gepubliceerd op 28 juni 2005
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Technische geneeskundige raad van 16 november 2004 en in uitvoering van artike Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 10, § 4, (Speciale technische ge(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen Op voorstel van de Technische geneeskundige raad van 16 november 2004 en in uitvoering van artikel 22, 4bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft het Comité van de Verzekering voor geneeskundige verzorging op 11 april 2005 de hiernagaande interpretatieregel vastgesteld : Interpretatieregels betreffende de verstrekkingen van artikel 10, § 4, (Speciale technische geneeskundige verstrekkingen - Algemene bepalingen : verwante verstrekkingen) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen : INTERPRETATIEREGEL 13 VRAAG Wie mag de verstrekkingen 239072-239083 Plaatsen van een intra-aortaal ballonnetje voor langdurige circulatie -assistentie... en 239094-239105 Wegnemen van het intra-aortaal ballonnetje voor contrapulsie... aanrekenen? ANTWOORD De hierboven vermelde verstrekkingen zijn opgenomen in artikel 14 f) - vaatheelkunde - van de nomenclatuur en mogen door een geneesheer - specialist voor heelkunde worden aangerekend.
Ze mogen ook als verwante verstrekkingen aangerekend worden, voor hun eigen patiënten die ze in behandeling hebben, door de andere geneesheren die toegang hebben tot de verstrekkingen 213010-213021 en 213032-213043 opgesomd in artikel 13, § 1, van de nomenclatuur.
De hiervoren vermelde interpretatieregel treedt in werking de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.
De wnd. Leidend ambtenaar, Dr G. VEREECKE De Voorzitter, D. SAUER