gepubliceerd op 12 juni 2019
Wet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Luxemburg op 14 april 2014, tot wijziging van de Overeenkomst tussen België en Ierland tot het vermijden van dubbele belasting en van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Brussel op 24 juni 1970 (2)(3)
25 FEBRUARI 2017. - Wet houdende instemming met het Protocol, gedaan te Luxemburg op 14 april 2014, tot wijziging van de Overeenkomst tussen België en Ierland tot het vermijden van dubbele belasting en van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Brussel op 24 juni 1970 (1)(2)(3)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.Het Protocol, gedaan te Luxemburg op 14 april 2014, tot wijziging van de Overeenkomst tussen België en Ierland tot het vermijden van dubbele belasting en van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Brussel op 24 juni 1970, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 25 februari 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 54-2222.
Integraal verslag: 20/01/2017. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 03/06/2016 (Belgisch Staatsblad van 29/06/2016), Decreet van het Waalse gewest van 22/11/2018 (Belgisch Staatsblad van 12/12/2018), Ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 23/06/2017 (Belgisch Staatsblad van 06/07/2017), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 17/09/2018 (Belgisch Staasblad van 15/10/2018), Decreet van de Franse Gemeenschap van 14/03/2019 (Belgisch Staatsblad van 02/05/2019).(3) Datum inwerkingtreding : 14/05/2019. PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN BELGIE EN IERLAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN VAN HET ONTGAAN VAN BELASTING INZAKE BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN, ONDERTEKEND TE BRUSSEL OP 24 JUNI 1970 HET KONINKRIJK BELGIE, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, enerzijds, en IERLAND, anderzijds, WENSENDE de Overeenkomst te wijzigen tussen België en Ierland tot het vermijden van dubbele belasting en van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Brussel op 24 juni 1970 (hierna te noemen "de Overeenkomst"), ZIJN het volgende overeengekomen: ARTIKEL I De tekst van paragraaf 1, 8 (a) van artikel 3 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst: "(a) in België, naargelang het geval, de Minister van Financiën van de federale Regering en/of van de Regering van een Gewest en/of van een Gemeenschap, of zijn gemachtigde vertegenwoordiger; en" ARTIKEL II De tekst van artikel 26 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst: "1. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten wisselen de inlichtingen uit die naar verwachting relevant zullen zijn voor de uitvoering van de bepalingen van deze Overeenkomst of voor de toepassing of de tenuitvoerlegging van de nationale wetgeving met betrekking tot belastingen van elke soort en benaming die worden geheven ten behoeve van de overeenkomstsluitende Staten of van de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan, voor zover de belastingheffing waarin die nationale wetgeving voorziet niet in strijd is met de Overeenkomst. De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door de artikelen 1 en 2. 2. De door een overeenkomstsluitende Staat ingevolge paragraaf 1 verkregen inlichtingen worden op dezelfde wijze geheim gehouden als inlichtingen die onder de nationale wetgeving van die Staat zijn verkregen en worden alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechterlijke instanties en administratieve lichamen) die betrokken zijn bij de vestiging of invordering van de in paragraaf 1 bedoelde belastingen, bij de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van die belastingen, bij de beslissing in beroepszaken die betrekking hebben op die belastingen, of bij het toezicht daarop.Deze personen of autoriteiten gebruiken die inlichtingen slechts voor die doeleinden. Zij mogen deze inlichtingen kenbaar maken tijdens openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen. Niettegenstaande hetgeen voorafgaat, mogen de door een overeenkomstsluitende Staat verkregen inlichtingen voor andere doeleinden worden gebruikt indien ze overeenkomstig de wetgeving van beide Staten voor die andere doeleinden mogen worden gebruikt en indien de bevoegde autoriteit van de Staat die de inlichtingen verstrekt, de toestemming geeft voor dat gebruik. 3. In geen geval mogen de bepalingen van de paragrafen 1 en 2 aldus worden uitgelegd dat aan een overeenkomstsluitende Staat de verplichting wordt opgelegd: (a) administratieve maatregelen te nemen die afwijken van de wetgeving en de administratieve praktijk van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;(b) inlichtingen te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn volgens de wetgeving of in de normale gang van de administratieve werkzaamheden van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;(c) inlichtingen te verstrekken die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een handelswerkwijze zouden onthullen, dan wel inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde.4. Wanneer op basis van de bepalingen van dit artikel door een overeenkomstsluitende Staat om inlichtingen is verzocht, gebruikt de andere overeenkomstsluitende Staat de middelen voor het verzamelen van inlichtingen waarover hij beschikt om de gevraagde inlichtingen te verkrijgen, zelfs al heeft die andere Staat die inlichtingen niet nodig voor zijn eigen belastingdoeleinden.De verplichting die in de vorige zin is vervat, is onderworpen aan de beperkingen waarin paragraaf 3 van dit artikel voorziet, maar die beperkingen mogen in geen geval aldus worden uitgelegd dat ze een overeenkomstsluitende Staat toestaan het verstrekken van inlichtingen te weigeren enkel omdat die Staat geen binnenlands belang heeft bij die inlichtingen. 5. In geen geval mogen de bepalingen van paragraaf 3 van dit artikel aldus worden uitgelegd dat ze een overeenkomstsluitende Staat toestaan om het verstrekken van inlichtingen te weigeren enkel en alleen omdat de inlichtingen in het bezit zijn van een bank, een andere financiële instelling, een trust, een stichting, een gevolmachtigde of een persoon die werkzaam is in de hoedanigheid van een vertegenwoordiger of een vertrouwenspersoon of omdat de inlichtingen betrekking hebben op eigendomsbelangen in een persoon." ARTIKEL III 1. Elk van de overeenkomstsluitende Staten stelt de andere overeenkomstsluitende Staat langs diplomatieke weg in kennis van de voltooiing van de procedures die door zijn wetgeving voor de inwerkingtreding van dit Protocol zijn vereist.Het Protocol zal in werking treden op de datum van de laatste van deze kennisgevingen en de bepalingen ervan zullen van toepassing zijn: a) met betrekking tot strafrechtelijke fiscale aangelegenheden, vanaf de datum waarop het Protocol in werking treedt;b) met betrekking tot alle andere fiscale aangelegenheden: (i) met betrekking tot de bij de bron verschuldigde belastingen op inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld op of na de eerste dag van het jaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin het Protocol in werking is getreden; (ii) met betrekking tot de andere belastingen die worden geheven naar het inkomen, op inkomsten van belastbare tijdperken die aanvangen op of na de eerste dag van het jaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin het Protocol in werking is getreden; (iii) met betrekking tot alle andere belastingen, op elke andere belasting die verschuldigd is ter zake van belastbare feiten die zich voordoen op of na de eerste dag van het jaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin het Protocol in werking is getreden. 2. De Ierse tekst van de Overeenkomst zal ophouden uitwerking te hebben vanaf de data waarop dit Protocol van toepassing zal worden op belastingen in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van paragraaf 1. ARTIKEL IV Dit Protocol, dat een integrerend deel van de Overeenkomst uitmaakt, zal van kracht blijven zolang de Overeenkomst van kracht blijft en zal van toepassing zijn zolang de Overeenkomst zelf van toepassing is.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd door hun respectieve Regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud te Luxemburg, op 14 april 2014, in de Engelse, Franse en Nederlandse taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk authentiek.