gepubliceerd op 05 maart 2010
Wet houdende instemming met de Consulaire Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Russische Federatie, ondertekend te Moskou op 22 december 2004 (2) (3)
22 AUGUSTUS 2006. - Wet houdende instemming met de Consulaire Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Russische Federatie, ondertekend te Moskou op 22 december 2004 (1) (2) (3)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.De Consulaire Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Russische Federatie, ondertekend te Moskou op 22 december 2004, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 22 augustus 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX Nota's (1) Zitting 2005-2006. Senaat : Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 31 maart 2006, nr. 3-1651/1. - Verslag, nr. 3-1651/2.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 15 juni 2006. - Stemming, vergadering van 15 juni 2006.
Kamer : Document. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 51-2559/1. Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-2559/2.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 13 juli 2006. - Stemming, vergadering van 13 juli 2006. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/het Vlaamse Gewest van 27 juni 2008 (Belgisch Staatsblad van 26 augustus 2008), Decreet van de Franse Gemeenschap van 24 oktober 2008 (Belgisch Staatsblad van 5 december 2008 - Ed.3), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 23 maart 2009 (Belgisch Staatsblad van 17 april 2009 - Ed. 2), Decreet van het Waalse Gewest van 21 februari 2008 (Belgisch Staatsblad van 5 maart 2008), Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 7 december 2006 (Belgisch Staatsblad van 3 januari 2007) (3) Overeenkomstig haar artikel 66 treedt deze overeezkomst in werking op 17 maart 2010. Consulaire overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Russische Federatie Het Koninkrijk België en de Russische Federatie, hierna te noemen « de Partijen », verlangend de vriendschapsbetrekkingen tussen beide Staten verder uit te bouwen, geleid door de wens het consulaire verkeer tussen beide Partijen te versterken met het oog op een meer afdoende bescherming van de rechten en belangen van hun onderdanen, hebben besloten deze Overeenkomst aan te gaan en zijn te dien einde het volgende overeengekomen : HOOFDSTUK I. - Algemeen Begripsomschrijvingen Artikel 1 1. In deze Overeenkomst dient te worden verstaan onder : a) « consulaire post » : elk consulaat-generaal, consulaat, vice-consulaat of consulair agentschap;b) « consulair ressort » : het ambtsgebied dat aan een consulaire post is toegekend ter uitoefening van de consulaire werkzaamheden;c) « hoofd van de consulaire post » : de persoon die is aangewezen om in die hoedanigheid op te treden;d) « consulair ambtenaar » : iedere persoon, waaronder begrepen het hoofd van de consulaire post, aan wie in die hoedanigheid de uitoefening van consulaire werkzaamheden is opgedragen;e) « consulair bediende » : iedere persoon die werkzaam is bij de administratieve of technische dienst van een consulaire post;f) « lid van het bedienend personeel » : iedere persoon die werkzaam is bij de huishoudelijke dienst van een consulaire post;g) « leden van de consulaire post » : consulaire ambtenaren, consulairebedienden en leden van het bedienend personeel;h) « leden van het consulair personeel » : consulaire ambtenaren, met uitzondering van het hoofd van een consulaire post, consulaire bedienden en leden van het bedienend personeel;i) « lid van het particuliere personeel » : een persoon die uitsluitend in particuliere dienst van een lid van de consulaire post werkzaam is;j) « consulaire gebouwen » : de gebouwen of delen van gebouwen en de daarbij behorende terreinen, ongeacht wie daarvan de eigenaar is, die uitsluitend worden gebruikt voor de werkzaamheden van de consulaire post;k) « consulair archief » : alle bescheiden, stukken, briefwisseling, boeken, films, elektronische informatiedragers, audio- of video-opnames en registers van de consulaire post, alsmede het cijfer- en codeermateriaal, de zegels en stempels, de kaartsystemen en de meubels bestemd voor het beveiligen en opbergen van deze zaken;l) « schip van de zendstaat » : met uitzondering van oorlogsschepen, elk schip dat vaart onder de vlag van de zendstaat en aldaar geregistreerd is;m) « luchtvaartuig van de zendstaat » : elk vliegtuig dat in de zendstaat geregistreerd is en de kentekens van deze Staat mag voeren.2. Er bestaan twee categorieën consulaire ambtenaren : consulaire beroepsambtenaren en honoraire consulaire ambtenaren. HOOFDSTUK II. - Vestiging van de consulaire post, benoeming van de consulaire ambtenaren Vestiging van de consulaire post Artikel 2 1. Een consulaire post van de zendstaat mag zonder de toestemming van de verblijfstaat niet op het grondgebied van die Staat worden gevestigd.2. De zetel, de klasse en het consulaire ressort van de consulaire post worden in onderling overleg door de zendstaat en de verblijfstaat vastgesteld.3. Daarna mag de zendstaat alleen met toestemming van de verblijfstaat wijzigingen met betrekking tot de zetel, de klasse of het consulaire ressort van de consulaire post aanbrengen.4. De toestemming van de verblijfstaat is eveneens vereist, wanneer een consulaat-generaal of een consulaat op een andere plaats dan die waar het gevestigd is, een vice-consulaat of een consulair agentschap wenst te openen.5. De voorafgaande uitdrukkelijke toestemming van de verblijfstaat is vereist voor het openen van een bureau dat deel uitmaakt van de bestaande consulaire post, buiten de zetel van deze consulaire post. Benoeming en toelating van het hoofd van de consulaire post Artikel 3 1. Vooraleer de zendstaat het hoofd van de consulaire post kan benoemen, moet hij voor de voorgedragen persoon langs diplomatieke weg de goedkeuring krijgen van de verblijfstaat.2. Zo de verblijfstaat geen toestemming verleent voor de benoeming van een persoon als hoofd van de consulaire post, is hij niet verplicht deze weigering ten aanzien van de zendstaat met redenen te omkleden.3. Zodra de zendstaat in kennis is gesteld van de toestemming voor de benoeming van het hoofd van de consulaire post, stelt de zendstaat het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de verblijfstaat langs diplomatieke weg in het bezit van de aanstellingsbrief van het posthoofd.Hierin staan vermeld : naam, voornamen, nationaliteit, klasse, het consulaire ressort en de zetel van de consulaire post. 4. Na ontvangst van de aanstellingsbrief, stelt de verblijfstaat het hoofd van de consulaire post zo snel mogelijk in het bezit van het exequatur.5. Behalve in de gevallen als vermeld in lid 6 van dit artikel en in artikel 4, is het het hoofd van de consulaire post niet toegestaan zijn werkzaamheden uit te oefenen voordat hij in het bezit is gesteld van het exequatur.6. In afwachting van de verlening van het exequatur kan de verblijfstaat het hoofd van de consulaire post de toelating geven om voorlopig zijn werkzaamheden uit te oefenen.In dit geval, is het bepaalde in deze Overeenkomst van toepassing. 7. Zodra het hoofd van de consulaire post, zij het voorlopig, is toegelaten tot de uitoefening van zijn werkzaamheden, stelt de verblijfstaat de bevoegde overheden van het consulaire ressort daarvan in kennis.De verblijfstaat zorgt er tevens voor dat de nodige maatregelen worden genomen om het hoofd van de consulaire post in staat te stellen zijn ambtelijke werkzaamheden te verrichten en aanspraak te maken op de in deze Overeenkomst vastgelegde behandeling.
Tijdelijke uitoefening van de werkzaamheden van het hoofd van de consulaire post Artikel 4 1. Indien het hoofd van de consulaire post niet in staat is zijn werkzaamheden uit te oefenen of indien zijn plaats open staat, kunnen de werkzaamheden van het hoofd van de consulaire post voorlopig worden vervuld door een waarnemend hoofd van de consulaire post.2. De naam en voornamen van het waarnemend hoofd van de consulaire post worden medegedeeld aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de verblijfstaat of aan de door dat ministerie aangestelde bevoegde overheid.Deze mededeling wordt gedaan door de diplomatieke zending van de zendstaat of, indien deze Staat in de verblijfstaat niet over een soortgelijke zending beschikt, door het hoofd van de consulaire post of wanneer deze daartoe niet in staat is, door een bevoegde overheid van de zendstaat. Als algemene regel geldt dat deze mededeling van te voren dient te worden gedaan. De verblijfstaat kan de toelating als waarnemend hoofd van de consulaire post, afhankelijk stellen van zijn goedkeuring wanneer het gaat om een persoon die geen diplomatiek of consulair ambtenaar van de zendstaat in de verblijfstaat is. 3. De bevoegde overheden van de verblijfstaat verlenen het waarnemend hoofd van de consulaire post bijstand en bescherming.Zolang het waarnemend hoofd van de consulaire post met de leiding van de post is belast, is het bepaalde in deze Overeenkomst in dezelfde mate op hem van toepassing als op het hoofd van de desbetreffende consulaire post.
De verblijfstaat is evenwel niet verplicht de persoon die de werkzaamheden van het hoofd van de consulaire post tijdelijk uitoefent, de faciliteiten, voorrechten en immuniteiten te verlenen die het hoofd van de consulaire post slechts geniet onder voorwaarden waaraan het waarnemend hoofd van de consulaire post niet voldoet. 4. Wanneer een lid van het diplomatiek personeel van de diplomatieke zending van de zendstaat in de verblijfstaat overeenkomstig het bepaalde in het 1e lid van dit artikel wordt aangesteld als waarnemend hoofd van de consulaire post, blijft hij de voorrechten en immuniteiten genieten die hem op grond van zijn diplomatieke status worden verleend, op voorwaarde dat de zendstaat zich daartegen niet verzet. Benoeming van de leden van het consulaire personeel Artikel 5 1. Onder voorbehoud van het bepaalde in de artikelen 6 en 7 van de huidige Conventie, kan de zendstaat de leden van het consulaire personeel vrij benoemen.2. De naam en voornamen, de categorie en de klasse van alle consulaire ambtenaren met uitzondering van het hoofd van de consulaire post, worden door de zendstaat vooraf aan de verblijfstaat meegedeeld, zodat de verblijfstaat,indien hij zulks wenst, de hem in artikel 7, 3e lid, van deze Overeenkomst verleende rechten kan uitoefenen.3. De verblijfstaat verstrekt aan alle leden van de consulaire post en hun gezinsleden na aankomst, de identiteitskaarten die overeenstemmen met hun status van lid van de consulaire post en van gezinslid. Nationaliteit van de consulaire ambtenaren Artikel 6 1. De consulaire beroepsambtenaar is in principe een onderdaan van de zendstaat.2. De honorair consulair ambtenaar kan zowel een onderdaan zijn van de zendstaat als van een andere Staat. Tot « persona non grata » verklaarde personen Artikel 7 3. De verblijfstaat kan de zendstaat er te allen tijde langs diplomatieke weg van in kennis stellen dat een consulair ambtenaar tot « persona non grata » is verklaard of dat een ander lid van het consulair personeel niet aanvaardbaar is.In voorkomend geval, roept de zendstraat de persoon in kwestie terug of beëindigt hij zijn werkzaamheden bij de consulaire post, naar gelang van het geval. 4. Indien de zendstaat binnen een redelijke termijn de in dit artikel, 1e lid vastgelegde verplichtingen weigert na te komen of niet nakomt, kan de verblijfstaat het aan de persoon in kwestie verleende exequatur intrekken of deze persoon niet langer beschouwen als een lid van het consulaire personeel, naar gelang van het geval.5. Een persoon die is benoemd als lid van een consulaire post kan vóór zijn aankomst op het grondgebied van de verblijfstaat of, wanneer hij zich er al bevindt, vóór het aanvatten van zijn werkzaamheden bij de consulaire post, onaanvaardbaar worden verklaard.In beide gevallen dient de zendstaat de benoeming in te trekken. 6. In de in lid 1 en 3 van dit artikel bedoelde gevallen is de verblijfstaat niet verplicht de zendstaat de redenen voor zijn beslissing mede te delen. Kennisgeving van benoeming, aankomst en vertrek aan de verblijfstaat Artikel 8 1. Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de verblijfstaat of aan de door dat ministerie aangestelde overheid wordt mededeling gedaan van : a) de benoeming van de leden van de consulaire post, hun aankomst na benoeming bij de consulaire post, hun definitieve vertrek of de beëindiging van hun werkzaamheden alsmede van alle andere wijzigingen in hun status die zich hebben voorgedaan tijdens de periode dat ze bij de consulaire post werkzaam zijn;b) de aankomst en het definitieve vertrek van een inwonend gezinslid van een lid van de consulaire post en, in voorkomend geval, van het feit dat een zodanig persoon gezinslid wordt of ophoudt dit te zijn;c) de aankomst en het definitieve vertrek van leden van het particuliere personeel en, in voorkomend geval, de beëindiging van hun dienstverband als zodanig;d) het in dienst nemen en ontslaan van ingezetenen van de verblijfstaat als lid van de consulaire post of als lid van het particuliere personeel dat aanspraak kan maken op de voorrechten en immuniteiten.2. Zo mogelijk, dient vooraf kennis te worden gegeven van de aankomst en het definitieve vertrek. HOOFDSTUK III. - FACILITEITEN, VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN Verwerving van consulaire gebouwen Artikel 9 1. De zendstaat heeft het recht op eigen naam dan wel via een hiertoe gemachtigde natuurlijke of rechtspersoon overeenkomstig de wetgeving van de verblijfstaat en met diens toestemming, de eigendom te verkrijgen of in het genot of het bezit te komen van : a) de gebouwen of delen van gebouwen waarin worden ondergebracht : de consulaire gebouwen, de ambtswoning van het hoofd van de consulaire post alsmede de woonruimtes van andere leden van het consulair personeel die geen onderdaan zijn van of duurzaam verblijf houden in de verblijfstaat;b) de terreinen die bestemd zijn voor de bouw van zodanige consulaire gebouwen en woonruimtes, dan wel deze anderszins te verwerven.2. Zo nodig, verleent de verblijfstaat de zendstaat passende hulp en bijstand bij de uitoefening van de in lid 1 van dit artikel nader omschreven rechten.3. De zendstaat moet zich houden aan de wetgeving van de verblijfstaat inzake de vestigingsplaats en het ontwerp van de gebouwen en inzake ruimtelijke ordening. Bescherming van de leden van de consulaire posten Artikel 10 1. De verblijfstaat neemt alle nodige maatregelen om de consulaire post in staat te stellen zijn werkzaamheden uit te oefenen.2. De verblijfstaat behandelt de consulaire ambtenaren met de eerbied die hen verschuldigd is en neemt alle passende maatregelen om de aantasting te verhinderen van de persoon, de vrijheid of de waardigheid van de leden van de consulaire post die geen staatsburgers of ingezetenen zijn van de verblijfstaat, dan wel van de bij voornoemde personen inwonende gezinsleden. Nationale vlag en nationaal wapen Artikel 11 1. De zendstaat heeft het recht in de verblijfstaat zijn nationale vlag en zijn nationaal wapen te voeren overeenkomstig het bepaalde in dit artikel.2. Het is de zendstaat toegestaan de nationale vlag te hijsen en het nationaal wapen aan te brengen op het gebouw waarin de consulaire post is ondergebracht, op de toegangsdeuren van dit gebouw, op de ambtswoning van het hoofd van de consulaire post, alsook op de vervoermiddelen van de consulaire post wanneer deze voor officiële doeleinden worden gebruikt.3. Bij de uitoefening van het in dit artikel verleende recht, houdt de zendstaat rekening met de wetgeving van de verblijfstaat. Onschendbaarheid van de consulaire gebouwen Artikel 12 1. De consulaire gebouwen zijn onschendbaar.2. De overheden van de verblijfstaat mogen het gedeelte van de consulaire gebouwen dat uitsluitend voor de werkzaamheden van de consulaire post wordt gebruikt, slechts betreden met de toestemming van het hoofd van de consulaire post, diens gemachtigde of van het hoofd van de diplomatieke vertegenwoordiging van de zendstaat.De toestemming van het hoofd van de consulaire post wordt evenwel geacht stilzwijgend te zijn gegeven in geval van brand of bij een andere ramp die onmiddellijke beschermende maatregelen vereist. De overheden van de verblijfstaat hebben geenszins het recht inbreuk te maken op de onschendbaarheid van het consulaire archief en het is hen ook niet toegestaan het in te kijken of te kopiëren. 3. Op de verblijfstaat rust de bijzondere verplichting alle gepaste maatregelen te nemen om de consulaire gebouwen te beschermen tegen indringers of het toebrengen van schade alsmede om te verhinderen dat de rust van de consulaire post op enigerlei wijze wordt verstoord of aan zijn waardigheid afbreuk wordt gedaan.4. De consulaire gebouwen, het meubilair en de goederen van de consulaire post alsmede de vervoermiddelen, zijn volledig gevrijwaard tegen vordering voor doeleinden van landsverdediging of openbaar nut in de verblijfstaat.Wanneer onteigening voor zulke doeleinden noodzakelijk is, dienen alle passende maatregelen te worden genomen om te voorkomen dat de uitoefening van de consulaire werkzaamheden daarvan hinder ondervindt en krijgt de zendstaat onverwijld een toereikende en reële schadevergoeding uitgekeerd.
Onschendbaarheid van het consulaire archief Artikel 13 Het consulair archief is te allen tijde onschendbaar, waar het zich ook bevindt.
Belastingvrijstelling voor de consulaire gebouwen Artikel 14 1. De consulaire gebouwen en de ambtswoning van het hoofd van de consulaire post waarvan de zendstaat of enige andere persoon die namens hem optreedt, eigenaar of huurder is, zijn vrijgesteld van alle nationale, regionale of gemeentelijke belastingen, rechten en taksen, met uitzondering van die welke worden geheven wegens de verlening van bijzondere diensten.2. De vrijstelling als bedoeld in lid 1 van dit artikel geldt niet voor belastingen, rechten en taksen die overeenkomstig de wetgeving van de verblijfstaat, verschuldigd zijn door personen die een overeenkomst zijn aangegaan met de zendstaat of met de persoon die namens de zendstaat optreedt. Vrijheid van verplaatsing Artikel 15 Onder voorbehoud van de wetgeving met betrekking tot gebieden waarvan de toegang om redenen van nationale veiligheid of openbare orde verboden of aan beperkingen onderhevig is, draagt de verblijfstaat er zorg voor dat alle leden van de consulaire post zich vrijelijk op zijn grondgebied kunnen bewegen en er vrijelijk kunnen reizen.
Vrije communicatie Artikel 16 1. De verblijfstaat verleent de consulaire post voor alle officiële doeleinden het recht op vrije communicatie en voorziet in de bescherming van dit recht.Om in communicatie te treden met de regering, de diplomatieke zendingen en de andere consulaire posten van de zendstaat, waar deze zich ook bevinden, mag de consulaire post alle daarvoor in aanmerking komende middelen gebruiken, met inbegrip van diplomatieke of consulaire koeriers, de diplomatieke of consulaire tas en, met name elektronische, gecodeerde of vercijferde berichten. De installatie en het gebruik van een radiozender is evenwel alleen met toestemming van de verblijfstaat toegestaan. 2. De officiële briefwisseling van de consulaire post is onschendbaar. Onder « officiële briefwisseling » wordt verstaan : alle op de consulaire post en zijn werkzaamheden betrekking hebbende briefwisseling. 3. De pakketten die de consulaire tas vormen, dienen aan de buitenkant duidelijke zichtbare kentekenen te dragen, waaruit hun aard blijkt.Ze mogen alleen de officiële briefwisseling bevatten alsmede documenten of voorwerpen die uitsluitend voor officieel gebruik zijn bestemd. 4. De consulaire tas mag niet worden geopend of vastgehouden.Zo de bevoegde overheden van de verblijfstaat evenwel ernstige redenen hebben om aan te nemen dat de tas iets anders bevat dan de onder punt 3 van dit artikel genoemde briefwisseling, documenten of voorwerpen, kunnen de desbetreffende overheden vragen dat de tas in hun aanwezigheid door een daartoe gemachtigd vertegenwoordiger van de zendstaat wordt geopend. Zo de overheden van de zendstaat weigeren aan dit verzoek te voldoen, wordt de tas teruggestuurd naar de plaats van verzending. 5. De consulaire koerier dient in het bezit te zijn van een officieel document, waaruit zijn hoedanigheid blijkt en waarin opgave wordt gedaan van het juiste aantal pakketten dat deel uitmaakt van de consulaire tas.Behoudens toestemming van de verblijfstaat mag hij noch onderdaan van de verblijfstaat zijn noch er duurzaam verblijf houden. Bij de uitoefening van zijn werkzaamheden wordt hij door de verblijfstaat beschermd. Hij geniet persoonlijke onschendbaarheid en is gevrijwaard tegen elke vorm van aanhouding of gevangenhouding. 6. De zendstaat, zijn diplomatieke zending en zijn consulaire posten kunnen ter plaatse consulaire koeriers aanstellen.In dergelijke gevallen is het bepaalde in punt 5 van dit artikel van toepassing, met dien verstande dat de onder dit punt bedoelde immuniteiten niet meer van toepassing zijn zodra deze koerier de consulaire tas die hij onder zijn hoede heeft, aan de geadresseerde heeft overhandigd. 7. De consulaire tas kan worden toevertrouwd aan de kapitein van een schip of de gezagvoerder van een luchtvaartuig van de zendstaat, dat toestemming kreeg om een bepaalde haven of luchthaven aan te doen.De kapitein of gezagvoerder dient in het bezit te zijn van een officieel document waarop vermeld staat uit hoeveel pakketten de tas bestaat, maar hij wordt niet als een consulair koerier beschouwd. Na afspraak met de bevoegde plaatselijke overheden kan de consulaire post een van zijn leden sturen om de tas rechtstreeks en zonder verdere formaliteiten in ontvangst te nemen uit handen van de kapitein van het schip of de gezagvoerder van het vliegtuig, alsook om hem de tas te overhandigen.
Persoonlijke onschendbaarheid Artikel 17 1. De consulaire ambtenaren kunnen alleen worden aangehouden of in voorlopige hechtenis worden genomen op basis van een beslissing van de voor strafbare feiten bevoegde gerechtelijke overheid.2. Met uitzondering van de in punt 1 van dit artikel bedoelde gevallen, mogen de consulaire ambtenaren niet worden gevangen gehouden of mag hun persoonlijke vrijheid op generlei wijze worden beperkt, zij het met het oog op de tenuitvoerlegging van een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.3. Wanneer tegen een consulair ambtenaar een strafrechtelijke vervolging wordt ingesteld, dient hij voor de bevoegde overheden te verschijnen.Het proces dient evenwel te worden gevoerd met de eerbied die de consulair ambtenaar uit hoofde van zijn officiële positie toekomt en, behalve in de in punt 1 van dit artikel bedoelde gevallen, op een wijze die de uitoefening van de consulaire werkzaamheden zo weinig mogelijk hindert. Wanneer het ingevolge de in punt 1 van dit artikel bedoelde omstandigheden noodzakelijk is gebleken een consulair ambtenaar in voorlopige hechtenis te nemen, dient met de strafvervolging zo snel mogelijk een aanvang te worden gemaakt. 4. Wanneer een lid van de consulaire post buiten de uitoefening van zijn werkzaamheden op het grondgebied van de verblijfstaat een volgens de wetgeving van de verblijfstaat strafbare daad stelt, wordt de zendstaat daar langs diplomatieke weg binnen maximum 72 uur van in kennis gesteld.5. Met ernstig strafbaar feit wordt in deze Overeenkomst bedoeld : een opzettelijke of roekeloze daad waarvoor de wetgeving van de verblijfstaat voorziet in een gevangenisstraf van minimum vijf jaar. Immuniteit van rechtsmacht Artikel 18 1. Consulaire ambtenaren en consulaire bedienden zijn niet onderworpen aan de rechtsmacht van de rechterlijke of administratieve overheden van de verblijfstaat ten aanzien van handelingen verricht bij de uitoefening van hun consulaire taak.2. Lid 1 van dit artikel is evenwel niet van toepassing met betrekking tot een burgerlijke vordering die : a) verband houdt met overeenkomsten gesloten door een consulair ambtenaar of een consulair bediende, waarbij hij niet rechtstreeks of onrechtstreeks optreedt als consulair ambtenaar;of b) is ingesteld door een derde in verband met schade voortvloeiend uit een ongeval dat in de verblijfstaat werd veroorzaakt door een voertuig, een schip of een luchtvaartuig. Verplichting om als getuige op te treden Artikel 19 1. De leden van de consulaire post kunnen worden opgeroepen om als getuige op te treden bij gerechtelijke of administratieve procedures. Een consulair bediende of een lid van het bedienend personeel kan niet weigeren om te getuigen, behalve in de gevallen als bedoeld in lid 3 van dit artikel. Indien een consulair ambtenaar weigert als getuige op te treden, mag er geen dwang op hem worden uitgeoefend of een strafmaatregel tegen hem worden uitgevaardigd. 2. De overheid van de verblijfstaat die om de getuigenis van een consulair ambtenaar verzoekt, draagt er zorg voor dat dit geen afbreuk doet aan de uitoefening van zijn werkzaamheden.Ze kan, waar mogelijk, zijn getuigenis afnemen in zijn woning dan wel op de consulaire post of van hem een schriftelijke verklaring aanvaarden. 3. De leden van de consulaire post kunnen weigeren om getuigenis af te leggen omtrent feiten die betrekking hebben op de uitoefening van hun werkzaamheden dan wel om officiële briefwisseling of met hun werkzaamheden verband houdende documenten over te leggen.Ze zijn evenmin verplicht verklaringen af te leggen die nadere toelichting verschaffen over de wetgeving van de zendstaat.
Afstand van voorrechten en immuniteiten Artikel 20 1. De zendstaat kan met betrekking tot een lid van de consulaire post afstand doen van de in de artikelen 17, 18 en 19 van deze Overeenkomst bedoelde voorrechten en immuniteiten.2. Met uitzondering van het in lid 3 van dit artikel bedoelde geval, dient de verblijfstaat er te allen tijde uitdrukkelijk schriftelijk van in kennis te worden gesteld dat de voorrechten en immuniteiten worden opgeheven.3. Indien een consulair ambtenaar of een consulair bediende een rechtsgeding aanhangig maakt in een zaak waarin hij krachtens artikel 18 van deze Overeenkomst immuniteit van rechtsmacht zou kunnen genieten, kan hij zich ten aanzien van een tegeneis die rechtstreeks verband houdt met de hoofdvordering niet beroepen op immuniteit van rechtsmacht.4. Het verzaken aan de immuniteit van rechtsmacht ten aanzien van een burgerrechtelijke of administratiefrechtelijke vordering wordt niet geacht afstand van immuniteit ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het vonnis in te houden;hiervoor dient afzonderlijk afstand te worden gedaan.
Vrijstelling van registratieplicht en van verblijfsvergunningen Artikel 21 1. De consulaire ambtenaren, de consulaire bedienden en de inwonende gezinsleden zijn vrijgesteld van alle verplichtingen waarin de wetgeving van de verblijfstaat ter zake van vreemdelingenregistratie en verblijfsvergunningen voorziet.2. Lid 1 van dit artikel is evenwel niet van toepassing op een consulaire bedienden die niet in vaste dienst is van de zendstaat of die in de verblijfstaat een eigen winstgevende activiteit uitoefenen dan wel op zijn gezinsleden. Vrijstelling van arbeidsvergunning Artikel 22 1. De leden van de consulaire post zijn voor de ten behoeve van de zendstaat verrichte taken vrijgesteld van de verplichting tot het verkrijgen van een arbeidsvergunning, waarin de wetgeving van de verblijfstaat inzake de tewerkstelling van vreemdelingen voorziet.2. Behalve wanneer ze in de verblijfstaat een andere winstgevende activiteit uitoefenen, zijn de leden van het particuliere personeel van de consulaire ambtenaren en de consulaire bedienden vrijgesteld van de verplichtingen bedoeld in lid 1 van dit artikel. Vrijstelling ten aanzien van het socialezekerheidsstelsel Artikel 23 1. Onder voorbehoud van het bepaalde in lid 3 van dit artikel is de socialezekerheidswetgeving van de verblijfstaat wat de voor de zendstaat verrichte werkzaamheden betreft, niet van toepassing op de leden van de consulaire post en hun inwonende gezinsleden.2. De in punt 1 van dit artikel bedoelde vrijstelling geldt ook voor de leden van het particuliere personeel die uitsluitend in dienst zijn van de leden van de consulaire post, op voorwaarde : a) dat ze geen onderdaan zijn van of duurzaam verblijf houden in de verblijfstaat, en b) dat op hen de wettelijke voorschriften inzake sociale verzekering van toepassing zijn die in de zendstaat of in een derde Staat van kracht zijn.3. Leden van de consulaire post die personen in dienst hebben waarop de in lid 2 van dit artikel bedoelde vrijstelling niet van toepassing is, dienen de verplichtingen in acht te nemen waarin de sociale zekerheidswetgeving van de verblijfstaat ten aanzien van de werkgever voorziet.4. De in punt 1 en punt 2 van dit artikel vermelde vrijstelling sluit vrijwillige aansluiting bij het sociale zekerheidsstelsel van de verblijfstaat niet uit, mits zulks door de verblijfstaat wordt toegestaan. Vrijstelling van belasting Artikel 24 1. De consulaire ambtenaren en de consulaire bedienden zowel als hun inwonende gezinsleden zijn vrijgesteld van alle belastingen, rechten en heffingen, zowel persoonlijke als zakelijke, nationale, regionale of gemeentelijke belastingen, met uitzondering van : a) indirecte belastingen die normalerwijze zijn inbegrepen in de prijs van goederen of diensten;b) belastingen en rechten op particulier onroerend goed dat gelegen is op het grondgebied van de inachtneming van het bepaalde in artikel 14 van deze Overeenkomst;c) door de verblijfstaat geheven successierechten of rechten van overgang, met inachtneming van het bepaalde in punt b) van artikel 26 van deze Overeenkomst;d) belastingen en rechten op particuliere inkomsten, met inbegrip van vermogenswinsten, die gegenereerd worden in de verblijfstaat alsmede vermogensbelasting op kapitaal dat werd geïnvesteerd in handels- of financiële bedrijven in de verblijfstaat;e) belastingen en rechten wegens bepaalde verleende particuliere diensten;f) registratie-, griffie-, hypotheek- en zegelrechten, met inachtneming van de vrijstellingen waarin artikel 14 van deze Overeenkomst voorziet.2. De leden van het bedienend personeel zijn vrijgesteld van belastingen, rechten en heffingen op het loon dat zij voor hun diensten in de consulaire post ontvangen.3. De leden van de consulaire post die personen in dienst hebben wier loon of wedde in de verblijfstaat niet vrijgesteld is van inkomstenbelasting, dienen zich te houden aan de verplichtingen waarin de wetgeving inzake inkomstenbelasting van de verblijfstaat ten aanzien van de werkgever voorziet. Vrijstelling van douanerechten en douanecontroles Artikel 25 1. In overeenstemming met de wetgeving die de verblijfstaat heeft goedgekeurd, verleent de verblijfstaat recht op vrije binnenkomst en vrijstelling van douanerechten en daarmee verband houdende rechten en heffingen, met uitzondering van heffingen voor opslag, vervoer en soortgelijke diensten, ten aanzien van : a) goederen voor het officieel gebruik door de consulaire post;b) goederen voor het persoonlijk gebruik van de consulair ambtenaar en zijn inwonende gezinsleden, met inbegrip van goederen bestemd voor de inrichting.De goederen bedoeld voor verbruik mogen de hoeveelheden niet te boven gaan die noodzakelijk zijn voor onmiddellijk gebruik door de betrokken personen. 2. Consulaire bedienden genieten de in lid 1 van dit artikel omschreven voorrechten en vrijstellingen, voor goederen ingevoerd op het tijdstip waarop zij zich de eerste keer inrichten.3. De persoonlijke bagage die de consulaire ambtenaren en hun inwonende gezinsleden vergezelt, is vrijgesteld van douaneonderzoek. Ze mag slechts worden onderzocht indien er ernstige redenen bestaan om aan te nemen dat ze andere dan die bedoeld onder b) van lid 1 van dit artikel dan wel goederen waarvan de in- of uitvoer verboden is door de wetgeving van de verblijfstaat ofwel goederen die onderworpen zijn aan de wetten en regelingen met betrekking tot quarantaine. Onderzoek mag slechts plaatsvinden in aanwezigheid van de betrokken consulair ambtenaar of het betrokken gezinslid.
Nalatenschap van een lid van de consulaire post of van een gezinslid Artikel 26 In geval van overlijden van een lid van de consulaire post of van een inwonend gezinslid, wordt de verblijfstaat geacht : a) de uitvoer toe te staan van de roerende goederen van de overledene, met uitzondering van die welke in de verblijfstaat zijn verworven en waarvan de uitvoer op het tijdstip van het overlijden verboden is;b) geen nationale, regionale of gemeentelijke successierechten en rechten van overgang op roerende goederen te heffen waarvan de aanwezigheid in de verblijfstaat uitsluitend het gevolg is van het verblijf aldaar van de overledene als lid van de consulaire post of als gezinslid van een lid van de consulaire post. Vrijstelling van persoonlijk dienstbetoon Artikel 27 De verblijfstaat stelt de leden van de consulaire post en hun inwonende gezinsleden vrij van elke persoonlijk dienstbetoon, van elk openbaar dienstbetoon en van militaire verplichtingen zoals vordering, bijdragen en inkwartiering.
Begin en beëindiging van consulaire voorrechten en immuniteiten Artikel 28 1. Elk lid van de consulaire post geniet de voorrechten en immuniteiten waarin deze Overeenkomst voorziet vanaf het tijdstip waarop hij het grondgebied van de verblijfstaat betreedt om zijn functie in de post op te nemen of, zo hij zich reeds op het grondgebied van de verblijfstaat bevindt, vanaf het tijdstip waarop hij zijn werkzaamheden aanvat.2. Inwonende gezinsleden van een lid van de consulaire post en leden van zijn particulier personeel, die geen onderdaan van of duurzaam verblijf houden in de verblijfstaat, genieten de voorrechten en immuniteiten waarin deze Overeenkomst voorziet met ingang van de datum waarop het lid van de consulaire post overeenkomstig lid 1 van dit artikel de voorrechten en immuniteiten geniet of met ingang van de datum waarop zij het grondgebied van de verblijfstaat betreden, dan wel met ingang van de datum waarop voornoemde personen lid worden van het gezin of van het particuliere personeel.3. Wanneer de werkzaamheden van een lid van de consulaire post zijn beëindigd, houden zijn voorrechten en immuniteiten en die van de inwonende gezinsleden of de leden van zijn particulier personeel, op te bestaan op de datum waarop de persoon in kwestie het grondgebied van de verblijfstaat verlaat of op de datum van het verstrijken van een redelijke termijn die hem voor het verlaten van de verblijfstaat werd toegekend, al naargelang welke van deze datums het vroegste valt. De voorrechten en immuniteiten blijven evenwel tot op die datum van kracht, zelfs in het geval van een gewapend conflict. De voorrechten en immuniteiten van de personen bedoeld in lid 2 van dit artikel worden opgeheven, zodra ze het gezin verlaten of niet langer in dienst zijn van een lid van de consulaire post, met dien verstande evenwel dat, indien deze personen van plan zijn het grondgebied van de verblijfstaat binnen een redelijke termijn te verlaten, hun voorrechten en immuniteiten blijven gelden tot op het tijdstip van hun vertrek. 4. Met betrekking evenwel tot handelingen verricht door een consulair ambtenaar of een consulair bediende tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden, blijft de immuniteit van rechtsmacht voor onbepaalde tijd van kracht.5. In geval van overlijden van een lid van de consulaire post, blijven de inwonende gezinsleden de hun verleende voorrechten en immuniteiten genieten tot wanneer ze het grondgebied van de verblijfstaat verlaten of tot het verstrijken van een redelijke termijn die hun voor dit doel is toegestaan. Inachtneming van de wet- en regelgeving van de verblijfstaat Artikel 29 1. Onverminderd hun voorrechten en immuniteiten is het de plicht van alle personen die deze voorrechten en immuniteiten genieten, de wet- en regelgeving van de verblijfstaat in acht te nemen.Ze mogen zich ook niet inlaten met de binnenlandse aangelegenheden van die Staat. 2. De consulaire gebouwen mogen niet worden gebruikt op een wijze die onverenigbaar is met de consulaire werkzaamheden.3. Het bepaalde in lid 2 van dit artikel sluit de mogelijkheid niet uit dat in een gedeelte van het gebouw waar de lokalen van de consulaire post zijn ondergebracht, kantoren van andere instellingen of vertegenwoordigingen worden gehuisvest op voorwaarde dat de lokalen toegewezen aan bedoelde kantoren, gescheiden zijn van die welke door de consulaire post worden gebruikt.In dit geval worden bedoelde kantoren, wat deze Overeenkomst betreft, niet geacht deel uit te maken van de consulaire gebouwen.
Verzekering tegen schade veroorzaakt aan derden Artikel 30 De leden van de consulaire post dienen zich te houden aan alle verplichtingen opgelegd door de wetgeving van de verblijfstaat met betrekking tot de verzekering tegen burgerrechtelijke aansprakelijkheid in verband met het gebruik van een voertuig, schip of luchtvaartuig.
Bijzondere bepalingen betreffende de uitoefening van een particuliere winstgevende activiteit Artikel 31 1. Consulaire beroepsambtenaren mogen in de verblijfstaat geen enkele winstgevende beroeps- of handelsactiviteit uitoefenen.2. De voorrechten en immuniteiten waarin deze Overeenkomst voorziet, worden niet toegekend aan : a) consulaire bedienden en leden van het bedienend personeel die in de verblijfstaat een eigen winstgevende activiteit uitoefenen;b) de gezinsleden van een onder letter a) van dit lid bedoelde persoon of aan leden van zijn particulier personeel;c) de gezinsleden van een lid van de consulaire post die in de verblijfstaat een winstgevende particuliere activiteit uitoefenen. Onderdanen en ingezetenen van de verblijfstaat Artikel 32 1. Wanneer de verblijfstaat geen bijkomende faciliteiten, voorrechten en immuniteiten verleent aan de consulaire ambtenaren die onderdaan zijn van de zendstaat maar die duurzaam verblijf houden op het grondgebied van de verblijfstaat, genieten deze uitsluitend immuniteit van rechtsmacht en persoonlijke onschendbaarheid met betrekking tot officiële handelingen die worden gesteld bij de uitoefening van hun werkzaamheden, alsmede het in lid 3 van artikel 17 van deze Overeenkomst bedoelde voorrecht.Voor zover het deze consulaire ambtenaren betreft, is de verblijfstaat eveneens gebonden de verplichtingen na te leven waarin artikel 42 van het Verdrag van Wenen inzake consulair verkeer van 1963 voorziet. Indien tegen zulk een consulair ambtenaar een rechtsgeding aanhangig wordt gemaakt, wordt de procedure gevoerd op een wijze die de uitoefening van de consulaire werkzaamheden door deze persoon zo weinig mogelijk bemoeilijkt, behalve wanneer de consulair ambtenaar is aangehouden of gevangen wordt gehouden. 2. Met uitzondering van de consulaire ambtenaren, genieten de leden van de consulaire post die onderdaan zijn van of duurzaam verblijf houden in de verblijfstaat en hun gezinsleden slechts de hun door de verblijfstaat verleende faciliteiten, voorrechten en immuniteiten.De gezinsleden en de leden van het particuliere personeel die onderdaan zijn van of duurzaam verblijf houden in de verblijfstaat genieten eveneens faciliteiten, voorrechten en immuniteiten voor zover deze hun door de verblijfstaat worden verleend. De verblijfstaat dient evenwel zijn rechtsmacht over deze personen uit te oefenen op een wijze die de uitoefening van de werkzaamheden van de consulaire post niet nodeloos hindert. HOOFDSTUK IV. - De consulaire werkzaamheden Uitoefening van de consulaire werkzaamheden Artikel 33 De consulaire werkzaamheden worden uitgeoefend door consulaire posten.
Overeenkomstig het bepaalde in deze Overeenkomst kunnen ze ook door diplomatieke zendingen worden uitgeoefend.
Uitoefening van de consulaire werkzaamheden door een diplomatieke zending Artikel 34 1. Het bepaalde in deze Overeenkomst is eveneens van toepassing op de uitoefening van consulaire werkzaamheden door de diplomatieke zending van de zendstaat, en wel voor zover deze Overeenkomst zulks toelaat.2. De namen van de leden van de diplomatieke zending verbonden aan de consulaire afdeling of anderszins belast met de uitoefening van de consulaire werkzaamheden van de zending, worden medegedeeld aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de verblijfstaat of aan de door het ministerie aangestelde overheid.3. Bij de uitoefening van consulaire werkzaamheden, kan de diplomatieke zending zich wenden tot : a) de plaatselijke overheden van het consulaire ressort;b) de centrale overheden van de verblijfstaat, voor zover zulks strookt met de wetgeving van de verblijfstaat en met de internationale overeenkomsten die beide Partijen binden.4. De voorrechten en immuniteiten van de leden van de in lid 2 van dit artikel bedoelde diplomatieke zending blijven onderworpen aan de internationaalrechtelijke normen inzake diplomatiek verkeer. Uitoefening van de consulaire werkzaamheden binnen of buiten de grenzen van het consulaire ressort en in of ten behoeve van een derde staat Artikel 35 1. Een consulair ambtenaar kan de in deze Overeenkomst bedoelde consulaire werkzaamheden uitoefenen op het grondgebied van het ressort van het consulaat waaraan hij verbonden is.2. Een consulair ambtenaar kan met de toestemming van de verblijfstaat zijn werkzaamheden uitoefenen buiten het ressort van het consulaat waaraan hij verbonden is.3. De zendstaat kan, na hiervan de desbetreffende Staten in kennis te hebben gesteld en op voorwaarde dat de verblijfstaat daar niet uitdrukkelijk bezwaar tegen aantekent, een in de verblijfstaat gevestigde consulaire post opdragen consulaire werkzaamheden uit te oefenen in een derde Staat.4. Nadat hiervan op passende wijze kennis is gegeven aan de verblijfstaat en voor zover deze daar geen bezwaar tegen aantekent, kan een consulaire post van de zendstaat in de verblijfstaat consulaire werkzaamheden uitoefenen ten behoeve van een derde Staat. Consulaire werkzaamheden in het algemeen Artikel 36 Onder voorbehoud van het bepaalde in de andere artikelen van deze Overeenkomst, behelzen de consulaire werkzaamheden : a) het behartigen in de verblijfstaat van de belangen van de zendstaat, zijn onderdanen en rechtspersonen, binnen de door het internationale recht toegestane grenzen;b) het bevorderen van de ontwikkeling van commerciële, economische, culturele en wetenschappelijke betrekkingen tussen de Partijen alsmede het op andere wijzen aanhalen van de onderlinge vriendschapsbanden, overeenkomstig het bepaalde in deze Overeenkomst;c) het met alle wettelijke middelen inwinnen van informatie over de omstandigheden en de ontwikkelingen op commercieel, economisch, cultureel en wetenschappelijk gebied in de verblijfstaat, de verslaggeving hierover aan de regering van de zendstaat en het verstrekken van inlichtingen aan belanghebbenden;d) het afgeven, nietig verklaren, wijzigen, inhouden of in beslag nemen van paspoorten en andere reisdocumenten van onderdanen van de zendstaat en het verstrekken, verlengen of nietig verklaren van de desbetreffende visa en documenten aan personen die zich naar de zendstaat wensen te begeven;e) het verlenen van hulp en bijstand aan onderdanen en rechtspersonen van de zendstaat;f) het optreden als notaris en als ambtenaar van de burgerlijke stand en het verrichten van soortgelijke werkzaamheden en van bepaalde werkzaamheden van administratieve aard, voor zover zulks strookt met de wetgeving van de verblijfstaat;g) het beschermen van de belangen van de onderdanen en rechtspersonen van de zendstaat in gevallen van erfopvolging op het grondgebied van de verblijfstaat, overeenkomstig de wetgeving van de verblijfstaat;h) het beschermen, binnen de grenzen vastgelegd door de wetgeving van de verblijfstaat en de van toepassing zijnde internationale overeenkomsten die beide Partijen binden, van de belangen van minderjarigen en andere onbekwame personen die onderdaan zijn van de zendstaat, in het bijzonder wanneer ten behoeve van voornoemde personen een voogdij of curatele moet worden ingesteld;i) onder voorbehoud van de in de verblijfstaat geldende gebruiken en procedures, het vertegenwoordigen van of het zorgen voor een behoorlijke vertegenwoordiging van de onderdanen van de zendstaat voor rechtbanken en andere overheden van de verblijfstaat, teneinde overeenkomstig de wetgeving van de verblijfstaat te verzoeken om voorlopige maatregelen met het oog op het behoud van de rechten en belangen van deze onderdanen die, door afwezigheid of om eender welke andere reden, niet in staat zijn te gelegener tijd de verdediging van hun rechten en belangen op zich te nemen;j) het doorsturen van gerechtelijke of buitengerechtelijke stukken of het uitvoeren van rogatoire commissies door de bevoegde autoriteiten van de zendstaat overeenkomstig internationale overeenkomsten of, bij ontstentenis van dergelijke overeenkomsten, op een andere wijze die verenigbaar is met de wetgeving van de verblijfstaat;k) het uitoefenen van het recht van toezicht en controle zoals vastgelegd in de wetgeving van de zendstaat op de schepen en luchtvaartuigen van de zendstaat, alsmede op hun bemanning;l) het verlenen van bijstand aan de onder letter k) van dit artikel bedoelde schepen en luchtvaartuigen alsmede aan hun bemanning, het afnemen van verklaringen betreffende het reisverloop van deze schepen (luchtvaartuigen), het controleren en afstempelen van de boorddocumenten en, onverminderd de bevoegdheden van de overheden van de verblijfstaat, het instellen van een onderzoek naar ongevallen die zich tijdens de reis hebben voorgedaan alsmede het regelen van geschillen allerlei tussen de kapitein (de gezagvoerder van een luchtvaartuig) en de andere leden van de bemanning, voor zover de wetgeving van de zendstaat zulks toestaat;m) alle overige door de zendstaat aan de consulaire post toevertrouwde werkzaamheden, die niet verboden zijn door de wetgeving van de verblijfstaat en waartegen de verblijfstaat geen bezwaar maakt of die vermeld zijn in de internationale overeenkomsten die de Partijen binden. Consulaire toegang Artikel 37 1. De consulaire ambtenaren moeten zich vrijelijk in verbinding kunnen stellen met de onderdanen van de zendstaat en hen kunnen bezoeken.De onderdanen van de zendstaat moeten dezelfde vrijheid genieten om zich met de consulaire ambtenaren van de zendstaat in verbinding te stellen en hen te bezoeken. 2. De consulaire ambtenaren kunnen de hulp van de bevoegde overheden van de verblijfstaat inroepen bij het opsporen van verdwenen onderdanen van de zendstaat. Werkzaamheden in geval van aanhouding en gerechtelijke procedure Artikel 38 1. Wanneer een onderdaan van de zendstaat op het grondgebied van het consulaire ressort wordt aangehouden, dienen de bevoegde overheden van de verblijfstaat de consulaire post van de zendstaat daarvan binnen een termijn van maximum 72 uur in kennis te stellen.De aangehouden persoon heeft het recht te eisen dat zijn identiteitsgegevens niet worden bekendgemaakt aan de betreffende post. 2. Elke mededeling van een aangehouden onderdaan van de zendstaat aan de consulaire post moet onverwijld door de bevoegde overheden van de verblijfstaat worden doorgegeven aan bedoelde post.3. Een consulair ambtenaar heeft het recht een onderdaan van de zendstaat die is aangehouden, te bezoeken en met hem te spreken.Ook heeft de consulair ambtenaar het recht, op voorwaarde dat de bevoegde overheden van de verblijfstaat daarvoor toestemming verlenen, om de persoon in kwestie brieven en pakketten te overhandigen die voor hem bestemd zijn, hem de nodige bijstand te verlenen en maatregelen te nemen voor zijn vertegenwoordiging in rechte. 4. De consulaire ambtenaren onthouden zich van maatregelen in naam van de aangehouden onderdaan van de zendstaat, wanneer de onderdaan in kwestie zich daar schriftelijk tegen verzet.In geval van twijfel over de echtheid van de geschreven verklaring van de aangehouden onderdaan, dienen de overheden van de verblijfstaat de consulair ambtenaar in de mogelijkheid te stellen een persoonlijk onderhoud te hebben met de aangehouden onderdaan. 5. De bevoegde overheden van de verblijfstaat stellen de onderdanen van de zendstaat die in verzekering gesteld zijn of een vonnis dan wel een andere gerechtelijke procedure afwachten, in kennis van het bepaalde in dit artikel en van zijn toepassingsvoorwaarden, conform met de bijlage, die een integraal deel uitmaakt van de huidige conventie.6. Wanneer in dit artikel sprake is van een « aangehoudene », wordt hiermee ook bedoeld : een persoon die in verzekering is gesteld, die is aangehouden of die het voorwerp is van een andere vorm van vrijheidsberoving, met inbegrip van personen die een vonnis afwachten of een straf uitzitten op het grondgebied van de verblijfstaat.7. De in dit artikel bedoelde rechten worden uitgeoefend met inachtneming van de wetgeving van de verblijfstaat, met dien verstande dat deze wetgeving de volledige verwezenlijking mogelijk maakt van de doelstellingen met het oog waarop deze rechten worden toegekend. Uitvoering van notariële taken Artikel 39 1. Voor zover zulks strookt met de wetgeving van de zendstaat en niet strijdig is met de wetgeving van de verblijfstaat, heeft de consulair ambtenaar het recht volgende daden te stellen : a) in ontvangst nemen, opstellen en waarmerken van verklaringen van onderdanen van de zendstaat;b) opmaken, waarmerken en in bewaring nemen van testamenten van onderdanen van de zendstaat;c) opstellen of waarmerken van contracten aangegaan tussen onderdanen van de zendstaat en waarmerken van eenzijdige rechtshandelingen;d) opstellen of waarmerken van contracten aangegaan tussen onderdanen van de zendstaat en onderdanen van de verblijfstaat, voor zover deze contracten enkel verband houden met belangen op het grondgebied van de zendstaat of op het grondgebied van de zendstaat moeten worden uitgevoerd;e) voor eensluidend waarmerken van kopieën, vertalingen van documenten en uittreksels uit deze documenten;f) legaliseren van handtekeningen van onderdanen van de zendstaat;g) in bewaring nemen van goederen en documenten van onderdanen van de zendstaat of voor rekening van die onderdanen;h) uitvoeren van andere notariële taken die verband houden met de werkzaamheden van de consulair ambtenaar. Werkzaamheden met betrekking tot erfopvolging Artikel 40 1. De bevoegde overheden van de verblijfstaat stellen de consulair ambtenaar zo snel mogelijk in kennis van het overlijden op het grondgebied van zijn ressort, van een persoon die bij deze overheden bekend staat als een onderdaan van de zendstaat.Ze verstrekken de consulair ambtenaar informatie met betrekking tot het bestaan van een nalatenschap of een testament of brengen ter kennis dat zich op het grondgebied van de verblijfstaat een persoon bevindt of aldaar vertegenwoordigd is, die is aangesteld als beheerder van voornoemde goederen. 2. De bevoegde overheden van de verblijfstaat verschaffen de consulair ambtenaar zo snel mogelijk informatie over de nalatenschap die zich op het grondgebied van de verblijfstaat bevindt, wanneer de erfgenaam of de rechthebbende de zendstaat is, een rechtspersoon van de zendstaat of een persoon die bij de bevoegde overheden bekend staat als zijnde een onderdaan van de zendstaat.3. Wanneer de consulair ambtenaar als eerste kennis heeft van het overlijden van een onderdaan van de zendstaat op het grondgebied van de verblijfstaat dan wel van de aanwezigheid van een nalatenschap van een overleden onderdaan van de zendstaat op het grondgebied van de verblijfstaat, brengt hij de bevoegde overheden van de verblijfstaat daarvan op de hoogte.4. Ter zake van de erfenisvraagstukken bedoeld in de punten 1, 2 en 3 van dit artikel en voor zover zulks door de wetgeving van de verblijfstaat is toegestaan, heeft de consulair ambtenaar het recht : a) aan de verblijfstaat te vragen de nodige maatregelen te nemen of om zelf stappen te zetten met het oog op de bescherming, de integriteit en het beheer van de nalatenschap;b) mee te werken of deel te nemen aan de onder a) van dit lid bedoelde maatregelen;c) de vertegenwoordiging te verzekeren van een onderdaan van de zendstaat die met betrekking tot de nalatenschap een legitiem belang kan laten gelden maar die zich niet op het grondgebied bevindt van de verblijfstaat en er geen vertegenwoordiger heeft.5. Zo er maatregelen zijn getroffen om een vertegenwoordiging bedoeld onder c) van punt 4 van dit artikel te verzekeren, wordt deze slechts waargenomen tot op het tijdstip dat de vertegenwoordigde personen hun eigen vertegenwoordiger aanstellen of hun rechten en belangen zelf kunnen behartigen.6. Wanneer een onderdaan van de zendstaat die geen duurzaam verblijf houdt in de verblijfstaat, tijdens zijn verblijf op het grondgebied van deze Staat overlijdt, kan de consulair ambtenaar met inachtneming van de wetgeving van de zendstaat voorlopig bezit nemen van en beschikken over de documenten, het geld en de andere persoonlijke bezittingen van de overledene.Voorwaarde is wel dat zich op het grondgebied van de verblijfstaat niemand bevindt die in rechte aanspraak kan maken op deze documenten, het geld of de persoonlijke bezittingen. De voorlopige eigendomsrechten worden overeenkomstig de wetgeving van de verblijfstaat overgedragen aan een beheerder of aan een andere gevolmachtigde, aan wie daarvoor naar behoren toestemming werd verleend. 7. De zendstaat en de verblijfstaat vergemakkelijken de overdracht van de nalatenschap middels : a) de afgifte van een vergunning voor het in- en uitvoeren van de goederen die deel uitmaken van de nalatenschap, voor zover de in- en uitvoer van zodanige goederen niet uitdrukkelijk verboden is door de wetgeving van de Staten die toelating moeten geven voor de in- en uitvoer;b) de afgifte van een vergunning voor het verkopen van eender welk deel van de nalatenschap dat niet mag worden in- of uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in letter a) van dit lid;c) de afgifte van een vergunning voor het overschrijven in een vrij converteerbare munt van de netto-opbrengst van een dergelijke verkoop, na aftrek van de vergoedingen, belastingen en heffingen, ten gunste van de erfgenaam of de rechthebbende in diens verblijfstaat.8. De consulair ambtenaar is gemachtigd om in naam van een onderdaan van de zendstaat die zich niet op het grondgebied van de verblijfstaat bevindt, uit handen van de bevoegde overheden van de verblijfstaat of particulieren geld dan wel andere eigendommen in ontvangst nemen waarop deze onderdaan als gevolg van iemands overlijden aanspraak kan maken, met inbegrip van de goederen van de nalatenschap, de uitkering van een vergoeding overeenkomstig de wetgeving op de schadeloosstelling bij een ongeval alsmede uitkeringen die de onderdaan in kwestie verschuldigd zijn uit hoofde van een levensverzekering. Werkzaamheden die verband houden met de nationaliteit Artikel 41 1. De consulaire ambtenaren oefenen hun werkzaamheden die verband houden met nationaliteit uit in overeenstemming met de wetgeving van de zendstaat, voor zover zulks niet strijdig is met de wetgeving van de verblijfstaat.2. De consulair ambtenaar heeft het recht om : a) de onderdanen van de zendstaat in te schrijven;b) documenten met betrekking tot de nationaliteit van de zendstaat overeenkomstig de wetgeving van deze Staat in ontvangst te nemen, af te geven of uit te reiken;c) elke verklaring omtrent de nationaliteit waarin de wetgeving van de zendstaat voorziet, af te nemen. Werkzaamheden die verband houden met de burgerlijke stand Artikel 42 1. De consulair ambtenaar heeft, overeenkomstig de wetgeving van de zendstaat en op voorwaarde dat zulks niet strijdig is met de wetgeving van de verblijfstaat, het recht om de akten van de burgerlijke stand van de onderdanen van de zendstaat in te schrijven, met name : a) overlijden en geboorte;b) erkenning en adoptie;c) naamswijziging;d) het voltrekken of ontbinden van een huwelijk, op voorwaarde dat beide partijen onderdaan zijn van de zendstaat;2. De consulair ambtenaar heeft het recht om zich in eigen naam of in naam van de belanghebbende zijnde een onderdaan van de zendstaat, door de bevoegde overheden van de verblijfstaat gegevens, afschriften van of uittreksels uit documenten die betrekking hebben op de burgerlijke staat van onderdanen van de zendstaat te laten toezenden.3. Het bepaalde in lid 1 van dit artikel ontslaat de betrokkenen niet van eender welke verplichtingen die voortvloeien uit de wetgeving van de verblijfstaat. Werkzaamheden die verband houden met voogdij en curatele Artikel 43 1. In overeenstemming met de wetgeving van de zendstaat en binnen de door de wetgeving van de verblijfstaat toegestane grenzen, kan de consulair ambtenaar zich wenden tot de bevoegde overheden van de verblijfstaat met het oog op het behartigen van de belangen van de onderdanen van de verblijfstaat in alle zaken die verband houden met voogdij en curatele en om het beheer van hun goederen in hun afwezigheid te verzekeren.Ook kan hij aan de bevoegde overheden van de verblijfstaat kandidaten voordragen om de met voogdij en curatele verband houdende werkzaamheden te verrichten. 2. De consulair ambtenaar heeft het recht bij de bevoegde overheden van de verblijfstaat informatie in te winnen over aangestelde voogden en curatoren.Ook kan hij vragen dat een periodiek verslag wordt opgemaakt over de wijze waarop de voogdij of curatele ten aanzien van onderdanen van de zendstaat wordt uitgeoefend. 3. De bevoegde overheden van de verblijfstaat stellen de consulair ambtenaar onverwijld in kennis van de noodzaak ten behoeve van een onderdaan van de zendstaat te voorzien in de aanstelling van een voogd of een curator. Bijstand aan schepen Artikel 44 1. De consulair ambtenaar heeft het recht om een schip van de zendstaat in havens, op andere ankerplaatsen en op de binnenwateren en de territoriale zee van de verblijfstaat, alle mogelijke hulp en bijstand te bieden.2. De consulair ambtenaar heeft het recht om zich in verbinding te stellen met en een bezoek te brengen aan de kapitein en andere leden van de bemanning aan boord van een schip of op andere plaatsen, overeenkomstig de wetgeving van de verblijfstaat.3. De consulair ambtenaar kan zich tot de bevoegde overheden van de verblijfstaat wenden om hun medewerking te vragen in alle aangelegenheden die verband houden met de uitoefening van zijn werkzaamheden ten aanzien van het schip van de zendstaat alsmede ten aanzien van de kapitein, de andere bemanningsleden en de vracht. Bijstand aan kapitein en bemanning Artikel 45 1. Voor zover de volgende stappen niet strijdig zijn met de wetgeving van de verblijfstaat, is het de consulair ambtenaar toegestaan : a) een onderzoek te voeren naar incidenten die plaatsvonden aan boord van een schip van de zendstaat en de kapitein en eender welk ander lid van de bemanning hierover te ondervragen, de boorddocumenten te controleren, verklaringen af te nemen betreffende de vaart en de plaatsen van bestemming.Ook is het de consulair ambtenaar toegestaan bij aankomst en vertrek van het schip en zolang het schip zich in de haven bevindt, bijstand te verlenen; b) binnen de grenzen van zijn bevoegdheden bij te dragen tot het oplossen van geschillen tussen de eigenaar van het schip, de kapitein en de andere leden van de bemanning, met inbegrip van geschillen over de arbeidsvoorwaarden en de arbeidsovereenkomst;c) de formaliteiten uit te voeren met betrekking tot het in dienst nemen en ontslaan van de kapitein of andere leden van de bemanning;d) het nodige te doen om voor de kapitein, andere leden van de bemanning of de passagiers medische bijstand te verkrijgen en maatregelen te nemen om hun repatriëring naar de zendstaat mogelijk te maken;e) in overeenstemming met de wetgeving van de zendstaat, aangiften en andere documenten met betrekking tot een schip van de zendstaat of de lading in ontvangst te nemen, te registreren, op te stellen, te waarmerken of te verlengen;f) in overeenstemming met de wetgeving van de zendstaat, voorlopige vergunningen te verstrekken om in geval van aankoop van een schip in het buitenland, onder de vlag van de zendstaat te kunnen varen;g) andere maatregelen te nemen om de toepassing zeker te stellen van de wetgeving van de zendstaat inzake de koopvaardij.2. De consulair ambtenaar heeft het recht om, overeenkomstig de wetgeving van de verblijfstaat, de kapitein of elk ander lid van de bemanning te vergezellen naar de bevoegde overheden van de verblijfstaat om hen bij te staan. Belangenbehartiging in geval van een onderzoek aan boord van een schip Artikel 46 1. De strafrechtelijke rechtsmacht van de verblijfstaat inzake het aanhouden van een persoon of het voeren van een onderzoek naar een strafbaar feit dat tijdens de doorvaart aan boord van een schip zou hebben plaatsgevonden, geldt niet aan boord van het schip van de zendstaat dat zich in de territoriale wateren van de verblijfstaat bevindt, met uitzondering van de onderstaande gevallen : a) het strafbaar feit heeft ook gevolgen voor de verblijfstaat;b) het strafbaar feit is van die aard dat het een aantasting is van de openbare orde in de verblijfstaat of de ordening in de territoriale wateren;c) de kapitein, de diplomatiek of de consulair ambtenaar van de zendstaat wendt zich tot de plaatselijke overheid met een verzoek om bijstand;of d) zodanige maatregelen zijn vereist in het kader van de strijd tegen mensenhandel, illegale wapenhandel, illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen en terrorisme, alsmede om uitvoering te geven aan de internationale verplichtingen van de partijen ter zake van het aanhoudingsbevel.2. De bovengenoemde bepalingen doen geen afbreuk aan de rechten van de verblijfstaat om alle door zijn wetgeving toegestane maatregelen te nemen om aanhoudingen te verrichten en een onderzoek te voeren aan boord van een schip van de zendstaat, dat na het verlaten van de binnenwateren op doorvaart is in de territoriale zee.3. Wanneer de bevoegde overheden van de verblijfstaat zinnens zijn dwangmaatregelen te treffen of een onderzoek te voeren aan boord van een schip van de zendstaat dat zich in de binnenwateren of de territoriale zee van de verblijfstaat bevindt, stellen de bevoegde overheden van de verblijfstaat de consulair ambtenaar daarvan vooraf in kennis, zodat hij aanwezig kan zijn.Zo de consulair ambtenaar of diens vertegenwoordiger niet aanwezig is, verstrekken de bevoegde overheden van de verblijfstaat de consulair ambtenaar op diens verzoek alle desbetreffende informatie. Wanneer de consulair ambtenaar, gezien de dringendheid van de maatregelen, niet vooraf op de hoogte kan worden gebracht, stellen de bevoegde overheden van de verblijfstaat hem schriftelijk in kennis van de feiten en de genomen maatregelen, ook al werd daartoe door de consulair ambtenaar geen verzoek ingediend. 4. Het bepaalde in het 3e lid van dit artikel is ook van toepassing ingeval de bevoegde overheden van de verblijfstaat de kapitein of een ander lid van de bemanning van het schip van de zendstaat ontbieden om te worden gehoord in een kwestie die verband houdt met het schip.5. Behalve indien zulks gebeurt op verzoek of met de toestemming van de consulair ambtenaar of de kapitein van het schip van de zendstaat, treden de bevoegde overheden van de verblijfstaat niet op in interne aangelegenheden aan boord van het schip van de zendstaat die verband houden met de betrekkingen tussen de leden van de bemanning, de arbeidsverhoudingen, de tucht aan boord of andere interne aangelegenheden, op voorwaarde dat deze geen inbreuk vormen op de wet- en regelgeving inzake de handhaving van de openbare orde en de veiligheid van de verblijfstaat.6. Het bepaalde in dit artikel geldt evenwel niet voor gewone douanecontroles, gezondheidsinspecties, immigratie- en paspoortcontroles of andere maatregelen die door de bevoegde overheden van de verblijfstaat worden genomen op verzoek of met instemming van de kapitein van het schip.Dit artikel doet geen afbreuk aan de rechten en plichten van de Partijen, die voortvloeien uit internationale overeenkomsten die tussen hen van kracht zijn.
Bijstand in geval van averij van het schip Artikel 47 1. Wanneer een schip van de zendstaat in de verblijfstaat zinkt, strandt, vastloopt of een andere vorm van averij oploopt, stellen de bevoegde overheden van die Staat de consulaire post daar zo snel mogelijk van in kennis alsmede van de maatregelen die zijn genomen met het oog op het redden van de passagiers de bemanning het schip en de lading.2. De consulair ambtenaar kan elke vorm van hulp en bijstand verlenen aan een schip van de zendstaat, aan de leden van de bemanning en aan de passagiers aan boord van het schip.Ook kan hij de verblijfstaat om zodanige hulp en bijstand verzoeken. 3. Wanneer de eigenaar van een schip van de zendstaat, de kapitein of een andere gemachtigde niet in staat is de nodige schikkingen te treffen met het oog op het vrijwaren, het redden of het bergen van het schip of de lading, treft de consulair ambtenaar van de zendstaat in naam van de eigenaar de regelingen die de eigenaar van het schip of van de lading in een dergelijk geval zelf zou hebben genomen.Ook kan de consulair ambtenaar de verblijfstaat verzoeken zodanige maatregelen te nemen. 4. Het bepaalde in het 1e, 2e en 3e lid van dit artikel is ook van toepassing op de goederen toebehorend aan een onderdaan van de zendstaat of een derde staat, die werden aangetroffen op de kust of in de binnenwateren van de verblijfstaat of die in een haven van de verblijfstaat werden bezorgd.5. De bevoegde overheden van de verblijfstaat verlenen de nodige hulp en bijstand aan de consulair ambtenaar bij het nemen van maatregelen die ten doel hebben een schip van de zendstaat te redden.6. Overeenkomstig de wetgeving van de verblijfstaat worden door laatstgenoemde geen heffingen, belastingen of douanerechten geheven op het vaartuig van de zendstaat dat averij heeft geleden en evenmin op de lading of de goederen aan boord van het schip, voor zover ze niet worden gebruikt of te koop aangeboden. Werkzaamheden die verband houden met luchtvaartuigen Artikel 48 1. De consulair ambtenaar heeft het recht om een luchtvaartuig van de zendstaat dat zich op het grondgebied van de verblijfstaat bevindt alsmede de bemanning en de passagiers, hulp en bijstand te verlenen. Ook is het hem toegestaan aan boord van het luchtvaartuig dan wel op een andere plaats vrij te communiceren met de bemanning en de passagiers en hen in alle vrijheid een bezoek te brengen. 2. De consulair ambtenaar heeft het recht de bevoegde overheden van de verblijfstaat om hun medewerking te verzoeken ter zake van alle aangelegenheden die verband houden met de uitoefening van zijn werkzaamheden ten aanzien van een luchtvaartuig van de zendstaat, de bemanning, de passagiers en de vracht.3. De consulair ambtenaar heeft het recht om deel te nemen aan elk onderzoek naar incidenten die hebben plaatsgevonden aan boord van een luchtvaartuig van de zendstaat, elk lid van de bemanning hierover te ondervragen, de boorddocumenten te onderzoeken en verklaringen af te nemen met betrekking tot de vlucht.Ook is het hem toegestaan bijstand te verlenen bij aankomst en vertrek van het luchtvaartuig en tijdens de duur dat het luchtvaartuig zich op de luchthaven bevindt. 4. De bevoegde overheden van de verblijfstaat moeten de consulair ambtenaar in kennis stellen van maatregelen die aan boord van een luchtvaartuig van de zendstaat worden genomen en die niet kunnen worden gerekend tot de gewone dienstverrichtingen ten aanzien van het luchtvaartuig, de passagiers, de bagage, de vracht en de luchtpost op vliegvelden en in luchthavens.5. Wanneer de bevoegde overheden van de verblijfstaat signalen ontvangen dat een luchtvaartuig van de zendstaat in moeilijkheden, in nood of in gevaar verkeert of bericht krijgen dat zich een vliegtuigongeval of een incident met een luchtvaartuig heeft voorgedaan, stellen ze de meest nabijgelegen diplomatieke zending of consulaire post van de zendstaat daarvan onverwijld in kennis.6. De consulair ambtenaar heeft het recht om deel te nemen aan het onderzoek naar vliegtuigongevallen of incidenten met een luchtvaartuig van de zendstaat op het grondgebied van de verblijfstaat. Werkzaamheden die verband houden met verkiezingen en referenda Artikel 49 1. De consulair ambtenaar kan stemlokalen inrichten in de consulaire posten of in de consulaire afdeling van de diplomatieke zending om de onderdanen van de zendstaat te laten deelnemen aan verkiezingen en referenda die in de zendstaat worden gehouden.2. Indien ten behoeve van de onderdanen van de zendstaat in de consulaire gebouwen een stembureau wordt ingericht met het oog op de organisatie van referenda of verkiezingen voor overheidsorganen van de zendstaat, brengt de consulair ambtenaar de overheden van het consulaire ressort daar officieel van op de hoogte. Bijkomende kiesbureaus buiten de consulaire gebouwen kunnen maar worden ingericht met de instemming van de bevoegde overheden van de verblijfstaat en voor zover zulks conform de wetgeving van de verblijfstaat is.
Betrekkingen met de overheden van de verblijfstaat Artikel 50 Bij de uitoefening van hun werkzaamheden kunnen de consulaire ambtenaren zich wenden tot : a) de plaatselijke bevoegde overheden van hun consulair ressort;b) de bevoegde centrale autoriteiten van de verblijfstaat, voor zover dit is toegestaan door de wetgeving van de verblijfstaat of door de internationale overeenkomsten ter zake. Consulaire rechten en heffingen Artikel 51 1. De consulaire post kan voor het stellen van consulaire handelingen op het grondgebied van de verblijfstaat de consulaire rechten heffen waarin de wetgeving van de zendstaat voorziet.2. De consulaire rechten bedoeld in lid 1 van dit artikel, zijn in de verblijfstaat vrijgesteld van elke vorm van belastingen, rechten en heffingen.3. De verblijfstaat geeft de consulaire post toestemming om aldus geïnde bedragen op een bankrekening te storten en over te maken in een vrij converteerbare munt. Beëindiging van de werkzaamheden van een lid van het consulaire personeel Artikel 52 De werkzaamheden van een lid van het consulair personeel worden onder meer beëindigd door : a) kennisgeving door de zendstaat aan de verblijfstaat dat zijn werkzaamheden zijn beëindigd;b) intrekking van het exequatur;c) kennisgeving door de verblijfstaat aan de zendstaat dat de verblijfstaat de persoon in kwestie niet meer beschouwt als een lid van het consulair personeel. Vertrek uit de verblijfstaat Artikel 53 Ook in geval van een gewapend conflict, verleent de verblijfstaat aan de leden van de consulaire post en de leden van het particuliere personeel die geen onderdaan van de verblijfstaat of buitenlands staatsburger zijn die duurzaam verblijf houden op zijn grondgebied, alsmede aan hun inwonende gezinsleden, ongeacht hun nationaliteit, de nodige tijd en faciliteiten om hun vertrek voor te bereiden en om het grondgebied, na beëindiging van hun werkzaamheden, zo snel mogelijk te verlaten. Zo nodig, stelt de verblijfstaat voor voornoemde personen en voor hun in de verblijfstaat verworven goederen, de nodige vervoermiddelen ter beschikking, voor zover de uitvoer van deze goederen niet verboden is.
Bescherming in uitzonderlijke omstandigheden van de consulaire gebouwen en het consulaire archief en van de belangen van de zendstaat Artikel 54 1. Wanneer de consulaire betrekkingen tussen de Partijen worden verbroken : a) dient de verblijfstaat, zelfs in geval van een gewapend conflict, de consulaire gebouwen alsmede de goederen van de consulaire post en het consulaire archief te eerbiedigen en te beschermen;b) kan de zendstaat de zorg voor de consulaire gebouwen alsmede voor de zich aldaar bevindende goederen en het consulaire archief, toevertrouwen aan een derde Staat die voor de verblijfstaat aanvaardbaar is;c) kan de zendstaat de behartiging van zijn belangen en die van zijn onderdanen toevertrouwen aan een derde Staat die voor de verblijfstaat aanvaardbaar is.2. Wanneer een consulaire post tijdelijk of definitief wordt gesloten, is het bepaalde onder letter a) van het 1e lid van dit artikel van toepassing.Daarnaast : a) kan de zendstaat, ingeval hij in de verblijfstaat geen diplomatieke zending maar op het grondgebied van die Staat wel een andere consulaire post heeft, aan de desbetreffende consulaire post de zorg toevertrouwen voor de gebouwen van de gesloten consulaire post alsmede voor de zich aldaar bevindende goederen en het consulaire archief. Mits toestemming van de verblijfstaat kan bedoelde consulaire post eveneens worden belast met de uitoefening van de consulaire werkzaamheden in het ressort van de gesloten post; b) wanneer de zendstaat geen diplomatieke zending of een andere consulaire post heeft in de verblijfstaat, is het bepaalde onder de letters b) en c) van lid 1 van dit artikel van toepassing. HOOFDSTUK V. - Regime van TOEPASSING OP HONORAIRE CONSULAIR AMBTENAREN EN CONSULAIRE POSTEN DIE DOOR DEZE AMBTENAREN WORDEN GELEID De honoraire consulaire ambtenaren Artikel 55 1. Elk van de Partijen kan voor het uitoefenen van de consulaire werkzaamheden een honorair consulair ambtenaar aanstellen, mits de andere Partij daar toestemming voor verleent.2. Particuliere handelsactiviteiten en eender welke andere activiteit van de honorair consulair ambtenaar moeten los van de consulaire werkzaamheden worden uitgeoefend.Het consulair archief van de door een honorair consulair ambtenaar geleide post, wordt apart bewaard en niet tezamen met documenten die geen verband houden met de consulaire werkzaamheden.
Algemene bepalingen met betrekking tot voordelen, voorrechten en immuniteiten Artikel 56 1. De artikelen 9, 11, 15, 16, artikel 29, 2e en 3e lid, alsmede de artikelen 50 en 51 van deze Overeenkomst zijn van toepassing op de consulaire posten die worden geleid door honoraire consulair ambtenaren.2. De artikelen 18, 19, 3e lid, 20, 28 en 29, 1e lid, van deze Overeenkomst, zijn van toepassing op honoraire consulair ambtenaren.3. De voorrechten en immuniteiten waarin deze Overeenkomst voorziet, worden niet toegekend aan gezinsleden van een honorair consulair ambtenaar of een consulair bediende die werkzaam is bij een consulaire post die wordt geleid door een honorair consulair ambtenaar.4. Het uitwisselen van consulaire tassen tussen twee consulaire posten in verschillende landen die geleid worden door honoraire consulaire ambtenaren is slechts toegestaan mits toestemming van de twee verblijfstaten. Bescherming van de consulaire gebouwen Artikel 57 De verblijfstaat neemt de maatregelen die noodzakelijk zijn om de consulaire gebouwen van een consulaire post die geleid wordt door een honorair consulair ambtenaar te beschermen tegen indringers en tegen het toebrengen van schade alsmede om te verhinderen dat de rust van de consulaire post op enigerlei wijze wordt verstoord of dat aan zijn waardigheid afbreuk wordt gedaan.
Vrijstelling van belasting op de consulaire gebouwen Artikel 58 1. De consulaire gebouwen van een door een honorair consulair ambtenaar geleide consulaire post waarvan de zendstaat eigenaar of huurder is, zijn vrijgesteld van alle landelijke, regionale of gemeentelijke belastingen en heffingen, met uitzondering van rechten en heffingen uit hoofde van bepaalde verleende diensten.2. De onder punt 1 van dit artikel bedoelde belastingvrijstelling is niet van toepassing op de rechten, heffingen en belastingen die overeenkomstig de wetgeving van de verblijfstaat moeten worden betaald door de persoon die met de zendstaat een overeenkomst is aangegaan. Onschendbaarheid van het consulair archief Artikel 59 Het consulair archief van een door een honorair consulair ambtenaar geleide consulaire post is te allen tijde en op eender welke plaats onschendbaar. Voorwaarde is wel dat het apart wordt bewaard en niet tezamen met andere papieren en stukken, zoals met name de particuliere briefwisseling van het hoofd van de consulaire post en van alle personen die met hem samenwerken een ook niet tezamen met het materiaal, de boeken en stukken die betrekking hebben op hun beroeps- of andere activiteiten.
Vrijstelling van douanerechten Artikel 60 Overeenkomstig haar wetgeving, verleent de verblijfstaat vrije binnenkomst en vrijstelling van douanerechten, belastingen en daarmee verband houdende heffingen, met uitzondering van heffingen ter dekking van de kosten voor opslag, vervoer en soortgelijke diensten voor volgende goederen, met dien verstande dat deze bestemd zijn voor officieel gebruik door de door een honorair consulair ambtenaar geleide consulaire post : het wapen, vlaggen, naamborden, zegels en stempels, boeken, officieel drukwerk, kantoormeubilair en -uitrusting en andere door of op verzoek van de zendstaat aan de consulaire post verstrekte goederen.
Strafrechtelijke procedure Artikel 61 Wanneer tegen een honorair consulair ambtenaar een strafrechtelijke procedure wordt ingesteld, moet hij voor de bevoegde overheden verschijnen. Deze procedure moet evenwel worden gevoerd met de eerbied die hem vanwege zijn officiële positie toekomt en, behalve in het geval dat de betrokkene is aangehouden of zich in hechtenis bevindt, op zodanige wijze dat de uitoefening van de consulaire werkzaamheden daar zo weinig mogelijk hinder van ondervindt. Wanneer het noodzakelijk is gebleken een honorair consulair ambtenaar in voorlopige hechtenis te nemen, dient met het tegen hem ingestelde rechtsgeding zo spoedig mogelijk een aanvang te worden gemaakt.
Bescherming van honoraire consulaire ambtenaren Artikel 62 De verblijfstaat is verplicht de honorair consulair ambtenaar de bescherming te verlenen die hem uit hoofde van zijn officiële positie toekomt.
Vrijstelling van vreemdelingenregistratie en van verblijfsvergunning Artikel 63 Honoraire consulair ambtenaren, met uitzondering van zij die een winstgevende beroeps- of handelsactiviteit uitoefenen, zijn vrijgesteld van alle verplichtingen waarin de wetgeving van de verblijfstaat inzake vreemdelingenregistratie en verblijfsvergunningen voorziet.
Vrijstelling van belasting Artikel 64 De honorair consulair ambtenaar is vrijgesteld van alle belastingen en rechten op de vergoedingen en emolumenten die hij eventueel van de zendstaat ontvangt voor de uitoefening van de consulaire werkzaamheden.
Vrijstelling van persoonlijk dienstbetoon Artikel 65 De verblijfstaat stelt de honoraire consulair ambtenaren vrij van elk persoonlijk dienstbetoon en van gelijk welke vorm van openbaar dienstbetoon, alsmede van militaire verplichtingen, zoals vordering, bijdragen en inkwartiering. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen Inwerkingtreding en geldigheidsduur Artikel 66 1. Deze Overeenkomst wordt bekrachtigd en treedt in werking 30 dagen na de datum van uitwisseling van de akten van bekrachtiging.2. Op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst vervalt de op 12 juli 1972 te Brussel ondertekende Overeenkomst inzake consulair verkeer tussen het Koninkrijk België en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken.3. Vraagstukken die in deze Overeenkomst niet aan bod komen, vallen onder de toepassing van het bepaalde in het Verdrag van Wenen inzake consulair verkeer van 24 april 1963 4.Deze Overeenkomst geldt voor onbepaalde tijd en blijft van kracht tot het verstrijken van de termijn van 60 dagen, te rekenen vanaf de datum waarop een Partij de andere Partij langs diplomatieke weg schriftelijk in kennis stelt van haar voornemen de Overeenkomst te beëindigen.
Ten blijke waarvan de gevolmachtigde vertegenwoordigers deze Overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Moskou, op 22 december 2004, in tweevoud in het Nederlands, het Frans, het Duits en het Russisch, alle teksten zijnde gelijkelijk authentiek.
Bijlagen Toelichtende nota met betrekking tot de rechten van onderdanen van het Koninkrijk België/de Russische Federatie, aangehouden op het grondgebied van de Russische Federatie/het Koninkrijk België Overeenkomstig artikel 38 van de tussen het Koninkrijk België en de Russische Federatie gesloten consulaire overeenkomst : a. wordt de consulair ambtenaar (hierna te noemen : consul) van het Koninkrijk België/de Russische Federatie zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 72 uur in kennis gesteld van uw aanhouding, opsluiting, inverzekeringstelling of hechtenis in eender welke vorm (hierna te noemen : aanhouding), ook al dient u daartoe geen verzoek in;b. hebt u het recht om u onder andere telefonisch of schriftelijk in verbinding te stellen met de consul van het Koninkrijk België/de Russische Federatie.Alle mededelingen die u richt tot de consul van het Koninkrijk België/de Russische Federatie moeten hem onverwijld worden meegedeeld door de overheden van de plaats van hechtenis; c. heeft de consul van het Koninkrijk België/de Russische Federatie het recht : - onmiddellijk telefonisch of schriftelijk met u in contact te treden; - u te bezoeken of elke mededeling of elk pakket van uwentwege in ontvangst te nemen; - de nodige maatregelen te nemen met het oog op uw juridische vertegenwoordiging.
De consul van het Koninkrijk België/de Russische Federatie zal de onder punt c) van deze toelichtende nota vermelde rechten niet uitoefenen, indien u zich daar schriftelijk tegen verzet.
De rechten zoals vermeld onder de punten a), b) en c) van deze toelichtende nota worden uitgeoefend in overeenstemming met de wet- en regelgeving die in de Russische Federatie/het Koninkrijk België van kracht is.
Ik, ondergetekende (naam en voornaam/naam, voornaam en vadersnaam van de aangehoudene), onderdaan van het Koninkrijk België/de Russische Federatie, verklaar het voorgaande te hebben gelezen en begrepen.
Gedaan te..., op... (Handtekening van de aangehoudene)
Verklaring Ik, ondergetekende (naam en voornaam/naam, voornaam en vadersnaam van de aangehoudene), onderdaan van het Koninkrijk België/de Russische Federatie verklaar bij deze dat ik bezwaar aanteken tegen de uitoefening in mijn naam, door de consul, van de rechten bedoeld onder punt c van deze toelichtende nota.
Ik, ondergetekende (naam en voornaam/naam, voornaam en vadersnaam van de aangehoudene),onderdaan van het Koninkrijk België/de Russische Federatie, verklaar het voorgaande te hebben gelezen en begrepen. (Handtekening van de aangehoudene) (datum)