← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
arrêt du 18 décembre 1998 en cause du ministère public et de l'Etat belge contre M.-S. Neirynck, dont
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour « 1. En ce qu'ils rendent impossible l'application
par la cour de céans des dispositions de la loi (...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par arrêt du 18 décembre 1998 en cause du ministère public et de l'Etat belge contre M.-S. Neirynck, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour « 1. En ce qu'ils rendent impossible l'application par la cour de céans des dispositions de la loi (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 18 december 1998 in zake het openbaar ministerie en de Belgische Staat tegen M.-S. Neirynck, waarvan de expeditie ter griffie van h « 1. Schenden artikel 41 van het koninklijk besluit van 3 april 1953 tot samenordening van de wetsb(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt du 18 décembre 1998 en cause du ministère public et de | Bij arrest van 18 december 1998 in zake het openbaar ministerie en de |
l'Etat belge contre M.-S. Neirynck, dont l'expédition est parvenue au | Belgische Staat tegen M.-S. Neirynck, waarvan de expeditie ter griffie |
greffe de la Cour d'arbitrage le 22 décembre 1998, la Cour d'appel de | van het Arbitragehof is ingekomen op 22 december 1998, heeft het Hof |
Mons a posé les questions préjudicielles suivantes : | van Beroep te Bergen de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. En ce qu'ils rendent impossible l'application par la cour de | « 1. Schenden artikel 41 van het koninklijk besluit van 3 april 1953 |
tot samenordening van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van | |
céans des dispositions de la loi du 29 juin 1964 relative au sursis, à | gegiste dranken en artikel 20, § 2, van de wet 29 juni 1964 |
betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 | |
la suspension du prononcé et à la probation, à la peine prévue par | en 11 van de Grondwet doordat zij de toepassing, door dit Hof, van de |
l'article 35, § 1er, de l'arrêté royal de coordination du 3 avril 1953 | bepalingen van de genoemde wet op de straf bepaald in artikel 35, § 1, |
van het genoemde koninklijk besluit onmogelijk maken; | |
sur les débits de boissons fermentées, l'article 41 dudit arrêté royal | 2. Schendt artikel 30 van de wet van 28 december 1983 betreffende het |
du 3 avril 1953 et l'article 20, § 2, de la loi du 29 juin 1964 | verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht de |
violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution; | artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het de toepassing, door dit |
2. En ce qu'il rend impossible l'application par la cour de céans, des | |
dispositions de la loi du 29 juin 1964 relative au sursis, à la | Hof, van de bepalingen van de wet van 29 juni 1964 betreffende de |
suspension du prononcé et à la probation, à la peine prévue par | opschorting, het uitstel en de probatie op de straf bepaald in artikel |
l'article 25, § 1er, de la loi du 28 décembre 1983 sur le débit de | 25, § 1, van de genoemde wet van 28 december 1983 onmogelijk maakt ? |
boissons spiritueuses et la taxe de patente, l'article 30 de ladite | |
loi du 28 décembre 1983 viole-t-il les articles 10 et 11 de la | |
Constitution ? ». | ». |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1577 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1577 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |