kennis heeft op het ogenblik waarop zij is |
tardive de cette faute puisse lui être imputée. Les arguments tirés de | begaan en zulks zonder dat de late kennisneming van die fout hem zou |
kunnen worden toegeschreven. De argumenten die worden gehaald uit het | |
l'apparition tardive du dommage, à laquelle la prise de connaissance | feit dat de schade zich laattijdig manifesteert, waarmee de |
tardive de la faute et du dommage doit être assimilée, et de l'absence | laattijdige kennisneming van de fout en van de schade moet worden |
de négligence dans le chef du créancier, retenus par la Cour dans | gelijkgesteld, en uit de ontstentenis van nalatigheid van de |
l'arrêt du 15 mai 1996, sont dès lors relevants en l'espèce. | schuldeiser, die door het Hof in het arrest van 15 mei 1996 in |
En outre, la disproportion entre la mesure et le but poursuivi par le | aanmerking zijn genomen, zijn derhalve te dezen relevant. |
législateur apparaît de manière d'autant plus flagrante lorsque, comme | De wanverhouding tussen de maatregel en het door de wetgever |
nagestreefde doel manifesteert zich bovendien op des te flagranter | |
en l'espèce, la dette née de la responsabilité de la province est une | wijze wanneer, zoals te dezen, de schuld ontstaan door de |
dette née à la suite d'une faute délictuelle ou quasi délictuelle de | verantwoordelijkheid van de provincie, het gevolg is van een |
celle-ci consistant en une inégalité de traitement entre travailleurs. | delictuele of quasi-delictuele fout door haar begaan en bestaande in |
een ongelijkheid van behandeling onder werknemers. De schulden die | |
Les dettes nées de la responsabilité sont en effet prévisibles et ne | zijn ontstaan uit de verantwoordelijkheid zijn immers te voorzien en |
posent aucun problème de preuve particulier. | leveren geen bijzonder bewijsprobleem op. |
A.1.2. A titre subsidiaire, à supposer que la Cour estime ne pas | A.1.2. Gesteld, subsidiair, dat het Hof van oordeel is de gestelde |
pouvoir répondre affirmativement à la question préjudicielle posée, | prejudiciële vraag niet bevestigend te kunnen beantwoorden, dan zou |
elle ne pourrait cependant pas décider que les travailleurs du secteur | het evenwel niet kunnen beslissen dat de werknemers van de openbare |
public se trouvent traités de la même manière que les travailleurs du | sector op dezelfde manier worden behandeld als de werknemers van de |
secteur privé. Il est vrai que selon l'arrêt n° 13/97 du 18 mars 1997 | privé-sector. Het is juist dat, volgens het arrest nr. 13/97 van 18 |
de la Cour, une action civile fondée sur une infraction à l'article 42 | maart 1997 van het Hof, een burgerlijke rechtsvordering gegrond op een |
de la loi du 12 avril 1965 devrait se prescrire par cinq ans à partir | inbreuk op artikel 42 van de wet van 12 april 1965 zou moeten verjaren |
du jour où l'infraction a été commise et non par trente ans. | na vijf jaar vanaf de dag waarop de inbreuk is gepleegd en niet na |
Toutefois, une différence de traitement entre les deux catégories de | dertig jaar. Een verschil in behandeling tussen de twee categorieën |
travailleurs subsiste lorsque l'infraction sur laquelle se fonde | van werknemers blijft echter bestaan wanneer de inbreuk waarop de |
l'action civile peut être qualifiée d'infraction collective ou | burgerlijke rechtsvordering is gegrond, kan worden gekwalificeerd als |
continuée. La prescription d'une telle action ne commence à courir | een collectieve of voortgezette inbreuk. De verjaring van een |
qu'à partir du dernier fait punissable par application des articles 26 | dergelijke vordering begint pas te lopen vanaf het laatste strafbare |
et 27 de la loi du 17 avril 1878 contenant le titre préliminaire du | feit, met toepassing van de artikelen 26 en 27 van de wet van 17 april |
Code de procédure pénale. Ceci ne pourrait s'appliquer qu'en cas | 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van |
d'infraction commise par les employeurs du secteur privé et non par | Strafvordering. Dat zou slechts van toepassing kunnen zijn in geval |
des employeurs personnes morales de droit public, en raison de | van inbreuk begaan door de werkgevers van de privé-sector en niet door |
werkgevers die publiekrechtelijke rechtspersonen zijn, vanwege artikel | |
l'article 34 de la loi du 15 mai 1846 et de l'article 1er de la loi du | 34 van de wet van 15 mei 1846 en artikel 1 van de wet van 6 februari |
6 février 1970, qui prévoient uniformément un délai de cinq ans. Cette | 1970, die beide een termijn van vijf jaar voorschrijven. Dat verschil |
différence de traitement ne peut être justifiée raisonnablement. Il | in behandeling kan niet redelijk worden verantwoord. In dat verband |
faut tenir compte à cet égard non seulement de l'arrêt n° 32/96 du 15 | moet niet alleen rekening worden gehouden met het arrest nr. 32/96 van |
mai 1996 mais aussi de l'arrêt n° 13/97 du 18 mars 1997 où la Cour | 15 mei 1996, maar ook met het arrest nr. 13/97 van 18 maart 1997, |
juge essentiel de protéger les travailleurs compte tenu de leur | waarin het Hof het van essentieel belang acht de werknemers te |
dépendance économique. Il faut relever à cet égard que la loi du 12 | beschermen rekening houdend met hun economische afhankelijkheid. In |
avril 1965 concernant la protection de la rémunération des | dat verband moet worden opgemerkt dat de wet van 12 april 1965 |
betreffende de bescherming van het loon der werknemers zowel ratione | |
travailleurs s'applique tant ratione personae que ratione materiae | personae als ratione materiae evenzeer in de privé-sector als in de |
aussi bien au secteur privé qu'au secteur public, aux travailleurs | openbare sector van toepassing is op de contractuele werknemers en op |
sous contrat et aux agents statutaires. | de statutaire ambtenaren. |
Mémoire des parties défenderesses devant le Tribunal de première | Memorie van de verwerende partijen voor de Rechtbank van eerste aanleg |
instance de Bruxelles | te Brussel |
A.2. La Cour doit suivre en l'espèce un raisonnement similaire à celui | A.2. Het Hof dient te dezen een redenering te volgen zoals in het |
repris dans l'arrêt n° 75/97 du 17 décembre 1997. Il ne peut en effet | arrest nr. 75/97 van 17 december 1997. Er kan immers niet worden |
aanvaard dat de schuldvordering waarop de eisers zich beroepen, zich | |
être admis que la créance dont se prévalent les demandeurs n'a pu | pas na vele jaren heeft kunnen manifesteren. De schade als gevolg van |
apparaître qu'après plusieurs années. Le dommage relatif à la | het verschil tussen de bezoldiging van de eisers en die van de |
différence entre le traitement perçu par les demandeurs et celui perçu | psychologen van de psycho-medisch-sociale centra blijkt immers van |
par les psychologues des centres psycho-médico-sociaux apparaît en | meet af aan uit de van toepassing zijnde verordeningsteksten en |
effet d'emblée des textes réglementaires et échelles barémiques | weddeschalen, temeer daar zij uitgaan van statuten die zijn |
applicables, d'autant qu'ils procèdent de statuts établis par la même | vastgesteld door dezelfde instelling, namelijk de vroegere provincie |
institution, à savoir l'ancienne province de Brabant. | Brabant. |
La prescription quinquennale s'avère proportionnée à l'objectif | De verjaring na vijf jaar blijkt evenredig te zijn met het door de |
poursuivi par le législateur tel que la Cour l'a défini dans son arrêt | wetgever nagestreefde doel, zoals het Hof het heeft vastgesteld in |
n° 32/96 du 15 mai 1996. | zijn arrest nr. 32/96 van 15 mei 1996. |
Le traitement des demandeurs étant à charge du budget de la province | Aangezien de wedde van de eisers ten laste komt van de begroting van |
de Brabant puis du budget des administrations lui ayant succédé, il est normal que ces traitements fassent l'objet d'une prescription réduite qui est de dix ans s'il s'agit d'une demande d'arriérés de traitement ou de cinq ans s'il s'agit, comme en l'espèce, d'une demande de dommages et intérêts. Il ne peut donc être question d'une quelconque discrimination par rapport aux employés du secteur privé qui se voient également imposer des prescriptions réduites qui furent jugées conformes aux articles 10 et 11 de la Constitution par l'arrêt de la Cour n° 13/97 du 18 mars 1997. Mémoire du Conseil des ministres | de provincie Brabant en nadien van de begroting van de administraties die haar hebben opgevolgd, is het normaal dat die wedden het voorwerp zijn van een verkorte verjaring, die tien jaar bedraagt indien het gaat om een vordering van achterstallig loon of vijf jaar indien het, zoals te dezen, gaat om een vordering tot schadevergoeding. Er kan dus geen sprake zijn van enige discriminatie met de werknemers van de privé-sector, voor wie ook verkorte verjaringstermijnen gelden, die in overeenstemming werden geacht met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in het arrest van het Hof nr. 13/97 van 18 maart 1997. Memorie van de Ministerraad |
A.3.1. On peut présumer de la lecture des arrêts nos 32/96 et 75/97 | A.3.1. Uit de lezing van de reeds geciteerde arresten nrs. 32/96 en |
déjà cités que si la matière était la responsabilité de l'Etat suite à | 75/97 kan men opmaken dat, indien de Staat in deze aangelegenheid |
verantwoordelijk was als gevolg van een door hem begane fout die | |
une faute de celui-ci consistant en une inégalité de traitement entre | bestaat in een ongelijkheid van behandeling onder de werknemers, het |
travailleurs, la Cour ne pourrait que conclure à la comparabilité des | Hof niet anders zou kunnen dan besluiten tot de vergelijkbaarheid van |
situations Etat-employeur et employeur privé. A fortiori en serait-il | de situaties van de Staat als werkgever en de privé-werkgever. A |
de même pour la province, qui n'a en charge qu'un intérêt provincial. | fortiori zou hetzelfde gelden voor de provincie, die slechts een |
provinciaal belang behartigt. | |
Il résulte également de ces arrêts que la Cour a sans aucun doute | Uit die arresten blijkt ook dat het Hof zonder enige twijfel het |
possible admis le principe de la légalité d'une prescription plus | beginsel van de wettigheid van een kortere verjaringstermijn dan de |
courte que la prescription de droit commun au regard des articles 10 | verjaring naar gemeen recht in het licht van de artikelen 10 en 11 van |
et 11 de la Constitution. | de Grondwet heeft aanvaard. |
Le tribunal qui pose la question préjudicielle reconnaît explicitement | De rechtbank die de prejudiciële vraag stelt, erkent uitdrukkelijk dat |
que le texte sur lequel il interroge la Cour s'applique aux actions | de tekst waarover zij aan het Hof die vraag stelt, van toepassing is |
fondées sur l'article 1382 du Code civil. La Cour ne se considère pas | op de rechtsvorderingen gegrond op artikel 1382 van het Burgerlijk |
compétente pour décider si ce juge se trompe quant à cette | Wetboek. Het Hof acht zich niet bevoegd om te beslissen of die rechter |
applicabilité. | zich ten aanzien van die toepasselijkheid vergist. |
Dans l'arrêt n° 32/96 déjà cité, la Cour n'a pas examiné le sort à | In het reeds geciteerde arrest nr. 32/96 is het Hof niet nagegaan welk |
réserver à toutes les demandes d'indemnisation du préjudice fondées | lot moet worden toebedeeld aan alle vorderingen tot schadeloosstelling |
sur les articles 1382 et 1383 du Code civil mais uniquement de celui causé à des propriétés privées par des travaux exécutés par l'Etat. La solution retenue ne peut donc être généralisée. En conclusion, la prescription quinquennale peut être considérée comme raisonnablement justifiée. Le critère retenu par la Cour dans l'arrêt n° 32/96 était la manifestation rapide ou non du dommage et donc l'absence de négligence du créancier. En l'espèce, le dommage, tel qu'il est invoqué, est apparu dès l'origine et la réclamation tardive s'explique par la négligence des intéressés. Le raisonnement qui était applicable à l'Etat doit aussi être appliqué aux provinces. L'objectif visé par le législateur est exactement le même : opérer au plus vite et mieux la comptabilité de l'Etat et des provinces (extrait d'une déclaration du ministre des Finances en | van het nadeel gegrond op de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek, maar enkel van het nadeel veroorzaakt aan privé-eigendommen door werken uitgevoerd door de Staat. De in aanmerking genomen oplossing kan dus niet worden veralgemeend. De verjaring na vijf jaar kan ten slotte als redelijk verantwoord worden beschouwd. Het door het Hof in het arrest nr. 32/96 in aanmerking genomen criterium was het zich al dan niet snel manifesteren van de schade en dus de ontstentenis van nalatigheid van de schuldeiser. Te dezen heeft het nadeel, zoals het is aangevoerd, zich reeds bij het begin gemanifesteerd en het laattijdige bezwaar wordt verklaard door de nalatigheid van de betrokkenen. De redenering die van toepassing was voor de Staat, dient ook voor de provincies te gelden. Het door de wetgever beoogde doel is exact hetzelfde : de boekhouding van de Staat en van de provincies zo vlug en goed mogelijk voeren (uittreksel uit een verklaring van de Minister |
séance du 11 mars 1846). En 1970, le législateur a voulu maintenir un | van Financiën in de zitting van 11 maart 1846). In 1970 heeft de |
même régime juridique. | wetgever eenzelfde rechtsregeling willen handhaven. |
A.3.2. A titre subsidiaire, en toute hypothèse, la fixation d'un délai | A.3.2. Subsidiair zou, hoe dan ook, de vaststelling van een kortere |
de prescription réduit pourrait s'avérer raisonnablement justifiée au | verjaringstermijn redelijk verantwoord kunnen blijken in het licht van |
regard des articles 10 et 11 de la Constitution s'il ne prenait cours qu'à compter de la manifestation du dommage, comme c'est le cas dans différents pays. Une telle interprétation concilierait les intérêts en jeu, à savoir les impératifs budgétaires auxquels l'Etat est tenu, d'une part, et l'équité dont doit bénéficier un créancier non négligent, d'autre part. Un examen du droit comparé en matière de prescription d'actions non contractuelles permet d'aboutir à la conclusion qu'une durée de prescription réduite à cinq ans est tout à fait acceptable, notamment au regard de l'équité. La seule question est bien entendu de savoir si la coexistence d'un | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet indien die termijn pas zou ingaan op het ogenblik dat de schade zich voordoet, zoals dat in verschillende landen het geval is. Een dergelijke interpretatie zou de in het geding zijnde belangen verzoenen, namelijk de budgettaire imperatieven waaraan de Staat zich dient te houden, enerzijds, en de rechtvaardigheid die een niet-nalatige schuldeiser moet genieten, anderzijds. Na een onderzoek van het vergelijkend recht inzake de verjaring van niet-contractuele rechtsvorderingen kan men tot het besluit komen dat een verminderde verjaringstermijn van vijf jaar volkomen aanvaardbaar is, met name in het licht van de rechtvaardigheid. De enige vraag is natuurlijk of het naast elkaar bestaan van een dergelijke termijn en de termijn die is voorgeschreven bij artikel |
tel délai avec celui prévu par l'article 2262 du Code civil est, en | 2262 van het Burgerlijk Wetboek, inzake extracontractuele |
matière de responsabilité extra-contractuelle, susceptible d'entraîner | aansprakelijkheid, kan leiden tot een schending van de artikelen 10 en |
une violation des articles 10 et 11 de la Constitution parce qu'elle serait disproportionnée par rapport au but poursuivi par le législateur. A cette question, le Conseil des ministres estime qu'il convient de répondre que la fixation d'un tel délai n'apparaît pas disproportionnée par rapport à l'objectif poursuivi, dans la mesure où il ne prend cours qu'à compter de la manifestation du dommage. En conséquence, le Conseil soutient que les dispositions litigieuses s'appliquent à l'action en responsabilité extra-contractuelle contre l'Etat pour autant qu'il soit admis que la prise de cours du délai ne débute qu'au moment de l'apparition du dommage. La Cour considérerait | 11 van de Grondwet omdat het onevenredig zou zijn met het door de wetgever nagestreefde doel. De Ministerraad is van oordeel dat op die vraag moet worden geantwoord dat het vaststellen van een dergelijke termijn niet onevenredig lijkt met het nagestreefde doel, in zoverre die termijn pas ingaat op het ogenblik waarop de schade zich manifesteert. Bijgevolg beweert de Ministerraad dat de betwiste bepalingen van toepassing zijn op de vordering tot extracontractuele aansprakelijkheid tegen de Staat voor zover wordt aangenomen dat de termijn pas ingaat op het ogenblik van het zich manifesteren van de schade. Het Hof zou aldus rekening houden met de verschillende op het spel staande belangen, de budgettaire |
ainsi les divers intérêts en jeu, les impératifs budgétaires auxquels l'Etat est tenu et la nécessaire équité dont pourrait se prévaloir un créancier non négligent, parce que non averti du dommage. L'interprétation qui est proposée, à titre subsidiaire, pour ce qui a trait à l'action en responsabilité extra-contractuelle, permettrait de considérer qu'une telle créance de dommages et intérêts ne pourrait être produite qu'au moment où le dommage apparaît et qu'ainsi la victime disposerait d'un délai de cinq années à compter de ce moment. Mémoire en réponse des demandeurs devant le Tribunal de première instance de Bruxelles | imperatieven waaraan de Staat zich dient te houden en de noodzakelijke rechtvaardigheid waarop een niet-nalatige schuldeiser, omdat hij niet op de hoogte was van de schade, zich zou kunnen beroepen. De interpretatie die subsidiair wordt voorgesteld met betrekking tot de vordering tot extracontractuele aansprakelijkheid zou kunnen leiden tot de overweging dat een dergelijke eis tot schadevergoeding pas zou kunnen worden ingediend op het ogenblik waarop de schade tot uiting komt en het slachtoffer aldus zou beschikken over een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf dat ogenblik. Memorie van antwoord van de eisers voor de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel |
A.4.1. Il ne peut être déduit du seul écoulement d'un certain délai | A.4.1. Enkel uit het verlopen van een zekere termijn tussen het |
entre le moment où la faute - une illégalité de traitement entre travailleurs quant à la rémunération - a été commise et le moment où le travailleur réclame la réparation du préjudice subi, que le travailleur s'est montré négligent. Les réclamations tardives s'expliquent par le fait que le travailleur a rarement connaissance de l'inégalité de traitement au moment où elle est commise et ce sans que cette prise de connaissance tardive puisse lui être imputée. La Cour doit d'ailleurs répondre à la question posée de manière abstraite et n'a pas à tenir compte des éléments propres à l'espèce. Il faut en plus tenir compte du fait que l'écoulement d'un certain délai entre la prise de connaissance et la demande d'indemnisation s'explique en partie par le fait qu'un travailleur du secteur public doit avoir recours à la voie hiérarchique pour dénoncer l'inégalité. Donner une réponse négative à la question préjudicielle aurait pour effet d'encourager les travailleurs du secteur public à ne pas respecter ce principe qui constitue un principe fondamental, nécessaire au bon fonctionnement de la fonction publique. Mettant en péril ce principe fondamental, la mesure contenue dans l'article 1er | ogenblik waarop de fout - een onwettige behandeling van werknemers wat hun wedde betreft - is begaan en het ogenblik waarop de werknemer het herstel van het geleden nadeel eist, kan niet worden afgeleid dat de werknemer zich nalatig heeft getoond. De laattijdige bezwaren worden verklaard door het feit dat de werknemer zelden kennis heeft van de ongelijke behandeling op het ogenblik waarop die plaatsvindt en zulks zonder dat die laattijdige kennisneming aan hem kan worden toegeschreven. Het Hof dient trouwens op een abstracte manier op de vraag te antwoorden en dient geen rekening te houden met de elementen eigen aan de zaak. Bovendien moet rekening worden gehouden met het feit dat het verlopen van een zekere termijn tussen de kennisneming en de vordering tot schadevergoeding gedeeltelijk wordt verklaard door het feit dat een werknemer van de openbare sector de hiërarchische weg dient te volgen om de ongelijkheid aan te klagen. De prejudiciële vraag ontkennend beantwoorden zou tot gevolg hebben dat de werknemers van de openbare sector ertoe worden aangemoedigd dat beginsel, dat een fundamenteel beginsel is dat noodzakelijk is voor de goede werking van de overheidsdiensten, niet in acht te nemen. Aangezien de maatregel die |
de la loi du 6 février 1970 est disproportionnée par rapport au but | vervat is in artikel 1 van de wet van 6 februari 1970 dat fundamenteel |
beginsel in gevaar brengt, is hij onevenredig met het door de wetgever | |
poursuivi par le législateur. | nagestreefde doel. |
A.4.2. A titre subsidiaire, l'interprétation conciliante proposée par | A.4.2. De verzoenende interpretatie die door de Ministerraad wordt |
le Conseil des ministres ne permettrait pas de concilier les intérêts | voorgesteld zou, subsidiair, de op het spel staande belangen niet met |
elkaar in overeenstemming kunnen brengen. Zelfs indien men ervan zou | |
en jeu. Même s'il fallait considérer que le délai quinquennal de | uitgaan dat de verjaringstermijn van vijf jaar pas ingaat op het |
prescription ne prend cours qu'à compter de la manifestation du | ogenblik van het zich manifesteren van de schade, waarmee de |
dommage, à laquelle la prise de connaissance du dommage et de la faute doit être assimilée, l'équité dont doit pouvoir bénéficier un créancier non négligent ne serait pas assurée, sauf à sacrifier le principe fondamental du respect de la hiérarchie déjà évoquée. A.4.3. Les demandeurs tiennent pour reproduite ici l'argumentation défendue à titre subsidiaire dans leur premier mémoire. Mémoire en réponse du Conseil des ministres A.5.1. Les demandeurs devant le Tribunal ont commis une faute, une négligence en ne faisant pas en temps utile la comparaison des statuts, alors qu'ils pouvaient le faire puisque les règlements | kennisneming van de schade en van de fout moet worden gelijkgesteld, dan nog zou de rechtvaardigheid die een niet-nalatige schuldeiser moet kunnen genieten, niet verzekerd zijn, behoudens indien het fundamentele beginsel van de inachtneming van de reeds vermelde hiërarchie wordt veronachtzaamd. A.4.3. De eisers verwijzen hier naar de argumentatie die subsidiair in hun eerste memorie is uiteengezet. Memorie van antwoord van de Ministerraad A.5.1. De eisers voor de Rechtbank hebben een fout, een nalatigheid begaan door niet te gepasten tijde de statuten te vergelijken, hoewel ze dat konden vermits de provinciale statutaire reglementen zijn |
statutaires provinciaux sont publiés au Mémorial administratif de la | bekendgemaakt in het Bestuursmemoriaal van de provincie. De |
province. La jurisprudence de l'arrêt du 15 mai 1996 n'est donc pas | rechtspraak van het arrest van 15 mei 1996 is dus te dezen niet |
applicable en l'espèce. | toepasselijk. |
Par ailleurs, le but de la prescription abrégée n'est pas de faciliter | Het doel van de verkorte verjaringstermijn bestaat er overigens niet |
le contrôle des dépenses publiques par le Parlement, mais bien de | in de controle op de openbare financiën door het Parlement te |
permettre de clôturer les comptes de l'Etat et des provinces dans un | vergemakkelijken, maar wel de rekeningen van de Staat en van de |
délai raisonnable. C'est une prescription d'ordre public et nécessaire à la tenue d'une bonne comptabilité. On ne peut en outre induire de l'arrêt précité que le fait que le dommage résulte d'une faute et sa conséquence (les dettes de réparation qui en résultent sont prévisibles) constituent des éléments rendant plus flagrante une éventuelle disproportion entre la mesure législative et le but poursuivi. A.5.2. La thèse défendue par les demandeurs à titre subsidiaire doit aussi être rejetée pour plusieurs raisons. Tout d'abord elle sort des termes de la question préjudicielle et n'est dès lors pas recevable. Si par extraordinaire, la Cour décidait de l'examiner, il faudrait encore ajouter quatre considérations. La Cour ne peut examiner une question préjudicielle qui ne lui a pas été soumise. Or, au fond, le juge n'a jamais qualifié la faute reprochée à la province de Brabant de délit, encore moins de délits successifs et il n'aurait pas été compétent pour statuer sur la qualification d'un fait comme infraction. L'infraction pénale continue suppose l'intention délictueuse. Or, la province de Brabant n'a jamais eu une telle intention. Un des éléments constitutifs de l'infraction pénale manque tant au moment où la province a adopté les règlements discriminatoires que quand elle les a appliqués. La loi sur le contrat de travail n'est pas susceptible de s'appliquer aux fonctionnaires de la province dont la situation est statutaire. Enfin, l'infraction pénale, si infraction il y avait eu, a cessé en | provincies binnen een redelijke termijn af te sluiten. Dat is een verjaring van openbare orde die noodzakelijk is voor een goede boekhouding. Uit het voormelde arrest kan men bovendien niet afleiden dat het feit dat de schade voortvloeit uit een fout en het gevolg ervan (de schulden voor het herstel die eruit voortvloeien zijn te voorzien) elementen vormen die een eventuele onevenredigheid tussen de wettelijke maatregel en het nagestreefde doel nog flagranter maakt. A.5.2. De stelling die door de eisers subsidiair wordt verdedigd, moet om verschillende redenen ook worden verworpen. In de eerste plaats valt zij buiten de bewoordingen van de prejudiciële vraag en is derhalve niet ontvankelijk. Mocht het Hof, tegen elke verwachting in, beslissen die stelling te onderzoeken, dan zouden nog vier overwegingen moeten worden toegevoegd. Het Hof kan geen prejudiciële vraag onderzoeken die niet aan het Hof werd voorgelegd. Nu heeft de rechter, ten gronde, de aan de provincie Brabant verweten fout nooit gekwalificeerd als wanbedrijf, en nog minder als voortgezette wanbedrijven, en hij zou niet bevoegd zijn geweest om uitspraak te doen over de kwalificatie van een feit als misdrijf. Een voortgezet strafbaar feit onderstelt een strafbaar opzet. Nu heeft de provincie Brabant nooit een dergelijke bedoeling gehad. Een van de elementen die een strafbaar feit vormen, ontbreekt zowel op het ogenblik waarop de provincie de discriminerende reglementen heeft aangenomen als wanneer ze die heeft toegepast. De wet op de arbeidsovereenkomsten kan niet worden toegepast op de ambtenaren van de provincie wier situatie statutair is. Ten slotte heeft het strafbare feit, als dat er al geweest is, |
1990, soit depuis plus de cinq ans. Aucune action civile n'a été | opgehouden te bestaan in 1990, dus sedert meer dan vijf jaar. Geen |
intentée contre la province de Brabant pour le délit continu reproché. | enkele burgerlijke rechtsvordering is tegen de provincie Brabant |
L'action publique elle-même est prescrite. La thèse n'aurait ainsi | ingesteld wegens het ten laste gelegde voortgezette wanbedrijf. De |
même plus d'intérêt dans le cadre d'un litige puisque toute | strafvordering zelf is verjaard. De stelling zou aldus zelfs geen |
prescription qui résulterait du raisonnement suivi est acquise. | belang meer hebben in het kader van een geschil vermits elke verjaring |
die uit de gevolgde redenering zou voortvloeien verkregen is. | |
- B - | - B - |
B.1. Le juge a quo considère que lorsque l'administration provinciale | B.1. De verwijzende rechter is van oordeel dat wanneer het |
applique de manière incorrecte une règle en matière de rémunération, | provinciebestuur een verloningsregel onjuist toepast, het een fout |
elle commet une faute au sens de l'article 1382 du Code civil et il | begaat in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek en stelt |
pose la question de savoir s=il est compatible avec les articles 10 et | de vraag of het bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de |
11 de la Constitution que l'action intentée par le fonctionnaire | Grondwet dat de rechtsvordering die de provinciale ambtenaar tegen de |
provincial contre la province en vue de récupérer la rémunération qui | provincie instelt tot recuperatie van het hem toekomende loon verjaart |
lui revient soit prescrite par cinq ans, alors que la même action | met vijf jaar, terwijl eenzelfde vordering ingesteld tegen een |
intentée contre un employeur particulier est prescrite par trente ans. | particuliere werkgever verjaart met dertig jaar. |
B.2. Aux termes de l'article 15 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, les actions naissant du contrat sont prescrites un an après la cessation de celui-ci ou cinq ans après le fait qui a donné naissance à l'action, sans que ce dernier délai puisse excéder un an après la cessation du contrat. La distinction sur laquelle le juge a quo estime pouvoir fonder sa question paraît donc inexistante. Il n'appartient toutefois pas à la Cour de substituer son interprétation des normes applicables à celle du juge a quo. La Cour examinera si la disposition litigieuse, dans l'interprétation donnée, | B.2. Naar luid van artikel 15 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten verjaren de rechtsvorderingen die uit de arbeidsovereenkomst ontstaan, één jaar na het eindigen van deze overeenkomst of vijf jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan, zonder dat deze termijn één jaar na het eindigen van deze overeenkomst mag overschrijden. Het onderscheid waarop de verwijzende rechter zijn vraag meent te kunnen gronden, lijkt derhalve niet te bestaan. Het staat evenwel niet aan het Hof om zijn eigen interpretatie van de toepasselijke normen in de plaats te stellen van die van de verwijzende rechter. Het Hof zal onderzoeken of de betwiste bepaling, |
est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. | in de gegeven interpretatie, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 |
van de Grondwet. | |
B.3. Il se déduit des faits qui sont à l'origine du litige que la Cour | B.3. Uit de feiten die tot het geschil hebben geleid vloeit voort dat |
het Hof wordt ondervraagd over de vijfjarige verjaring in zoverre zij | |
est interrogée sur la prescription quinquennale en ce qu'elle | van toepassing is op vorderingen tot schadevergoeding gegrond op |
s'applique à des demandes d'indemnisation fondées sur l'article 1382 | artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, met de bijzondere |
du Code civil, avec la particularité que la faute sur laquelle repose | omstandigheid dat de fout waarop de vordering tot schadevergoeding |
la demande d'indemnisation consiste en une inégalité de traitement | berust, bestaat in een ongelijke verloning van de werknemers. |
entre travailleurs. | Het Hof dient zich dus uit te spreken over de grondwettigheid van de |
La Cour doit donc se prononcer sur la constitutionnalité des normes | betwiste normen enkel in zoverre zij van toepassing zijn op die |
litigieuses en ce qu'elles s'appliquent à cette catégorie d'actions en | categorie van vorderingen tot schadevergoeding en in zoverre de |
indemnisation et en ce que le délai de prescription serait de cinq ans | verjaringstermijn vijf jaar zou bedragen voor door de provincie |
pour un dommage causé par la province et de trente ans pour un dommage | berokkende schade en dertig jaar voor door particuliere werkgevers |
causé par des employeurs privés. | berokkende schade. |
B.4. En soumettant à la prescription quinquennale les actions dirigées | B.4. Door de vorderingen gericht tegen de Staat of de provincie aan de |
contre l'Etat ou la province, le législateur a pris une mesure en | vijfjarige verjaring te onderwerpen, heeft de wetgever een maatregel |
rapport avec le but poursuivi qui est de permettre de clôturer les | genomen die in verband staat met het nagestreefde doel dat erin |
comptes de l'Etat ou de la province dans un délai raisonnable. Il a en | bestaat de rekeningen van de Staat binnen een redelijke termijn af te |
effet considéré qu'une telle mesure était indispensable, parce qu'il | sluiten. Er werd immers geoordeeld dat een dergelijke maatregel |
faut que l'Etat ou la province puisse, à une époque déterminée, | noodzakelijk was omdat de Staat of de provincie op een bepaald |
arrêter ses comptes : c'est une prescription d'ordre public et | ogenblik zijn of haar rekeningen moet kunnen afsluiten : het is een |
nécessaire au point de vue d'une bonne comptabilité (Pasin. 1846, p. 287). | verjaring van openbare orde, die noodzakelijk is in het licht van een goede comptabiliteit (Pasin. 1846, p. 287). |
B.5. Dans son arrêt n° 32/96, la Cour a considéré, en ce qui concerne | B.5. In zijn arrest nr. 32/96 heeft het Hof, ten aanzien van de |
l'application de la prescription quinquennale aux réclamations | toepassing van de vijfjarige verjaring op vorderingen die waren |
introduites par les personnes dont les immeubles ont été endommagés | ingediend door personen wier onroerende goederen werden beschadigd |
par des travaux exécutés par l'Etat, que cette mesure n'apparaissait | door werken uitgevoerd door de Staat, geoordeeld dat die maatregel |
pas raisonnablement justifiée : « A il s'agit en effet de créances | niet redelijk verantwoord was : "Het gaat immers om schuldvorderingen |
nées d'un préjudice qui peut n'apparaître que plusieurs années après | die zijn ontstaan uit een nadeel dat pas aan de oppervlakte kan komen |
que les travaux ont été exécutés. Les réclamations tardives | talrijke jaren nadat de werken werden uitgevoerd. De laattijdige |
s'expliquent, le plus souvent, non par la négligence du créancier mais | klachten vinden hun verklaring meestal niet in de nalatigheid van de |
par l'apparition tardive du dommage » (considérant B.17 de l'arrêt n° | schuldeiser, maar in het feit dat de schade zich laattijdig |
32/96 du 15 mai 1996). Ce raisonnement ne peut être appliqué à des créances ayant pour objet de réparer un préjudice qui, comme en l'espèce, est causé par la décision, qualifiée de fautive, de rémunérer inégalement des travailleurs. L'hypothèse examinée concerne des actions qui résultent d'une relation de travail existant entre la province et des membres de son personnel dont les droits et obligations sont fixés préalablement dans un ensemble de règles statutaires ayant fait l'objet d'une publicité et dont chacun est censé connaître la portée. En soumettant de telles actions à la prescription quinquennale, le législateur a pris une mesure qui n'est pas disproportionnée par rapport à l'objectif poursuivi. La question appelle dès lors une réponse négative. Par ces motifs, | manifesteert" (overweging B.17 van het arrest nr. 32/96 van 15 mei 1996). Die redenering kan niet worden doorgetrokken tot schuldvorderingen die tot doel hebben een nadeel te herstellen dat, zoals te dezen, wordt veroorzaakt door een als foutief gekwalificeerde beslissing om werknemers ongelijk te verlonen. De voorliggende hypothese betreft vorderingen die voortvloeien uit een bestaande arbeidsverhouding tussen de provincie en leden van haar personeel wier rechten en verplichtingen voorafgaandelijk zijn vastgelegd in een geheel van statutaire regelen die zijn bekendgemaakt en waarvan een ieder geacht kan worden de draagwijdte te kennen. Door dergelijke vorderingen aan de vijfjarige verjaring te onderwerpen, heeft de wetgever een maatregel genomen die niet onevenredig is met het nagestreefde doel. De vraag dient bijgevolg ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit : | zegt voor recht : |
L'article 34 de la loi du 15 mai 1846 sur la comptabilité de l'Etat et | Artikel 34 van de wet van 15 mei 1846 op de Rijkscomptabiliteit en |
l'article 1er de la loi du 6 février 1970 relative à la prescription | artikel 1 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van |
des créances à charge ou au profit de l'Etat et des provinces ne | schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de |
violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que ces | provinciën schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in |
dispositions soumettent à la prescription quinquennale les créances | zoverre die bepalingen de schadevergoedingsschuldvorderingen ten laste |
d'indemnité à l'égard d'une province, nées à la suite d'une faute de | van een provincie, ontstaan als gevolg van een door haar begane fout |
celle-ci consistant en une inégalité de traitement entre travailleurs, | die bestaat in een ongelijke verloning van de werknemers, aan de |
vijfjarige verjaring onderwerpen, terwijl dergelijke schuldvorderingen | |
alors que de telles créances seraient soumises à la prescription | aan de dertigjarige verjaring zouden zijn onderworpen wanneer het |
trentenaire lorsque le préjudice est imputable à un employeur privé. | nadeel aan een privé-werkgever wordt toegeschreven. |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 20 janvier 1999. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 20 januari 1999. |
Président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | P. Potoms. |