← Retour vers "Arrêt n° 62/97 du 28 octobre 1997 Numéros du rôle : 1022, 1023 et 1024 En cause :
la question préjudicielle relative à l'article 1 er , § 1 er , de
la loi du 1 er avril 1969 instituant un revenu garanti aux pe La Cour d'arbitrage, composée des présidents M.
Melchior et L. De Grève, et des juges H. Boel, L(...)"
Arrêt n° 62/97 du 28 octobre 1997 Numéros du rôle : 1022, 1023 et 1024 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1 er , § 1 er , de la loi du 1 er avril 1969 instituant un revenu garanti aux pe La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. Boel, L(...) | Arrest nr. 62/97 van 28 oktober 1997 Rolnummers 1022, 1023 en 1024 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1, § 1, van de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden, gesteld door de Arbeids Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de rechters H. (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Arrêt n° 62/97 du 28 octobre 1997 | Arrest nr. 62/97 van 28 oktober 1997 |
Numéros du rôle : 1022, 1023 et 1024 | Rolnummers 1022, 1023 en 1024 |
En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1er, § 1er, | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1, § 1, van de wet |
de la loi du 1er avril 1969 instituant un revenu garanti aux personnes | van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor |
âgées, posée par le Tribunal du travail de Bruxelles. | bejaarden, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel. |
La Cour d'arbitrage, | Het Arbitragehof, |
composée des présidents M. Melchior et L. De Grève, et des juges H. | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
Boel, L. François, P. Martens, J. Delruelle, G. De Baets, E. Cerexhe, | rechters H. Boel, L. François, P. Martens, J. Delruelle, G. De Baets, |
H. Coremans, A. Arts, R. Henneuse et M. Bossuyt, assistée du greffier | E. Cerexhe, H. Coremans, A. Arts, R. Henneuse en M. Bossuyt, |
L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Objet de la question préjudicielle | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Par chacun des jugements du 25 novembre 1996 en cause respectivement | Bij elk van de vonnissen van 25 november 1996 in zake respectievelijk |
de A. Hendricx, A. Paulis et J. Nagy contre l'Office national des | A. Hendricx, A. Paulis en J. Nagy tegen de Rijksdienst voor |
pensions, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour le | Pensioenen, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn |
9 décembre 1996, le Tribunal du travail de Bruxelles a posé la | ingekomen op 9 december 1996, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de |
question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 1er, § 1er, de la loi du 1er avril 1969 instituant un | « Is artikel 1, § 1, van de wet van 1 april 1969 tot instelling van |
revenu garanti aux personnes âgées est-il contraire aux articles 10 et | een gewaarborgd inkomen voor bejaarden strijdig met de artikelen 10 en |
11 de la Constitution belge, coordonnée le 17 février 1994, en ce | 11 van de Belgische Grondwet, gecoördineerd op 17 februari 1994, |
qu'il admet le bénéfice du revenu garanti pour les femmes âgées de | doordat het het voordeel van het gewaarborgd inkomen voor de vrouwen |
moins de 60 ans, alors qu'il n'admet pas ce même bénéfice pour les | van minder dan 60 jaar erkent terwijl het datzelfde voordeel niet |
hommes âgés de 60 à 65 ans ? » | erkent voor de mannen van 60 tot 65 jaar ? » |
II. Les faits et la procédure antérieure | II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil |
Alphonse Hendrickx, André Paulis et Janos Nagy ont introduit, devant | Alphonse Hendricx, André Paulis en Janos Nagy hebben voor de |
le Tribunal du travail de Bruxelles, un recours contre les décisions | Arbeidsrechtbank te Brussel een beroep ingesteld tegen de beslissingen |
par lesquelles l'Office national des pensions refusait de les faire | waarbij de Rijksdienst voor Pensioenen weigerde hen het voordeel van |
bénéficier de la loi du 1er avril 1969 instituant un revenu garanti | de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen |
aux personnes âgées. Leur demande ayant été introduite avant le | voor bejaarden te laten genieten. Aangezien hun verzoek was ingediend |
premier jour du mois précédant d'une année celui au cours duquel ils | vóór de eerste dag van de maand die één jaar voorafgaat aan de maand |
atteindront l'âge de 65 ans, l'Office estima qu'ils ne remplissaient | waarin zij de leeftijd van 65 jaar zullen bereiken, was de Rijksdienst |
pas la condition imposée par l'article 1er, § 1er de la loi. | van oordeel dat zij niet aan de in artikel 1, § 1, van de wet vereiste |
voorwaarde voldeden. | |
Par trois jugements du 25 novembre 1996, la onzième chambre du | Bij drie vonnissen van 25 november 1996, heeft de elfde kamer van de |
Tribunal du travail de Bruxelles a posé, en des termes identiques, la | Arbeidsrechtbank te Brussel in dezelfde bewoordingen de voormelde |
question préjudicielle précitée. | prejudiciële vraag gesteld. |
III. La procédure devant la Cour | III. De rechtspleging voor het Hof |
Par ordonnances du 9 décembre 1996, le président en exercice a désigné | Bij beschikkingen van 9 december 1996 heeft de voorzitter in functie |
les juges du siège pour chacune des affaires conformément aux articles | voor ieder van de zaken de rechters van de zetel aangewezen |
58 et 59 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage. | overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 |
januari 1989 op het Arbitragehof. | |
Les juges-rapporteurs ont estimé n'y avoir lieu de faire application | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
des articles 71 ou 72 de la loi organique. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
Par ordonnance du 7 janvier 1997, la Cour réunie en séance plénière a | Bij beschikking van 7 januari 1997 heeft het Hof in voltallige zitting |
joint les affaires. | de zaken samengevoegd. |
Les décisions de renvoi ont été notifiées conformément à l'article 77 | Van de verwijzingsbeslissingen is kennisgegeven overeenkomstig artikel |
de la loi organique, par lettres recommandées à la poste le 13 janvier | 77 van de organieke wet bij op 13 januari 1997 ter post aangetekende |
1997; l'ordonnance de jonction a été notifiée par les mêmes lettres. | brieven; bij dezelfde brieven is kennisgegeven van de beschikking tot |
L'avis prescrit par l'article 74 de la loi organique a été publié au | samenvoeging. Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
Moniteur belge du 15 janvier 1997. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 15 januari 1997. |
Des mémoires ont été introduits par : | Memories zijn ingediend door : |
- A. Hendricx, rue des Commerçants 50, 1000 Bruxelles, et J. Nagy, rue | - A. Hendricx, Koopliedenstraat 50, 1000 Brussel, en J. Nagy, |
du Pont de l'Avenue 29, 1000 Bruxelles, par lettre recommandée à la | Laanbrugstraat 29, 1000 Brussel, bij op 21 februari 1997 ter post |
poste le 21 février 1997; | aangetekende brief; |
- le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, et | - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, en de Rijksdienst voor |
l'Office national des pensions, Tour du Midi, 1060 Bruxelles, par | Pensioenen, Zuidertoren, 1060 Brussel, bij op 28 februari 1997 ter |
lettre recommandée à la poste le 28 février 1997. | post aangetekende brief. |
Ces mémoires ont été notifiés conformément à l'article 89 de la loi | Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de |
organique, par lettres recommandées à la poste le 17 mars 1997. | organieke wet bij op 17 maart 1997 ter post aangetekende brieven. |
Des mémoires en réponse ont été introduits par : | Memories van antwoord zijn ingediend door : |
- A. Hendricx et J. Nagy, par lettre recommandée à la poste le 11 | - A. Hendricx en J. Nagy bij op 11 april 1997 ter post aangetekende |
avril 1997; | brief; |
- le Conseil des ministres et l'Office national des pensions, par lettre recommandée à la poste le 11 avril 1997. | - de Ministerraad en de Rijksdienst voor Pensioenen bij op 11 april 1997 ter post aangetekende brief. |
Par ordonnance du 28 mai 1997, le président M. Melchior a soumis les | Bij beschikking van 28 mei 1997 heeft voorzitter M. Melchior de zaken |
affaires à la Cour réunie en séance plénière. | voorgelegd aan het Hof in voltallige zitting. |
Par ordonnance du 28 mai 1997, la Cour a déclaré les affaires en état | Bij beschikking van 28 mei 1997 heeft het Hof de zaken in gereedheid |
et fixé l'audience au 26 juin 1997. | verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 26 juni 1997. |
Cette ordonnance a été notifiée aux parties ainsi qu'à leurs avocats, | Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten |
par lettres recommandées à la poste le 29 mai 1997. | bij op 29 mei 1997 ter post aangetekende brieven. |
Par ordonnance du 29 mai 1997, la Cour a prorogé jusqu'au 9 décembre | Bij beschikking van 29 mei 1997 heeft het Hof de termijn waarbinnen |
1997 le délai dans lequel l'arrêt doit être rendu. | het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 9 december 1997. |
A l'audience publique du 26 juin 1997 : | Op de openbare terechtzitting van 26 juni 1997 : |
- ont comparu : | - zijn verschenen : |
. Me A. Vercruysse loco Me S. Wahis, avocats au barreau de Bruxelles, | . Mr. A. Vercruysse loco Mr. S. Wahis, advocaten bij de balie te |
pour A. Hendricx et J. Nagy; | Brussel, voor A. Hendricx en J. Nagy; |
. Me F. Tulkens, avocat au barreau de Bruxelles, loco Me P. Gérard, | . Mr. F. Tulkens, advocaat bij de balie te Brussel, loco Mr. P. |
avocat à la Cour de cassation, pour le Conseil des ministres et | Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, voor de Ministerraad en de |
l'Office national des pensions; | Rijksdienst voor Pensioenen; |
- les juges-rapporteurs P. Martens et G. De Baets ont fait rapport; | - hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en G. De Baets verslag uitgebracht; |
- les avocats précités ont été entendus; | - zijn de voornoemde advocaten gehoord; |
- les affaires ont été mises en délibéré. | - zijn de zaken in beraad genomen. |
La procédure s'est déroulée conformément aux articles 62 et suivants | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
de la loi organique, relatifs à l'emploi des langues devant la Cour. | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. |
IV. En droit | IV. In rechte |
- A - | - A - |
Mémoire d'Alphonse Hendrickx et de Janos Nagy | Memorie van Alphonse Hendricx en Janos Nagy |
A.1. Les jugements comportent une erreur matérielle : au lieu de : « | A.1. De vonnissen bevatten een materiële fout : in plaats van : « voor |
pour les femmes âgées de moins de 60 ans », il faut lire : « pour les | de vrouwen van minder dan 60 jaar », moet men lezen : « voor de |
femmmes âgées d'au moins 60 ans ». | vrouwen van ten minste 60 jaar oud ». |
A.2. Il convient de se référer aux développements contenus dans | A.2. Er dient te worden verwezen naar de uiteenzetting in het arrest |
l'arrêt de la Cour n° 9/94 du 27 janvier 1994. Il faut également | van het Hof nr. 9/94 van 27 januari 1994. Er dient tevens te worden |
observer que la disposition litigieuse ne constituait en rien une | opgemerkt dat de betwiste bepaling geenszins een overgangsbepaling |
disposition transitoire adoptée en vue de rétablir à terme une | vormde die werd aangenomen om op termijn een of andere gelijkheid |
quelconque égalité entre hommes et femmes. Il en est d'autant plus | tussen mannen en vrouwen te herstellen. Dat is des te meer zo daar de |
ainsi que la directive 79/7/CEE du Conseil des Communautés européennes | richtlijn 79/7/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 |
du 19 décembre 1978 imposait aux Etats membres, dans un délai de six | december 1978 de Lid-Staten de verplichting oplegde binnen een termijn |
années, de mettre en vigueur les dispositions nécessaires pour établir | van zes jaar de noodzakelijke bepalingen in werking te stellen om de |
l'égalité entre hommes et femmes en matière de sécurité sociale. | gelijkheid tussen mannen en vrouwen inzake sociale zekerheid tot stand |
Ce n'est que tout récemment, par l'arrêté royal du 23 décembre 1996, | te brengen. Pas zeer recent, bij het koninklijk besluit van 23 december 1996, |
que des mesures ont été adoptées en vue d'instaurer à terme, à savoir | |
pour le 2 janvier 2009, cette égalité en ce qui concerne le revenu | werden maatregelen aangenomen teneinde op termijn, namelijk tegen 2 |
januari 2009, die gelijkheid in te voeren wat het gewaarborgd inkomen | |
garanti. | betreft. |
A.3. L'Office national des pensions soutient que l'âge normal de la | A.3. De Rijksdienst voor Pensioenen betoogt dat de normale |
pension doit être également celui de l'attribution éventuelle du | pensioenleeftijd eveneens die van de mogelijke toekenning van het |
revenu garanti. Cette déduction ne peut être tirée de la motivation de | gewaarborgd inkomen moet zijn. Die redenering kan niet worden afgeleid |
l'arrêt n° 9/94. En observant que cet argument n'avait plus de base et | uit de motivering van het arrest nr. 9/94. Door op te merken dat dit |
en ajoutant : « quelle que soit par ailleurs sa pertinence », la Cour | argument geen basis meer had en door daaraan toe te voegen : « |
a simplement estimé ne pas devoir analyser plus avant cette | ongeacht overigens de pertinentie ervan », heeft het Hof eenvoudigweg |
argumentation, du fait que les dispositions de la loi du 20 juillet | geoordeeld dat het die argumentatie niet verder diende te analyseren, |
1990 enlevaient toute base juridique à cette comparaison. | omdat de bepalingen van de wet van 20 juli 1990 die vergelijking elke |
juridische grondslag ontnamen. | |
A.4. Vainement se référerait-on aux observations écrites de la | A.4. Men zou tevergeefs verwijzen naar de schriftelijke opmerkingen |
Commission des Communautés européennes dans l'affaire C-154/96 | van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in de zaak C-154/96 |
Wolfs/Office des pensions du 17 juillet 1996. Cette position consiste | Wolfs/Rijksdienst voor Pensioenen van 17 juli 1996. Dat standpunt |
uniquement à constater que la différence de traitement entre hommes et | bestaat er uitsluitend in vast te stellen dat het verschil in |
femmes selon le système belge peut continuer à bénéficier du système | behandeling tussen mannen en vrouwen volgens het Belgische stelsel |
de dérogation prévu à l'article 7, paragraphe 1, a), de la directive | onder het in artikel 7, lid 1, a), van de richtlijn 79/7/EEG bedoelde |
afwijkende stelsel kan blijven vallen, op voorwaarde dat dit stelsel | |
79/7/CEE, à condition que ce système représente une atténuation de la | de vroegere discriminatie mildert en dat het deel uitmaakt van een |
discrimination antérieure et qu'il fasse partie d'un processus | officieel proces van geleidelijke inwerkingstelling van het beginsel |
officiel de mise en oeuvre progressive du principe de l'égalité de | van de gelijke behandeling. De Belgische Staat heeft dat goed |
traitement. L'Etat belge l'a bien compris puisqu'il a pris des mesures | begrepen, vermits hij overgangsmaatregelen heeft genomen om aan die |
transitoires pour mettre fin à cette discrimination. | discriminatie een einde te maken. |
A.5. On invoquerait vainement la loi du 7 août 1974 instituant le | A.5. Men zou tevergeefs de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van |
droit à un minimum de moyens d'existence pour contester l'existence | het recht op een bestaansminimum aanvoeren om het bestaan van een |
d'une différence de traitement. En effet, les conditions pour en | verschil in behandeling te betwisten. De voorwaarden om dat |
bénéficier ne sont pas les mêmes, le bénéficiaire ayant notamment à | bestaansminimum te genieten zijn immers niet dezelfde, aangezien de |
établir sa disposition au travail, ce qui n'est pas le cas pour bénéficier du revenu garanti. Par ailleurs, les revenus alloués sont moins avantageux. A.6. On ne pourrait davantage soutenir que la différence critiquée aurait un caractère transitoire nécessaire pour effacer « les héritages du passé » qui jouent au détriment des femmes, la Cour ayant répondu à cet argument dans son arrêt n° 9/94. Les travaux préparatoires ne soufflent mot d'un éventuel caractère transitoire. Ce n'est qu'à l'heure actuelle que l'Etat belge prend les mesures nécessaires pour conférer à cette différence de traitement un tel caractère. | begunstigde met name moet doen blijken van zijn wil om te werken, wat niet het geval is om het gewaarborgd inkomen te genieten. De toegekende inkomens zijn bovendien minder voordelig. A.6. Men zou evenmin kunnen betogen dat het bekritiseerde verschil noodzakelijkerwijze van tijdelijke aard zou zijn om « de erfenissen uit het verleden » die ten nadele van de vrouw spelen, uit te wissen, aangezien het Hof op dat argument een antwoord heeft gegeven in zijn arrest nr. 9/94. In de parlementaire voorbereiding wordt met geen woord gerept over een mogelijk tijdelijk karakter. De Belgische Staat heeft nu pas de noodzakelijke maatregelen genomen om aan dat verschil in behandeling een dergelijk karakter te verlenen. |
A.7. La discrimination fondée sur le sexe est donc évidente. L'article | A.7. De op het geslacht gebaseerde discriminatie is dus duidelijk. |
1er, § 1er, de la loi du 1er avril 1969 doit être déclaré incompatible | Artikel 1, § 1, van de wet van 1 april 1969 moet onverenigbaar worden |
avec les articles 10 et 11 de la Constitution. | verklaard met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Mémoire du Conseil des ministres et de l'Office national des pensions | Memorie van de Ministerraad en van de Rijksdienst voor Pensioenen |
A.8. Comme le signale le Tribunal du travail, le Moniteur belge du 20 | A.8. Zoals de Arbeidsrechtbank doet opmerken, werd in het Belgisch |
juillet 1996 a publié une loi du 19 juin 1996 « interprétative de la | Staatsblad van 20 juli 1996 een wet van 19 juni 1996 bekendgemaakt « |
loi du 20 juillet 1990 instaurant un âge flexible de la retraite pour | tot interpretatie van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een |
travailleurs salariés et adaptant les pensions des travailleurs | flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de |
salariés à l'évolution du bien-être général ». | werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn ». |
L'article 2 de cette loi dispose qu'« on entend par les mots ' pension | Artikel 2 van die wet bepaalt dat « onder het woord 'rustpensioen' |
de retraite ' le revenu de remplacement accordé au bénéficiaire qui | [wordt] verstaan het vervangingsinkomen dat toegekend wordt aan de |
gerechtigde die wordt geacht door ouderdom arbeidsongeschikt te zijn | |
est réputé être devenu inapte au travail pour cause de vieillesse, | geworden, welke toestand voor de mannelijke gerechtigden wordt geacht |
situation qui est censée se produire à l'âge de 65 ans pour les | te ontstaan op de leeftijd van 65 jaar en voor de vrouwelijke |
bénéficiaires masculins et à l'âge de 60 ans pour les bénéficiaires | gerechtigden op de leeftijd van 60 jaar ». |
féminins ». A.9. En outre, la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la | A.9. Bovendien voert de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de |
sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des | sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de |
pensions instaure diverses dispositions nouvelles en matière de | wettelijke pensioenstelsels verscheidene nieuwe bepalingen inzake |
pensions légales et de revenus garantis aux personnes âgées. | wettelijke pensioenen en gewaarborgde inkomens voor bejaarden in. |
A.10. Enfin, en exécution de la loi du 26 juillet 1996, un arrêté | A.10. Ter uitvoering van de wet van 26 juli 1996 werd ten slotte een |
royal délibéré en Conseil des ministres a été pris le 23 décembre | in Ministerraad overlegd koninklijk besluit genomen op 23 december |
1996, « portant exécution des articles 15, 16 et 17 » de cette loi. | 1996, « tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 » van die wet. |
A.11. En résumé, en matière de flexibilité de la pension, une | A.11. Samengevat wordt inzake flexibiliteit van het pensioen een |
présomption d'inaptitude au travail, pour cause de vieillesse, est | vermoeden van arbeidsongeschiktheid wegens ouderdom vastgesteld op 65 |
établie à 65 ans pour les hommes, et à 60 ans pour les femmes. | jaar voor de mannen en op 60 jaar voor de vrouwen. |
Par ailleurs, l'article 1er, § 1er, de la loi du 1er avril 1969 | Overigens bepaalt artikel 1, § 1, van de wet van 1 april 1969 voortaan |
dispose désormais : « Un revenu garanti est accordé aux hommes et aux | : « Een gewaarborgd inkomen wordt verzekerd aan de mannen en vrouwen |
femmes qui ont atteint l'âge de 65 ans et qui satisfont aux conditions | die ten minste vijfenzestig jaar oud zijn en die aan de door deze wet |
fixées par la présente loi ». Cette nouvelle définition n'entre | gestelde voorwaarden voldoen, waarbij die nieuwe definitie echter pas |
toutefois en vigueur que le 1er juillet 1997. Une série de mesures | op 1 juli 1997 in werking treedt. Een reeks overgangsmaatregelen wijkt |
transitoires dérogent à cet article. | van dat artikel af. |
A.12. La jurisprudence de l'arrêt n° 9/94 ne peut être maintenue eu | A.12. De rechtspraak van het arrest nr. 9/94 kan echter, gelet op de |
égard aux éléments nouveaux mentionnés ci-avant. Le caractère | hiervoor vermelde nieuwe elementen, niet worden gehandhaafd. Het |
interprétatif de la loi du 19 juin 1996 indique que la loi du 20 | uitleggende karakter van de wet van 19 juni 1996 wijst erop dat de wet |
juillet 1990 n'avait pas pour objectif d'uniformiser l'âge de la | van 20 juli 1990 niet tot doel had de pensioenleeftijd voor mannen en |
vrouwen eenvormig te maken, maar wel een einde te maken aan de | |
retraite des hommes et des femmes mais de mettre fin à l'insécurité | onzekerheid die was ontstaan uit de uiteenlopende rechtspraak |
née de jurisprudences divergentes quant à l'âge de la retraite (voy. | betreffende de pensioenleeftijd (zie met name Gedr. St., Kamer, |
notamment Doc. parl., Chambre, 1995-1996, n° 449/1, pp. 10 et 11). Le | 1995-1996, nr. 449/1, pp. 10 en 11). Het doel is bereikt door de |
but est atteint par l'établissement d'une présomption d'inaptitude au | vaststelling van een vermoeden van arbeidsongeschiktheid op 65 jaar |
travail, à 65 ans pour les hommes, à 60 ans pour les femmes. Ces | voor de mannen en op 60 jaar voor de vrouwen. Die cijfers |
chiffres représentent l'« l'âge de la retraite » pour l'application de | vertegenwoordigen de « pensioenleeftijd » voor de toepassing van de |
la loi du 20 juillet 1990, âge à partir duquel il peut être accordé un | wet van 20 juli 1990, de leeftijd vanaf welke een vervangingsinkomen |
revenu de remplacement, c'est-à-dire la « pension de retraite » au | kan worden toegekend, dit wil zeggen het « rustpensioen » in de zin |
sens de l'article 2 de la loi du 19 juin 1996 (idem). Il s'ensuit que | van artikel 2 van de wet van 19 juni 1996 (idem). Daaruit volgt dat |
l'article 1er, § 1er, de la loi du 1er avril 1969 instituant un revenu | artikel 1, § 1, van de wet van 1 april 1969 tot instelling van een |
garanti aux personnes âgées, respectivement aux hommes d'au moins 65 | gewaarborgd inkomen voor bejaarden, respectievelijk voor de mannen van |
ans et aux femmes d'au moins 60 ans, n'est pas discriminatoire. Cette | ten minste 65 jaar en voor de vrouwen van ten minste 60 jaar, niet |
différenciation entre les âges correspond à celle qui est maintenue en | discriminerend is. Dat onderscheid tussen de leeftijden stemt overeen |
matière de pension de retraite par la loi du 20 juillet 1990, | met het onderscheid dat inzake rustpensioen in de wet van 20 juli |
interprétée par celle du 19 juin 1996 (voy. J. Jacqmain, « Pension de | 1990, uitgelegd door die van 19 juni 1996, wordt gehandhaafd (zie J. |
retraite : une curieuse loi interprétative », Chron. D.S., 1996/11, p. | Jacqmain, « Pension de retraite : une curieuse loi interprétative », |
523). | Soc. Kron. 1996/11, p. 523). |
A.13. Au demeurant, la situation actuelle est temporaire puisque l'âge | A.13. De huidige situatie is overigens tijdelijk, vermits de |
légal pour l'obtention du revenu garanti assurera un droit égal aux | wettelijke leeftijd om het gewaarborgd inkomen te verkrijgen vanaf het |
hommes et aux femmes, dès 65 ans, à partir de 2009. | jaar 2009 een gelijk recht aan de mannen en de vrouwen vanaf 65 jaar |
Cette évolution progressive se justifie par des considérations | zal verzekeren. Die geleidelijke evolutie is verantwoord door historische |
historiques, tenant compte également des limites financières et | overwegingen, eveneens rekening houdend met de financiële en |
structurelles des différents régimes de sécurité sociale (voy. l'arrêt | structurele beperkingen van de verschillende stelsels van sociale |
n° 56/93 à propos de la distinction entre employés et ouvriers). | zekerheid (zie arrest nr. 56/93 in verband met het onderscheid tussen |
bedienden en arbeiders). | |
A.14. En raison des éléments qui précèdent, l'article 1er, § 1er, de | A.14. Wegens de voorafgaande elementen, schendt artikel 1, § 1, van de |
la loi du 1er avril 1969 ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. | wet van 1 april 1969 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Mémoire en réponse d'Alphonse Hendrickx et de Janos Nagy | Memorie van antwoord van Alphonse Hendricx en Janos Nagy |
A.15. La loi interprétative du 19 juin 1996 n'a pas d'incidence sur la | A.15. De interpretatieve wet van 19 juni 1996 heeft geen invloed op de |
discrimination créée par la loi du 1er avril 1969. Maintenir des âges | door de wet van 1 april 1969 in het leven geroepen discriminatie. Ten |
différents pour les femmes et les hommes, tant pour la pension de | aanzien van vrouwen en mannen verschillende leeftijden behouden, zowel |
retraite que pour le revenu garanti, est contraire aux articles 10 et | voor het rustpensioen als voor het gewaarborgd inkomen, is strijdig |
11 de la Constitution. | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
A.16. L'avis de la Commission européenne donné dans l'affaire Wolfs | A.16. In het door de Europese Commissie gegeven advies in de zaak |
admet la dérogation à l'article 7 de la directive 79/7/CEE pour les | Wolfs wordt de afwijking, ten opzichte van artikel 7 van de richtlijn |
pensions de retraite, à condition que le système fasse partie d'un | 79/7/EEG, voor de rustpensioenen aangenomen op voorwaarde dat het |
stelsel deel uitmaakt van een proces van geleidelijke | |
processus de mise en oeuvre progressive de l'égalité de traitement. | inwerkingstelling van de gelijkheid van behandeling. Zulks is niet het |
Tel n'est pas le cas de l'article 1er de la loi du 1er avril 1969. | geval voor artikel 1 van de wet van 1 april 1969. |
A.17. Quant aux dispositions de la loi du 27 juillet 1996 et de | A.17. De bepalingen van de wet van 27 juli 1996 en van het koninklijk |
l'arrêté royal du 23 décembre 1996, elles n'auront pas d'incidence sur | besluit van 23 december 1996 zullen geen weerslag hebben op de aan het |
les cas soumis à la Cour, seule la disposition incriminée étant d'application pour la période précédant le 30 juin 1997, sans qu'une disposition transitoire tende à établir une égalité progressive de traitement entre hommes et femmes concernant le revenu garanti. A.18. La directive 79/7/CEE imposait aux Etats membres d'instaurer, pour le 19 décembre 1984 au plus tard, l'égalité entre hommes et femmes en matière de sécurité sociale. L'Etat belge n'a pris aucune mesure entre 1978 et 1997. Il ne peut invoquer les dispositions qui instaureront une égalité progressive pour justifier la discrimination passée. Mémoire en réponse du Conseil des ministres et de l'Office national des pensions A.19. Les parties s'accordent à considérer que l'arrêté royal du 23 décembre 1996 ne produit ses effets qu'à partir du 1er juillet 1997 et n'est pas applicable en l'espèce. Il convient toutefois de tenir compte de cet arrêté royal pour juger s'il existe une discrimination. | Hof voorgelegde gevallen, aangezien enkel de betwiste bepaling van toepassing is voor de periode die aan 30 juni 1997 voorafgaat, zonder dat een overgangsbepaling ertoe strekt een geleidelijke gelijkheid van behandeling tussen mannen en vrouwen tot stand te brengen wat het gewaarborgd inkomen betreft. A.18. De richtlijn nr. 79/7/EEG legde de Lid-Staten de verplichting op, uiterlijk tegen 19 december 1984, de gelijkheid tussen mannen en vrouwen inzake sociale zekerheid in te voeren. De Belgische Staat heeft tussen 1978 en 1997 geen enkele maatregel genomen. Hij kan zich op de bepalingen die een geleidelijke gelijkheid zullen instellen niet beroepen om de discriminatie uit het verleden te verantwoorden. Memorie van antwoord van de Ministerraad en van de Rijksdienst voor Pensioenen A.19. De partijen zijn het erover eens ervan uit te gaan dat het koninklijk besluit van 23 december 1996 pas uitwerking heeft vanaf 1 juli 1997 en te dezen niet van toepassing is. Met dat koninklijk besluit dient evenwel rekening te worden gehouden om te oordelen of er een discriminatie bestaat. |
A.20. Les parties Hendrickx et Nagy se contredisent lorsqu'elles | A.20. De partijen Hendricx en Nagy spreken elkaar tegen wanneer zij, |
soutiennent, d'une part, que depuis le 19 décembre 1984 l'Etat belge | enerzijds, betogen dat sinds 19 december 1984 de Belgische Staat de |
aurait dû réaliser l'égalité de traitement, notamment en matière de | gelijkheid van behandeling had moeten verwezenlijken, met name inzake |
revenu garanti, aux personnes âgées et, d'autre part, que « l'âge pour | het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, en, anderzijds, dat « de |
bénéficier du revenu garanti correspond à celui du bénéfice de la | leeftijd om het gewaarborgd inkomen te genieten overeenstemt met die |
pension de retraite ». | om het rustpensioen te genieten ». |
A.21. Le lien entre les réglementations en matière de pension et de | A.21. De reglementeringen inzake het pensioen en het gewaarborgd |
inkomen zijn in het interne recht met elkaar in verband gebracht door | |
revenu garanti a été fait en droit interne par l'article 11, § 3, de | artikel 11, § 3, van de wet van 1 april 1969, gewijzigd bij de wet van |
la loi du 1er avril 1969, modifié par la loi du 20 juillet 1991, selon | 20 juli 1991, volgens hetwelk de pensioenaanvraag ingediend als |
lequel « la demande de pension introduite comme travailleur salarié ou | werknemer of als zelfstandige, door een persoon die voldoet aan de |
comme travailleur indépendant, par une personne répondant aux | leeftijdsvoorwaarden vereist om het gewaarborgd inkomen te bekomen, |
conditions d'âge requises pour obtenir le revenu garanti, vaut demande | geldt als aanvraag voor het gewaarborgd inkomen ». Dat verband heeft |
de revenu garanti ». Ce lien a également été souligné par la Cour dans | het Hof tevens onderstreept in zijn arrest nr. 9/94. Men weet dat de |
son arrêt n° 9/94. On sait que la loi du 20 juillet 1990 a fait | wet van 20 juli 1990 het voorwerp heeft uitgemaakt van de |
l'objet de la loi interprétative du 19 juin 1996. | interpretatieve wet van 19 juni 1996. |
A.22. Avant la loi interprétative, le Tribunal du travail de Bruxelles | A.22. Vóór de interpretatieve wet had de Arbeidsrechtbank te Brussel, |
avait, dans l'affaire Wolfs/Office national des pensions, posé trois | in de zaak Wolfs/Rijksdienst voor Pensioenen, drie prejudiciële vragen |
questions préjudicielles à la Cour de justice des Communautés | gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en |
européennes et en raison de cette loi, la Cour de cassation a | wegens die wet heeft het Hof van Cassatie bij arresten van 4 november |
interrogé la Cour de justice par des arrêts du 4 novembre 1996 sur la | 1996 aan het Hof van Justitie een vraag gesteld over de draagwijdte |
portée de l'article 7 de la directive 79/7/CEE. Dans ses conclusions, | van artikel 7 van de richtlijn 79/7/EEG. In zijn conclusies, in de |
dans l'affaire Wolfs, l'avocat général Elmer estime que la loi du 20 | zaak Wolfs, oordeelt advocaat-generaal Elmer dat de wet van 20 juli |
juillet 1990, telle qu'elle est interprétée par la loi du 19 juin | 1990, zoals zij is geïnterpreteerd door de wet van 19 juni 1996, |
1996, entre dans le champ d'application de l'article 7 de la directive et échappe donc à la prohibition de distinction entre hommes et femmes inscrite à l'article 4. Si la Cour de justice suivait ces conclusions, la solution pourrait avoir une incidence sur la question posée à la Cour d'arbitrage en raison du lien établi entre l'âge de la pension et celui auquel on peut bénéficier du revenu garanti. A.23. A titre subsidiaire, la Cour a observé dans son arrêt n° 9/94 que * l'argument tiré de l'âge normal de la pension n'a plus de base, quelle que soit par ailleurs sa pertinence +. Cela signifie que la distinction ne devait plus être prise en compte en tant que, avant son interprétation par la loi du 19 juin 1996, la loi de 1990 était comprise comme instaurant un âge flexible de la retraite. A.24. Si même il fallait admettre que la Cour a entendu réserver la | binnen de toepassingssfeer van artikel 7 van de richtlijn valt en dus aan het in artikel 4 vervatte verbod op onderscheid tussen mannen en vrouwen ontsnapt. Mocht het Hof van Justitie die conclusies volgen, zou de oplossing een weerslag kunnen hebben op de aan het Arbitragehof gestelde vraag, vanwege het vastgestelde verband tussen de pensioenleeftijd en de leeftijd waarop men het gewaarborgd inkomen kan genieten. A.23. In ondergeschikte orde wordt erop gewezen dat het Hof in zijn arrest nr. 9/94 heeft opgemerkt dat « het argument in verband met de normale pensioenleeftijd [...] geen basis meer [heeft], ongeacht overigens de pertinentie ervan ». Dat betekent dat het onderscheid niet meer in aanmerking moest worden genomen in zoverre, vóór de interpretatie ervan door de wet van 19 juni 1996, de wet van 20 juli 1990 in die zin werd begrepen dat zij een flexibele pensioenleeftijd invoerde. A.24. Zelfs indien men zou moeten aannemen dat het Hof de vraag of de |
question de la pertinence de la comparaison entre l'âge différencié | vergelijking van de verschillende leeftijd voor mannen en vrouwen |
des hommes et des femmes, cette différence ne serait pas contraire au | relevant is, in het midden heeft willen laten, zou dat verschil niet |
principe d'égalité. Elle est l'héritage d'un passé qui est en train de | strijdig zijn met het gelijkheidsbeginsel. Het is de erfenis uit het |
disparaître progressivement en raison de la modification de l'article | verleden die aan het verdwijnen is wegens de wijziging van artikel 1, |
1er, § 1er, de la loi du 1er avril 1969 qui sera d'application dès le | § 1, van de wet van 1 april 1969, die vanaf 1 juli 1997 van toepassing |
1er juillet 1997. Cette égalité sera instaurée en alignant l'âge des | zal zijn. Die gelijkheid zal worden ingevoerd door de leeftijd voor de |
vrouwen af te stemmen op die welke voor de mannen geldt. Voor | |
femmes sur celui des hommes. Pour ceux-ci, la discrimination alléguée | laatstgenoemden staat de beweerde discriminatie niet vast, vermits de |
n'est pas établie puisque la situation instaurée en 1969 est et | in 1969 ingevoerde situatie onveranderd is en zal blijven. |
restera inchangée. | |
A.25. Si la Cour estimait que, pour faire cesser la discrimination, il | A.25. Mocht het Hof oordelen dat, om de discriminatie te beëindigen, |
faut accorder le revenu garanti aux hommes et aux femmes dès l'âge de | het gewaarborgd inkomen aan de mannen en de vrouwen vanaf de leeftijd |
60 ans, elle jetterait les bases d'une autre discrimination puisque, | van 60 jaar moet worden toegekend, zou het de basis leggen voor een |
dès le 1er juillet 1997, les femmes ne bénéficieront du revenu garanti | andere discriminatie vermits, vanaf 1 juli 1997, de vrouwen het |
qu'à partir de 61 ans et les hommes à 65, étant entendu que la | gewaarborgd inkomen pas vanaf 61 jaar en de mannen vanaf 65 zullen |
distinction est appelée, dans un délai raisonnable, à disparaître. | genieten, met dien verstande dat het onderscheid binnen een redelijke |
termijn moet verdwijnen. | |
- B - | - B - |
B.1. Par son arrêt n° 9/94 du 27 janvier 1994, la Cour a dit pour | B.1. In zijn arrest nr. 9/94 van 27 januari 1994 heeft het Hof voor |
droit : | recht gezegd : |
« l'article 1er, § 1er, de la loi du 1er avril 1969 instituant un | « Artikel 1, § 1, van de wet van 1 april 1969 tot instelling van een |
revenu garanti aux personnes âgées viole les articles 6 et 6bis | gewaarborgd inkomen voor bejaarden schendt de artikelen 6 en 6bis |
[aujourd'hui 10 et 11] de la Constitution en ce qu'il admet le | [thans 10 en 11] van de Grondwet, in zoverre krachtens dat artikel |
bénéfice du revenu garanti pour les femmes âgées d'au moins 60 ans, | vrouwen van ten minste 60 jaar aanspraak kunnen maken op het |
alors qu'il n'admet pas ce même bénéfice pour les hommes âgés de 60 à | gewaarborgd inkomen, terwijl mannen van 60 tot 65 jaar dat niet |
65 ans. » | kunnen. » |
B.2. La question préjudicielle, telle qu'elle est éclairée par les | B.2. De prejudiciële vraag, zoals zij door de tussenvonnissen van de |
jugements interlocutoires du juge a quo du 16 septembre 1996, invite | verwijzende rechter van 16 september 1996 is toegelicht, noopt het Hof |
la Cour à se pencher à nouveau sur le problème, en tenant compte de la | ertoe zich opnieuw over het probleem te buigen, rekening houdend met |
loi du 19 juin 1996, interprétative de la loi du 20 juillet 1990, et | de wet van 19 juni 1996 tot interpretatie van de wet van 20 juli 1990, |
en prenant en considération l'arrêté royal n° 72 du 10 novembre 1967 | en in overweging nemend het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november |
relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants. | 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen. |
B.3. En outre, le Conseil des ministres et l'Office national des | B.3. Bovendien vestigen de Ministerraad en de Rijksdienst voor |
pensions attirent l'attention de la Cour sur des procédures | Pensioenen de aandacht van het Hof op prejudiciële procedures die bij |
préjudicielles pendantes devant la Cour de justice des Communautés | het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen hangende zijn. |
européennes. L'une concerne des questions posées par un jugement du Tribunal du | De ene betreft vragen gesteld bij een vonnis van de Arbeidsrechtbank |
travail de Bruxelles du 22 avril 1996 (affaire C154/96, Wolfs/Office | te Brussel van 22 april 1996 (zaak C-154/96, Wolfs/Rijksdienst voor |
national des pensions); les autres concernent les questions | Pensioenen); de andere betreffen prejudiciële vragen gesteld bij |
préjudicielles posées par des arrêts de la Cour de cassation du 4 | arresten van het Hof van Cassatie van 4 november 1996. Daarin wordt |
novembre 1996. Elles interrogent la Cour de justice sur la portée de | het Hof van Justitie ondervraagd over de draagwijdte van de richtlijn |
la directive 79/7/CEE du 19 décembre 1978 relative à la mise en oeuvre | 79/7/EEG van 19 december 1978 betreffende de geleidelijke |
progressive du principe de l'égalité de traitement entre hommes et | tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen |
femmes en matière de sécurité sociale, et plus particulièrement sur | en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid, en meer in het |
son article 7, paragraphe 1, a), selon lequel la directive ne fait pas | bijzonder in verband met artikel 7, lid 1, a), ervan, volgens hetwelk |
obstacle à la faculté qu'ont les Etats membres d'exclure de son champ | de richtlijn geen afbreuk doet aan de bevoegdheid van de Lid-Staten om |
d'application « la fixation de l'âge de la retraite pour l'octroi des | « de vaststelling van de pensioengerechtigde leeftijd met het oog op |
pensions de vieillesse et de retraite et les conséquences pouvant en | de toekenning van ouderdoms- en rustpensioenen en de gevolgen die |
hieruit kunnen voortvloeien voor andere prestaties », van haar | |
découler pour d'autres prestations ». | werkingssfeer uit te sluiten. |
B.4. Enfin, le Conseil des ministres et l'Office national des pensions | B.4. Ten slotte doen de Ministerraad en de Rijksdienst voor Pensioenen |
font observer que la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de | opmerken dat de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale |
la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des | zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke |
pensions contient des dispositions nouvelles en matière de pensions | pensioenstelsels nieuwe bepalingen inzake wettelijke pensioenen en |
légales et de revenu garanti aux personnes âgées. L'article 17 de la | gewaarborgd inkomen voor bejaarden bevat. Artikel 17 van de wet |
loi habilite le Roi à prendre, par arrêté délibéré en Conseil des | machtigt de Koning ertoe bij in Ministerraad overlegd besluit alle |
ministres, toutes les mesures utiles afin, notamment, * de réaliser | nuttige maatregelen te nemen teneinde, met name, « de |
progressivement l'égalité des droits entre hommes et femmes, | gelijkberechtiging van mannen en vrouwen geleidelijk te |
simultanément à la réalisation de l'égalité des droits dans la | verwezenlijken, en dit gelijktijdig met het verwezenlijken van de |
sécurité sociale +. L'arrêté royal du 23 décembre 1996, pris en | gelijkberechtiging in de sociale zekerheid ». Het koninklijk besluit |
exécution des articles 15, 16 et 17 de cette loi, a remplacé l'article | van 23 december 1996, genomen ter uitvoering van de artikelen 15, 16 |
1er, § 1er, de la loi du 1er avril 1969 par la disposition suivante : | en 17 van die wet, heeft artikel 1, § 1, van de wet van 1 april 1969 door de volgende bepaling vervangen : |
« Un revenu garanti est accordé aux hommes et aux femmes qui ont | « Een gewaarborgd inkomen wordt verzekerd aan de mannen en vrouwen die |
atteint l'âge de 65 ans et qui satisfont aux conditions fixées par la | ten minste vijfenzestig jaar oud zijn en die aan de door deze wet |
présente loi. » | gestelde voorwaarden voldoen. » |
Le même arrêté royal contient, d'une part, une disposition (article | Hetzelfde koninklijk besluit bevat, enerzijds, een bepaling (artikel |
14) qui maintient l'ancien article 1er de la loi du 1er avril 1969 | 14) die het vroegere artikel 1 van de wet van 1 april 1969 handhaaft |
pour ceux qui bénéficient d'un revenu garanti en exécution d'une | voor diegenen die een gewaarborgd inkomen genieten ter uitvoering van |
décision qui a produit ses effets avant le 1er juillet 1997, d'autre | een beslissing die gevolgen heeft gehad vóór 1 juli 1997, en, |
part, des dispositions (article 16) qui, à partir de cette même date, | anderzijds, bepalingen (artikel 16) die, vanaf diezelfde datum, de |
leeftijd waarop een vrouw aanspraak kan maken op een gewaarborgd | |
font passer progressivement de 60 à 65 ans l'âge auquel une femme peut | inkomen geleidelijk aan van 60 jaar op 65 jaar brengen, waarbij de |
prétendre à un revenu garanti, l'égalité entre hommes et femmes, telle | gelijkheid tussen mannen en vrouwen, zoals die is verankerd in het |
qu'elle est consacrée par le nouvel article 1er, § 1er, de la loi du 1er | nieuwe artikel 1, § 1, van de wet van 1 april 1969, vanaf 2009 |
avril 1969, devenant effective à partir de 2009. | effectief wordt. |
B.5. Dans son arrêt n° 9/94, la Cour a considéré : | B.5. In zijn arrest nr. 9/94 overwoog het Hof : |
« Il a été expressément constaté, lors des travaux préparatoires de la | « Tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 1 april 1969 |
loi du 1er avril 1969 instituant un revenu garanti aux personnes | tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden is |
uitdrukkelijk vastgesteld dat de vereiste leeftijd om dat inkomen te | |
âgées, que l'âge requis pour en bénéficier (65 ans pour les hommes, 60 | genieten (65 jaar voor de mannen, 60 jaar voor de vrouwen) met de |
ans pour les femmes) correspondait à l'âge normal de la pension | normale pensioenleeftijd overeenstemt (Memorie van toelichting, Gedr. |
(Exposé des motifs, Doc. parl., Chambre, S.E. 1968, n° 134-1, p. 5). | St., Kamer, B.Z. 1968, nr. 134-1, p. 5). Sindsdien kunnen alle |
Depuis lors, la loi du 20 juillet 1990, qui instaure un âge flexible | werknemers, mannelijke en vrouwelijke, op grond van de wet van 20 juli |
de la retraite pour les travailleurs salariés et adapte les pensions | |
des travailleurs salariés à l'évolution du bien-être général, permet à | 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers |
tous les salariés, masculins et féminins, de prendre leur retraite à | en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het |
partir de 60 ans. Il en résulte qu'un homme peut, lorsque son âge est | algemeen welzijn, in ruste worden gesteld vanaf 60 jaar. Bijgevolg kan |
compris entre 60 et 65 ans, faire valoir ses droits à la pension sans | een man, wanneer hij tussen 60 en 65 jaar oud is, zijn rechten op het |
pensioen doen gelden zonder die op het gewaarborgd inkomen te kunnen | |
pouvoir faire valoir ceux au revenu garanti alors qu'une femme, dans | doen gelden terwijl een vrouw, in dezelfde situatie, haar rechten op |
la même situation, peut faire valoir ses droits tant à l'un qu'à | beide kan doen gelden. Het argument in verband met de normale |
l'autre. L'argument tiré de l'âge normal de la pension n'a plus de | pensioenleeftijd heeft geen basis meer, ongeacht overigens de |
base, quelle que soit par ailleurs sa pertinence. » | pertinentie ervan. » |
B.6. La loi interprétative du 19 juin 1996 dispose : | B.6. De interpretatieve wet van 19 juni 1996 bepaalt : |
« Art. 2.Pour l'application des articles 2, §§ 1er, 2, 3, et 3, §§ 1er, |
« Art. 2.Voor de toepassing van de artikelen 2, §§ 1, 2, 3, en 3, §§ |
2, 3, 5, 6, 7, de la loi du 20 juillet 1990 instaurant un âge flexible | 1, 2, 3, 5, 6, 7, van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een |
de la retraite pour les travailleurs salariés et adaptant les pensions | flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de |
des travailleurs salariés à l'évolution du bien-être général, on | werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn wordt |
entend par les mots 'pension de retraite' le revenu de remplacement | onder het woord 'rustpensioen' verstaan het vervangingsinkomen dat |
accordé au bénéficiaire qui est réputé être devenu inapte au travail | toegekend wordt aan de gerechtigde die wordt geacht door ouderdom |
pour cause de vieillesse, situation qui est censée se produire à l'âge | arbeidsongeschikt te zijn geworden, welke toestand voor de mannelijke |
de 65 ans pour les bénéficiaires masculins et à l'âge de 60 ans pour | gerechtigden wordt geacht te ontstaan op de leeftijd van 65 jaar en |
les bénéficiaires féminins. » | voor de vrouwelijke gerechtigden op de leeftijd van 60 jaar. » |
Par cette disposition, le législateur a entendu essentiellement | Met die bepaling heeft de wetgever hoofdzakelijk willen expliciteren |
expliciter que la loi du 20 juillet 1990 n'avait pas pour objectif | dat de wet van 20 juli 1990 niet tot doel had de pensioenleeftijd voor |
d'uniformiser l'âge de la retraite des hommes et des femmes. Afin | mannen en vrouwen gelijk te schakelen. Met het oog op de interpretatie |
d'interpréter cette loi, il a eu recours à une présomption légale | van die wet, heeft hij zich op een wettelijk vermoeden beroepen |
selon laquelle les bénéficiaires d'une pension sont réputés être | volgens hetwelk de pensioengerechtigden op de leeftijd van 65 jaar |
inaptes au travail à l'âge de 65 ans pour les hommes et 60 ans pour | voor de mannen en 60 jaar voor de vrouwen geacht worden |
les femmes, ces chiffres représentant l'« âge de la retraite » (avis | arbeidsongeschikt te zijn, waarbij die cijfers de « pensioenleeftijd » |
de la section de législation du Conseil d'Etat, Doc. parl., Chambre, | vertegenwoordigen (advies van de afdeling wetgeving van de Raad van |
1995-1996, n° 449/1, p. 11). | State, Gedr. St., Kamer, 1995-1996, nr. 449/1, p. 11). |
Ainsi que le rappelle le Tribunal du travail dans son jugement précité | Zoals de Arbeidsrechtbank in haar voormeld vonnis van 16 september |
du 16 septembre 1996, l'arrêté royal n° 72 du 10 novembre 1967 relatif | 1996 in herinnering brengt, stelt het koninklijk besluit nr. 72 van 10 |
à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants | november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der |
fixe également l'âge de la retraite à 65 ans pour les hommes et à 60 | zelfstandigen de pensioenleeftijd eveneens vast op 65 jaar voor de |
ans pour les femmes. | mannen en op 60 jaar voor de vrouwen. |
B.7. La Cour n'étant pas interrogée sur la constitutionnalité de la | B.7. Aangezien het Hof niet wordt ondervraagd over de grondwettigheid |
loi interprétative du 19 juin 1996, elle n'examinera pas si | van de interpretatieve wet van 19 juni 1996, zal het niet onderzoeken |
l'inaptitude au travail pour cause de vieillesse peut être réputée | of de arbeidsongeschiktheid wegens ouderdom geacht kan worden voor |
survenir à un âge différent pour les hommes et les femmes. Elle | mannen en vrouwen op een verschillende leeftijd te ontstaan. Het zal |
examinera si la fixation d'un âge différent pour les hommes et pour | onderzoeken of de vaststelling van een verschillende leeftijd voor de |
les femmes est compatible avec le principe d'égalité dans la seule | mannen en voor de vrouwen bestaanbaar is met het gelijkheidsbeginsel |
matière traitée par la loi du 1er avril 1969, c'est-à-dire celle de | in de enkele aangelegenheid die wordt behandeld door de wet van 1 |
l'octroi d'un revenu minimum aux personnes âgées. | april 1969, namelijk die van de toekenning van een minimuminkomen aan bejaarden. |
B.8. L'Etat belge fait valoir que la différence de traitement entre | B.8. De Belgische Staat doet gelden dat het verschil in behandeling |
hommes et femmes ne serait pas, en l'espèce, contraire au principe | tussen mannen en vrouwen te dezen niet in strijd zou zijn met het |
d'égalité, car elle serait l'héritage d'un passé qui est en train de | gelijkheidsbeginsel, aangezien het de erfenis uit het verleden zou |
disparaître progressivement en raison de la modification de l'article | zijn, die geleidelijk aan verdwijnt vanwege de wijziging van artikel |
1er, § 1er, de la loi du 1er avril 1969 qui est d'application depuis | 1, § 1, van de wet van 1 april 1969, van toepassing sedert 1 juli |
le 1er juillet 1997. | 1997. |
B.9. S'il est vrai que l'héritage du passé pourrait expliquer que des | B.9. Al is het zo dat de erfenis uit het verleden zou kunnen verklaren |
mesures puissent être prises, en matière de droit du travail ou de | dat maatregelen kunnen worden genomen inzake arbeidsrecht of |
sécurité sociale, pour remédier progressivement à l'inégalité de la | socialezekerheidsrecht om progressief de ongelijkheid van de vrouw en |
femme et de l'homme, cet argument ne peut justifier que le revenu | de man te verhelpen, toch zou dat argument niet kunnen verantwoorden |
garanti aux personnes âgées soit inégalement attribué aux hommes et | dat het gewaarborgd inkomen voor bejaarden op ongelijke wijze wordt |
aux femmes. En effet, le revenu garanti aux personnes âgées est | toegekend aan de mannen en aan de vrouwen. Immers, het gewaarborgd |
accordé indépendamment de la qualité d'ancien travailleur du | inkomen voor bejaarden wordt toegekend ongeacht de hoedanigheid van de |
bénéficiaire, il n'est pas calculé en fonction des rétributions qu'il | gerechtigde als vroegere werknemer, het wordt niet berekend op basis |
a gagnées pendant sa vie active et il ne dépend pas des cotisations | van de bezoldigingen die hij tijdens zijn beroepsleven heeft genoten |
versées par lui ou pour lui. S'il est vrai que plusieurs dispositions | en het is niet afhankelijk van de door hem of voor hem gestorte |
de la loi du 1er avril 1969 établissent un lien entre le droit au | bijdragen. Hoewel verscheidene bepalingen van de wet van 1 april 1969 |
revenu garanti et le droit à une pension de retraite, notamment | een verband vaststellen tussen het recht op het gewaarborgd inkomen en |
l'article 1er, § 2, 6°, l'article 11, § 3, et l'article 15, les deux institutions correspondent à des situations et à des finalités différentes. B.10. Dès lors que, par l'effet de la loi, une personne a droit à des moyens d'existence plus ou moins importants selon qu'elle est homme ou femme, toutes autres choses étant égales, la Cour ne peut que maintenir le constat d'inconstitutionnalité qu'elle avait fait dans son arrêt n° 9/94. B.11. S'il est vrai que le législateur a prévu des mesures pour qu'il soit mis fin dans l'avenir à la discrimination critiquée, il reste que, pour la période qui concerne les litiges soumis au juge a quo, | het recht op een rustpensioen, met name artikel 1, § 2, 6°, artikel 11, § 3, en artikel 15, beantwoorden de beide instellingen aan verschillende situaties en doelstellingen. B.10. Aangezien, als gevolg van de wet, een persoon recht heeft op ruimere of minder ruime bestaansmiddelen naargelang die persoon een man of een vrouw is, alle andere gegevens gelijk blijvende, kan het Hof slechts de vaststelling van ongrondwettigheid die het had gedaan in zijn arrest nr. 9/94, handhaven. B.11. Ook al heeft de wetgever voorzien in maatregelen opdat in de toekomst een einde wordt gemaakt aan de bekritiseerde discriminatie, toch blijft het zo dat voor de periode die betrekking heeft op de aan |
l'article 1er, § 1er, de la loi du 1er avril 1969, tel qu'il était en | de verwijzende rechter voorgelegde geschillen, artikel 1, § 1, van de |
vigueur avant le 1er juillet 1997, viole les articles 10 et 11 de la Constitution. | wet van 1 april 1969, zoals het van kracht was vóór 1 juli 1997, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. |
Par ces motifs, | Om die redenen, |
la Cour | het Hof |
dit pour droit | zegt voor recht : |
L'article 1er, § 1er, de la loi du 1er avril 1969 instituant un revenu | Artikel 1, § 1, van de wet van 1 april 1969 tot instelling van een |
garanti aux personnes âgées, tel qu'il était rédigé avant sa | gewaarborgd inkomen voor bejaarden, zoals het was gesteld vóór de |
modification par l'arrêté royal du 23 décembre 1996, viole les | wijziging ervan door het koninklijk besluit van 23 december 1996, |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il admet le bénéfice du | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre krachtens |
revenu garanti pour les femmes âgées d'au moins 60 ans, alors qu'il | dat artikel vrouwen van ten minste 60 jaar aanspraak kunnen maken op |
n'admet pas ce même bénéfice pour les hommes âgés de 60 à 65 ans. | het gewaarborgd inkomen, terwijl mannen van 60 tot 65 jaar dat niet |
Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, | kunnen. Aldus uitgesproken in het Frans en in het Nederlands, overeenkomstig |
conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 28 octobre 1997. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 28 oktober 1997. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Le président, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |