Etaamb.openjustice.be
Wet van 24 juni 2022
gepubliceerd op 27 oktober 2022

Wet houdende instemming met volgende internationale akten: 1) Tiende Protocol ter aanvulling van de Stichtingsakte van de Wereldpostvereniging, gedaan te Addis Abeba op 7 september 2018; 2) Tweede Protocol ter aanvulling van het Algemeen Reglement van de Wereldpostvereniging, gedaan te Addis Abeba op 7 september 2018; 3) Protocol ter aanvulling van de Wereldpostconventie gedaan te Addis Abeba op 7 september 2018; 4) Slotprotocol van het Protocol ter aanvulling van de Wereldpostconventie, gedaan te Addis Abeba op 7 september 2018 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2022033162
pub.
27/10/2022
prom.
24/06/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 JUNI 2022. - Wet houdende instemming met volgende internationale akten: 1) Tiende Protocol ter aanvulling van de Stichtingsakte van de Wereldpostvereniging, gedaan te Addis Abeba op 7 september 2018; 2) Tweede Protocol ter aanvulling van het Algemeen Reglement van de Wereldpostvereniging, gedaan te Addis Abeba op 7 september 2018; 3) Protocol ter aanvulling van de Wereldpostconventie gedaan te Addis Abeba op 7 september 2018; 4) Slotprotocol van het Protocol ter aanvulling van de Wereldpostconventie, gedaan te Addis Abeba op 7 september 2018 (1)(2)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het Tiende Protocol ter aanvulling van de Stichtingsakte van de Wereldpostvereniging, gedaan te Addis Abeba op 7 september 2018, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.Het Tweede Protocol ter aanvulling van het Algemeen Reglement van de Wereldpostvereniging, gedaan te Addis Abeba op 7 september 2018, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 4.Het Protocol ter aanvulling van de Wereldpostconventie, gedaan te Addis Abeba op 7 september 2018, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 5.Het Slotprotocol van het Protocol ter aanvulling van de Wereldpostconventie, gedaan te Addis Abeba op 7 september 2018, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel op 24 juni 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister belast met Buitenlandse Zaken, A. DE CROO De Minister van Post, P. DE SUTTER Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 55-2384 Integraal verslag: 08/02/2022 (2) Het ratificatie-instrument van België werd bij de depositaris neergelegd op 28 juli 2022. Vertaling Tiende Protocol ter aanvulling van de Stichtingsakte van de Wereldpostvereniging Inhoudsopgave Artikel I. (Gewijzigd artikel 1) Draagwijdte en doel van de Vereniging II. (Gewijzigd artikel 8) Beperkte Verenigingen. Bijzondere overeenkomsten III. (Gewijzigd artikel 18) Raad voor Postexploitatie IV. Tenuitvoerlegging en duur van het aanvullend Protocol bij de Stichtingsakte van de Wereldpostvereniging Tiende Protocol ter aanvulling van de Stichtingsakte van de Wereldpostvereniging De gevolmachtigden van de regeringen van de lidstaten van de Wereldpostvereniging, in buitengewoon Congres bijeengekomen te Addis Abeba, hebben gelet op artikel 30.2 van de op 10 juli 1964 te Wenen afgesloten Stichtingsakte van de Wereldpostvereniging, onder voorbehoud van ratificatie, de volgende wijzigingen in de genoemde Stichtingsakte aangenomen.

Artikel I (Gewijzigd artikel 1) Draagwijdte en doel van de Vereniging 1. De landen die deze Stichtingsakte aannemen vormen binnen het kader van de intergouvernementele organisatie genaamd "Wereldpostvereniging" een enig postgebied voor het wederzijds verzenden van postzendingen. De vrijheid van doorvoer wordt over het hele grondgebied van de Vereniging gegarandeerd, onder voorbehoud van de voorwaarden die in de Akten van de Vereniging worden vastgesteld. 2. De Vereniging heeft als doel om te zorgen voor de organisatie en de verbetering van de postdiensten en om de ontwikkeling van de internationale samenwerking op dat vlak te bevorderen.3. De Vereniging neemt in de mate van haar mogelijkheden deel aan de postale technische bijstand die gevraagd wordt door haar lidstaten. Artikel II (Gewijzigd artikel 8) Beperkte Verenigingen. Bijzondere overeenkomsten 1. De lidstaten, of hun aangewezen operatoren als de wetgeving van die lidstaten dit toelaat, kunnen Beperkte Verenigingen oprichten en bijzondere overeenkomsten treffen betreffende de internationale postdienst, op voorwaarde evenwel dat zij daarin geen bepalingen invoeren die minder gunstig zijn voor het publiek dan die in de Akten waarbij de betrokken lidstaten zijn aangesloten.2. De Beperkte Verenigingen kunnen waarnemers sturen naar de Congressen, naar de Administratieve Raad, naar de Raad voor Postexploitatie en naar andere conferenties en vergaderingen die door de Vereniging georganiseerd worden.3. De Vereniging kan waarnemers sturen naar de Congressen, conferenties en vergaderingen van de Beperkte Verenigingen. Artikel III (Gewijzigd artikel 18) Raad voor Postexploitatie 1. De Raad voor Postexploitatie (POC) is belast met exploitatie-, commerciële, technische en economische kwesties die de postdienst aanbelangen.2. De leden van de Administratieve Raad oefenen hun functie uit in naam en in het belang van de Vereniging. Artikel IV Tenuitvoerlegging en duur van het aanvullend Protocol bij de Stichtingsakte van de Wereldpostvereniging 1. Dit aanvullend Protocol zal ten uitvoer worden gelegd op 1 juli 2019 en voor onbepaalde tijd van kracht blijven. Ter staving hiervan hebben de gevolmachtigden van de regeringen van de lidstaten dit aanvullend Protocol opgesteld, dat dezelfde rechtskracht en dezelfde waarde heeft als waren de bepalingen ervan in de tekst zelf van de Stichtingsakte opgenomen, en ze hebben het in één exemplaar ondertekend dat neergelegd wordt bij de directeur-generaal van het Internationaal Bureau. Een afschrift ervan zal door het Internationaal Bureau van de Wereldpostvereniging aan elke partij worden overhandigd.

Gedaan te Addis Abeba, 7 september 2018.

Tweede Protocol ter aanvulling van het Algemeen Reglement van de Wereldpostvereniging Inhoudsopgave Artikel I. (Gewijzigd artikel 103) Bevoegdheid van het Congres II. (Gewijzigd artikel 104) Huishoudelijk reglement van het Congres III. (Gewijzigd artikel 105) Waarnemers in de organen van de Vereniging IV. (Gewijzigd artikel 106) Samenstelling en werking van de Administratieve Raad V. (Gewijzigd artikel 107) Bevoegdheid van de Administratieve Raad VI. (Gewijzigd artikel 108) Organisatie van de zittingen van de Administratieve Raad VII. (Gewijzigd artikel 109) Waarnemers VIII. (Gewijzigd artikel 110) Terugbetaling van de reiskosten IX. (Gewijzigd artikel 112) Samenstelling en werking van de Raad voor Postexploitatie X. (Gewijzigd artikel 113) Bevoegdheid van de Raad voor Postexploitatie XI. (Gewijzigd artikel 114) Organisatie van de zittingen van de Raad voor Postexploitatie XII. (Gewijzigd artikel 115) Waarnemers XIII. (Gewijzigd artikel 116) Terugbetaling van de reiskosten XIV. (Toegevoegd artikel 117bis) Coördinatiecomité van de permanente organen van de Vereniging XV. (Gewijzigd artikel 123) Vertegenwoordigers van het Raadgevend Comité in het Congres, in de Administratieve Raad en in de Raad voor Postexploitatie XVI. (Gewijzigd artikel 127) Bevoegdheid van de directeur-generaal XVII. (Gewijzigd artikel 130) Voorbereiding en verdeling van de documenten van de organen van de Vereniging XVIII. (Gewijzigd artikel 138) Procedure voor het indienen van voorstellen aan het Congres XIX. (Gewijzigd artikel 144) Inwerkingtreding van de reglementen en van de overige beslissingen die tussen twee Congressen in zijn genomen XX. (Gewijzigd artikel 146) Betaling van de bijdragen van de lidstaten XXI. (Gewijzigd artikel 150) Bijdrageklassen XXII. (Gewijzigd artikel 152) Organisatie van de door de gebruikers gefinancierde hulporganen XXIII. Tenuitvoerlegging en duur van het Protocol ter aanvulling van het Algemeen Reglement van de Wereldpostvereniging Tweede Protocol ter aanvulling van het Algemeen Reglement van de Wereldpostvereniging De gevolmachtigden van de regeringen van de lidstaten van de Wereldpostvereniging, in buitengewoon Congres bijeengekomen te Addis Abeba, hebben gelet op artikel 22.2 van de op 10 juli 1964 te Wenen afgesloten Stichtingsakte, in gemeenschappelijk overleg en onder voorbehoud van artikel 25.4 van de genoemde Stichtingsakte, de volgende wijzigingen in het Algemeen Reglement aangenomen.

Artikel I (Gewijzigd artikel 103) Bevoegdheid van het Congres 1. Op basis van de voorstellen van de lidstaten, van de Administratieve Raad en van de Raad voor Postexploitatie: 1.1. bepaalt het Congres het algemene beleid voor de vervulling van de opdracht en van het doel van de Vereniging, die vermeld zijn in de preambule en in artikel één van de Stichtingsakte; 1.2. onderzoekt het Congres de voorstellen vanwege de lidstaten en de raden tot wijziging van de Stichtingsakte, het Algemeen Reglement, de Conventie en de overeenkomsten, en neemt het die in voorkomend geval aan, overeenkomstig artikel 29 van de Stichtingsakte en artikel 138 van het Algemeen Reglement; 1.3. stelt het Congres de datum van inwerkingtreding van de Akten vast; 1.4. neemt het Congres zijn huishoudelijk reglement aan, alsook de amendementen daarop; 1.5. onderzoekt het Congres volledige rapporten die respectievelijk door de Administratieve Raad, de Raad voor Postexploitatie en het Raadgevend Comité worden voorgelegd met betrekking tot de periode die verlopen is sedert het vorige Congres, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 111, 117 en 125 van het Algemeen Reglement; 1.6. neemt het Congres de strategie van de Vereniging aan; 1.6bis. keurt het Congres het vierjaarlijkse activiteitenplan van de UPU goed; 1.7. stelt het Congres het maximumbedrag van de uitgaven van de Vereniging vast, overeenkomstig artikel 21 van de Stichtingsakte; 1.8. verkiest het Congres de lidstaten die zitting hebben in de Administratieve Raad en in de Raad voor Postexploitatie, overeenkomstig onder andere de verkiezingsprocedures die vastgesteld zijn in de resoluties van het Congres daarover; 1.9. verkiest het Congres de directeur-generaal en de vicedirecteur-generaal van het Internationaal Bureau; 1.10. stelt het Congres door een resolutie het plafond vast van de door de Vereniging te dragen kosten voor het opstellen van de documenten in het Duits, Chinees, Portugees en Russisch. 2. Als hoogste orgaan van de Vereniging behandelt het Congres andere kwesties met name in verband met de postdiensten. Artikel II (Gewijzigd artikel 104) Huishoudelijk reglement van het Congres (Stichtingsakte 14) 1. Voor het organiseren van zijn werkzaamheden en het leiden van zijn beraadslagingen past het Congres zijn huishoudelijk reglement toe.2. Ieder Congres kan zijn huishoudelijk reglement wijzigen, overeenkomstig de voorwaarden die daarin zijn vastgelegd.3. De bepalingen onder de punten 1 en 2 zijn naar analogie ook toepasselijk op de buitengewone Congressen. Artikel III (Gewijzigd artikel 105) Waarnemers in de organen van de Vereniging 1. De onderstaande entiteiten worden uitgenodigd om als waarnemer deel te nemen aan de plenaire zittingen en aan de vergaderingen van de Commissies van het Congres, van de Administratieve Raad en van de Raad voor Postexploitatie: 1.1. de Organisatie van de Verenigde Naties; 1.2. de Beperkte Verenigingen; 1.3. de leden van het Raadgevend Comité; 1.4. de entiteiten die de vergaderingen van de Vereniging als waarnemer mogen bijwonen krachtens een resolutie of een beslissing van het Congres. 2. De onderstaande entiteiten, indien behoorlijk aangewezen door de Administratieve Raad overeenkomstig artikel 107.1.12, worden uitgenodigd om bijzondere vergaderingen van het Congres bij te wonen als waarnemer ad hoc: 2.1. Gespecialiseerde organisaties van het systeem van de Verenigde Naties en andere intergouvernementele organisaties. 2.2. Elke internationale instelling, elke vereniging of onderneming, of iedere geschikte persoon. 3. Behalve de onder punt 1 bepaalde waarnemers kunnen de Administratieve Raad en de Raad voor Postexploitatie andere waarnemers ad hoc aanwijzen om hun vergaderingen bij te wonen, overeenkomstig hun huishoudelijk reglement, wanneer dat in het belang is van de Vereniging en haar organen. Artikel IV (Gewijzigd artikel 106) Samenstelling en werking van de Administratieve Raad 1. De Administratieve Raad is samengesteld uit 41 leden, die hun functie uitoefenen gedurende de periode tussen twee opeenvolgende Congressen.2. Het voorzitterschap komt van rechtswege toe aan de lidstaat die het gastland van het Congres is.Indien deze lidstaat zich terugtrekt, wordt hij van rechtswege lid en hierdoor beschikt de geografische groep waartoe hij behoort over een bijkomende zetel waarop de beperkingen van punt 3 niet van toepassing zijn. In dit geval kiest de Administratieve Raad voor het voorzitterschap één van de leden die tot de geografische groep van het gastland behoren. 3. De 40 andere leden van de Administratieve Raad worden door het Congres verkozen op basis van een rechtvaardige geografische verdeling.Ten minste de helft van de leden wordt vervangen ter gelegenheid van ieder Congres; geen enkele lidstaat mag achtereenvolgens door drie Congressen gekozen worden. 4. Elk lid van de Administratieve Raad wijst zijn vertegenwoordiger of vertegenwoordigers aan.De leden van de Administratieve Raad nemen actief deel aan de werkzaamheden ervan. 5. De functie van lid van de Administratieve Raad is onbezoldigd.De werkingskosten van die Raad zijn ten laste van de Vereniging. 6. De Administratieve Raad definieert, formaliseert en/of richt de permanente groepen en speciale teams of andere organen op die binnen zijn structuur opgericht moeten worden, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de strategie en het activiteitenplan van de Vereniging die aangenomen zijn door het Congres. Artikel V (Gewijzigd artikel 107) Bevoegdheid van de Administratieve Raad 1. De Administratieve Raad heeft de volgende bevoegdheid: 1.1. toezicht houden op alle werkzaamheden van de Vereniging tussen twee Congressen in; daarbij houdt hij rekening met de beslissingen van het Congres, onderzoekt hij het beleid van de regeringen betreffende de postdiensten en houdt hij rekening met het internationale reglementaire beleid zoals in verband met de handel in diensten en de concurrentie; 1.2. alle vormen van postale technische bijstand stimuleren, coördineren en controleren binnen het kader van de internationale technische samenwerking; 1.3. het ontwerp van vierjaarlijks activiteitenplan van de UPU, dat goedgekeurd is door het Congres, onderzoeken en het afwerken door de activiteiten die in dat plan worden voorgesteld in overeenstemming te brengen met de beschikbare middelen. Het plan zou in voorkomend geval ook moeten overeenstemmen met de resultaten van elke hiërarchische indeling die wordt gevolgd door het Congres. Het vierjaarlijkse activiteitenplan van de UPU, afgewerkt en goedgekeurd door de Administratieve Raad, dient vervolgens als basis voor het programma en de jaarlijkse begroting, alsook voor de jaarlijkse bedrijfsplannen die moeten worden opgesteld en uitgevoerd door de Administratieve Raad en de Raad voor Postexploitatie; 1.4. het programma en de jaarlijkse begroting en de rekeningen van de Vereniging onderzoeken en goedkeuren, rekening houdende met de definitieve versie van het activiteitenplan van de UPU, zoals beschreven in 107.1.3; 1.5. indien de omstandigheden het vereisen, overeenkomstig artikel 145.3 tot 5, toestaan dat het uitgavenplafond overschreden wordt; 1.6. indien gevraagd, de keuze van een lagere bijdrageklasse toestaan, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in artikel 150.6; 1.7. indien een lidstaat dat vraagt, de verandering van geografische groep toestaan, rekening houdende met de adviezen vanwege de lidstaten van de betreffende geografische groepen; 1.8. de arbeidsplaatsen bij het Internationaal Bureau die gefinancierd worden door het gewone budget scheppen of afschaffen, rekening houdende met de beperkingen die verbonden zijn aan het vastgestelde uitgavenplafond; 1.9. beslissen of er met de lidstaten contact moet worden opgenomen om zijn functies te vervullen; 1.10. na raadpleging van de Raad voor Postexploitatie beslissen over de betrekkingen die aangeknoopt moeten worden met de organisaties die niet in de zin van artikel 105.1 en 2.19 waarnemer zijn; 1.11. de verslagen van het Internationaal Bureau over de betrekkingen van de Vereniging met de andere internationale instellingen onderzoeken, de beslissingen treffen die hij wenselijk acht voor het onderhouden van deze betrekkingen en het gevolg dat eraan moet worden gegeven; 1.12. te gelegener tijd en na overleg met de Raad voor Postexploitatie en de secretaris-generaal de gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties, de internationale instellingen, de verenigingen en de bevoegde personen aanwijzen die uitgenodigd moeten worden als waarnemer ad hoc voor specifieke zittingen van het Congres en de commissies ervan, wanneer dat in het belang is van de Vereniging of dit ten goede kan komen aan de werkzaamheden van het Congres, en de directeur-generaal van het Internationaal Bureau belasten met het verzenden van de nodige uitnodigingen; 1.13. de lidstaat aanwijzen waar het volgende Congres zal zetelen in het geval waarvan sprake in artikel 101.3; 1.14. te gelegener tijd en na raadpleging van de Raad voor Postexploitatie, het aantal commissies bepalen die nodig zijn om de werkzaamheden van het Congres tot een goed einde te brengen en de bevoegdheid ervan vastleggen; 1.15. na raadpleging van de Raad voor Postexploitatie en onder voorbehoud van de goedkeuring door het Congres, de lidstaten aanwijzen die: 1.15.1. het vicevoorzitterschap van het Congres alsook het voorzitterschap en het vicevoorzitterschap van de commissies kunnen waarnemen, waarbij er zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de billijke geografische spreiding over de lidstaten; 1.15.2. deel kunnen uitmaken van de Beperkte Commissies van het Congres; 1.16. zijn leden aanwijzen die zitting zullen hebben in het Raadgevend Comité; 1.17. binnen het kader van zijn bevoegdheden, elke handeling onderzoeken en goedkeuren die nodig geacht wordt om de internationale postdienst te moderniseren en om de kwaliteit ervan te vrijwaren en te verhogen; 1.18. op verzoek van het Congres, van de Raad voor Postexploitatie of van de lidstaten problemen van administratieve, wetgevende en rechtskundige aard onderzoeken die van belang zijn voor de Vereniging of de internationale postdienst; het behoort tot de bevoegdheid van de Administratieve Raad om in de bovenvermelde domeinen te beslissen of het al dan niet opportuun is om de door de lidstaten aangevraagde studies in de periode tussen twee Congressen in aan te vatten; 1.19. voorstellen formuleren die overeenkomstig artikel 140 ter goedkeuring voorgelegd zullen worden hetzij aan het Congres, hetzij aan de lidstaten; 1.20. studieonderwerpen voor onderzoek voorleggen aan de Raad voor Postexploitatie, overeenkomstig artikel 113.1.6; 1.21. in overleg met de Raad voor Postexploitatie het ontwerp van strategie dat aan het Congres moet worden voorgelegd, onderzoeken en goedkeuren; 1.22. de verslagen alsook de aanbevelingen van het Raadgevend Comité in ontvangst nemen en deze bespreken, en de aanbevelingen van het comité onderzoeken om deze aan het Congres voor te leggen; 1.23. controle uitoefenen op de activiteiten van het Internationaal Bureau; 1.24. de jaarverslagen opgesteld door het Internationaal Bureau over de werkzaamheden van de Vereniging en over het financiële beheer goedkeuren en indien nodig hierover commentaar uitbrengen; 1.25. wanneer hij het nodig acht, de principes vastleggen waarmee de Raad voor Postexploitatie rekening dient te houden wanneer hij de vragen bestudeert die een belangrijke financiële weerslag hebben (tarieven, eindrechten, doorvoerrechten, basistaksen voor het luchtvervoer van de briefwisseling en het in het buitenland afgeven van brievenpostzendingen), van nabij de studie over deze vragen volgen, de voorstellen van de Raad voor Postexploitatie met betrekking tot dezelfde onderwerpen onderzoeken en goedkeuren, om de overeenkomst met voorgaande principes te garanderen; 1.26. binnen zijn bevoegdheid, de aanbevelingen van de Raad voor Postexploitatie goedkeuren betreffende het eventuele aannemen van een reglementering of een nieuwe werkwijze, in afwachting dat het Congres daarover een beslissing neemt; 1.27. het jaarverslag, opgesteld door de Raad voor Postexploitatie, en de eventuele voorstellen ervan onderzoeken; 1.28. het vierjaarlijkse verslag goedkeuren dat door het Internationaal Bureau na raadpleging van de Raad voor Postexploitatie opgesteld is met betrekking tot de resultaten van de lidstaten inzake de uitvoering van de strategie van de Vereniging die door het vorige Congres is goedgekeurd, om te worden voorgelegd aan het volgende Congres; 1.29. het kader vastleggen voor de organisatie van het Raadgevend Comité en de organisatie van het Raadgevend Comité goedkeuren, conform de bepalingen in artikel 122; 1.30. criteria vastleggen voor toetreding tot het Raadgevend Comité en op grond van die criteria toetredingsaanvragen goed- of afkeuren, en er tevens voor zorgen dat die aanvragen volgens een versnelde procedure tussen de bijeenkomsten van de Administratieve Raad in worden behandeld; 1.31. het Financieel Reglement van de Vereniging vastleggen; 1.32. de regels vastleggen die op het Reservefonds van toepassing zijn; 1.33. de regels vastleggen die op het Speciaal Fonds van toepassing zijn; 1.34. de regels vastleggen die op het Fonds voor bijzondere werkzaamheden van toepassing zijn; 1.35. de regels vastleggen die op het Vrijwillig Fonds van toepassing zijn; 1.36. het statuut van het personeel en de dienstvoorwaarden van de verkozen ambtenaren vastleggen; 1.37. het reglement van het Sociaal Fonds vastleggen; 1.38. toezicht houden, in de zin van artikel 152, op de oprichting van de door de gebruikers gefinancierde hulporganen en op de activiteiten ervan; 1.39. zijn huishoudelijk reglement en de desbetreffende wijzigingen aannemen.

Artikel VI (Gewijzigd artikel 108) Organisatie van de zittingen van de Administratieve Raad 1. Bij zijn constituerende vergadering, die door de voorzitter van het Congres bijeengeroepen en geopend wordt, kiest de Administratieve Raad onder zijn leden vier vicevoorzitters en legt hij zijn huishoudelijk reglement vast.De voorzitter en de vicevoorzitters zijn lidstaten van elk van de vijf geografische groepen van de Vereniging. 2. De Administratieve Raad vergadert tweemaal per jaar, of meer bij wijze van uitzondering, op de zetel van de Vereniging overeenkomstig de procedures ter zake die vastgesteld zijn in zijn huishoudelijk reglement.3. De voorzitter, de vicevoorzitters, alsook de voorzitters, medevoorzitters en vicevoorzitters van de commissies van de Administratieve Raad vormen het Beheerscomité.Het Beheerscomité bereidt de werkzaamheden voor van elke zitting van de Administratieve Raad, en leidt ze. Het keurt namens de Administratieve Raad het jaarverslag goed dat het Internationaal Bureau heeft opgesteld over de werkzaamheden van de Vereniging en neemt al de overige taken op zich die de Administratieve Raad beslist eraan toe te vertrouwen, of waarvan gedurende de strategische planning de noodzakelijkheid blijkt. 4. De voorzitter van de Raad voor Postexploitatie vertegenwoordigt deze raad op de zittingen van de Administratieve Raad wanneer de agendapunten bevat die betrekking hebben op de Raad voor Postexploitatie.5. De voorzitter van het Raadgevend Comité vertegenwoordigt dit orgaan op de bijeenkomsten van de Administratieve Raad wanneer de agendapunten bevat die het Raadgevend Comité aanbelangen. Artikel VII (Gewijzigd artikel 109) Waarnemers 1. Waarnemers 1.1. Om een doelmatige samenhang tussen de werkzaamheden van de twee organen te garanderen, mag de Raad voor Postexploitatie vertegenwoordigers aanwijzen om als waarnemer de vergaderingen van de Administratieve Raad bij te wonen. 1.2. De lidstaten van de Vereniging die geen lid zijn van de raad, alsook de waarnemers en waarnemers ad hoc vermeld in artikel 105 kunnen de plenaire zittingen en de vergaderingen van de commissies van de Administratieve Raad bijwonen zonder stemrecht. 2. Principes 2.1. Om logistieke redenen kan de Administratieve Raad het aantal deelnemers per waarnemer en waarnemer ad hoc beperken. Hij kan tevens hun spreekrecht tijdens besprekingen beperken. 2.2. De waarnemers en waarnemers ad hoc kunnen, op hun verzoek, de toestemming krijgen om mee te werken aan studieprojecten, waarbij zij de voorwaarden in acht moeten nemen die de raad kan opleggen om het rendement en de doeltreffendheid van zijn werking te verzekeren.

Indien hun kennis of hun ondervinding dit rechtvaardigt kunnen ze tevens worden verzocht om permanente groepen of speciale teams voor te zitten. De deelname van de waarnemers en waarnemers ad hoc creëert geen bijkomende kosten voor de Vereniging. 2.3. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen de leden van het Raadgevend Comité en waarnemers ad hoc worden uitgesloten van een vergadering of een deel van een vergadering. Ook kan hun recht op het ontvangen van bepaalde documenten worden beperkt wanneer de vertrouwelijkheid van het onderwerp van de vergadering of van het document dat vereist; de beslissing hierover kan per geval worden genomen door elk betrokken orgaan of door de voorzitter ervan; de verschillende gevallen worden gemeld aan de Administratieve Raad en aan de Raad voor Postexploitatie wanneer het aangelegenheden betreft waarbij dit orgaan een bijzonder belang heeft. Vervolgens kan de Administratieve Raad, indien hij dit nodig acht, de beperkingen heronderzoeken in overleg met de Raad voor Postexploitatie wanneer dat gepast is.

Artikel VIII (Gewijzigd artikel 110) Terugbetaling van de reiskosten 1. De reiskosten van de vertegenwoordiger van ieder lid van de Administratieve Raad die deelneemt aan de zittingen van dit orgaan komen ten laste van zijn lidstaat.Nochtans heeft een vertegenwoordiger van elke lidstaat die volgens de lijsten van respectievelijk de Administratieve Raad en de Organisatie van de Verenigde Naties gerangschikt is bij de ontwikkelingslanden of de minst ontwikkelde landen, recht op terugbetaling van de prijs van een vliegtuigbiljet heen en terug in economyclass of van een treinkaartje eerste klas, ofwel van de kosten van een reis met een ander vervoermiddel, op voorwaarde dat dit bedrag de prijs van een vliegtuigbiljet heen en terug in economyclass niet overschrijdt. Dit recht geldt echter niet voor de vergaderingen die plaatshebben tijdens het Congres. Hetzelfde recht wordt verleend aan de vertegenwoordiger van elk lid van zijn commissies of van zijn andere organen indien deze buiten het Congres en de zittingen van de raad bijeenkomen.

Artikel IX (Gewijzigd artikel 112) Samenstelling en werking van de Raad voor Postexploitatie 1. De Raad voor Postexploitatie is samengesteld uit 48 leden, die hun functie uitoefenen gedurende de periode tussen twee opeenvolgende Congressen in.2. De leden van de Raad voor Postexploitatie worden gekozen door het Congres, op basis van een welbepaalde geografische verdeling.Ten minste een derde van de leden van elke geografische groep wordt op elk Congres vervangen. 3. Elk lid van de Raad voor Postexploitatie wijst zijn vertegenwoordiger of vertegenwoordigers aan.De leden van de Raad voor Postexploitatie nemen actief aan zijn werkzaamheden deel. 4. De werkingskosten van de Raad voor Postexploitatie zijn ten laste van de Vereniging.Zijn leden ontvangen geen enkele vergoeding. 5. De Raad voor Postexploitatie definieert, formaliseert en/of richt de permanente groepen, speciale teams, hulporganen die door de gebruikers gefinancierd worden of andere organen op die binnen zijn structuur opgericht moeten worden, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de strategie en het activiteitenplan van de Vereniging die aangenomen zijn door het Congres. Artikel X (Gewijzigd artikel 113) Bevoegdheid van de Raad voor Postexploitatie 1. De Raad voor Postexploitatie heeft de volgende bevoegdheid: 1.1. de praktische maatregelen voor de ontwikkeling en de verbetering van de internationale postdiensten coördineren; 1.2. onder voorbehoud van de goedkeuring door de Administratieve Raad in het kader van zijn bevoegdheden, elke nodig geachte handeling ondernemen om de kwaliteit van de internationale postdienst te vrijwaren, te verhogen en deze dienst te moderniseren; 1.3. beslissen of er met de lidstaten en hun aangewezen operatoren contact moet worden opgenomen om zijn functies te vervullen; 1.4. de nodige maatregelen treffen met het oog op de studie en de uitwisseling van de ervaringen en de geboekte vooruitgang van sommige lidstaten en hun aangewezen operatoren op het gebied van de techniek, de exploitatie, de economie en de beroepsopleiding die van belang zijn voor andere lidstaten en hun aangewezen operatoren; 1.5. na afspraak met de Administratieve Raad, de geschikte maatregelen treffen op het vlak van de technische samenwerking met alle lidstaten van de Vereniging en hun aangewezen operatoren, voornamelijk met de nieuwe landen en de ontwikkelingslanden en hun aangewezen operatoren; 1.6. alle andere kwesties onderzoeken die door een lid van de Raad voor Postexploitatie, door de Administratieve Raad, of door een lidstaat of aangewezen operator eraan worden voorgelegd; 1.7. de verslagen alsook de aanbevelingen van het Raadgevend Comité in ontvangst nemen en deze bespreken, en met betrekking tot kwesties die de Raad voor Postexploitatie aanbelangen opmerkingen formuleren en onderzoeken omtrent de aanbevelingen van het Raadgevend Comité om deze aan het Congres voor te leggen; 1.8. zijn leden aanwijzen die zitting zullen hebben in het Raadgevend Comité; 1.9. de studie leiden van de voornaamste exploitatie-, commerciële, technische en economische problemen, alsook inzake technische samenwerking die van belang zijn voor alle lidstaten van de Vereniging of voor hun aangewezen operatoren, in het bijzonder kwesties die een belangrijke financiële weerslag hebben (tarieven, eindrechten, doorvoerrechten, basistaksen voor luchtvervoer van brieven, het aandeel in de vergoeding voor postpakketten en de afgifte van brievenpostzendingen in het buitenland), informatie en adviezen in dit verband uitwerken en de ter zake te nemen maatregelen aanbevelen; 1.10. aan de Administratieve Raad de elementen aanreiken die nodig zijn voor de opstelling van het ontwerp van strategie van de Vereniging en van het ontwerp van vierjarig activiteitenplan van de UPU dat aan het Congres moet worden voorgelegd; 1.11. problemen onderzoeken inzake onderricht en beroepsopleiding die van belang zijn voor de lidstaten en hun aangewezen operatoren, alsook de nieuwe landen en de ontwikkelingslanden; 1.12. de huidige situatie en de behoeften van de nieuwe landen en ontwikkelingslanden bestuderen en gepaste aanbevelingen uitwerken over de wijze waarop en de middelen waarmee hun postdiensten kunnen worden verbeterd; 1.13. de reglementen van de Vereniging wijzigen binnen zes maanden na het einde van het Congres, op voorwaarde dat dit er niet anders over beslist; de Raad voor Postexploitatie kan ook tijdens andere zittingen de voornoemde reglementen wijzigen; in beide gevallen moet de Raad voor Postexploitatie de richtlijnen van de Administratieve Raad volgen, wat het beleid en de grondbeginselen betreft; 1.14. voorstellen formuleren die overeenkomstig artikel 140 ter goedkeuring aan het Congres of aan de lidstaten zullen worden voorgelegd; de goedkeuring van de Administratieve Raad is vereist wanneer deze voorstellen betrekking hebben op kwesties die onder zijn bevoegdheid vallen; 1.15. op verzoek van een lidstaat, elk voorstel onderzoeken dat deze lidstaat overeenkomstig artikel 139 aan het Internationaal Bureau bezorgt, de commentaar erop voorbereiden en het bureau opdragen om die aan voornoemd voorstel te hechten alvorens het ter goedkeuring aan de lidstaten voor te leggen; 1.16. indien nodig, en eventueel na goedkeuring door de Administratieve Raad en na raadpleging van alle lidstaten, aanbevelen om een reglementering of een nieuwe werkwijze aan te nemen, in afwachting dat het Congres ter zake een beslissing treft; 1.17. normen inzake techniek, exploitatie en andere gebieden onder zijn bevoegdheid waarvoor een eenvormige werkwijze absoluut noodzakelijk is, uitwerken en in de vorm van aanbevelingen aan de lidstaten en aan hun aangewezen operatoren voorleggen (of als bindende bepalingen als de Akten van de Vereniging daarin voorzien); tevens wijzigt hij, indien nodig, de door hem reeds vastgelegde normen; 1.18. het kader vaststellen voor de organisatie van de door de gebruikers gefinancierde hulporganen en deze organisatie goedkeuren, overeenkomstig artikel 152; 1.19. de jaarlijks overgezonden rapporten van de door de gebruikers gefinancierde hulporganen in ontvangst nemen en onderzoeken; 1.20. zijn huishoudelijk reglement en de desbetreffende wijzigingen aannemen.

Artikel XI (Gewijzigd artikel 114) Organisatie van de zittingen van de Raad voor Postexploitatie 1. Bij zijn eerste vergadering die door de voorzitter van het Congres wordt bijeengeroepen en geopend, kiest de Raad voor Postexploitatie onder zijn leden een voorzitter en vier vicevoorzitters, alsook de voorzitters/vicevoorzitters/medevoorzitters van de commissies en stelt hij zijn huishoudelijk reglement vast.De voorzitter en de vier vicevoorzitters zijn lidstaten van elk van de vijf geografische groepen van de Vereniging. 2. De Raad voor Postexploitatie vergadert tweemaal per jaar, of meer bij wijze van uitzondering, op de zetel van de Vereniging overeenkomstig de procedures ter zake die vastgesteld zijn in zijn huishoudelijk reglement.3. De voorzitter, de vicevoorzitters, en de voorzitters, medevoorzitters en vicevoorzitters van de commissies van de Raad voor Postexploitatie vormen het Beheerscomité.Dit comité bereidt de werkzaamheden voor van iedere zitting van de Raad voor Postexploitatie, het leidt deze en neemt alle taken op zich die deze laatste beslist eraan toe te vertrouwen, of waarvan gedurende het verloop van de strategische planning de noodzakelijkheid blijkt. 4. Op basis van de door het Congres aangenomen strategie van de Vereniging en in het bijzonder op grond van het deel over de strategieën van de permanente organen van de Vereniging, stelt de Raad voor Postexploitatie bij zijn zitting die op het Congres volgt een basiswerkprogramma op dat een zeker aantal tactieken bevat die erop gericht zijn de strategieën uit te voeren.Dit basisprogramma, dat een beperkt aantal werkzaamheden bevat over actuele onderwerpen en onderwerpen van algemeen belang, wordt elk jaar herzien naargelang van de werkelijke toestand en van de nieuwe prioriteiten. 5. De voorzitter van het Raadgevend Comité vertegenwoordigt dit orgaan op de bijeenkomsten van de Raad voor Postexploitatie wanneer de agendapunten bevat die het Raadgevend Comité aanbelangen. Artikel XII (Gewijzigd artikel 115) Waarnemers 1. Waarnemers 1.1. Om een doeltreffende samenhang tussen de werkzaamheden van de twee organen te garanderen, kan de Administratieve Raad vertegenwoordigers aanduiden om als waarnemer de vergaderingen van de Raad voor Postexploitatie bij te wonen. 1.2. De lidstaten van de Vereniging die geen lid zijn van de raad, alsook de waarnemers en waarnemers ad hoc vermeld in artikel 105 kunnen zonder stemrecht de plenaire zittingen en de vergaderingen van de commissies van de Raad voor Postexploitatie bijwonen. 2. Principes 2.1. Om logistieke redenen kan de Raad voor Postexploitatie het aantal deelnemers per waarnemer en per waarnemer ad hoc beperken. Hij kan tevens hun spreekrecht tijdens besprekingen beperken. 2.2. De waarnemers en waarnemers ad hoc kunnen, op hun verzoek, de toestemming krijgen om mee te werken aan studieprojecten, waarbij zij de voorwaarden in acht moeten nemen die de raad kan opleggen om het rendement en de doeltreffendheid van zijn werking te verzekeren.

Indien hun kennis of hun ondervinding dit rechtvaardigt kunnen ze tevens worden verzocht om permanente groepen of speciale teams voor te zitten. De deelname van de waarnemers en waarnemers ad hoc creëert geen bijkomende kosten voor de Vereniging. 2.3. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen de leden van het Raadgevend Comité en waarnemers ad hoc worden uitgesloten van een vergadering of een deel van een vergadering. Ook kan hun recht op het ontvangen van bepaalde documenten worden beperkt wanneer de vertrouwelijkheid van het onderwerp van de vergadering of van het document dat vereist; de beslissing hierover kan per geval worden genomen door elk betrokken orgaan of door de voorzitter ervan; de verschillende gevallen worden gemeld aan de Administratieve Raad en aan de Raad voor Postexploitatie wanneer het aangelegenheden betreft waarbij dit orgaan een bijzonder belang heeft. Vervolgens kan de Administratieve Raad, indien hij dit nodig acht, de beperkingen heronderzoeken in overleg met de Raad voor Postexploitatie wanneer dat gepast is.

Artikel XIII (Gewijzigd artikel 116) Terugbetaling van de reiskosten 1. De reis- en verblijfskosten van de vertegenwoordigers van de lidstaten die aan de Raad voor Postexploitatie deelnemen zijn ten laste van deze lidstaten.Nochtans heeft een vertegenwoordiger van elke lidstaat die volgens de lijst van de Organisatie van de Verenigde Naties als een van de minst ontwikkelde landen beschouwd wordt, recht op terugbetaling van een vliegtuigbiljet heen en terug in economyclass of van een treinkaartje eerste klas, ofwel van de kosten van een reis met een ander vervoermiddel, op voorwaarde dat dit bedrag de prijs van een vliegtuigbiljet heen en terug in economyclass niet overschrijdt.

Dit recht geldt echter niet voor de vergaderingen die plaatshebben tijdens het Congres.

Artikel XIV (Toegevoegd artikel 117bis) Coördinatiecomité van de permanente organen van de Vereniging 1. De voorzitter van de Administratieve Raad, de voorzitter van de Raad voor Postexploitatie en de directeur-generaal van het Internationaal Bureau vormen het Coördinatiecomité van de permanente organen van de Vereniging. 2. Het Coördinatiecomité heeft de volgende bevoegdheden en functies: 2.1. bijdragen tot de coördinatie van het werk van de permanente organen van de Vereniging; 2.2. indien nodig, bijeenkomen om belangrijke kwesties met betrekking tot de Vereniging en de postdienst te bespreken en aan de organen van de Vereniging een evaluatie over die kwesties bezorgen; 2.3. zorgen voor de correcte uitvoering van de strategische planning, zodat alle beslissingen met betrekking tot de activiteiten van de Vereniging door de geschikte organen worden genomen, overeenkomstig hun respectieve verantwoordelijkheid zoals die is vastgesteld in de Akten van de Vereniging. 3. Na bijeenroeping door de voorzitter van de Administratieve Raad komt het Coördinatiecomité tweemaal per jaar bijeen op de zetel van de Vereniging.De datum en de plaats van de vergaderingen worden door de voorzitter van de Administratieve Raad vastgelegd, met instemming van de voorzitter van de Raad voor Postexploitatie en de directeur-generaal van het Internationaal Bureau.

Artikel XV (Gewijzigd artikel 123) Vertegenwoordigers van het Raadgevend Comité in het Congres, in de Administratieve Raad en in de Raad voor Postexploitatie 1. Om een doeltreffende samenhang met de organen van de Vereniging te garanderen, kan het Raadgevend Comité vertegenwoordigers aanwijzen om als waarnemer zonder stemrecht de vergaderingen van het Congres, van de Administratieve Raad en van de Raad voor Postexploitatie alsook van hun respectieve commissies bij te wonen.2. De leden van het Raadgevend Comité worden uitgenodigd voor de plenaire zittingen en voor de vergaderingen van de commissies van de Administratieve Raad en van de Raad voor Postexploitatie, overeenkomstig artikel 105.Zij kunnen ook deelnemen aan de werkzaamheden van de permanente groepen en speciale teams krachtens de artikelen 109.2.2 en 115.2.2. 3. De voorzitter van de Administratieve Raad en de voorzitter van de Raad voor Postexploitatie vertegenwoordigen deze organen op de vergaderingen van het Raadgevend Comité wanneer de agenda van die vergaderingen punten bevat die de genoemde organen aanbelangen. Artikel XVI (Gewijzigd artikel 127) Bevoegdheid van de directeur-generaal 0bis. De directeur-generaal is de wettelijke vertegenwoordiger van de Vereniging. 1. De directeur-generaal organiseert, beheert en leidt het Internationaal Bureau. 2. Wat de indeling van de ambten, de benoemingen en de bevorderingen betreft: 2.1. is de directeur-generaal bevoegd om de ambten van de graden G 1 tot D 2 in te delen en ambtenaren tot deze graden te benoemen en te bevorderen; 2.2. dient hij voor de benoemingen tot de graden P 1 tot D 2 de beroepsbekwaamheid in aanmerking te nemen van de kandidaten die aanbevolen zijn door de lidstaten waarvan ze de nationaliteit hebben, of waar zij hun beroep uitoefenen, rekening houdende met een billijke geografische spreiding over de continenten en de talen. De betrekkingen van graad D 2 moeten in de mate van het mogelijke ingevuld worden door kandidaten die afkomstig zijn uit verschillende regio's en uit andere regio's dan die van de directeur-generaal en de vicedirecteur-generaal, waarbij vooral aan de efficiëntie van het Internationaal Bureau wordt gedacht. Wanneer voor een ambt bijzondere kwalificaties vereist zijn, mag de directeur-generaal een beroep doen op externe deskundigen; 2.3. houdt hij bij de benoeming van een nieuwe ambtenaar er tevens rekening mee dat de personen die de ambten van de graden D 2, D 1 en P 5 bekleden, in principe onderdaan dienen te zijn van de verschillende lidstaten van de Vereniging; 2.4. is hij bij de bevordering van een ambtenaar van het Internationaal Bureau tot de graden D 2, D 1 en P 5, niet gehouden aan de toepassing van hetzelfde principe bedoeld onder punt 2.3; 2.5. komen bij de aanwerving de eisen inzake een rechtvaardige geografische verdeling en de talen na de verdienste; 2.6. licht de directeur-generaal de Administratieve Raad éénmaal per jaar in over de benoemingen en de bevorderingen tot de graden P 4 tot D 2. 3. Bovendien heeft de directeur-generaal de volgende bevoegdheden: 3.1. de functies waarnemen van bewaarder van de Akten van de Vereniging en van tussenpersoon in de procedure van toetreding en toelating tot de Vereniging, alsook in haar uittredingsprocedure; 3.2. alle regeringen van de lidstaten op de hoogte brengen van de beslissingen die het Congres genomen heeft; 3.3. aan alle lidstaten en aan hun aangewezen operatoren de door de Raad voor Postexploitatie aangenomen of herziene reglementen meedelen; 3.4. op het laagst mogelijke niveau dat met de behoeften van de Vereniging verenigbaar is, het ontwerp van jaarlijks budget van de Vereniging voorbereiden en dit te gelegener tijd voor onderzoek aan de Administratieve Raad voorleggen; na goedkeuring door de Administratieve Raad het budget meedelen aan de lidstaten van de Vereniging en het vervolgens uitvoeren; 3.5. de specifieke werkzaamheden uitvoeren die door de organen van de Vereniging worden gevraagd, alsook de taken die de Akten hem toewijzen; 3.6. de initiatieven nemen om de door de organen van de Vereniging vooropgestelde doelstellingen te bereiken, in het kader van het vastgelegde beleid en de beschikbare fondsen; 3.7. suggesties en voorstellen aan de Administratieve Raad of aan de Raad voor Postexploitatie voorleggen; 3.8. na afloop van het Congres, aan de Raad voor Postexploitatie voorstellen doen betreffende de wijzigingen die moeten worden aangebracht in de reglementen wegens de beslissingen van het Congres, conform het huishoudelijk reglement van de Raad voor Postexploitatie; 3.9. ten behoeve van de Administratieve Raad en volgens de richtlijnen gegeven door de raden, het ontwerp van strategie van de Vereniging en het ontwerp van vierjaarlijks activiteitenplan van de UPU voorbereiden die aan het Congres dienen te worden voorgelegd; 3.10. ter goedkeuring door de Administratieve Raad een vierjaarlijks rapport opstellen over de resultaten van de lidstaten inzake uitvoering van de door het vorige Congres goedgekeurde strategie van de Vereniging, dat aan het volgende Congres zal worden voorgelegd; 3.11. (opgeheven;) 3.12. als tussenpersoon optreden in de betrekkingen tussen: 3.12.1. de UPU en de Beperkte Verenigingen; 3.12.2. de UPU en de Organisatie van de Verenigde Naties; 3.12.3. de UPU en de internationale organisaties waarvan de activiteiten van belang zijn voor de Vereniging; 3.12.4. de UPU en de internationale instellingen, verenigingen of ondernemingen die de organen van de Vereniging wensen te raadplegen of bij hun werkzaamheden te betrekken; 3.13. de functie waarnemen van secretaris-generaal van de organen van de Vereniging en uit hoofde hiervan, rekening houdend met de bijzondere bepalingen van dit reglement, waken over: 3.13.1. de voorbereiding en de organisatie van de werkzaamheden van de organen van de Vereniging; 3.13.2. de uitwerking, het maken en de verdeling van de documenten, verslagen en notulen; 3.13.3. de werking van het secretariaat gedurende de vergaderingen van de organen van de Vereniging; 3.14. de zittingen van de organen van de Vereniging bijwonen en zonder stemrecht deelnemen aan de beraadslagingen, met de mogelijkheid zich te laten vertegenwoordigen.

Artikel XVII (Gewijzigd artikel 130) Voorbereiding en verdeling van de documenten van de organen van de Vereniging 1. Het Internationaal Bureau bereidt alle documenten voor die worden gepubliceerd en stelt deze ter beschikking op de website van de UPU in de taalversies die gespecificeerd worden in artikel 155, overeenkomstig het huishoudelijk reglement van de Administratieve Raad en dat van de Raad voor Postexploitatie.Het Internationaal Bureau meldt ook met name aan de vertegenwoordigers van de lidstaten de publicatie van nieuwe elektronische documenten op de website van de Vereniging via een daarop voorzien, efficiënt systeem. 2. Bovendien verspreidt het Internationaal Bureau de publicaties van de Vereniging in fysieke vorm, zoals de rondzendbrieven van het Internationaal Bureau en de beknopte verslagen van de Administratieve Raad en van de Raad voor Postexploitatie, enkel op verzoek van een lidstaat. Artikel XVIII (Gewijzigd artikel 138) Procedure voor het indienen van voorstellen aan het Congres (Stichtingsakte 29) 1. Onder voorbehoud van de uitzonderingen vermeld onder nummer 2 en 5, regelt de hieronder vermelde procedure het indienen van de voorstellen van alle aard die door de lidstaten aan het Congres moeten worden voorgelegd: 1.1. voorstellen die ten minste zes maanden vóór de datum die voor het Congres is vastgelegd bij het Internationaal Bureau aankomen, worden aangenomen; 1.2. er wordt geen enkel voorstel van redactionele aard aangenomen gedurende de periode van zes maanden die aan de vastgestelde datum voor het Congres voorafgaat; 1.3. inhoudelijke voorstellen die bij het Internationaal Bureau toekomen tijdens de periode tussen zes en vier maanden vóór de voor het Congres vastgestelde datum, worden slechts aangenomen wanneer ze worden gesteund door ten minste twee lidstaten; 1.4. inhoudelijke voorstellen die bij het Internationaal Bureau toekomen tijdens de periode tussen vier en twee maanden vóór de voor het Congres vastgestelde datum, worden slechts aangenomen wanneer ze worden gesteund door ten minste acht lidstaten; de voorstellen die later toekomen worden niet meer aangenomen; 1.5. steunverklaringen moeten bij het Internationaal Bureau aankomen binnen dezelfde termijn als de voorstellen waarop ze betrekking hebben. 2. Voorstellen betreffende de Stichtingsakte of het Algemeen Reglement moeten ten minste zes maanden vóór de opening van het Congres bij het Internationaal Bureau toekomen;diegene die na deze datum toekomen, doch vóór de opening van het Congres, kunnen slechts in overweging worden genomen indien het Congres aldus beslist bij tweederdemeerderheid van de op het Congres vertegenwoordigde landen en indien de voorwaarden onder punt 1 worden nageleefd. 3. Ieder voorstel mag in principe slechts één doel hebben en slechts de wijzigingen bevatten die voor dit doel gerechtvaardigd zijn.Tevens moet samen met elk voorstel dat voor de Vereniging aanzienlijke uitgaven met zich kan brengen, de financiële weerslag ervan worden meegedeeld, zoals opgesteld in overleg met het Internationaal Bureau door de lidstaat die het voorstel doet, om de financiële middelen te bepalen die nodig zijn voor de uitvoering ervan. 4. De voorstellen van redactionele aard worden door lidstaten die ze indienen bovenaan voorzien van de melding "Proposition d'ordre rédactionnel" (Voorstel van redactionele aard) en ze worden door het Internationaal Bureau gepubliceerd onder een nummer gevolgd door de letter R.De voorstellen waarop deze melding niet voorkomt, maar die volgens het Internationaal Bureau slechts op de redactie betrekking hebben, worden gepubliceerd met een passende aantekening; het Internationaal Bureau maakt ten behoeve van het Congres een lijst op van deze voorstellen. 5. De onder de nummers 1 en 4 voorgeschreven procedure is niet van toepassing op de voorstellen betreffende het huishoudelijk reglement van de Congressen, noch op de voorstellen vanwege de Administratieve Raad of de Raad voor Postexploitatie. Artikel XIX (Gewijzigd artikel 144) Inwerkingtreding van de reglementen en van de overige beslissingen die tussen twee Congressen in zijn genomen 1. De reglementen worden van kracht op dezelfde datum en hebben dezelfde duur als de uit het Congres voortvloeiende Akten.2. Onder voorbehoud van de bepalingen onder punt 1 zijn de tussen twee Congressen in aangenomen beslissingen tot wijziging van de Akten van de Vereniging ten vroegste drie maanden nadat ze ter kennis werden gebracht uitvoerbaar.Deze vereiste termijn geldt evenwel niet voor de wijzigingen van het reglement die aangenomen zijn na de opstelling van het nieuwe reglement, maar voor de inwerkingtreding ervan krachtens de bepalingen onder punt 1.

Artikel XX (Gewijzigd artikel 146) Betaling van de bijdragen van de lidstaten 1. De landen die tot de Vereniging toetreden of die als lid van de Vereniging toegelaten werden, alsook die welke uit de Vereniging treden, dienen voor het volledige jaar waarin hun toelating of uittreding effectief wordt, hun bijdrage te betalen.2. De lidstaten betalen hun bijdragen tot de jaarlijkse uitgaven van de Vereniging vooraf, op basis van het budget dat door de Administratieve Raad werd vastgelegd.Deze bijdragen moeten uiterlijk op de eerste dag van het boekjaar, waarop het budget betrekking heeft, worden betaald. Na deze termijn brengen de verschuldigde bedragen, ten voordele van de Vereniging, interesten op naar rato van 5% per jaar te rekenen vanaf de vierde maand. 3. Wanneer de achterstallige verplichte bijdragen, interest niet meegerekend, die een lidstaat aan de Vereniging verschuldigd is, gelijk zijn aan of hoger dan de som van de bijdragen van die lidstaat voor de twee voorgaande boekjaren, kan die lidstaat onherroepelijk zijn schuldvorderingen op andere lidstaten geheel of gedeeltelijk aan de Vereniging overdragen, volgens voorwaarden die door de Administratieve Raad worden vastgesteld.De voorwaarden inzake overdracht van schuldvorderingen moeten worden vastgesteld in een overeenkomst tussen de lidstaat, zijn schuldenaars/schuldeisers en de Vereniging. 4. Lidstaten voor wie een dergelijke overdracht om juridische of andere redenen onmogelijk is, verbinden zich ertoe een plan te aanvaarden voor de aflossing van hun achterstallige schulden.5. Behalve in uitzonderlijke omstandigheden, mag de inning van achterstallige verplichte bijdragen die aan de Vereniging verschuldigd zijn niet langer duren dan tien jaar.6. In uitzonderlijke gevallen kan de Administratieve Raad een lidstaat geheel of gedeeltelijk van de verschuldigde interesten vrijstellen indien die lidstaat in hoofdsom de gehele achterstallige schuld heeft aangezuiverd.7. In het kader van een aflossingsplan voor zijn achterstallige schuld dat werd goedgekeurd door de Administratieve Raad, kan een lidstaat eveneens geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld van zijn opgestapelde of nog komende interesten;de vrijstelling is evenwel onderworpen aan de volledige en stipte uitvoering van het aflossingsplan binnen een overeengekomen termijn van ten hoogste tien jaar. 8. De onder de punten 3 tot 7 vermelde bepalingen gelden mutatis mutandis voor de vertaalkosten die door het Internationaal Bureau worden gefactureerd aan de lidstaten die bij de taalgroepen aangesloten zijn.9. Het Internationaal Bureau verzendt de facturen ten minste drie maanden voor de uiterste betaaldatum naar de lidstaten.De originele facturen worden verzonden naar het correcte adres dat meegedeeld is door de betrokken lidstaat. Er worden elektronische kopieën van de facturen verzonden via e-mail als aankondiging of waarschuwing. 10. Bovendien verstrekt het Internationaal Bureau duidelijke informatie aan de lidstaten telkens wanneer het verwijlinteresten aanrekent voor specifieke facturen, waardoor de lidstaten makkelijk kunnen nagaan met welke facturen de interesten overeenstemmen. Artikel XXI(Gewijzigd artikel 150) Bijdrageklassen 1. De lidstaten dragen, volgens de bijdrageklasse waartoe ze behoren, bij tot het dekken van de uitgaven van de Vereniging.Deze klassen zijn: - klasse van 50 eenheden; - klasse van 47 eenheden; - klasse van 45 eenheden; - klasse van 43 eenheden; - klasse van 40 eenheden; - klasse van 37 eenheden; - klasse van 35 eenheden; - klasse van 33 eenheden; - klasse van 30 eenheden; - klasse van 27 eenheden; - klasse van 25 eenheden; - klasse van 23 eenheden; - klasse van 20 eenheden; - klasse van 17 eenheden; - klasse van 15 eenheden; - klasse van 13 eenheden; - klasse van 10 eenheden; - klasse van 7 eenheden; - klasse van 5 eenheden; - klasse van 3 eenheden; - klasse van 1 eenheid; - klasse van 0,5 eenheid, voorbehouden aan de minst ontwikkelde landen die door de Organisatie van de Verenigde Naties worden opgesomd en aan andere landen die door de Administratieve Raad werden aangewezen; - klasse van 0,1 eenheid, voorbehouden aan de landen die door de Organisatie van de Verenigde Naties erkend zijn als kleine eilandstaten in ontwikkeling met een bevolking van minder dan 200.000 inwoners (volgens de jongste statistische informatie die gepubliceerd is door het bevoegde bureau van de Organisatie van de Verenigde Naties). 2. Naast de onder punt 1 opgesomde bijdrageklassen heeft elke lidstaat de keuze om een aantal bijdrage-eenheden te betalen dat hoger is dan de bijdrageklasse waartoe die behoort gedurende een minimumperiode die gelijk is aan de periode tussen twee Congressen in.Die verandering wordt uiterlijk tijdens het Congres aangekondigd. Op het einde van de periode tussen twee Congressen keert de lidstaat automatisch terug naar zijn oorspronkelijke aantal bijdrage-eenheden, tenzij die beslist om een hoger aantal bijdrage-eenheden te blijven betalen. De betaling van extra bijdragen verhoogt de uitgaven in dezelfde mate. 3. De lidstaten worden op het ogenblik van hun toelating of toetreding tot de Vereniging, gerangschikt in één van voornoemde bijdrageklassen volgens de procedure vermeld in artikel 21.4 van de Stichtingsakte. 4. De lidstaten kunnen zich achteraf in een lagere bijdrageklasse rangschikken op voorwaarde dat de aanvraag tot verandering ten minste twee maanden vóór de opening van het Congres aan het Internationaal Bureau wordt verzonden.Het Congres geeft een niet-bindend advies over deze aanvragen tot verandering van bijdrageklasse. Het staat de lidstaat vrij om het advies van het Congres te volgen. De eindbeslissing van de lidstaat wordt naar het secretariaat van het Internationaal Bureau verzonden voor het einde van het Congres. Deze aanvraag tot verandering treedt in werking op de datum dat de financiële bepalingen die door het Congres werden uitgevaardigd, van kracht worden. Lidstaten die hun wens om van bijdrageklasse te veranderen niet binnen de voorgeschreven termijn hebben meegedeeld, blijven gerangschikt in de bijdrageklasse waartoe zij tot dan toe behoorden. 5. De lidstaten mogen niet eisen om in één keer meer dan één klasse lager gerangschikt te worden.6. In uitzonderlijke gevallen zoals natuurrampen, die internationale hulpprogramma's vereisen, kan de Administratieve Raad één enkele keer tussen twee Congressen in, op verzoek van een lidstaat een tijdelijke rangschikking in een lagere bijdrageklasse toestaan, indien deze lidstaat kan bewijzen dat hij niet langer de oorspronkelijk gekozen bijdrage kan betalen.Onder dezelfde omstandigheden kan de Administratieve Raad ook de tijdelijke rangschikking in een lagere bijdrageklasse toestaan voor lidstaten die niet behoren tot de categorie van de minst ontwikkelde landen en die reeds gerangschikt zijn in de klasse van 1 eenheid door ze te laten overgaan naar de klasse van 0,5 eenheid. 7. Overeenkomstig de bepalingen van punt 6 kan de tijdelijke rangschikking in een lagere bijdrageklasse door de Administratieve Raad worden toegestaan voor een maximumperiode van twee jaar of tot aan het volgende Congres, indien dit plaatsvindt voor het einde van die periode.Na het verstrijken van de vastgestelde periode, keert het betrokken land automatisch terug naar de aanvankelijke klasse. 8. In afwijking van de bepalingen onder de punten 4 en 5 zijn verhogingen van klasse aan geen enkele beperking onderworpen. Artikel XXII (Gewijzigd artikel 152) Organisatie van de door de gebruikers gefinancierde hulporganen 1. Onder voorbehoud van de goedkeuring door de Administratieve Raad is de Raad voor Postexploitatie bevoegd om vrijwillig een aantal door de gebruikers gefinancierde hulporganen op te richten, om operationele, commerciële, technische en economische activiteiten te organiseren die overeenkomstig artikel 18 van de Stichtingsakte onder zijn bevoegdheid vallen, maar die niet met het gewone budget gefinancierd mogen worden.2. In verband met de oprichting van een dergelijk orgaan dat onder de Raad voor Postexploitatie ressorteert, beslist deze laatste over het referentiekader voor het huishoudelijk reglement van dat orgaan, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met de regels en de grondbeginselen die een intergouvernementele organisatie zoals de Wereldpostvereniging regelen, en legt hij het voor goedkeuring voor aan de Administratieve Raad.Het referentiekader omvat de volgende elementen: 2.1. Mandaat. 2.2. Samenstelling met inbegrip van de categorieën van de leden van het orgaan. 2.3. Regels voor de besluitvorming, inclusief wat betreft de interne structuur en de betrekkingen van het beschouwde orgaan met andere organen van de Vereniging. 2.4. Principes inzake stemming en vertegenwoordiging. 2.5. Financiering (inschrijving, gebruikskosten, enz.). 2.6. Samenstelling van het secretariaat en van de beheersstructuur. 3. Elk door de gebruikers gefinancierd hulporgaan organiseert zijn activiteiten autonoom binnen het referentiekader dat vastgesteld is door de Raad voor Postexploitatie en goedgekeurd door de Administratieve Raad, en stelt een jaarverslag op over zijn werkzaamheden, dat ter overweging moet worden voorgelegd aan de Raad voor Postexploitatie.4. De Administratieve Raad stelt de regels vast in verband met de ondersteuningskosten die de door de gebruikers gefinancierde hulporganen zouden moeten storten in het gewone budget.Hij publiceert deze regels in het Financieel Reglement van de Vereniging. 5. De directeur-generaal van het Internationaal Bureau beheert het secretariaat van de door de gebruikers gefinancierde hulporganen overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het statuut en reglement met betrekking tot het personeel die van toepassing zijn op het personeel dat voor deze organen wordt aangeworven.Het secretariaat van de hulporganen maakt volledig deel uit van het Internationaal Bureau. 6. De informatie met betrekking tot de door de gebruikers gefinancierde hulporganen die overeenkomstig dit artikel zijn opgericht, worden ter kennis gebracht van het Congres nadat deze organen opgericht zijn. Artikel XXIII Tenuitvoerlegging en duur van het Protocol ter aanvulling van het Algemeen Reglement van de Wereldpostvereniging 1. Dit aanvullend Protocol zal ten uitvoer worden gelegd op 1 juli 2019 en voor onbepaalde tijd van kracht blijven. Ter staving hiervan hebben de gevolmachtigden van de regeringen van de lidstaten dit aanvullend Protocol opgesteld, dat dezelfde rechtskracht en dezelfde waarde heeft als waren de bepalingen ervan in de tekst zelf van het Algemeen Reglement opgenomen, en ze hebben het in één exemplaar ondertekend dat neergelegd wordt bij de directeur-generaal van het Internationaal Bureau. Een afschrift ervan zal door het Internationaal Bureau van de Wereldpostvereniging aan elke partij worden overhandigd.

Gedaan te Addis Abeba, 7 september 2018.

Protocol ter aanvulling van de Wereldpostconventie Inhoudsopgave Artikel I. (Gewijzigd artikel 17) Basisdiensten II. (Gewijzigd artikel 18) Aanvullende diensten III. Tenuitvoerlegging en duur van het Protocol ter aanvulling van de Wereldpostconventie Protocol ter aanvulling van de Wereldpostconventie De gevolmachtigden van de regeringen van de lidstaten van de Wereldpostvereniging, in buitengewoon Congres bijeengekomen te Addis Abeba, hebben gelet op artikel 22.3 van de op 10 juli 1964 te Wenen afgesloten Stichtingsakte, in gemeenschappelijk overleg en onder voorbehoud van artikel 25.4 van de genoemde Stichtingsakte in dit aanvullend Protocol de onderstaande wijzigingen vastgesteld in de Wereldpostconventie die aangenomen is te Istanbul op 6 oktober 2016.

Artikel I (Gewijzigd artikel 17) Basisdiensten 1. De lidstaten moeten erop toezien dat hun aangewezen operatoren zorgen voor de aanvaarding, de verwerking, het vervoer en de bedeling van brievenpostzendingen. 2. Brievenpostzendingen die enkel documenten bevatten, omvatten: 2.1. de prioritaire en niet-prioritaire zendingen tot 2 kilogram; 2.2. de brieven, postkaarten en drukwerk tot 2 kilogram; 2.3. zendingen voor blinden tot 7 kilogram; 2.4. de speciale zakken die nieuwsbladen, tijdschriften, boeken en soortgelijk drukwerk bevatten en die gericht zijn aan dezelfde geadresseerde op dezelfde bestemming en die "M-zakken" worden genoemd, tot 30 kilogram. 3. Brievenpostzendingen die goederen bevatten, omvatten: 3.1. de prioritaire en niet-prioritaire pakjes tot 2 kilogram; 3.2. zendingen voor blinden tot 7 kilogram, zoals gedefinieerd in het Reglement; 3.3. de speciale zakken die nieuwsbladen, tijdschriften, boeken en soortgelijk drukwerk bevatten en die gericht zijn aan dezelfde geadresseerde op dezelfde bestemming en die "M-zakken" worden genoemd, tot 30 kilogram, zoals gepreciseerd in het Reglement. 4. Brievenpostzendingen worden gerangschikt volgens zowel de snelheid waarmee ze worden behandeld als volgens hun inhoud, conform het Reglement.5. In de classificatiesystemen waarvan sprake in punt 4 kunnen de brievenpostzendingen ook worden geclassificeerd volgens hun formaat, namelijk brieven van klein formaat (P), brieven van groot formaat (G), omvangrijke brieven (E) of kleine pakjes (E).De grenzen inzake omvang en gewicht worden gespecificeerd in het Reglement. 6. Gewichtslimieten die hoger zijn dan die welke vermeld zijn in punt 2 kunnen facultatief van toepassing zijn op bepaalde categorieën van brievenpostzendingen, volgens de voorwaarden die in het Reglement zijn gepreciseerd.7. De lidstaten moeten tevens erop toezien dat hun aangewezen operatoren zorgen voor de aanvaarding, de verwerking, het vervoer en de bedeling van postpakketten tot 20 kilogram.8. Gewichtslimieten die hoger zijn dan 20 kilogram kunnen facultatief van toepassing zijn op bepaalde postpakketten, volgens de voorwaarden die in het Reglement zijn gepreciseerd. Artikel II (Gewijzigd artikel 18) Aanvullende diensten 1. De lidstaten garanderen de uitvoering van de hiernavolgende verplichte aanvullende diensten: 1.1. aantekendienst voor luchtpostzendingen en uitgaande prioritaire brievenpostzendingen; 1.2. aantekendienst voor alle binnenkomende aangetekende brievenpostzendingen. 2. De lidstaten kunnen de uitvoering van de hiernavolgende facultatieve aanvullende diensten garanderen in het kader van de relaties tussen de aangewezen operatoren die zijn overeengekomen om die diensten te leveren: 2.1. dienst voor zendingen met aangegeven waarde voor brievenpostzendingen en pakketten; 2.2. dienst voor rembourszendingen voor brievenpostzendingen en pakketten; 2.3. dienst voor gevolgde bestelling voor brievenpostzendingen; 2.4. dienst voor afgifte aan de persoon zelf voor de aangetekende brievenpostzendingen of zendingen met aangegeven waarde; 2.5. dienst voor bestelling van tarieven en rechten vrijgestelde zendingen voor brievenpostzendingen en pakketten; 2.6. dienst voor omvangrijke pakketten; 2.7. groepagedienst, "Consignment" genoemd, voor samengevoegde zendingen van eenzelfde afzender die bestemd zijn voor het buitenland; 2.8. dienst voor terugzending van goederen, die de terugzending van de goederen door de geadresseerde naar de oorspronkelijke afzender aanwijst na toestemming van deze laatste. 3. De drie bijkomende diensten die hieronder vermeld worden omvatten tegelijk verplichte en facultatieve aspecten: 3.1. dienst voor handelsbriefwisseling - internationaal antwoord (HBIA), die in essentie facultatief is, maar alle lidstaten of hun aangewezen operatoren zijn verplicht om de dienst voor terugzending van de HBIA-zendingen te verstrekken; 3.2. dienst voor internationale antwoordcoupons; deze coupons kunnen worden uitgewisseld in alle lidstaten, maar de verkoop ervan is facultatief; 3.3. ontvangstbewijs voor aangetekende brievenpostzendingen, pakketten en zendingen met aangegeven waarde; alle lidstaten of hun aangewezen operatoren aanvaarden ontvangstbewijzen voor de binnenkomende zendingen; voor de uitgaande zendingen daarentegen is het verstrekken van een dienst voor ontvangstbewijzen facultatief. 4. Die diensten en de tarieven die erop betrekking hebben worden beschreven in het Reglement. 5. Wanneer de elementen van dienstverlening die hieronder vermeld worden het voorwerp uitmaken van bijzondere tarieven in de binnenlandse dienst, dan zijn de operatoren gemachtigd om dezelfde tarieven te innen voor internationale zendingen, volgens de voorwaarden die in het Reglement zijn bepaald: 5.1. bedeling van pakjes van meer dan 500 gram; 5.2. afgifte van een brievenpostzending op het uiterste tijdstip; 5.3. afgifte van zendingen buiten de normale openingsuren van de loketten; 5.4. thuisophaling bij de afzender; 5.5. afhalen van een brievenpostzending buiten de normale openingsuren van de loketten; 5..6 post restante; 5.7. bewaring van brievenpostzendingen van meer dan 500 gram (met uitzondering van de zendingen voor blinden) en van postpakketten; 5.8. aflevering van pakketten in antwoord op het bericht van aankomst; 5.9. dekking tegen het risico van overmacht; 5.10. overhandiging van een brievenpostzending buiten de normale openingsuren van de loketten.

Artikel III Tenuitvoerlegging en duur van het Protocol ter aanvulling van de Wereldpostconventie 1. Dit aanvullend Protocol zal ten uitvoer worden gelegd op 1 juli 2019 en van kracht blijven tot de tenuitvoerlegging van de Akten van het volgende Congres. Ter staving hiervan hebben de gevolmachtigden van de regeringen van de lidstaten dit aanvullend Protocol opgesteld, dat dezelfde rechtskracht en dezelfde waarde heeft als waren de bepalingen ervan in de tekst zelf van de Conventie opgenomen, en ze hebben het in één exemplaar ondertekend dat neergelegd wordt bij de directeur-generaal van het Internationaal Bureau. Een afschrift ervan zal door het Internationaal Bureau van de Wereldpostvereniging aan elke partij worden overhandigd.

Gedaan te Addis Abeba, 7 september 2018.

Slotprotocol van het Protocol ter aanvulling van de Wereldpostconventie Inhoudsopgave Artikel I. (Gewijzigd artikel VI) Basisdiensten Slotprotocol van het Protocol ter aanvulling van de Wereldpostconventie Bij de ondertekening van het Protocol ter aanvulling van de op heden gesloten Wereldpostconventie, hebben de gevolmachtigden van de regeringen van de lidstaten van de Wereldpostvereniging omtrent het volgende een overeenkomst bereikt: Artikel I (Gewijzigd artikel VI) Basisdiensten 1. Niettegenstaande de bepalingen van artikel 17 keurt Australië de uitbreiding van de basisdiensten tot de postpakketten niet goed. 2. De bepalingen van artikel 17.2.4 zijn niet van toepassing op het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, waarvan de nationale wetgeving een lagere gewichtslimiet oplegt. De wetgeving van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland in verband met de gezondheid en de veiligheid beperkt het gewicht van de postzakken tot 20 kilogram. 3. In afwijking van artikel 17.2.4 is het aan Azerbeidzjan, Kazachstan, Kirgizië en Oezbekistan toegestaan om het maximumgewicht van binnenkomende en uitgaande M-zakken tot 20 kilogram te beperken. 4. In afwijking van artikel 17 aanvaardt IJsland enkel binnen de limieten die vastgesteld zijn in zijn interne wetgeving zendingen voor blinden. Ter oorkonde hiervan hebben de gevolmachtigden dit Protocol opgesteld, dat dezelfde rechtskracht en dezelfde waarde heeft als waren de bepalingen ervan in de tekst zelf van de Conventie opgenomen, en ze hebben het ondertekend in één exemplaar dat neergelegd wordt bij de directeur-generaal van het Internationaal Bureau. Een afschrift ervan zal door het Internationaal Bureau van de Wereldpostvereniging aan elke partij worden overhandigd.

Gedaan te Addis Abeba, 7 september 2018.

De Akten van Addis Abeba zijn door de volgende Staten ondertekend: Albanië, Armenië, Aruba, Curaçao, Bahrein, Bangladesh, Barbados, België, Benin, Bhutan, Bulgarije (Rep.), Burkina Faso, Cambodja, Canada, Chili, China (Volksrep.), Costa Rica, Cuba, Cyprus, Denemarken, Dominicaanse Republiek, Duitsland, Egypte, Ecuador, Equatoriaal-Guinea, Frankrijk, Griekenland, Guatemala, Guyana, Hongarije (Rep.), India, Indonesië, Iran, Israël, Italië, Ivoorkust (Rep.), Jordanië, Kazachstan, Korea (Rep.), Kroatië, Lesotho, Letland, Maleisië, Malawi, Maldiven, Mali, Marokko, Monaco, Namibië, Nederland, Nepal, Nigeria, Noorwegen, Nieuw-Zeeland, Oeganda, Oekraïne, Oman, Oostenrijk, de Overzeese gebieden waarvan de internationale betrekkingen worden verzekerd door de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, Paraguay, Polen (Rep.), Portugal, Roemenië, Rusland (Russische Federatie), Samoa, Saoedi-Arabië, Senegal, Servië, Singapore, Sint-Maarten, Slovenië, Slowakije, Spanje, Sri Lanka, Syrië (Arabische Republiek Syrië), Tanzania (Verenigde Republiek Tanzania), Togo, Tsjechië (Rep.), Tunesië, Turkije, Uruguay, Vaticaanstad, Verenigde Arabische Emiraten, Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, Vietnam, Wit-Rusland.

^