← Retour vers "Arrêt n° 120/98 du 3 décembre 1998 Numéro du rôle : 926 En cause : le recours en
annulation de l'article 4, § 2, du décret de la Communauté flamande du 5 avril 1995 modifiant
le décret du 12 juin 1991 relatif aux universités dans la Comm La Cour d'arbitrage, composée
des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...)"
Arrêt n° 120/98 du 3 décembre 1998 Numéro du rôle : 926 En cause : le recours en annulation de l'article 4, § 2, du décret de la Communauté flamande du 5 avril 1995 modifiant le décret du 12 juin 1991 relatif aux universités dans la Comm La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. Martens(...) | Arrest nr. 120/98 van 3 december 1998 Rolnummer 926 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 4, § 2, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 5 april 1995 « tot wijziging van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de uni Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters P. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 120/98 du 3 décembre 1998 | Arrest nr. 120/98 van 3 december 1998 |
Numéro du rôle : 926 | Rolnummer 926 |
En cause : le recours en annulation de l'article 4, § 2, du décret de | In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 4, § 2, van het |
la Communauté flamande du 5 avril 1995 modifiant le décret du 12 juin | decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 5 april 1995 « tot wijziging |
1991 relatif aux universités dans la Communauté flamande, portant sur | van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de |
l'organisation d'une formation spécifique en médecine générale et sur | Vlaamse Gemeenschap om de organisatie van een specifieke opleiding in |
d'autres dispositions relatives aux universités, introduit par | de huisartsgeneeskunde te organiseren, en andere bepalingen |
l'a.s.b.l. Fédération belge des chambres syndicales de médecins. | betreffende de universiteiten », ingesteld door de v.z.w. Belgisch |
Verbond der Syndicale Artsenkamers. | |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges P. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
Martens, G. De Baets, E. Cerexhe, A. Arts et R. Henneuse, assistée du | rechters P. Martens, G. De Baets, E. Cerexhe, A. Arts en R. Henneuse, |
greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet du recours | I. Onderwerp van het beroep |
Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 26 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 26 januari |
janvier 1996 et parvenue au greffe le 29 janvier 1996, l'a.s.b.l. | 1996 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 29 |
Fédération belge des chambres syndicales de médecins, dont le siège | januari 1996, heeft de v.z.w. Belgisch Verbond der Syndicale |
social est établi à 1050 Bruxelles, chaussée de Boondael 6, a | Artsenkamers, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, |
introduit un recours en annulation de l'article 4, § 2, du décret de | Boondaalsesteenweg 6, beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 4, |
la Communauté flamande du 5 avril 1995 modifiant le décret du 12 juin | § 2, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 5 april 1995 « tot |
1991 relatif aux universités dans la Communauté flamande, portant sur | wijziging van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de |
universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap om de organisatie van een | |
l'organisation d'une formation spécifique en médecine générale et sur | specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde te organiseren, en |
d'autres dispositions relatives aux universités (publié au Moniteur | andere bepalingen betreffende de universiteiten » (bekendgemaakt in |
belge du 29 juillet 1995). | het Belgisch Staatsblad van 29 juli 1995). |
II. La procédure | II. De rechtspleging |
Par arrêt n° 6/97 du 19 février 1997, publié au Moniteur belge du 4 | Bij arrest nr. 6/97 van 19 februari 1997, bekendgemaakt in het |
mars 1997, la Cour a posé à la Cour de justice des Communautés | Belgisch Staatsblad van 4 maart 1997, heeft het Hof drie prejudiciële |
européennes trois questions préjudicielles. | vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese |
Gemeenschappen. | |
Cet arrêt a été notifié aux parties ainsi qu'à leurs avocats par | Van dat arrest is kennisgegeven aan de partijen alsmede aan hun |
lettres recommandées à la poste le 21 février 1997. | advocaten bij op 21 februari 1997 ter post aangetekende brieven. |
Cet arrêt a également été envoyé à la Cour de justice des Communautés | Dat arrest is eveneens overgezonden aan het Hof van Justitie van de |
européennes par lettre du 27 février 1997. | Europese Gemeenschappen bij brief van 27 februari 1997. |
Par arrêt du 16 juillet 1998, la Cour de justice des Communautés | Bij arrest van 16 juli 1998 heeft het Hof van Justitie van de Europese |
européennes a répondu aux questions. | Gemeenschappen geantwoord op de prejudiciële vragen. |
Le délai prévu à l'article 109 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | De termijn waarin artikel 109 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 |
sur la Cour d'arbitrage a été suspendu pendant la durée de la | op het Arbitragehof voorziet, werd opgeschort tijdens de duur van de |
procédure devant la Cour de justice des Communautés européennes. | rechtspleging voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. |
Par ordonnance du 23 septembre 1998, la Cour a déclaré l'affaire en | Bij beschikking van 23 september 1998 heeft het Hof de zaak in |
état et fixé l'audience au 21 octobre 1998 après avoir invité les | gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 21 |
oktober 1998, na de partijen te hebben uitgenodigd, indien ze zulks | |
nuttig achten, een aanvullende memorie in te dienen over de weerslag | |
parties à introduire, si elles l'estimaient utile, un mémoire | die het op 16 juli 1998 door het Hof van Justitie van de Europese |
complémentaire sur l'incidence que pourrait avoir sur le recours | Gemeenschappen gewezen arrest op het beroep zou kunnen hebben, en dit |
l'arrêt rendu par la Cour de justice des Communautés européennes le 16 | uiterlijk op vrijdag 16 oktober 1998. |
juillet 1998, et ce le vendredi 16 octobre 1998 au plus tard. | |
Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats | Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten |
par lettres recommandées à la poste le 24 septembre 1998. | bij op 24 september 1998 ter post aangetekende brieven. |
A l'audience publique du 21 octobre 1998 : | Op de openbare terechtzitting van 21 oktober 1998 : |
- ont comparu : | - zijn verschenen : |
. Me E. Thiry, avocat au barreau de Bruxelles, pour la partie | . Mr. E. Thiry, advocaat bij de balie te Brussel, voor de verzoekende |
requérante; | partij; |
. Me T. Balthazar, avocat au barreau de Gand, pour le Conseil des | . Mr. T. Balthazar, advocaat bij de balie te Gent, voor de |
ministres; | Ministerraad; |
. Me F. Liebaut loco Me P. Devers, avocats au barreau de Gand, pour le | . Mr. F. Liebaut loco Mr. P. Devers, advocaten bij de balie te Gent, |
Gouvernement flamand; | voor de Vlaamse Regering; |
. Me J. Bourtembourg, avocat au barreau de Bruxelles, pour le | . Mr. J. Bourtembourg, advocaat bij de balie te Brussel, voor de |
Gouvernement de la Communauté française; | Franse Gemeenschapsregering; |
- les juges-rapporteurs P. Martens et G. De Baets ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en G. De Baets verslag uitgebracht; |
- les avocats précités ont été entendus; | - zijn de voornoemde advocaten gehoord; |
- l'affaire a été mise en délibéré. | - is de zaak in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
III. En droit | III. In rechte |
- A - | - A - |
A.1. Par son arrêt n° 6/97 du 19 février 1997, la Cour a rejeté les | A.1. Bij zijn arrest nr. 6/97 van 19 februari 1997 heeft het Hof de |
exceptions d'irrecevabilité relatives à l'intérêt de la requérante, | excepties van onontvankelijkheid in verband met het belang van de |
verzoekster verworpen, het onderwerp van het beroep omschreven en aan | |
circonscrit l'objet du recours et posé à la Cour de justice des | het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen de volgende vragen |
Communautés européennes les questions suivantes : | gesteld : |
« 1. L'article 31, paragraphe 1, a), de la Directive 93/16/CEE du | « 1. Moet artikel 31, lid 1, a), van de Richtlijn 93/16/EEG van de |
Conseil, du 5 avril 1993, visant à faciliter la libre circulation des | Raad van 5 april 1993 ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van |
médecins et la reconnaissance mutuelle de leurs diplômes, certificats | artsen en de onderlinge erkenning van hun diploma's, certificaten en |
et autres titres, lu en combinaison avec les articles 3 et 23 et avec | andere titels, in samenhang gelezen met de artikelen 3 en 23 en met de |
les autres dispositions du titre IV de cette directive, doit-il | overige bepalingen van titel IV van die richtlijn, in die zin worden |
s'interpréter en ce sens que la formation spécifique en médecine | geïnterpreteerd dat de specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde |
générale ne peut débuter qu'après que l'intéressé a obtenu, après au | pas kan worden aangevat nadat de betrokkene, na ten minste zes |
moins six années d'études, le diplôme visé à l'article 3 ? | studiejaren, het in artikel 3 bedoelde diploma heeft behaald ? |
2. L'article 31, paragraphe 1, d), de la même directive doit-il | 2. Moet artikel 31, lid 1, d), van dezelfde Richtlijn in die zin |
worden geïnterpreteerd dat het feit dat ' de kandidaat [...] | |
s'interpréter en ce sens que la « participation personnelle du | persoonlijk aan beroepsactiviteiten [dient] deel te nemen en in de |
candidat à l'activité professionnelle et aux responsabilités des | verantwoordelijkheden van degenen met wie hij werkt, te delen ' |
personnes avec lesquelles il travaille » implique que ce candidat | impliceert dat die kandidaat werkzaamheden van arts uitoefent die |
exerce des activités de médecin qui sont réservées aux titulaires des | voorbehouden zijn aan de houders van de diploma's vereist door de |
diplômes requis par les articles 2 et 3 de la directive ? | artikelen 2 en 3 van de richtlijn ? |
3. Dans l'affirmative, cette même disposition doit-elle s'interpréter | 3. Zo ja, moet diezelfde bepaling in die zin worden geïnterpreteerd |
en ce sens que le candidat devrait exercer des activités de médecin | dat de kandidaat reeds bij het begin van de specifieke opleiding in de |
dès le début de la formation spécifique en médecine générale, qu'il | huisartsgeneeskunde werkzaamheden van arts zou moeten uitoefenen, |
s'agisse de la formation à temps plein prévue par l'article 31 de la | ongeacht of het gaat om de voltijdse opleiding waarin artikel 31 van |
directive ou de la formation à temps partiel prévue par l'article 34 ? | de richtlijn voorziet, of om de deeltijdse opleiding waarin artikel 34 |
» | voorziet ? » |
A.2. Par son arrêt du 16 juillet 1998, la Cour de justice des | A.2. Bij zijn arrest van 16 juli 1998 heeft het Hof van Justitie van |
Communautés européennes a donné les réponses suivantes : | de Europese Gemeenschappen de volgende antwoorden gegeven : |
« 1. L'article 31, paragraphe 1, sous a), de la Directive 93/16/CEE du | « 1. Artikel 31, lid 1, sub a, van Richtlijn 93/16/EEG van de Raad van |
Conseil, du 5 avril 1993, visant à faciliter la libre circulation des | 5 april 1993 ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en |
de onderlinge erkenning van hun diploma's, certificaten en andere | |
médecins et la reconnaissance mutuelle de leurs diplômes, certificats | titels, stelt niet als voorwaarde voor de toegang tot de specifieke |
et autres titres, ne subordonne pas l'accès à la formation spécifique | opleiding in de huisartsgeneeskunde, dat de betrokkene reeds in het |
en médecine générale à l'obtention préalable du diplôme, certificat ou | bezit is van een diploma, certificaat of andere titel, als bedoeld in |
autre titre visé à l'article 3 de cette même directive. | artikel 3 van de richtlijn. |
2. La nature des activités que le candidat doit exercer au cours de la | 2. De aard van de werkzaamheden die de kandidaat in het kader van de |
formation spécifique en médecine générale en application de l'article | specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde overeenkomstig artikel |
31, paragraphe 1, sous d), de la Directive 93/16 ne suppose pas | 31, lid 1, sub d, van Richtlijn 93/16 moet uitoefenen, impliceert niet |
nécessairement qu'il ait obtenu un diplôme, certificat ou autre titre | noodzakelijkerwijs, dat hij vóór het begin van deze opleiding een |
visé à l'article 3 de cette même directive avant de commencer cette | diploma, certificaat of andere titel als bedoeld in artikel 3 van de |
formation. Il appartient aux Etats membres de déterminer si, et dans | richtlijn heeft behaald. Het staat aan de lidstaten om te bepalen of, |
quelle mesure, la participation du candidat en médecine générale à | en in welke mate, de deelneming van de kandidaat-huisarts aan de |
l'activité professionnelle et aux responsabilités des personnes avec | |
lesquelles il travaille au cours de sa formation implique qu'il soit | beroepsactiviteiten en de verantwoordelijkheden van degenen met wie |
en possession d'un diplôme, certificat ou autre titre visé à l'article | hij tijdens zijn opleiding samenwerkt, het bezit van een diploma, |
3 de ladite directive. » | certificaat of andere titel als bedoeld in artikel 3 van de richtlijn |
noodzakelijk maakt. » | |
- B - | - B - |
Quant au premier moyen invoqué par le Conseil des ministres | Ten aanzien van het eerste middel aangevoerd door de Ministerraad |
B.1.1. Par un premier moyen, le Conseil des ministres soutient qu'en | B.1.1. In een eerste middel betoogt de Ministerraad dat de |
exigeant que les étudiants suivant la formation spécifique en médecine | decreetgever, door te eisen dat de studenten die de specifieke |
générale exercent pendant deux ans la profession de médecin, le | opleiding in de huisartsgeneeskunde volgen, gedurende twee jaar het |
législateur décrétal dispose également que ces étudiants peuvent | beroep van arts uitoefenen, eveneens bepaalt dat die studenten dat |
exercer cette profession et, partant, fixe une condition d'accès à la | beroep mogen uitoefenen en, zodoende, een vestigingsvoorwaarde |
profession, alors que la réglementation des conditions d'accès à la | vaststelt, terwijl de regeling inzake vestigingsvoorwaarden aan de |
profession est réservée à l'Etat fédéral par l'article 6, § 1er, VI, | federale Staat is voorbehouden krachtens artikel 6, § 1, VI, vijfde |
alinéa 5, 6°, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes | lid, 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
institutionnelles, modifié par la loi spéciale du 8 août 1988. | instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988. |
B.1.2. La disposition attaquée est contenue dans le chapitre III du | B.1.2. De bestreden bepaling is opgenomen in hoofdstuk III van het |
décret du 12 juin 1991 relatif aux universités dans la Communauté | decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse |
flamande, qui règle notamment la structure de l'enseignement académique, les programmes de formation et le « volume des études », l'organisation des formations académiques et des formations académiques continuées, la durée des études et leur déroulement ainsi que l'obtention d'un grade académique à l'issue d'une formation académique, en l'espèce celle de médecin généraliste. Elle fait partie d'une réglementation relative à l'enseignement et, spécialement, à l'enseignement universitaire. B.1.3. Contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres, les dispositions attaquées ne règlent pas des conditions d'accès à la | Gemeenschap, waarin onder meer de structuur van het academisch onderwijs, de opleidingsprogramma's en de studieomvang, de organisatie van de academische opleidingen en de voortgezette academische opleidingen, de studieduur en het studieverloop alsook het verkrijgen van een academische graad na afloop van een academische opleiding, te dezen die van huisarts, worden geregeld. De bestreden bepaling maakt deel uit van een regeling die betrekking heeft op het onderwijs en, meer in het bijzonder, op het universitair onderwijs. B.1.3. In tegenstelling tot wat de Ministerraad betoogt, regelen de bestreden bepalingen geen vestigingsvoorwaarden in de zin van artikel |
profession au sens de l'article 6, § 1er, VI, alinéa 5, 6°, de la loi | 6, § 1, VI, vijfde lid, 6°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, |
spéciale du 8 août 1980, modifié par la loi spéciale du 8 août 1988. | gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988. |
La compétence attribuée par cette disposition au législateur fédéral | De door die bepaling aan de federale wetgever toegewezen bevoegdheid |
comprend le pouvoir de fixer des règles en matière d'accès à certaines professions, de fixer des règles générales ou des exigences de capacités propres à l'exercice de certaines professions et de protéger des titres professionnels. Il échet d'opérer une nette distinction entre une législation en matière d'enseignement, d'une part, et une réglementation de l'accès aux professions, d'autre part. La façon dont s'acquiert un diplôme ou un grade académique constitue une matière d'enseignement. Subordonner l'accès à une profession à la détention de tel diplôme ou grade académique, c'est régler les conditions d'accès à la profession. La disposition attaquée fixe une des conditions - à savoir une durée d'études de trois années - auxquelles le grade académique de médecin généraliste peut être obtenu. L'obtention de ce grade académique est le résultat de la réussite d'une formation académique. La disposition attaquée a donc bien pour objet une réglementation en matière d'enseignement et non en matière d'accès à la profession. B.1.4. Le premier moyen invoqué par le Conseil des ministres manque en droit. | omvat onder meer de bevoegdheid om regels vast te stellen inzake de toegang tot bepaalde beroepen, om algemene regels of bekwaamheidseisen voor te schrijven in verband met de uitoefening van sommige beroepen en om beroepstitels te beschermen. Er dient een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen de onderwijswetgeving, enerzijds, en een regeling van de toegang tot beroepen, anderzijds. Hoe men een diploma of een academische graad verkrijgt, is een onderwijsaangelegenheid. De toegang tot een beroep afhankelijk stellen van het bezit van een dergelijk diploma of een dergelijke academische graad, komt neer op het regelen van de vestigingsvoorwaarden. De bestreden bepaling stelt één van de voorwaarden vast - namelijk een studieomvang van drie jaar - waaronder de academische graad van huisarts kan worden verkregen. Het verkrijgen van die academische graad is het resultaat van het met succes beëindigen van een academische opleiding. De bestreden bepaling beoogt dus wel degelijk een regeling inzake onderwijs en niet een regeling inzake vestigingsvoorwaarden. B.1.4. Het eerste middel dat door de Ministerraad is aangevoerd, faalt naar recht. |
Quant au second moyen invoqué par le Conseil des ministres | Ten aanzien van het tweede middel aangevoerd door de Ministerraad |
B.2.1. Par un second moyen, le Conseil des ministres soutient que la | B.2.1. In een tweede middel betoogt de Ministerraad dat de bestreden |
disposition attaquée viole l'article 5, § 1er, I, 1°, a), de la loi | bepaling een schending inhoudt van artikel 5, § 1, I, 1°, a), van de |
spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, qui réserve à | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, |
la compétence fédérale la législation organique en matière de « | dat de organieke wetgeving betreffende de zorgverstrekking in en |
politique de dispensation de soins dans et au dehors des institutions | buiten de verplegingsinrichtingen aan de federale overheid |
de soins », cette législation organique incluant les conditions | voorbehoudt, aangezien die organieke wetgeving de voorwaarden voor de |
d'exercice de la médecine. Puisque les étudiants suivant la formation | uitoefening van de geneeskunde insluit. Vermits de studenten die de |
spécifique en médecine générale doivent exercer pendant deux ans la | specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde volgen, gedurende twee |
profession de médecin, ils seraient autorisés à accomplir des actes | jaar het beroep van arts moeten uitoefenen, zou hun worden toegestaan |
réservés aux praticiens de la médecine par l'arrêté royal n° 78 du 10 | handelingen te stellen die bij het koninklijk besluit nr. 78 van 10 |
november 1967 aan de beoefenaars van de geneeskunde worden | |
novembre 1967. | voorbehouden. |
B.2.2. La disposition attaquée n'affecte en aucune manière | B.2.2. De bestreden bepaling tast geenszins de juridische ordening aan |
l'ordonnancement juridique résultant de l'article 2, § 1er, de | die voortvloeit uit artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit nr. 78, |
l'arrêté royal n° 78, aux termes duquel « nul ne peut exercer l'art | naar luid waarvan « niemand [...] de geneeskunde [mag] uitoefenen die |
médical s'il n'est porteur du diplôme légal de docteur en médecine, | niet het wettelijk diploma bezit van doctor in de genees-, heel- en |
chirurgie et accouchements, obtenu conformément à la législation sur | verloskunde, dat werd behaald in overeenstemming met de wetgeving op |
la collation des grades académiques et le programme des examens | het toekennen van de academische graden en het programma van de |
universitaires ou, s'il n'en est légalement dispensé, et s'il ne | universitaire examens, of die niet wettelijk ervan vrijgesteld is, en |
réunit pas, en outre, les conditions imposées par l'article 7, § 1er | die bovendien de voorwaarden gesteld bij artikel 7, § 1 of § 2 niet |
ou § 2 ». Pour ce qui concerne la Communauté flamande, les mots « | vervult ». Wat de Vlaamse Gemeenschap betreft, dienen de woorden « |
diplôme [...] de docteur en médecine, chirurgie et accouchements, | diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde, dat werd |
obtenu conformément à la législation sur la collation des grades | behaald in overeenstemming met de wetgeving op het toekennen van de |
académiques et le programme des examens universitaires » doivent se | academische graden en het programma van de universitaire examens » |
sedert de inwerkingtreding van het decreet van 12 juni 1991 te worden | |
lire, depuis l'entrée en vigueur du décret du 12 juin 1991, « diplôme | gelezen als « diploma van arts, dat behaald werd overeenkomstig het |
de médecin, obtenu conformément au décret du 12 juin 1991 » (Cour | decreet van 12 juni 1991 » (Arbitragehof, arrest nr. 78/92, B.5.5). |
d'arbitrage, arrêt n° 78/92, B.5.5). | Het is krachtens de voormelde bepaling van het koninklijk besluit nr. |
C'est en vertu de la disposition précitée de l'arrêté royal n° 78 que | 78 dat de houders van de voormelde diploma's ertoe gemachtigd zijn |
les titulaires des diplômes précités sont habilités à poser des actes | medische handelingen te stellen. Om de redenen die zijn uiteengezet |
médicaux. Pour les motifs exposés en réponse au premier moyen invoqué | als antwoord op het eerste middel dat door de Ministerraad is |
par le Conseil des ministres, l'article 4, § 2, attaqué du décret du 5 | aangevoerd, beperkt het aangevochten artikel 4, § 2, van het decreet |
avril 1995 se borne à fixer un des aspects de l'organisation de la | van 5 april 1995 zich ertoe één van de aspecten van de organisatie van |
formation spécifique en médecine générale en Communauté flamande. | de specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde in de Vlaamse |
B.2.3. Sans doute le législateur décrétal autorise-t-il le | Gemeenschap vast te stellen. |
candidat-médecin généraliste à participer personnellement à l'activité | B.2.3. Wellicht staat de decreetgever de kandidaat-huisarts toe |
professionnelle et aux responsabilités des personnes avec lesquelles | persoonlijk deel te nemen aan de beroepsactiviteit en aan de |
il travaille, puisqu'il entend exécuter la directive européenne | verantwoordelijkheden van de personen met wie hij werkt, vermits hij |
précitée et que l'article 31, paragraphe 1er, sous d), de cette | de voormelde Europese richtlijn wil uitvoeren en artikel 31, lid 1, |
directive fait de cette participation personnelle une des conditions | sub d, van die richtlijn die persoonlijke deelname tot een van de |
auxquelles doit satisfaire la formation. | voorwaarden maakt waaraan de opleiding moet voldoen. |
Mais, contrairement à ce que soutient le Conseil des ministres, le | In tegenstelling tot wat de Ministerraad betoogt, heeft de |
législateur décrétal n'a pas réglé, ce faisant, une matière qui | decreetgever, zodoende, echter niet een aangelegenheid geregeld die |
ressortit à la sphère d'application de l'arrêté royal n° 78 et, partant, à la compétence réservée au législateur fédéral. La formation en médecine générale comporte nécessairement un stage au cours duquel le candidat doit apprendre à accomplir certains actes, sous la responsabilité d'un médecin. La participation personnelle exigée par la directive est inhérente à la notion de stage et elle fait partie de la formation que doit recevoir le candidat. Cette organisation n'excède pas la compétence du législateur décrétal puisque, pendant la première année de la formation spécifique en médecine générale, l'étudiant n'exerce pas l'art médical : il ne pourra le faire qu'après avoir obtenu le diplôme de médecin. Le second moyen invoqué par le Conseil des ministres ne peut être accueilli. Quant au moyen invoqué par la requérante B.3.1. Selon le moyen unique invoqué par la requérante, la disposition | tot de toepassingssfeer van het koninklijk besluit nr. 78 en, bijgevolg, tot de aan de federale wetgever voorbehouden bevoegdheid behoort. De opleiding in de huisartsgeneeskunde omvat noodzakelijkerwijze een stage tijdens welke de kandidaat bepaalde handelingen moet leren stellen onder de verantwoordelijkheid van een geneesheer. De in de richtlijn vereiste persoonlijke deelname is inherent aan het begrip stage en maakt deel uit van de opleiding die de kandidaat moet krijgen. Die organisatie overschrijdt niet de bevoegdheid van de decreetgever vermits, gedurende het eerste jaar van de specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde, de student de geneeskunde niet beoefent : hij zal dat pas kunnen doen nadat hij het diploma van geneesheer heeft behaald. Het tweede middel dat door de Ministerraad is aangevoerd, kan niet worden aangenomen. Ten aanzien van het middel aangevoerd door de verzoekster B.3.1. Volgens het enig middel dat door de verzoekende partij is aangevoerd, wijkt de bestreden bepaling af van de Richtlijn 93/16/EEG |
attaquée déroge à la Directive 93/16/CEE du 5 avril 1993 en ce que, | van 5 april 1993 doordat zij, in samenhang met het koninklijk besluit |
combinée avec l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 réservant aux | nr. 78 van 10 november 1967, dat aan de enkele houders van het diploma |
seuls titulaires du diplôme de médecin le droit de poser des actes | van arts het recht voorbehoudt om handelingen te stellen die tot de |
relevant de l'art de guérir, elle méconnaît l'obligation pour les | uitoefening van de geneeskunst behoren, de verplichting miskent, voor |
candidats qui suivent la formation spécifique en médecine générale de | de kandidaten die de specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde |
participer personnellement à l'activité professionnelle et aux | volgen, om persoonlijk deel te nemen aan de beroepsactiviteit en te |
responsabilités des personnes avec lesquelles ils travaillent, | delen in de verantwoordelijkheden van de personen met wie zij werken, |
obligation figurant à l'article 31, paragraphe 1er, sous d), de la | een verplichting die is vermeld in artikel 31, lid 1, sub d, van de |
directive. Il se créerait ainsi une discrimination entre les | richtlijn. Aldus zou een discriminatie in het leven worden geroepen |
communautés, seule la Communauté flamande violant la directive. | tussen de gemeenschappen, waarbij enkel de Vlaamse Gemeenschap de |
richtlijn schendt. | |
B.3.2. Selon le Gouvernement flamand, la Cour d'arbitrage n'est pas | B.3.2. Volgens de Vlaamse Regering is het Arbitragehof niet bevoegd om |
compétente pour examiner la conformité de la disposition attaquée à | de overeenstemming van de bestreden bepaling met het koninklijk |
l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 et à la Directive du 5 avril | besluit nr. 78 van 10 november 1967 en met de richtlijn van 5 april |
1993. | 1993 te onderzoeken. |
En outre, toujours selon ce Gouvernement, le moyen n'indique pas en | Bovendien, steeds volgens die Regering, geeft het middel niet aan |
quoi consiste la prétendue inégalité. La Communauté française n'a pas | waarin de vermeende ongelijkheid bestaat. De Franse Gemeenschap is ter |
encore légiféré en la matière, en manière telle que la discrimination | zake nog niet wetgevend opgetreden, zodat de aangevoerde discriminatie |
alléguée ne constituerait qu'une hypothèse d'avenir. | slechts een toekomsthypothese zou vormen. |
B.3.3. En tant que ce moyen est interprété comme invoquant directement | B.3.3. In zoverre dat middel in die zin wordt geïnterpreteerd dat |
la violation de l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 et de la | daarin rechtstreeks de schending wordt aangevoerd van het koninklijk |
directive du 5 avril 1993, il n'est pas recevable : aux termes de | besluit nr. 78 van 10 november 1967 en van de richtlijn van 5 april |
l'article 142 de la Constitution et de l'article 1er de la loi spéciale du 6 janvier 1989, la Cour d'arbitrage n'a pas la compétence de faire respecter de telles règles. B.3.4. La circonstance que la Communauté française n'a pas encore légiféré en la matière ne peut dispenser la Cour d'examiner le moyen en tant qu'il peut s'interpréter comme reprochant à la disposition attaquée d'avoir violé de manière discriminatoire l'obligation de respecter la directive européenne, les autres communautés étant tenues à cette obligation. B.3.5. Il ressort des réponses données par la Cour de justice des Communautés européennes aux questions que lui avait posées la Cour que, d'une part, l'accès à la formation spécifique en médecine générale n'est pas subordonné à l'obtention préalable du diplôme de médecin et que, d'autre part, la nature des activités que le candidat doit exercer au cours de sa formation ne suppose pas qu'il ait obtenu un tel diplôme. Il s'ensuit que les dispositions attaquées ne méconnaissent pas l'article 31, paragraphe 1, sous d), de la directive précitée et qu'elles ne dérogent donc pas à celle-ci. Le moyen manque en droit. B.4. En tant que le moyen critique l'existence de réglementations différentes dans la législation applicable en la matière dans chacune des communautés, il n'est pas fondé. Une différence de traitement dans des matières où les communautés et les régions disposent de compétences propres est en effet la conséquence possible de politiques distinctes permises par l'autonomie qui leur est accordée par la Constitution ou en vertu de celle-ci; une telle différence ne peut en | 1993, is het niet ontvankelijk : naar luid van artikel 142 van de Grondwet en van artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 heeft het Arbitragehof niet de bevoegdheid dergelijke regels te doen naleven. B.3.4. De omstandigheid dat de Franse Gemeenschap ter zake nog niet wetgevend is opgetreden, kan het Hof er niet van vrijstellen het middel te onderzoeken in zoverre het in die zin kan worden geïnterpreteerd dat het de bestreden bepaling verwijt dat het de verplichting om de Europese richtlijn in acht te nemen op discriminerende wijze heeft geschonden, terwijl de andere gemeenschappen gebonden zijn door die verplichting. B.3.5. Uit de antwoorden die door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen zijn gegeven op de vragen die door het Hof waren gesteld, blijkt, enerzijds, dat de toegang tot de specifieke opleiding in de huisartsgeneeskunde niet afhankelijk is van het voorafgaandelijk behalen van het diploma van arts en, anderzijds, dat de aard van de werkzaamheden die de kandidaat in het kader van zijn opleiding moet uitoefenen niet impliceert dat hij een dergelijk diploma heeft behaald. Daaruit volgt dat de bestreden bepalingen artikel 31, lid 1, sub d, van de voormelde richtlijn niet miskennen en dat zij dus niet daarvan afwijken. Het middel faalt naar recht. B.4. In zoverre in dat middel het bestaan wordt gekritiseerd van verschillende regelingen in de wetgeving die in elk van de gemeenschappen ter zake toepasselijk is, is het niet gegrond. Een verschillende behandeling in aangelegenheden waar de gemeenschappen en de gewesten over eigen bevoegdheden beschikken, is immers het mogelijk gevolg van een onderscheiden beleid, wat is toegelaten door de autonomie die hun door of krachtens de Grondwet is toegekend. Een zodanig verschil kan op zich niet geacht worden strijdig te zijn met |
soi être jugée contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Die autonomie zou geen |
Cette autonomie serait dépourvue de signification si le seul fait | betekenis hebben, mocht een verschil in behandeling tussen |
qu'il existe des différences de traitement entre les destinataires de règles s'appliquant à une même matière dans les diverses communautés et régions était jugé contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 3 décembre 1998. Le greffier, L. Potoms. Le président, | bestemmelingen van regels die in eenzelfde aangelegenheid in de verschillende gemeenschappen en gewesten toepasselijk zijn, als zodanig geacht worden strijdig te zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 3 december 1998. De griffier, L. Potoms. De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |