gepubliceerd op 26 februari 2014
Wet houdende instemming met het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Japan tot het vermijden van dubbele belasting inzake belastingen naar het inkomen, gedaan te Brussel op 26 januari 2010 (2) (3)
26 NOVEMBER 2013. - Wet houdende instemming met het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Japan tot het vermijden van dubbele belasting inzake belastingen naar het inkomen, gedaan te Brussel op 26 januari 2010 (1) (2) (3)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Japan tot het vermijden van dubbele belasting inzake belastingen naar het inkomen, gedaan te Brussel op 26 januari 2010, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, op 26 november 2013.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Financiën, K. GEENS Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota's (1) Zitting 2012-2013. Senaat.
Documenten : Ontwerp van wet ingediend op 16 september 2013, nr. 5-2256/1.
Verslag, nr. 5-2256/2.
Parlementaire Handelingen : Bespreking, vergadering van 24 oktober 2013.
Stemming, vergadering van 24 oktober 2013.
Kamer.
Documenten : Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. K.53-3093/1.
Verslag namens de commissie nr. K.53-3093/2.
Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. K.53-3093/3.
Parlementaire Handelingen : Bespreking, vergadering van 7 november 2013.
Stemming, vergadering van 7 november 2013. (2) Zie het Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/het Vlaamse Gewest van 7 juni 2013 (Belgisch Staatsblad van 3 juli 2013), het Decreet van de Franse Gemeenschap van 4 juli 2013 (Belgisch Staatsblad van 19 juli 2013 - Ed.2), het Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 24 juni 2013 (Belgisch Staatsblad van 25 juli 2013), het Decreet van het Waalse Gewest van 10 juli 2013 (Belgisch Staatsblad van 31 juli 2013) en de Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 11 juli 2013 (Belgisch Staatsblad van 18 juli 2013). (3) Dit Protocol is in werking getreden op 27 december 2013, overeenkomstig zijn artikel III. PROTOCOL AMENDING THE CONVENTION BETWEEN THE KINGDOM OF BELGIUM AND JAPAN FOR THE AVOIDANCE OF DOUBLE TAXATION WITH RESPECT TO TAXES ON INCOME The Government of the Kingdom of Belgium and the Government of Japan, Desiring to amend the Convention between the Kingdom of Belgium and Japan for the avoidance of double taxation with respect to taxes on income, signed at Tokyo on 28 March 1968, as amended by the Protocol signed at Brussels on 9 November 1988 (hereinafter referred to as « the Convention ») and the Protocol signed at Tokyo on 28 March 1968 which forms an integral part of the Convention, as amended by the Protocol signed at Brussels on 9 November 1988 (hereinafter referred to as the Protocol of 1968 »), Have agreed as follows : ARTICLE I Article 26 of the Convention shall be deleted and replaced by the following : « Article 26 1. The competent authorities of the Contracting States shall exchange such information as is foreseeably relevant for carrying out the provisions of this Convention or to the administration or enforcement of the domestic laws concerning taxes of every kind and description imposed by or on behalf of the Contracting States, or on behalf of the local authorities of Japan, insofar as the taxation thereunder is not contrary to this Convention.The exchange of information is not restricted by Articles 1 and 2. 2. Any information received under paragraph 1 by a Contracting State shall be treated as secret in the same manner as information obtained under the domestic laws of that Contracting State and shall be disclosed only to persons or authorities (including courts and administrative bodies) concerned with the assessment or collection of, the enforcement or prosecution in respect of, the determination of appeals in relation to the taxes referred to in paragraph 1, or the oversight of the above.Such persons or authorities shall use the information only for such purposes. They may disclose the information in public court proceedings or in judicial decisions. 3. In no case shall the provisions of paragraphs 1 and 2 be construed so as to impose on a Contracting State the obligation : (a) to carry out administrative measures at variance with the laws and administrative practice of that or of the other Contracting State;(b) to supply information which is not obtainable under the laws or in the normal course of the administration of that or of the other Contracting State;(c) to supply information which would disclose any trade, business, industrial, commercial or professional secret or trade process, or information the disclosure of which would be contrary to public policy.4. If information is requested by a Contracting State in accordance with the provisions of this Article, the other Contracting State shall use its information gathering measures to obtain the requested information, even though that other Contracting State may not need such information for its own tax purposes.The obligation contained in the preceding sentence is subject to the limitations of paragraph 3 but in no case shall such limitations be construed to permit a Contracting State to decline to supply information solely because it has no domestic interest in such information. 5. In no case shall the provisions of paragraph 3 be construed to permit a Contracting State to decline to supply information solely because the information is held by a bank, other financial institution, trust, foundation, nominee or person acting in an agency or a fiduciary capacity or because it relates to ownership interests in a person.» ARTICLE II There shall be added new paragraphs 3A and 3B to the Protocol of 1968, written as follows : « 3A. With reference to Article 26 of the Convention, that Article shall be applicable to the exchange of information foreseeably relevant to the administration or enforcement of the domestic laws concerning taxes imposed by and on behalf of the local authorities of Belgium by agreement between the Governments of the Contracting States through an exchange of diplomatic notes. 3B. With reference to paragraph 5 of Article 26 of the Convention : (a) In order to obtain the information held by a bank, other financial institution, trust, foundation, nominee or person acting in an agency or a fiduciary capacity or relating to ownership interests in a person, the tax authorities of Belgium shall have the power to enforce the disclosure of such information and to conduct examinations and hearings, notwithstanding the provisions of paragraph 3 of that Article or any contrary provisions in its domestic laws.(b) A Contracting State may decline to supply information relating to confidential communications between attorneys, solicitors or other admitted legal representatives in their role as such and their clients to the extent that the communications are protected from disclosure under the domestic laws of that Contracting State.» ARTICLE III 1. Each of the Contracting States shall send through diplomatic channels to the other the notification confirming that its internal procedures necessary for the entry into force of this Protocol have been completed.This Protocol shall enter into force on the thirtieth day after the date of receipt of the latter notification. 2. This Protocol shall be applicable : (a) in the case of Japan, for taxes levied on or after 1 January in the calendar year next following that in which this Protocol enters into force.(b) in the case of Belgium, for taxable periods beginning, or taxable events taking place, on or after 1 January in the calendar year next following that in which this Protocol enters into force.3. This Protocol shall remain in effect as long as the Convention remains in force. In witness whereof the undersigned, duly authorised thereto by their respective Governments, have signed this Protocol.
Done in duplicate at Brussels on this twenty-sixth day of January, 2010, in the English language.
PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN JAPAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING INZAKE BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN De Regering van het Koninkrijk België en de Regering van Japan, Wensende de Overeenkomst te wijzigen tussen het Koninkrijk België en Japan tot het vermijden van dubbele belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Tokio op 28 maart 1968, zoals gewijzigd door het op 9 november 1988 te Brussel ondertekende Protocol (hierna te noemen « de Overeenkomst »), en het Protocol, ondertekend te Tokio op 28 maart 1968 dat een integrerend deel van de Overeenkomst uitmaakt, zoals gewijzigd door het op 9 november 1988 te Brussel ondertekende Protocol (hierna te noemen « het Protocol van 1968 »), Zijn het volgende overeengekomen : ARTIKEL I Artikel 26 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : « Artikel 26 1. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten wisselen de inlichtingen uit die naar verwachting relevant zullen zijn voor de uitvoering van de bepalingen van deze Overeenkomst of voor de toepassing of de tenuitvoerlegging van de nationale wetgeving met betrekking tot belastingen van elke soort en benaming die worden geheven door of ten behoeve van de overeenkomstsluitende Staten of ten behoeve van de plaatselijke gemeenschappen van Japan, voor zover de belastingheffing waarin die nationale wetgeving voorziet niet in strijd is met deze Overeenkomst.De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door de artikelen 1 en 2. 2. De door een overeenkomstsluitende Staat ingevolge paragraaf 1 verkregen inlichtingen worden op dezelfde wijze geheim gehouden als inlichtingen die onder de nationale wetgeving van die overeenkomstsluitende Staat zijn verkregen en worden alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechterlijke instanties en administratieve lichamen) die betrokken zijn bij de vestiging of invordering van de in paragraaf 1 bedoelde belastingen, bij de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van die belastingen, bij de beslissing in beroepszaken die betrekking hebben op die belastingen, of bij het toezicht daarop.Deze personen of autoriteiten gebruiken die inlichtingen slechts voor die doeleinden. Zij mogen deze inlichtingen kenbaar maken tijdens openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen. 3. In geen geval mogen de bepalingen van de paragrafen 1 en 2 aldus worden uitgelegd dat zij een overeenkomstsluitende Staat de verplichting opleggen : (a) administratieve maatregelen te nemen die afwijken van de wetgeving en de administratieve praktijk van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;(b) inlichtingen te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn volgens de wetgeving of in de normale gang van de administratieve werkzaamheden van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;(c) inlichtingen te verstrekken die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een handelswerkwijze zouden onthullen, dan wel inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde.4. Wanneer op basis van de bepalingen van dit artikel door een overeenkomstsluitende Staat om inlichtingen is verzocht, gebruikt de andere overeenkomstsluitende Staat de middelen waarover hij beschikt om de gevraagde inlichtingen te verkrijgen, zelfs al heeft die andere overeenkomstsluitende Staat die inlichtingen niet nodig voor zijn eigen belastingdoeleinden.De verplichting die in de vorige zin is vervat, is onderworpen aan de beperkingen waarin paragraaf 3 voorziet, maar die beperkingen mogen in geen geval aldus worden uitgelegd dat ze een overeenkomstsluitende Staat toestaan het verstrekken van inlichtingen te weigeren enkel omdat die Staat geen binnenlands belang heeft bij die inlichtingen. 5. In geen geval mogen de bepalingen van paragraaf 3 aldus worden uitgelegd dat ze een overeenkomstsluitende Staat toestaan om het verstrekken van inlichtingen te weigeren enkel en alleen omdat de § inlichtingen in het bezit zijn van een bank, een andere financiële instelling, een trust, een stichting, een gevolmachtigde of een persoon die werkzaam is in de hoedanigheid van een vertegenwoordiger of een vertrouwenspersoon of omdat de inlichtingen betrekking hebben op eigendomsbelangen in een persoon.» ARTIKEL II Aan het Protocol van 1968 worden nieuwe paragrafen 3A en 3B toegevoegd die als volgt zijn opgesteld : « 3 A. Wat artikel 26 van de Overeenkomst betreft, zal dat artikel van toepassing zijn op de uitwisseling van inlichtingen die naar verwachting relevant zijn voor de toepassing of de tenuitvoerlegging van de nationale wetgeving met betrekking tot belastingen die zijn geheven door en ten behoeve van de plaatselijke gemeenschappen van België, bij wijze van overeenstemming tussen de Regeringen van de overeenkomstsluitende Staten door middel van uitwisseling van diplomatieke nota's. 3 B. Wat paragraaf 5 van artikel 26 van de Overeenkomst betreft : (a) Om inlichtingen te verkrijgen die in het bezit zijn van een bank, een andere financiële instelling, een trust, een stichting, een gevolmachtigde of een persoon die werkzaam is in de hoedanigheid van een vertegenwoordiger of een vertrouwenspersoon, of die betrekking hebben op eigendomsbelangen in een persoon, hebben de belastingautoriteiten van België de bevoegdheid om de bekendmaking van die inlichtingen af te dwingen en om onderzoeken en verhoren in te stellen, dit niettegenstaande de bepalingen van paragraaf 3 van dat artikel of elke andersluidende bepaling in zijn binnenlandse wetgeving.(b) Een overeenkomstsluitende Staat mag weigeren inlichtingen te verstrekken die verband houden met vertrouwelijke communicatie die advocaten of andere erkende wettelijke vertegenwoordigers in hun functie als dusdanig uitwisselen met hun cliënten, voor zover de communicatie tegen onthulling beschermd is door de binnenlandse wetgeving van die overeenkomstsluitende Staat.» ARTIKEL III 1. Elk van de overeenkomstsluitende Staten zendt aan de andere overeenkomstsluitende Staat langs diplomatieke weg een kennisgeving ter bevestiging van het feit dat zijn interne procedures, die vereist zijn voor de inwerkingtreding van dit Protocol, voltooid zijn.Dit Protocol zal in werking treden op de dertigste dag na de dag waarop de laatste kennisgeving werd ontvangen. 2. Dit Protocol zal van toepassing zijn : (a) in Japan, op belastingen die worden geheven op of na 1 januari van het kalenderjaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin dit Protocol in werking treedt;(b) in België, op belastbare tijdperken die aanvangen of ter zake van belastbare feiten die zich voordoen op of na 1 januari van het kalenderjaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin dit Protocol in werking treedt.3. Dit Protocol zal van kracht blijven zolang de Overeenkomst van kracht blijft. Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd door hun respectieve Regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.
Gedaan in tweevoud te Brussel, op 26 januari 2010, in de Engelse taal.