Etaamb.openjustice.be
Wet van 22 mei 2005
gepubliceerd op 08 juli 2005

Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Kroatië, ondertekend te Brussel op 31 oktober 2001 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2005015079
pub.
08/07/2005
prom.
22/05/2005
ELI
eli/wet/2005/05/22/2005015079/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 MEI 2005. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Kroatië, ondertekend te Brussel op 31 oktober 2001 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Kroatië, ondertekend te Brussel op 31 oktober 2001, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 22 mei 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2004-2005. Senaat.

Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 14 december 2004, nr. 3-957/1. - Verslag, nr. 3-957/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming. Vergadering van 17 februari 2005.

Kamer van volksvertegenwoordigers.

Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 51-1619/1.

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-1619/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming. Vergadering van 17 maart 2005. (2) Deze Overeenkomst treedt in werking op 1 augustus 2005. Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Kroatië Het Koninkrijk België en de Republiek Kroatië, bezield met het verlangen de wederzijdse betrekkingen tussen beide Staten op het gebied van de sociale zekerheid te regelen, zijn de hiernavolgende bepalingen overeengekomen : TITEL I. - Algemene bepalingen Artikel 1 Definities 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst : (a).Verstaat men onder "België" : het Koninkrijk België;

Verstaat men onder "Kroatië" : de Republiek Kroatië. (b). Verstaat men onder "onderdaan" : Voor België : een persoon van Belgische nationaliteit;

Voor Kroatië : een persoon van Kroatische nationaliteit. (c). Verstaat men onder "wetgeving" : de wetten en verordeningen betreffende de sociale zekerheid bedoeld in artikel 2. (d). Verstaat men onder "bevoegde autoriteit" : Voor België : de Ministers die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1;

Voor Kroatië : de Ministeries die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1. (e). Verstaat men onder "orgaan" : de instelling, het orgaan of de autoriteit die ermee belast is de in artikel 2, paragraaf 1 bedoelde wetgevingen geheel of gedeeltelijk toe te passen. (f). Verstaat men onder "verzekeringstijdvak" : elke periode die als dusdanig wordt erkend bij de wetgeving onder dewelke dit tijdvak werd vervuld, alsook elke periode die bij deze wetgeving als gelijkgestelde periode wordt erkend. (g). Verstaat men onder "prestatie" : gelijk welke verstrekking of uitkering waarin is voorzien bij de wetgeving van elk der overeenkomstsluitende Staten, met inbegrip van alle aanvullingen of verhogingen die van toepassing zijn krachtens de wetgevingen bedoeld in artikel 2. (h). Verstaat men onder "gezinsbijslag" : de periodieke uitkeringen in geld alsook de toeslag toegekend op grond van het aantal kinderen en hun leeftijd. (i). Verstaat men onder "gezinslid" : iedere persoon die als gezinslid wordt aangemerkt of erkend of als huisgenoot wordt aangeduid ingevolge de wetgeving krachtens dewelke de prestaties worden verleend, of, in het geval bedoeld in artikel 14, ingevolge de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij woont. (j). Verstaat men onder "nagelaten betrekking" : iedere persoon die als dusdanig wordt aangemerkt of erkend ingevolge de wetgeving krachtens dewelke de prestaties worden verleend. (k). Verstaat men onder "woonplaats" : de normale verblijfplaats. (l). Verstaat men onder "verblijfplaats" : de tijdelijke verblijfplaats. (m). Verstaat men onder "staatloze" : elke persoon die als staatloze wordt aangemerkt in artikel 1 van de Conventie van 28 september 1954 betreffende de status van staatlozen. (n). Verstaat men onder term "vluchteling" : elke persoon die de erkenning van de status van vluchteling heeft bekomen bij toepassing van de Conventie van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen alsmede van het aanvullend protocol van 31 januari 1967. 2. Elke term die niet is gedefinieerd in paragraaf 1 van dit artikel heeft de betekenis die daaraan in de toepasselijke wetgeving wordt gegeven. Artikel 2 Materiële werkingssfeer Deze Overeenkomst is van toepassing : - in België, op de wetgevingen betreffende : a) de ziekte- en moederschapsverzekering van werknemers en zelfstandigen;b) de arbeidsongevallen en beroepsziekten;c) de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en zelfstandigen;d) de invaliditeitsverzekering van werknemers, zeelieden ter koopvaardij en mijnwerkers alsook van zelfstandigen;e) de gezinsbijslag van werknemers en zelfstandigen;f) de werkloosheidsverzekering. - in Kroatië, op de wetgevingen betreffende : a) de ziekteverzekering en de bescherming van het moederschap (verstrekkingen en uitkeringen in geval van ziekte en moederschap);b) de pensioensverzekering, met inbegrip van de verzekering inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten (de ouderdoms-, overlevings- en invaliditeitspensioenen evenals andere prestaties van de pensioensverzekering);c) de gezinsbijslag;d) de werkloosheidsverzekering (de uitkeringen tijdens de werkloosheid).2. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op alle wetgevende of reglementaire akten die de in paragraaf 1 van dit artikel vermelde wetgevingen zullen wijzigen of aanvullen.3. Zij is ook van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten waarbij de bestaande regelingen tot nieuwe categorieën van gerechtigden uitgebreid zullen worden, indien de overeenkomstsluitende Staat die zijn wetgeving heeft gewijzigd zich daartegen niet verzet; in geval van verzet moet dit binnen een termijn van zes maanden met ingang van de officiële bekendmaking van bedoelde akten aan de andere overeenkomstsluitende Staat betekend worden. 4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten tot dekking van een nieuwe tak van de sociale zekerheid, behalve indien te dien einde tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten een akkoord wordt getroffen. Artikel 3 Persoonlijke werkingssfeer Behoudens andersluidende bepaling, is deze Overeenkomst van toepassing : a) op de personen op wie de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten van toepassing is of geweest is en die i) onderdanen zijn van een van beide overeenkomstsluitende Staten, dan wel ii) staatlozen of door een van de overeenkomstsluitende Staten erkende vluchtelingen zijn, alsmede op hun gezinsleden en hun nagelaten betrekkingen;b) op de nagelaten betrekkingen en op de gezinsleden van personen op wie de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten van toepassing is geweest, ongeacht de nationaliteit van laatstgenoemden, wanneer deze nagelaten betrekkingen of deze gezinsleden onderdanen zijn van een van beide overeenkomstsluitende Staten, dan wel staatlozen of door een van de overeenkomstsluitende Staten erkende vluchtelingen. Artikel 4 Gelijke behandeling Tenzij er in deze Overeenkomst anders over bepaald is, hebben de in artikel 3 bedoelde personen de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van deze Staat.

Artikel 5 Uitvoer van prestaties 1. Tenzij er in deze Overeenkomst anders over bepaald is, mogen de prestaties wegens invaliditeit, arbeidsongeval en beroepsziekte evenals die inzake rust- en overlevingspensioenen, verworven ingevolge de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten, niet geschorst worden noch verminderd of gewijzigd worden op grond van het feit dat de gerechtigde verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De rust- en overlevingsprestaties en de prestaties wegens een arbeidsongeval en een beroepsziekte die krachtens de Belgische wetgeving verschuldigd zijn, worden aan de Kroatische onderdanen die wonen op het grondgebied van een derde Staat uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als gold het Belgische onderdanen die wonen op het grondgebied van deze derde Staat.3. De prestaties wegens invaliditeit, arbeidsongeval en beroepsziekte evenals die inzake rust- en overlevingspensioenen die krachtens de Kroatische wetgeving verschuldigd zijn, worden aan de Belgische onderdanen die wonen op het grondgebied van een derde Staat uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als gold het Kroatische onderdanen die wonen op het grondgebied van deze derde Staat. Artikel 6 Verminderings- of schorsingsclausules De bepalingen inzake vermindering of schorsing waarin de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten voorziet in geval van samenloop van een prestatie met andere prestaties van sociale zekerheid of met andere inkomsten of door het feit van de uitoefening van beroepsarbeid, zijn op de rechthebbende van toepassing zelfs indien het gaat om prestaties die krachtens een regeling van de andere Staat zijn verkregen of om inkomsten verworven of om beroepsarbeid uitgeoefend op het grondgebied van de andere Staat.

Deze regel is evenwel niet van toepassing op de samenloop van gelijkaardige prestaties.

TITEL II. - Bepalingen betreffende de toepasselijke wetgeving Artikel 7 Algemene regels 1. Onder voorbehoud van artikelen 8 tot 11, wordt de toepasselijke wetgeving bepaald overeenkomstig de hierna volgende bepalingen : a) op de persoon die beroepsarbeid verricht op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing;b) op de persoon die ononderbroken beroepsarbeid verricht aan boord van een schip dat onder de vlag vaart van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing;c) op de persoon die deel uitmaakt van het reizend of varend personeel van een onderneming die voor rekening van een derde of voor eigen rekening internationaal vervoer van passagiers of goederen per spoor, per lucht of per binnenscheepvaart verricht en wier zetel gevestigd is op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat is de wetgeving van deze Staat van toepassing.2. In geval van gelijktijdige uitoefening van een zelfstandige beroepsbezigheid in België en loonarbeid in Kroatië, wordt de activiteit uitgeoefend in Kroatië, voor de vaststelling van de verplichtingen voortvloeiend uit de Belgische wetgeving betreffende het sociaal statuut van de zelfstandigen, gelijkgesteld met loonarbeid in België.3. De persoon die een beroepsbezigheid die geen loonarbeid is uitoefent op het grondgebied van de ene en van de andere overeenkomstsluitende Staat is enkel onderworpen aan de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan hij zijn normale woonplaats heeft.Voor de vaststelling van het bedrag van de inkomsten die in aanmerking moeten worden genomen voor de bijdragen verschuldigd krachtens de wetgeving van deze overeenkomstsluitende Staat, wordt rekening gehouden met de beroepsinkomsten als zelfstandige opgeleverd op het grondgebied van beide Staten.

Artikel 8 Bijzondere regels 1. De werknemer die, in dienst zijnde van een onderneming die op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten een vestiging heeft waaronder hij normaal ressorteert, door deze onderneming gedetacheerd wordt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een werk voor haar rekening uit te voeren, blijft, samen met zijn hem vergezellende gezinsleden, onder de toepassing vallen van de wetgeving van de eerste Staat, alsof hij werkzaam bleef op diens grondgebied, op voorwaarde dat de te verwachten duur van het door hem uit te voeren werk geen vierentwintig maanden overschrijdt en dat hij niet gezonden wordt ter vervanging van een andere persoon wiens detacheringsperiode is afgelopen.2. Artikel 7, paragraaf 1, b), is niet van toepassing voor niet gewoonlijk op volle zee tewerkgestelde personen die binnen de territoriale wateren of in een haven van een van de overeenkomstsluitende Staten tewerkgesteld zijn op een schip dat de vlag voert van de andere Staat.Naar gelang van het geval is artikel 7, paragraaf 1, a), of paragraaf 1 van dit artikel van toepassing. 3. De werknemer van een vervoeronderneming met zetel op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Staten, die naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat gedetacheerd wordt of er in tijdelijk dan wel ambulant verband werkzaam is, valt, samen met de hem vergezellende gezinsleden, onder de toepassing van de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan de onderneming haar zetel heeft. Heeft echter de onderneming op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat een filiaal of een permanente vertegenwoordiging, dan valt de aldaar tewerkgestelde werknemer onder de toepassing van de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waar het filiaal of de vertegenwoordiging zich bevindt, met uitzondering van degene die daarheen niet blijvend wordt gezonden.

Artikel 9 Ambtenaren Op ambtenaren en het gelijkgesteld personeel van een overeenkomstsluitende Staat die worden gedetacheerd naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er hun activiteit uit te oefenen, alsook op hun gezinsleden, is de wetgeving van eerstgenoemde Staat van toepassing.

Artikel 10 Leden van de diplomatieke missies en consulaire posten 1. De onderdanen van de zendstaat die als leden van een diplomatieke missie of een consulaire post door deze Staat worden gezonden naar het grondgebeid van de ontvangende Staat zijn onderworpen aan de wetgeving van eerstgenoemde Staat.2. a) De personen die als leden van het administratief of technisch personeel, als consulaire bedienden of als leden van het dienstpersoneel in dienst zijn genomen door een diplomatieke missie of een consulaire post van de zendstaat en die op het grondgebied van de ontvangende Staat wonen zijn onderworpen aan de wetgeving van laatstgenoemde Staat.b) Ongeacht de bepalingen van littera a) kunnen de personen die onderdaan zijn van de zendstaat kiezen voor de toepassing van de wetgeving van deze Staat.Deze keuze moet gemaakt worden binnen de zes maanden te rekenen vanaf het begin van de tewerkstelling of de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst. 3. Wanneer de diplomatieke missie of de consulaire post van de zendstaat personen tewerkstelt die overeenkomstig paragraaf 2 van dit artikel onderworpen zijn aan de wetgeving van de ontvangende Staat, houdt de missie of de post rekening met de verplichtingen die de wetgeving van laatstgenoemde Staat de werkgevers oplegt.4. De bepalingen van paragrafen 2 en 3 van dit artikel zijn naar analogie toepasselijk op de personen die tewerkgesteld zijn in private dienst van een persoon bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel.5. De bepalingen van paragrafen 1 tot 4 van dit artikel zijn niet van toepassing op de ereleden van een consulaire post noch op de personen tewerkgesteld in private dienst van deze personen.6. De bepalingen van dit artikel zijn ook toepasselijk op de gezinsleden van de personen bedoeld in paragrafen 1 tot 4, die thuis wonen, tenzij ze zelf een beroepsbezigheid uitoefenen. Artikel 11 Afwijkingen In het belang van bepaalde verzekerden of categorieën van verzekerden kunnen de bevoegde autoriteiten, na gemeen overleg, voorzien in afwijkingen van de bepalingen van artikelen 7 tot 10.

TITEL III. - Bijzondere bepalingen betreffende de prestaties HOOFDSTUK 1. - Ziekte en moederschap Artikel 12 Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties en voor de duur van de toekenning ervan worden de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van elk van de Staten samengeteld voor zover ze elkaar niet overlappen.

Artikel 13 1. Een persoon die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten en die, gelet op zijn toestand, onmiddellijk geneeskundige verzorging nodig heeft tijdens een verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, geniet verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.2. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegd orgaan verleend door het orgaan van de verblijfplaats volgens de bepalingen die het toepast, waarbij de duur van de toekenning van de verstrekkingen evenwel geregeld wordt bij de wetgeving van de bevoegde Staat.3. Paragraaf 1 is niet van toepassing : a) wanneer een persoon zich zonder de toelating van het bevoegd orgaan begeeft naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat om er een medische behandeling te krijgen;b) behoudens in onmiskenbare spoedgevallen, op de prothesen, op de hulpmiddelen van grotere omvang of op andere belangrijke verstrekkingen waarvan de lijst na gemeen overleg door de bevoegde autoriteiten wordt opgemaakt.4. Het orgaan van de verblijfplaats moet de onmiddellijke behoefte aan verzorging bedoeld in paragraaf 1 en de onmiskenbare spoedgevallen bedoeld in paragraaf 3 vaststellen. Artikel 14 1. Een persoon die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten en die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat geniet de verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.2. De gezinsleden van een persoon onderworpen aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat en die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat genieten de verstrekkingen op het grondgebied van deze andere overeenkomstsluitende Staat.3. De verstrekkingen worden verleend voor rekening van het bevoegd orgaan door het orgaan van de woonplaats volgens de bepalingen die het toepast.4. Paragrafen 2 en 3 zijn niet toepasselijk op de gezinsleden indien zij recht hebben op verstrekkingen krachtens de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op het grondgebied waarvan zij wonen. Artikel 15 1. De persoon die krachtens artikel 8 of 11 is onderworpen aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat alsook de hem vergezellende gezinsleden genieten verstrekkingen tijdens de hele duur van hun verblijf op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De verstrekkingen worden verleend voor rekening van het bevoegd orgaan door het orgaan van de verblijfplaats volgens de bepalingen die het toepast. Artikel 16 1. De gerechtigde op invaliditeitsuitkeringen, pensioenen of renten verschuldigd ingevolge de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten geniet voor zichzelf en voor zijn gezinsleden verstrekkingen overeenkomstig de wetgeving van de Staat op het grondgebied waarvan hij woont en ten laste van het bevoegd orgaan van deze Staat.2. De gerechtigde op een invaliditeitsuitkering, een pensioen of een rente uitsluitend verschuldigd ingevolge de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten, die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, geniet verstrekkingen voor zichzelf en voor zijn gezinsleden.De verstrekkingen worden verleend voor rekening van het bevoegd orgaan door het orgaan van de woonplaats volgens de bepalingen die het toepast.

Artikel 17 De personen bedoeld in paragraaf 2 van artikel 14 en in paragraaf 2 van artikel 16, die verblijven op het grondgebied van de bevoegde overeenkomstsluitende Staat, genieten verstrekkingen op het grondgebied van deze Staat, ten laste van deze Staat en volgens de bepalingen die het orgaan van de verblijfplaats toepast.

Artikel 18 1. Het daadwerkelijk bedrag van de krachtens de bepalingen van artikelen 13, 14, 15 en 16, paragraaf 2 verleende verstrekkingen wordt door het bevoegd orgaan terugbetaald aan het orgaan dat deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de modaliteiten voorzien in de Administratieve Schikking.2. De bevoegde autoriteiten kunnen na gemeen overleg beslissen geheel of gedeeltelijk af te zien van de in paragraaf 1 voorziene terugbetaling of een andere wijze van terugbetaling onderling afspreken. Artikel 19 1. Een persoon die voldoet aan de voorwaarden die bij de wetgeving van de bevoegde Staat gesteld zijn om recht te hebben op uitkeringen, eventueel rekening houdend met de bepalingen van artikel 12, heeft recht op deze uitkeringen ook al bevindt hij zich op het grondgebied van de andere Staat.De uitkeringen worden rechtstreeks verstrekt door het bevoegd orgaan waaronder de rechthebbende ressorteert. De rechthebbende op uitkeringen van de ziekte- en moederschapsverzekering mag verblijven op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat mits het bevoegd orgaan zijn voorafgaande toestemming heeft gegeven. 2. De rechthebbende op uitkeringen krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat kan verder genieten van deze uitkeringen wanneer hij zijn woonplaats overbrengt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.De Staat die de uitkeringen verschuldigd is kan eisen dat een voorafgaande toelating door het bevoegd orgaan nodig is voor de verandering van woonplaats. Deze toelating kan evenwel enkel geweigerd worden indien de verplaatsing af te raden is op grond van behoorlijk vastgestelde medische redenen. HOOFDSTUK 2. - Arbeidsongevallen en beroepsziekten Artikel 20 1. De persoon die ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat geniet verstrekkingen, indien hij verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.2. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegd orgaan verleend door het orgaan van de verblijf- of woonplaats volgens de bepalingen die het toepast, waarbij de duur van de toekenning van de verstrekkingen evenwel geregeld is bij de wetgeving van de bevoegde Staat. Artikel 21 Het daadwerkelijk bedrag van de krachtens de bepalingen van artikel 20 verleende verstrekkingen wordt door het bevoegd orgaan terugbetaald aan het orgaan dat deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de modaliteiten voorzien in de Administratieve Schikking.

De bevoegde autoriteiten kunnen na gemeen overleg beslissen geheel of gedeeltelijk af te zien van de in paragraaf 1 voorziene terugbetaling of een andere wijze van terugbetaling onderling afspreken.

Artikel 22 Indien de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat uitdrukkelijk of stilzwijgend bepaalt dat de vroeger overkomen arbeidsongevallen of beroepsziekten in aanmerking komen om de graad van ongeschiktheid te bepalen, worden de vroeger overkomen arbeidsongevallen en beroepsziekten onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat beschouwd als zijnde overkomen onder de wetgeving van eerstgenoemde Staat.

Artikel 23 1. Wanneer de persoon getroffen door een beroepsziekte een beroepsbezigheid heeft uitgeoefend als gevolg waarvan deze ziekte zich kan voordoen onder de wetgeving van beide overeenkomstsluitende Staten, worden de prestaties waarop de getroffene of zijn nagelaten betrekkingen kunnen aanspraak maken uitsluitend toegekend krachtens de wetgeving van de Staat op het grondgebied waarvan deze bezigheid laatstelijk werd uitgeoefend en onder voorbehoud dat belanghebbende voldoet aan de bij deze wetgeving gestelde eisen, eventueel rekening houdend met de bepalingen van paragraaf 2.2. Indien het toekennen van prestaties wegens een beroepsziekte krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat wordt afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de bewuste ziekte medisch voor het eerst op zijn grondgebied werd vastgesteld, wordt geacht aan deze voorwaarde te zijn voldaan wanneer deze ziekte voor het eerst werd vastgesteld op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat. Artikel 24 Wanneer, bij verergering van een beroepsziekte, de persoon die schadeloosstelling voor een beroepsziekte geniet of genoten heeft krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten, voor een gelijkaardige beroepsziekte rechten op prestaties doet gelden krachtens de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat, zijn de volgende regelen van toepassing : a) indien de persoon op het grondgebied van laatstgenoemde Staat geen beroep heeft uitgeoefend waardoor de beroepsziekte kon veroorzaakt worden of verergeren, is het bevoegd orgaan van de eerste Staat ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, rekening houdend met de verergering, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving die het toepast;b) indien de persoon op het grondgebied van laatstgenoemde Staat dergelijk beroep heeft uitgeoefend, is het bevoegd orgaan van de eerste Staat ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, zonder rekening te houden met de verergering, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving die het toepast;het bevoegd orgaan van de tweede Staat kent de persoon een supplement toe, waarvan het bedrag wordt vastgesteld overeenkomstig de wetgeving van deze Staat en dat gelijk is aan het verschil tussen het bedrag van de na de verergering verschuldigde prestatie en het bedrag van de prestatie die vóór de verergering zou verschuldigd geweest zijn. HOOFDSTUK 3. - Ouderdom, overlijden en invaliditeit Afdeling 1. - Bijzondere bepalingen betreffende de Belgische

prestaties A - Verzekering ouderdom en nagelaten betrekkingen Artikel 25 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van paragraaf 2 worden, voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties, de verzekeringstijdvakken en de gelijkgestelde tijdvakken vervuld overeenkomstig de Kroatische wetgeving betreffende de pensioensverzekering in de nodige mate samengeteld, op voorwaarde dat zij elkaar niet overlappen, met de onder de Belgische wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken.2. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld, worden, voor het genieten van deze prestaties, slechts de verzekeringstijdvakken samengeteld die in hetzelfde beroep in Kroatië werden vervuld of als gelijkwaardig erkend zijn.3. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld en wanneer deze tijdvakken geen recht op deze prestaties hebben kunnen geven, worden deze tijdvakken beschouwd als geldig voor de vaststelling van de prestaties waarin is voorzien in de algemene regeling van de werknemers. Artikel 26 1. Wanneer de persoon voldoet aan de voorwaarden die bij de Belgische wetgeving zijn vereist om recht te hebben op de prestaties zonder te moeten overgaan tot de samentelling, berekent het Belgisch orgaan het recht op de prestatie rechtstreeks op basis van de in België vervulde verzekeringstijdvakken en enkel ingevolge de Belgische wetgeving. Dit orgaan berekent ook het bedrag van de prestatie dat zou bekomen worden na toepassing van de regelen voorzien in paragraaf 2, littera a) en b).Er wordt enkel rekening gehouden met het hoogste bedrag. 2. Indien een persoon aanspraak kan maken op een prestatie krachtens de Belgische wetgeving, waarvan het recht enkel is ontstaan ingevolge de samentelling van de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig artikel 25, zijn de volgende regelen van toepassing : a) het Belgisch orgaan berekent het theoretisch bedrag van de prestatie die verschuldigd zou zijn indien alle verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten enkel zouden vervuld zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die het toepast;b) het Belgisch orgaan berekent vervolgens het verschuldigd bedrag, op basis van het bedrag bedoeld in littera a), naar verhouding van de duur van de verzekeringstijdvakken enkel vervuld overeenkomstig zijn wetgeving tot de duur van alle verzekeringstijdvakken samengeteld krachtens littera a). B - Invaliditeitsverzekering Artikel 27 1. Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op invaliditeitsprestaties zijn de bepalingen van artikel 25 naar analogie toepasselijk.2. Het recht op de invaliditeitsprestatie wordt toegekend aan de persoon die, op de datum van aanvang van de invaliditeit, onderworpen was aan de Kroatische wetgeving betreffende de pensioensverzekering of die gerechtigd was op een invaliditeitspensioen krachtens deze wetgeving en die vroeger verzekeringstijdvakken krachtens de Belgische wetgeving heeft vervuld. Artikel 28 1. Indien het recht op Belgische invaliditeitsprestaties onstaat enkel door samentelling van de Kroatische en Belgische verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig artikel 27, wordt het bedrag van de verschuldigde prestatie vastgesteld volgens de modaliteiten bepaald bij artikel 26, paragraaf 2.2. Wanneer het recht op de Belgische invaliditeitsprestaties ontstaat zonder dat een beroep moet worden gedaan op de bepalingen van artikel 27, en het bedrag opgeleverd door de samentelling van de Kroatische prestatie met de Belgische prestatie berekend volgens paragraaf 1 van dit artikel kleiner is dan het bedrag van de prestatie verschuldigd op basis van enkel de Belgische wetgeving, kent het Belgisch orgaan een supplement toe, dat gelijk is aan het verschil tussen de som van beide voormelde prestaties en het bedrag verschuldigd krachtens enkel de Belgische wetgeving. Artikel 29 Niettegenstaande de bepalingen van artikel 27, in de gevallen bedoeld in artikel 28, paragraaf 1, is geen enkele invaliditeitsprestatie verschuldigd door het Belgisch bevoegd orgaan wanneer de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig de Belgische wetgeving vóór de realisatie van het risico in hun geheel geen jaar bereiken.

Artikel 30 1. In afwijking van de bepalingen van artikelen 25, paragraaf 1, en 28, paragraaf 2, worden de rechten op invaliditeitsprestaties van de werknemers die werkzaam zijn geweest in ondergrondse mijnen en steengroeven in België en in Kroatië, vastgesteld volgens de in artikel 26 bepaalde regelen, wanneer, rekening houdend met de te dien einde samengetelde tijdvakken, deze werknemers voldoen aan de eisen voorzien bij de bijzondere Belgische wetgeving betreffende de invaliditeit van de mijnwerkers en ermede gelijkgestelden.2. Voor de toepassing van paragraaf 1, worden, zowel voor het verkrijgen als voor het vaststellen van het recht, met de tijdvakken van daadwerkelijke tewerkstelling of gelijkgestelde tijdvakken in de Belgische ondergrondse mijnen of steengroeven samengeteld, de tijdvakken die werden vervuld of als zodanig erkend in hetzelfde op het Kroatisch grondgebied uitgeoefend beroep.3. Indien belanghebbende, rekening houdend met de aldus samengetelde tijdvakken, niet voldoet aan de eisen om de prestaties te genieten ingevolge de bijzondere Belgische wetgeving betreffende de invaliditeit van mijnwerkers en gelijkgestelden, wordt rekening gehouden met de tijdvakken van daadwerkelijke of gelijkgestelde tewerkstelling in de Belgische ondergrondse mijnen of steengroeven voor de toekenning van de prestaties van de regeling voor ziekte- en invaliditeitsverzekering der werknemers. Artikel 31 De rechthebbende op een invaliditeitsprestatie van de Belgische wetgeving blijft verder genieten van deze prestatie tijdens een verblijf in de andere Staat wanneer dit verblijf vooraf werd toegestaan door het Belgisch bevoegd orgaan. Deze toelating kan evenwel enkel worden geweigerd wanneer het verblijf plaatsheeft in de periode tijdens dewelke het Belgisch bevoegd orgaan krachtens de Belgische wetgeving de invaliditeitstoestand moet evalueren of herzien.

C - Gemeenschappelijke bepalingen Artikel 32 1. Indien wegens de verhoging van de kosten voor levensonderhoud, van de variatie van het loonpeil of om andere aanpassingsredenen de Kroatische ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties worden gewijzigd met een bepaald percentage of bedrag, moet niet overgegaan worden tot een nieuwe Belgische berekening.2. In geval van verandering van de wijze van vaststelling of van de berekeningsregelen van de Kroatische ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties, worden de Belgische prestaties opnieuw berekend overeenkomstig artikel 26 of 28. Afdeling 2. - Bijzondere bepalingen betreffende de Kroatische

prestaties Verzekering ouderdom, invaliditeit en overlijden Artikel 33 1. Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties worden de verzekeringstijdvakken en de gelijkgestelde tijdvakken vervuld overeenkomstig de Belgische wetgeving in de nodige mate samengeteld, op voorwaarde dat zij elkaar niet overlappen, met de onder de Kroatische wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken.2. Wanneer, niettegenstaande de toepassing van paragraaf 1, de persoon de voorwaarden niet vervult om het recht op prestaties te doen ontstaan, worden de verzekeringstijdvakken samengeteld die vervuld zijn onder de wetgeving van een derde Staat waarmee de twee overeenkomstsluitende Staten zijn gebonden door sociale-zekerheidsovereenkomsten die in de samentelling van verzekeringstijdvakken voorzien.Wanneer enkel Kroatië is gebonden door een sociale-zekerheidsovereenkomst met een derde Staat, die op deze persoon toepasselijk is, worden de verzekeringstijdvakken die deze persoon heeft vervuld overeenkomstig de wetgeving van deze derde Staat samengeteld. 3. Wanneer de tijdruimte binnen dewelke een verzekeringstijdvak moet vervuld zijn krachtens de Kroatische wetgeving wordt verlengd met een periode van werkloosheid, van militaire dienst of met een bij deze wetgeving voorziene periode, wordt deze tijdruimte verlengd met de overeenstemmende periode die overeenkomstig de Belgische wetgeving is vervuld.4. Niettegenstaande de bepalingen van dit artikel is geen enkele prestatie door het Kroatisch orgaan verschuldigd wanneer de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig zijn wetgeving in hun geheel geen jaar bereiken. Artikel 34 1. Wanneer bij toepassing van artikel 33 de persoon de voorziene voorwaarden voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties vervult, stelt het Kroatisch orgaan het bedrag van de prestatie vast enkel rekening houdend met de verzekeringstijdvakken die overeenkomstig de Kroatische wetgeving zijn vervuld.2. Wanneer de persoon recht heeft op een Belgische ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestatie, wordt de prestatie waarop hij aanspraak kan maken bij toepassing van paragraaf 1 niet opnieuw berekend. HOOFDSTUK 4. - Gezinsbijslag Artikel 35 1. Wanneer de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat het verkrijgen van het recht op prestaties afhankelijk stelt van de vervulling van verzekeringstijdvakken, houdt het orgaan dat deze wetgeving toepast te dien einde rekening, in de nodige mate voor de samentelling, met de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat alsof het verzekeringstijdvakken betrof die vervuld zijn onder de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.2. Personen op wie de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten van toepassing is hebben, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, recht op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.3. De rechthebbende op een pensioen of rente inzake ouderdom, invaliditeit, een arbeidsongeval of een beroepsziekte krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat heeft recht, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat.4. De rechthebbende op pensioenen of renten verschuldigd krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staat heeft recht, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar deze rechthebbende woont, op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat waar de rechthebbende op pensioenen of renten woont.5. De wees van een overleden werknemer die onderworpen was aan de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat en die woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat heeft recht op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat aan de wetgeving waarvan de overledene laatstelijk onderworpen was en onder de bij deze wetgeving bedoelde voorwaarden.6. De werkloze werknemer die werkloosheidsprestaties geniet krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat heeft recht, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat, op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat. HOOFDSTUK 5. - Werkloosheid Artikel 36 1. Indien de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties afhankelijk stelt van het vervullen van verzekerings- of tewerkstellingstijdvakken, houdt het met de toepassing van deze wetgeving belast orgaan te dien einde, in de nodige mate, met het oog op de samentelling, rekening met de verzekerings- of tewerkstellingstijdvakken die in de hoedanigheid van werknemer werden vervuld onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat als gold het verzekerings- of tewerkstellingstijdvakken die onder de door hem toegepaste wetgeving werden vervuld.2. Het orgaan van de overeenkomstsluitende Staat waarvan de wetgeving het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties afhankelijk stelt van het vervullen van verzekeringstijdvakken moet met de in de andere overeenkomstsluitende Staat vervullende tewerkstellingstijdvakken slechts rekening houden op voorwaarde dat deze tijdvakken, indien vervuld onder de wetgeving die het toepast, als verzekeringstijdvakken beschouwd worden.3. De toepassing van de bepalingen van paragrafen 1 en 2 van dit artikel wordt afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de betrokkene laatstelijk tewerkstellingstijdvakken of, in het geval van paragraaf 2, verzekeringstijdvakken heeft vervuld onder de wetgeving van de overeenkomstsluitende Staat op grond van dewelke de prestaties werden aangevraagd en dat hij onder deze wetgeving een beroepsbezigheid als werknemer heeft uitgeoefend gedurende ten minste zesentwintig weken vóór zijn aanvraag.Paragraaf 1 is niettemin toepasselijk indien de tewerkstelling, zonder fout vanwege de werknemer, ophoudt vóór de zesentwintig weken verstreken zijn, wanneer deze tewerkstelling was voorbestemd langer te duren.

Artikel 37 1. In geval van toepassing van artikel 36, vermindert het Kroatisch bevoegd orgaan de duur van de prestatie met het tijdvak gedurende hetwelk het Belgisch bevoegd orgaan prestaties heeft uitgekeerd tijdens de laatste twaalf maanden vóór de aanvraag om prestaties.2. In geval van toepassing van artikel 36 houdt het Belgisch bevoegd orgaan, voor de vaststelling van de duur van toekenning en van het bedrag van de prestaties, in de nodige mate rekening met het tijdvak gedurende hetwelk prestaties werden uitgekeerd door het Kroatisch bevoegd orgaan, tot een maximumduur van twaalf maanden en binnen de grenzen van de wetgeving die het toepast. TITEL IV. - Diverse bepalingen Artikel 38 Verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten De bevoegde autoriteiten : a) nemen per administratieve schikking de nodige administratieve maatregelen voor de toepassing van deze Overeenkomst en duiden de verbindingsorganen, de bevoegde organen en de organen van de woonplaats en van de verblijfplaats aan;b) leggen de procedures van administratieve samenwerking vast evenals de betalingsmodaliteiten voor de kosten voor geneeskundige, administratieve en andere getuigschriften die noodzakelijk zijn voor de toepassing van deze Overeenkomst;c) verstrekken elkaar rechtstreeks alle inlichtingen met betrekking tot de ter uitvoering van deze Overeenkomst getroffen maatregelen;d) verstrekken elkaar rechtstreeks en zo spoedig mogelijk alle wijzigingen van hun wetgeving die van aard zijn invloed te hebben op de toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 39 Administratieve samenwerking 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst bieden de bevoegde autoriteiten en de bevoegde organen van elk van beide overeenkomstsluitende Staten elkaar hun bemiddeling aan, als gold het de toepassing van hun eigen wetgeving.Deze onderlinge bemiddeling is in principe kosteloos; de bevoegde autoriteiten kunnen evenwel overeenkomen bepaalde kosten te vergoeden. 2. De medische onderzoeken van personen die op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat wonen of verblijven worden uitgevoerd door het orgaan van de verblijf- of woonplaats, op verzoek van het bevoegd orgaan en te zijnen laste.De kosten van deze medische onderzoeken worden niet vergoed indien de onderzoeken werden uitgevoerd in het belang van beide overeenkomstsluitende Staten. 3. Voor de toepassing van deze Overeenkomst zijn de bevoegde autoriteiten en de bevoegde organen van de overeenkomstsluitende Staten ertoe gemachtigd rechtstreeks met elkaar alsmede met enig welke persoon te corresponderen, welke ook diens woonplaats.Het corresponderen mag geschieden in een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende Staten.

Artikel 40 Taksen en vrijstelling van geldigverklaring 1. Het voordeel van de vrijstellingen of verminderingen van taksen, zegel-, griffie- of registratierechten, bepaald bij de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten voor de stukken of documenten die bij toepassing van de wetgeving van deze Staat moeten overgelegd worden, wordt verruimd tot gelijkaardige bij toepassing van de wetgeving van de andere Staat over te leggen stukken en documenten.2. De bij toepassing van deze Overeenkomst over te leggen akten en documenten worden vrijgesteld van het geldigverklaringsvisum van de diplomatieke of consulaire overheden. Artikel 41 Aanvragen, verklaringen en rechtsmiddelen 1. Aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen die, krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat, binnen een bepaalde termijn hadden moeten ingediend worden bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van deze Staat, zijn ontvankelijk indien zij binnen dezelfde termijn worden ingediend bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat.In dit geval laat de/het aldus aangezochte autoriteit, orgaan of rechtscollege deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen onverwijld geworden aan de autoriteit, het orgaan of het rechtscollege van de eerste overeenkomstsluitende Staat, ofwel rechtstreeks ofwel door toedoen van de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten. De datum waarop deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen werden ingediend bij een autoriteit, een orgaan of een rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Staat wordt beschouwd als datum van indiening bij de/het ten deze bevoegde autoriteit, orgaan of rechtscollege. 2. De aanvraag om prestaties ingediend bij het bevoegd orgaan van een overeenkomstsluitende Staat is ook ontvankelijk, voor overeenstemmende prestaties, door het bevoegd orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat.3. Een aanvraag of een document mag niet worden van de hand gewezen omdat zij opgesteld zijn in een officiële taal van de andere overeenkomstsluitende Staat. Artikel 42 Uitbetaling van de prestaties 1. De uitbetalingsinstellingen van prestaties ingevolge deze Overeenkomst kunnen er zich geldig van kwijten in de munt van hun Staat.2. Overdrachten ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst worden verricht overeenkomstig de tussen beide overeenkomstsluitende Staten ter zake van kracht zijnde akkoorden.3. De bepalingen van de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat inzake controle op de wisseloperaties mogen geen belemmering zijn voor de vrije overdracht van geldbedragen ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 43 Bijleggen van geschillen Geschillen tussen de organen, over de interpretatie en de toepassing van deze Overeenkomst, zullen bijgelegd worden door onderhandelingen tussen de bevoegde autoriteiten.

Artikel 44 Niet-verschuldigde bedragen 1. Indien bij de uitbetaling of de herziening van prestaties bij toepassing van de Overeenkomst het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat de prestatiegerechtigde een som heeft uitgekeerd die hoger is dan de som die hem verschuldigd is, kan dit orgaan het orgaan van de andere Staat, dat een overeenstemmende prestatie ten gunste van deze gerechtigde uitkeert, vragen het te veel betaalde in te houden op de nabetaling van achterstallen die deze gerechtigde verschuldigd zijn. De modaliteiten voor de toepassing van deze bepalingen zullen vastgelegd worden na gemeen overleg tussen de Belgische en Kroatische bevoegde autoriteiten.

Indien het te veel betaalde kan niet worden ingehouden op de nabetaling van achterstallen, zullen de bepalingen van paragraaf 2 van toepassing zijn. 2. Wanneer het orgaan van een overeenkomstsluitende Staat aan een prestatiegerechtigde een som heeft uitgekeerd hoger dan de aan deze laatste verschuldigde som, kan dat orgaan, binnen de voorwaarden en grenzen als bepaald bij de door hem toegepaste wetgeving, het orgaan van de andere overeenkomstsluitende Staat dat de prestaties ten gunste van deze gerechtigde uitkeert, erom verzoeken het te veel betaalde in te houden op de sommen die het deze gerechtigde stort.Dat laatste orgaan verricht de inhouding binnen de voorwaarden en grenzen waarin een dergelijke verevening toegelaten is door de wetgeving die het toepast, als gold het sommen die het zelf te veel had uitgekeerd, en draagt het aldus ingehouden bedrag over aan het orgaan dat de vordering heeft.

TITEL V. - Overgangs- en slotbepalingen Artikel 45 Gebeurtenissen voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Overeenkomst 1. Deze Overeenkomst is eveneens van toepassing op gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan vóór zij van kracht werd.2. Deze Overeenkomst doet geen enkel recht ontstaan op prestaties voor een tijdvak dat aan haar inwerkingtreding voorafgaat.3. Ieder verzekeringstijdvak dat onder de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Staten werd vervuld vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt in aanmerking genomen voor het vaststellen van het recht op een overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst verkregen prestatie.4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op rechten die werden vastgesteld door toekenning van een forfaitaire uitkering of door terugbetaling van bijdragen. Artikel 46 Herziening, verjaring, verval 1. Elke prestatie die niet werd vereffend of die werd geschorst wegens de nationaliteit van de belanghebbende of wegens diens woonplaats op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat dan die waar de uitbetalingsinstelling zich bevindt, wordt, op verzoek van belanghebbende, vereffend of hervat met ingang van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.2. De rechten van de belanghebbende die vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de vaststelling van een pensioen of een rente hebben bekomen, worden op hun verzoek herzien, rekening gehouden met de bepalingen van deze Overeenkomst.In geen geval mag dergelijke herziening als gevolg hebben dat de vroegere rechten van de betrokkenen verminderd worden. 3. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend binnen een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, zijn de overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst verkregen rechten verworven met ingang van deze datum, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van de ene of van de andere overeenkomstsluitende Staat betreffende het verval of de verjaring van rechten, tegen belanghebbende mogen ingeroepen worden.4. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend na het verstrijken van een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, worden de rechten die vervallen noch verjaard zijn slechts verkregen vanaf de datum van het verzoek, onder voorbehoud van gunstigere bepalingen in de wetgeving van de betrokken overeenkomstsluitende Staat. Artikel 47 Duur Deze Overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door een van de overeenkomstsluitende Staten door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere Staat, met een opzeggingstermijn van twaalf maanden.

Artikel 48 Waarborg voor verworven rechten of rechten in wording In geval van opzegging van deze Overeenkomst worden de rechten op en de uitkeringen van prestaties verworven krachtens de Overeenkomst gehandhaafd. De overeenkomstsluitende Staten nemen de nodige schikkingen met betrekking tot de rechten in wording.

Artikel 49 Inwerkingtreding 1. Deze Overeenkomst treedt in werking de eerste dag van de derde maand die volgt op de datum van ontvangst van de nota waarbij de laatste van de twee overeenkomstsluitende Staten de andere overeenkomstsluitende Staat zal medegedeeld hebben dat de wettelijk vereiste formaliteiten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst vervuld zijn. 2. Op de dag van inwerkingtreding van deze Overeenkomst, wat betreft de betrekkingen tussen de beide overeenkomstsluitende Staten, zal het Verdrag betreffende de sociale zekerheid ondertekend op 1 november 1954 tussen de F.V. Joegoslavië en het Koninkrijk België ophouden te bestaan en vervangen worden door onderhavige Overeenkomst. 3. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op de personen die onderworpen zijn of zijn geweest aan de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Staten en die onderdanen zijn van een van de landen die de voormalige S.F.R. Joegoslavië hebben opgevolgd, evenals op hun gezinsleden en nagelaten betrekkingen.

Ten blijke waarvan de behoorlijk daartoe gemachtigden deze Overeenkomst hebben ondertekend.

Opgemaakt te Brussel, op 31 oktober 2001 in tweevoud, in de Franse, Nederlandse en Kroatische taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.

Voor het Koninkrijk België, Voor de Republiek Kroatië,

^