← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
arrêt du 2 février 1999 en cause de la s.a. Espérance et bonne fortune contre la s.a. Charbonnage du
Bonnier, R. Patar, D. Buly, M. Mattart, J. Deru « 1. L'article 58 des lois du 21 avril 1810, 2 mai 1837 et 5 juin 1911, coordonnées
par l'arrêté ro(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 2 février 1999 en cause de la s.a. Espérance et bonne fortune contre la s.a. Charbonnage du Bonnier, R. Patar, D. Buly, M. Mattart, J. Deru « 1. L'article 58 des lois du 21 avril 1810, 2 mai 1837 et 5 juin 1911, coordonnées par l'arrêté ro(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 2 februari 1999 in zake de n.v. Espérance et bonne fortune tegen de n.v. Charbonnage du Bonnier, R. Patar, D. Buly, M. Mattart, J. « 1. Schendt artikel 58 van de wetten van 21 april 1810, 2 mei 1837 en 5 juni 1911, gecoördineerd b(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt du 2 février 1999 en cause de la s.a. Espérance et bonne | Bij arrest van 2 februari 1999 in zake de n.v. Espérance et bonne |
fortune contre la s.a. Charbonnage du Bonnier, R. Patar, D. Buly, M. | fortune tegen de n.v. Charbonnage du Bonnier, R. Patar, D. Buly, M. |
Mattart, J. Deru et M. Doudane, dont l'expédition est parvenue au | Mattart, J. Deru en M. Doudane, waarvan de expeditie ter griffie van |
greffe de la Cour d'arbitrage le 5 février 1999, la Cour d'appel de | het Arbitragehof is ingekomen op 5 februari 1999, heeft het Hof van |
Mons a posé les questions préjudicielles suivantes : | Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 58 des lois du 21 avril 1810, 2 mai 1837 et 5 juin | « 1. Schendt artikel 58 van de wetten van 21 april 1810, 2 mei 1837 en |
1911, coordonnées par l'arrêté royal du 15 septembre 1919, sur les | 5 juni 1911, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 15 september |
mines, minières et carrières (tel qu'il était en vigueur, en ce qui | 1919, op de mijnen, groeven en graverijen (zoals het, wat de mijnen |
concerne les mines, avant son abrogation par l'article 70 du décret de | betreft, van kracht was vóór de afschaffing ervan bij artikel 70 van |
la Région wallonne du 7 juillet 1988), viole-t-il les articles 10 et | het decreet van het Waalse Gewest van 7 juli 1988), de artikelen 10 en |
11 de la Constitution en tant qu'il est interprété comme excluant - à | 11 van de Grondwet in zoverre het in die zin wordt geïnterpreteerd dat |
l'encontre du concessionnaire d'une mine - l'application de l'article | het - ten aanzien van de concessionaris van een mijn - de toepassing |
1386 du Code civil, alors qu'en vertu de cette dernière disposition, ' | van artikel 1386 van het Burgerlijk Wetboek uitsluit, terwijl |
krachtens die bepaling ' de eigenaar van een gebouw [...] | |
le propriétaire d'un bâtiment est responsable du dommage causé par sa | aansprakelijk [is] voor de schade door de instorting ervan |
ruine, lorsqu'elle est arrivée par une suite du défaut d'entretien ou | veroorzaakt, wanneer deze te wijten is aan verzuim van onderhoud of |
par le vice de sa construction ' ? | aan een gebrek in de bouw ' ? |
2. L'article 58 des lois du 21 avril 1810, 2 mai 1837 et 5 juin 1911, | 2. Schendt artikel 58 van de wetten van 21 april 1810, 2 mei 1837 en 5 |
coordonnées par l'arrêté royal du 15 septembre 1919, sur les mines, | juni 1911, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 15 september |
minières et carrières (tel qu'il était en vigueur, en ce qui concerne | 1919, op de mijnen, groeven en graverijen (zoals het, wat de mijnen |
les mines, avant son abrogation par l'article 70 du décret de la | betreft, van kracht was vóór de afschaffing ervan bij artikel 70 van |
Région wallonne du 7 juillet 1988), viole-t-il les articles 10 et 11 | het decreet van het Waalse Gewest van 7 juli 1988), de artikelen 10 en |
de la Constitution en tant qu'il est interprété comme excluant - à | 11 van de Grondwet in zoverre het in die zin wordt geïnterpreteerd dat |
l'encontre du concessionnaire d'une mine - l'application de l'article | het - ten aanzien van de concessionaris van een mijn - de toepassing |
1384 du Code civil, alors qu'en vertu de cette dernière disposition, ' | van artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek uitsluit, terwijl |
krachtens die bepaling, ' men [...] aansprakelijk [is voor] de zaken | |
on est responsable des choses que l'on a sous sa garde ' ? » | die men onder zijn bewaring heeft ' ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1614 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1614 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt du 27 janvier 1999 en cause du ministère public et de l'Etat | Bij arrest van 27 januari 1999 in zake het openbaar ministerie en de |
belge contre L. Lemmens, dont l'expédition est parvenue au greffe de | Belgische Staat tegen L. Lemmens, waarvan de expeditie ter griffie van |
la Cour d'arbitrage le 5 février 1999, la Cour militaire a posé la | het Arbitragehof is ingekomen op 5 februari 1999, heeft het Militair |
question préjudicielle suivante : | Gerechtshof de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 93 de la loi du 20 mai 1994 relative aux statuts du | « Is artikel 93 van de wet van 20 mei 1994 inzake de rechtstoestanden |
personnel militaire, en ce qu'il subordonne la recevabilité de | van het militair personeel, in zoverre het de ontvankelijkheid van de |
l'action en justice de l'Etat contre un militaire à la formulation | rechtsvordering van de Staat tegen een militair ondergeschikt maakt |
d'une offre transactionnelle préalable, est-il conforme aux articles | aan de voorafgaande formulering van een aanbod tot dading, in |
10, 11 et 13 de la Constitution ? » | overeenstemming met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1615 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1615 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt du 15 février 1999 en cause du ministère public, du ministre | Bij arrest van 15 februari 1999 in zake het openbaar ministerie, de |
des Finances, de la société de droit allemand Fina Deutschland GmbH, | Minister van Financiën, de vennootschap naar Duits recht Fina |
de la société de droit allemand Geschwister Stevens GmbH, de la s.a. | Deutschland GmbH, de vennootschap naar Duits recht Geschwister Stevens |
Frans Maas Belgium et de la société de droit allemand Frans Maas | GmbH, de n.v. Frans Maas Belgium en de vennootschap naar Duits recht |
Internationale Spediteure GmbH contre J. Boersma, Jacobus Jansen, | Frans Maas Internationale Spediteure GmbH tegen J. Boersma, Jacobus |
Jozef Jansen, F. de Kerchove d'Exaerde, J. Ryde, P. Piessens, A. | Jansen, Jozef Jansen, F. de Kerchove d'Exaerde, J. Ryde, P. Piessens, |
Geudens, S. Loonstra, T. Goedeme, D. Rombouts, P. De Sterck, la | A. Geudens, S. Loonstra, T. Goedeme, D. Rombouts, P. De Sterck, de |
s.p.r.l. Goosens-Van der Heyden et la s.p.r.l. Olympic Oil, dont | b.v.b.a. Goosens-Van der Heyden en de n.v. Olympic Oil, waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 19 | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 19 februari |
février 1999, la Cour d'appel de Gand a posé la question préjudicielle | 1999, heeft het Hof van Beroep te Gent de prejudiciële vraag gesteld « |
de savoir si « les articles 267 et suivants, soit le chapitre XXV de | of de artikelen 267 en volgende, zijnde hoofdstuk XXV van de Algemene |
la loi générale du 18 juillet 1977 relative aux douanes et accises | Wet van 18 juli 1977 inzake Douane en Accijnzen, de artikelen 10 en 11 |
violent les articles 10 et 11 de la Constitution au motif que, | van de Grondwet schenden omdat de strafvordering en de |
contrairement à l'action publique et à la procédure pénale en général, | strafrechtspleging inzake Douane en Accijnzen, in tegenstelling met de |
l'action publique et la procédure pénale en matière de douanes et | strafvordering en de strafrechtspleging in het algemeen, geen |
accises ne garantissent aucune indépendance au prévenu-administré, | onafhankelijkheid waarborgen aan de verdachte-geadministreerde, gezien |
puisque l'Administration des douanes et accises fait office : | de Administratie der douane en accijnzen fungeert als : |
- d'enquêteur; | - onderzoeker; |
- de partie poursuivante; | - tevens vervolgende partij is; |
- et surabondamment d'intéressée, bénéficiaire de droits, à acquitter, | - en ten overvloede belanghebbende, begunstigde van rechten is, bij |
en cas de condamnation, par la partie poursuivie ? » | veroordeling te kwijten door de vervolgde partij ». |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1623 du rôle de la Cour et a | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1623 van de rol van het Hof en |
été jointe à l'affaire portant le numéro 1447 du rôle. | werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 1447. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 1er | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 1 maart 1999 |
mars 1999 et parvenue au greffe le 2 mars 1999, le Conseil des | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 2 maart |
ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, a introduit un recours en | 1999, heeft de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, beroep tot |
annulation de l'article 103 du décret de la Communauté flamande du 14 | vernietiging ingesteld van artikel 103 van het decreet van de Vlaamse |
juillet 1998 relatif à l'enseignement IX (publié au Moniteur belge du | Gemeenschap van 14 juli 1998 betreffende het onderwijs IX |
29 août 1998), pour cause de violation des règles qui sont établies | (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 augustus 1998), |
par la Constitution ou en vertu de celle-ci pour déterminer les | wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn |
compétences respectives de l'Etat, des communautés et des régions. | vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de |
Staat, de gemeenschappen en de gewesten. | |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1633 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1633 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |